Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Volledig verslag van de vergaderingen
Dinsdag 8 maart 2011 - Straatsburg Uitgave PB

8. Honderdste Internationale dag van de vrouw
Video van de redevoeringen
Notulen
MPphoto
 

  De Voorzitter – Ik verheug mij zeer dat ik samen met mijn vrouwelijke collega's ons Parlement mag voorzitten. Zes van hen zijn ondervoorzitter van het Parlement, twee zijn quaestor en naast mij zit de voorzitter van de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid. Dat is mij een grote eer en een voorrecht.

Ik hervat de vergadering. Het volgende agendapunt is het debat over de honderdste verjaardag van de Internationale dag van de vrouw. We beginnen met een korte film die de geschiedenis van deze belangrijke dag samenvat. Ik verzoek u de vertoning te starten.

(Vertoning van een film)

Geachte gasten, dames en heren, het is onmogelijk om in een film van twee minuten alles te laten zien wat zich in de afgelopen honderd jaar heeft afgespeeld. In die tijd hebben we Europa veranderd. Vergeleken met andere plaatsen op de wereld, hebben wij Europeanen reden om trots te zijn, hoewel we tegelijkertijd ook weten dat we nog een lange weg te gaan hebben. Er zijn nog steeds te weinig vrouwen politiek actief en hier, in het Europees Parlement, is slechts 35 procent van de leden vrouw. Dat is weliswaar iets meer dan in de nationale parlementen, maar nog steeds niet voldoende. Gelukkig bedraagt het aantal vrouwen in de belangrijkste besluitvormende organen van ons Parlement duidelijk meer dan 40 procent en daar zijn we erg blij mee. Ditzelfde geldt voor het aantal commissievoorzitters.

Hoe het Parlement echter over drie jaar, na de volgende verkiezingen, is samengesteld, hangt in belangrijke mate af van de nationale parlementen en de manier waarop de afgevaardigden voor het Europees Parlement worden benoemd. Het zijn onze nationale parlementen die ervoor moeten zorgen dat het aantal vrouwen in het Europees Parlement toeneemt. Vandaag roepen we onze collega's in de nationale parlementen op om een geschikt wettelijk kader te vinden en de juiste besluiten te nemen, zodat het aantal vrouwen in het Europees Parlement toeneemt.

Waar het gaat om de aanstelling van vrouwen kunnen we onszelf ook ten voorbeeld stellen. 59 procent van de werknemers van het Europees Parlement is vrouw en meer dan 50 procent van deze vrouwen houdt zich bezig met inhoudelijke vraagstukken. Zelf heb ik ook ervaring op dit gebied. Ik ben er trots op dat ten tijde van mijn regeringsperiode in Polen ongeveer vijftig vrouwen belangrijke ministeriële posten hebben bekleed of waren aangesteld als directeur van de belangrijkste staatsinstellingen. Dit record is nog niet gebroken, niet in de jaren ervoor, noch in de jaren erna.

Ik heb als Voorzitter van het Europees Parlement ook gepleit voor een groot aantal vrouwen in de Europese Commissie en in topfuncties binnen de Europese Unie. We kunnen tevreden zijn dat de hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid een vrouw is.

De situatie binnen het Europese bedrijfsleven is ook veranderd. Dat is niet alleen bijzonder gunstig voor vrouwen, maar vooral voor de manier waarop de bedrijven functioneren. We moeten er wel voor zorgen dat vrouwen en mannen met dezelfde functie en dezelfde kwalificaties gelijk worden beloond. Op dit gebied staat ons nog veel te doen.

Wij zijn ons ervan bewust dat vrouwen zeer wel in staat zijn om te strijden voor democratie en mensenrechten. Ik spreek hierbij mijn waardering uit voor alle vrouwelijke afgevaardigden in het Europees Parlement. Mijn gedachten gaan op dit moment ook uit naar de buitengewoon moedige vrouwen die in Noord-Afrika en het Midden-Oosten strijden voor democratie. Laten we ook niet vergeten dat fantastische vrouwen als Aung San Suu Kyi, Leyla Zana en de dames in het wit, de Sacharovprijs hebben gewonnen. Ik herhaal daarom opnieuw dat wij er niet mee akkoord gaan dat vrouwen worden beroofd van hun waardigheid in naam van een willekeurig wettelijk systeem, godsdienst of cultuur. Wij gaan er niet mee akkoord dat vrouwen in Europa en de rest van de wereld minder rechten hebben dan mannen. Wij zullen protesteren wanneer vrouwen onrecht wordt aangedaan.

Dames en heren, 218 jaar geleden, op 3 november 1793, is Olympia de Gouges in Europa onthoofd omdat zij een verklaring van de rechten van vrouwen en vrouwelijke burgers had opgesteld. Dat was de enige reden. Ruim honderd jaar later is in 1906 het vrouwenkiesrecht ingevoerd, als eerste in Finland. We mogen dit niet vergeten. In de honderd jaar daarna hebben we grote vooruitgang geboekt op het gebied van gelijke rechten voor vrouwen en mannen. Ik wil nog een zaak benadrukken die voor mij persoonlijk heel belangrijk is. Het is waar dat 8 maart een feest is voor vrouwen. Maar deze feestdag dient vooral om ervoor te zorgen dat we de overige 364 dagen van het jaar het belangrijkste vraagstuk van het huidige Europa niet vergeten, namelijk gelijke rechten voor vrouwen en mannen. De principes die we op 8 maart willen versterken, moeten ook de andere 364 dagen van het jaar van kracht zijn. Dat is de grootste uitdaging die ons wacht. Het vieren van 8 maart alleen is niet voldoende, ook de rest van het jaar moeten we hieraan denken. Dank u wel.

 
  
MPphoto
 

  Enikő Győri, fungerend voorzitter van de Raad. – (HU) Mijnheer de Voorzitter, toen de internationale dag van de vrouw werd gelanceerd, was emancipatie een gloednieuw en revolutionair idee. Sindsdien is gelijkheid van vrouwen en mannen een van de basisbeginselen van de moderne samenleving geworden. De bron daarvan is de onvervreemdbare menselijke waardigheid die in gelijke mate toebehoort aan mannen en vrouwen. Maar net zoals bij elke verworvenheid is het ook hier niet voldoende om die alleen te verkondigen. Op de menselijke waardigheid, inclusief de specifieke waardigheid van vrouwen, wordt in verschillende tijden en op verschillende plaatsen op allerlei manieren inbreuk gedaan. Onze aandacht en onze antwoorden moeten hierop aansluiten.

Het is veelzeggend dat deze herdenking plaatsvindt na het debat over het verslag met de titel ‘Armoede bij vrouwen in de Europese Unie’. Armoede en de Europese Unie. Niet lang geleden zou dit nog een onwaarschijnlijke associatie zijn geweest. De economische crisis treft vooral de minder beschermde bevolkingsgroepen. De oververtegenwoordiging van vrouwen in deze groepen brengt op zich al bepaalde taken met zich mee, om nog maar te zwijgen over het typische lot van massa’s vrouwen waardoor de armoede buiten Europa wereldwijd een vrouwelijk gezicht krijgt. Of om met de heilige Franciscus van Assisi te spreken: Vrouwe Armoede. Vrouwen met kleine kinderen die voor oorlog of honger vluchten, ontwrichte gezinnen zonder vader die in sloppenwijken wonen, vrouwen en jonge meisjes die tot prostitutie worden gedwongen, zelfs binnen de Europese Unie.

De succesvolle bevordering van een aantal prioriteiten van het Hongaarse voorzitterschap kan van invloed zijn op de toename van de werkgelegenheid onder vrouwen. Als eerste moet de Europa 2020-strategie worden genoemd met haar eigen doelstellingen in het werkgelegenheidsbeleid voor herstel uit de economische crisis en vermindering van de armoede. Werk versterkt de waardigheid van vrouwen. Het draagt ertoe bij dat ze hun eigen beslissingen kunnen nemen en hun leven naar eigen inzicht kunnen inrichten.

Het vlaggenschipinitiatief ‘Platform tegen armoede’ onderstreept dat bij de stappen die worden gezet om armoede in te dammen ook rekening moet worden gehouden met de verschillende omstandigheden van vrouwen en mannen.

Het Hongaarse voorzitterschap beschouwt het besluit dat de Raad Epsco gisteren heeft genomen over de vernieuwing van het Europees pact voor gendergelijkheid in 2020, als een belangrijk resultaat. Naast economische beleidsmaatregelen mogen we ook de bijzondere maatschappelijke rol van vrouwen niet vergeten. We moeten vrouwen de mogelijkheid bieden om hun werk en gezinsleven in balans te brengen en hun eigen keuzen te maken. Met het oog hierop werken we aan de herziening van de richtlijn inzake de invoering van maatregelen ter verbetering van de veiligheid en gezondheid op het werk van werkneemsters die in verwachting zijn, net zijn bevallen of borstvoeding geven, waarover een voortgangsrapport wordt opgesteld voor de bijeenkomst van de Raad Epsco in juni.

Een van de prioriteiten van het Hongaarse voorzitterschap is bewustmaking van het belang van gezinnen in het kader van reacties op sociale, economische en demografische problemen. Daarom organiseren we een demografische week met medewerking van ngo’s en met een informele bijeenkomst van ministers voor Gezinszaken. Het doel is te bespreken met welke middelen de geboortecijfers kunnen worden verhoogd. Hierbij is natuurlijk een belangrijke rol weggelegd voor vrouwen en de keuzen die zij maken.

We moeten speciale aandacht besteden aan de situatie van vrouwen die tot kansarme groepen behoren in het Europese kader van de Romastrategieën van de lidstaten, waarvoor we de goedkeuring van de Europese Raad in juni verwachten, en waarvoor mevrouw Járóka en anderen, de rapporteurs en de mensen die hen hebben geholpen, zeer belangrijke input hebben gegeven in het Europees Parlement. We verwachten dat we in de Raad ook uitdrukkelijk de rol willen onderstrepen van Romavrouwen als degenen die het gezin bijeenhouden, wat een goed uitgangspunt vormt bij het zoeken naar antwoorden op de problemen van de Romabevolking.

Dames en heren, staat u mij ten slotte nog een korte uitweiding toe. Ervaring uit het verleden heeft aangetoond dat er zonder de actieve sociale rol die vrouwen op zich nemen, geen sterke civiele samenleving bestaat. Zoals de heer Buzek ook al heeft vermeld, waren er op het Tahrirplein in Caïro ook vrouwen onder de demonstranten die vrijheid eisten. Zij willen de veranderingen ook vormgeven. Hun inspanningen moeten worden aangemoedigd door de Europese Unie: grootmoedig, vrij van ideologische stereotypen, open en met sympathie.

 
  
MPphoto
 

  José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw Győri, geachte afgevaardigden, vandaag denken wij aan de stemmen van de vrouwen die op 19 maart 1911 in Duitsland, Oostenrijk, Denemarken en Zwitserland en daarna in steeds grotere aantallen en in een steeds omvangrijker gebied opkwamen voor het recht van vrouwen op algemeen kiesrecht en betere werkomstandigheden te verdedigen.

Wij bewijzen vandaag eer aan een eeuw van strijd en succes waarvan wij allemaal de vruchten plukken. Waar zouden onze democratieën, en met name de hier in het Europees Parlement vertegenwoordigde Europese democratie, zijn zonder de volledige deelname van vrouwen aan het openbare leven? Waar zouden onze samenlevingen en economieën zijn zonder het talent van vrouwen?

Europese vrouwen zijn in velerlei opzicht voorbeelden voor de rest van de wereld. De plaats die Europese vrouwen innemen in onze samenlevingen is een inspiratiebron voor vrouwen op de hele wereld. In dit verband wil ik graag de aandacht vestigen op de dappere strijd van vrouwen in Noord-Afrika die, zij aan zij met mannen, op dit moment alles in het werk stellen om weerstand te bieden aan dictaturen en democratieën tot stand te brengen. De huidige actieve rol van de Europese vrouwen in het economische en politieke leven van de Europese Unie is het resultaat van hun vastberaden engagement. Wij verwelkomen de Europese integratie met als een van haar grondbeginselen de gelijkheid van mannen en vrouwen, een beginsel dat ten volle wordt erkend in het Verdrag van Lissabon. In de loop der jaren heeft belangrijke wetgeving inzake gelijke behandeling en de integratie van de genderdimensie in het Europees beleid ervoor gezorgd dat er meer egalitaire samenlevingen en arbeidsmarkten konden ontstaan.

Wij zouden echter ook verontwaardigd moeten zijn over dat wat teleurstellend, onaanvaardbaar of zelfs onverdraaglijk blijft. Ik doel hierbij op een gemiddelde arbeidsparticipatie van vrouwen van 62,5 procent tegenover 80 procent bij de mannen, en op de steeds grotere academische successen van vrouwen die echter in contrast staan met de loopbaanvooruitzichten voor deze sekse: dit is nog steeds teleurstellend en moet veranderen. Vrouwen zijn oververtegenwoordigd in lager betaalde en minder zekere banen en ondervertegenwoordigd in leidinggevende functies. Het verschil in beloning tussen mannen en vrouwen bedraagt 18 procent, met als gevolg dat 22 procent van de vrouwen boven de 65 jaar zonder toereikend pensioen onder de armoedegrens zou kunnen komen: dit is onaanvaardbaar en moet veranderen. Uit schattingen blijkt dat 20 tot 25 procent van de vrouwen in de Europese Unie ten minste eenmaal het slachtoffer is geworden van fysiek geweld: dit is onverdraaglijk en moet veranderen.

Wij moeten vandaag ons streven naar samenwerking vernieuwen opdat de gelijkheid van vrouwen en mannen echt werkelijkheid wordt. Wij zullen er allemaal bij winnen, in termen van sociale en economische samenhang, duurzame groei of concurrentievermogen.

In september 2010 heeft de Commissie een strategie aangenomen waarin vijf prioriteitsgebieden zijn vastgesteld voor de periode 2010-2015: gelijkheid op de arbeidsmarkt, gelijke economische zelfstandigheid voor mannen en vrouwen, gelijke beloning, gelijkheid in leidinggevende functies en de bevordering van gelijkheid buiten de EU.

De Commissie zal steun blijven verlenen aan vrouwen, waar ook ter wereld, die dagelijks strijden voor toegang tot onderwijs en het recht op werk, die strijden voor democratisering en de uitoefening van vrijheden en politieke en burgerrechten. De Commissie zal al het mogelijke doen om ervoor te zorgen dat deze doelstellingen worden verwezenlijkt. We mogen echter niet vergeten dat wetgeving – hoe goed deze ook wordt uitgevoerd – niet het antwoord op alles is. Ook gedrag en opvattingen moeten veranderen.

Geachte afgevaardigden, vandaag gedenken wij de strijd van vrouwen voor gelijkheid. In Europa kunnen wij vandaag zeggen dat de EU niet mogelijk zou zijn zonder Europese vrouwen, álle Europese vrouwen! Zij leveren een essentiële bijdrage aan ons project, dat is gebaseerd op waarden, met inbegrip van de waarden van gelijkheid van vrouwen en mannen.

 
  
MPphoto
 

  Eva-Britt Svensson, voorzitter van de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid. − (SV) Mijnheer de Voorzitter, "je wordt niet als vrouw geboren, maar tot vrouw gemaakt". Dit citaat toont aan dat de voorstelling van wat vrouwen tot vrouwen en mannen tot mannen maakt, de basis vormt voor al onze keuzen in het leven – keuzen die afhankelijk zijn van ons geslacht, niet van onze belangstelling, onze vaardigheden, onze inzet, enzovoort. Genderstereotypen stoppen mannen en vrouwen in verschillende vakjes, en honderd jaar strijd voor gelijkheid is er niet in geslaagd om die genderstereotypen te doorbreken.

We weigeren echter om nog eens honderd jaar te wachten, want het zijn die genderstereotypen, die normen die er onder andere toe leiden dat 97 procent van alle grote ondernemingen door mannen wordt geleid, dat vrouwen het slachtoffer zijn van loondiscriminatie, dat vrouwen onzekere banen hebben – als ze überhaupt al een betaalde baan hebben – en dat het vrouwen zijn die verantwoordelijk zijn voor het onbetaalde huishoudelijke werk. Het zijn vrouwen die de hoofdverantwoordelijkheid dragen voor de kinderen. Vrouwen worden het slachtoffer van geweld, ook binnen nauwe relaties en in de vorm van seksueel geweld, en in de sekshandel worden vrouwen zelfs verkocht als voorwerpen. We zien een vervrouwelijking van de armoede. De oorzaak daarvan ligt in de verschillende normen waarmee de samenleving is opgebouwd.

Honderd jaar strijd heeft grote vooruitgang opgeleverd. Als ik mijn mogelijkheden om andere levenskeuzen te maken vergelijk met die van mijn moeder of grootmoeder, zie ik welke vooruitgang er is geboekt. Maar er is nog zeer veel werk voor de boeg. Daarom gaat de strijd elke dag van het jaar voort, en niet alleen op 8 maart.

(Applaus)

 
  
MPphoto
 

  Lívia Járóka, namens de PPE-Fractie. – (HU) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, voor de honderdste keer vieren we vandaag de Internationale dag van de vrouw, ter herinnering aan de demonstratie van vrouwelijke arbeiders in New York die halverwege de negentiende eeuw demonstreerden voor gelijke lonen. Het doel dat zij zich meer dan anderhalve eeuw geleden, in 1857, stelden, namelijk gelijk loon voor gelijk werk, is nog steeds actueel. In de Europese Unie verdienen vrouwen 15 procent minder dan mannen, en in mijn eigen land Hongarije is dat verschil zelfs 16,5 procent, en hoewel meer dan de helft van de wereldbevolking vrouw is, ontvangen vrouwen slechts 10 procent van het wereldwijd verdiende inkomen.

Naast het opheffen van het beloningsverschil tussen de seksen laten ook de passende versterking van de rol die vrouwen in het gezin vervullen en de verwezenlijking van het beginsel van gelijke behandeling nog altijd op zich wachten. We mogen niet toelaten dat in Europa het krijgen van kinderen een armoederisico met zich meebrengt, en het mag geen nadeel zijn om vrouw of moeder te zijn. Of we nu kijken naar de initiatieven in de VN of de initiatieven van de Europese Unie, echte gelijkheid van mannen en vrouwen is op de meeste plaatsen nog altijd niet bewerkstelligd. We leggen te weinig nadruk op de situatie van vrouwen die op de rand van armoede balanceren, op het fenomeen meervoudige discriminatie en op het terugdringen van geweld binnen het gezin en tegen vrouwen.

 
  
MPphoto
 

  Britta Thomsen, namens de S&D-Fractie. – (DA) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, vandaag is het honderd jaar geleden dat we de Internationale dag van de vrouw voor het eerst vierden. Honderd jaar geleden ging de strijd onder andere om het kiesrecht van vrouwen, dat we vandaag de dag als iets heel vanzelfsprekends zien. Er is echter nog een lange weg te gaan naar volledig gelijkheid en ik wil graag benadrukken hoe belangrijk het is dat vrouwen vertegenwoordigd zijn in besluitvormingsprocessen op alle niveaus. Vrouwen moeten betrokken worden bij de politiek, maar ook bij het bedrijfsleven en we moeten ook vrouwen in de banken hebben.

We mogen niet de helft van de bevolking uitsluiten van de belangrijke economische beslissingen. Dat is geen democratie. We moeten al het aanwezige talent benutten. Het is ook eenvoudigweg ons concurrentievermogen dat op het spel staat. Daarom verwelkom ik het initiatief van commissaris Reding voor de 'Women on the Board Pledge for Europe'. Het is zeer positief dat de EU opnieuw het voortouw neemt op het gebied van de gelijkheid van vrouwen en mannen, maar we moeten bindende wetgeving hebben om quota voor ondernemingsbesturen meer te laten zijn dan symboolpolitiek. Ik hoop dat u daarvoor de moed hebt. Dank u.

 
  
MPphoto
 

  Silvana Koch-Mehrin, namens de ALDE-Fractie. – (DE) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, de gelijkheid van alle mensen is verankerd in de eerste twee artikelen van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties. Daar staat geschreven: “Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren. Zij zijn begiftigd met verstand en geweten, en behoren zich jegens elkander in een geest van broederschap te gedragen.” Wat een prachtige zin. Maar zelfs honderd jaar na de eerste Internationale dag van de vrouw hebben we die nog steeds niet waargemaakt: er is nog altijd geen sprake van echte gelijkheid van mannen en vrouwen.

Ik geef toe dat we veel hebben bereikt in Europa. Bij ons draait het vandaag de dag niet langer vooral om de juridische vrijheid van vrouwen. Wij hebben deze vrijheid voor een groot deel bereikt. Ik wil de feministen, zowel de mannen als de vrouwen, bedanken voor hun inzet in het verleden. Vandaag de dag gaat het vooral om de vrijheid in actie, om het feit dat mannen ook gaan nadenken over de combinatie van werk en gezin en dat het vanzelfsprekend is dat vrouwen aan de top staan van bedrijven of in de politiek.

Het is fantastisch om te zien hoe de vrijheidsbewegingen in Noord-Afrika naar ons kijken, naar de vrouwen in Europa. Ze kijken naar ons, omdat wij een pioniersrol moeten spelen. Het is van groot belang dat wij ons doel niet uit het oog verliezen: de vrijheid om onze levens te leiden volgens onze eigen ideeën. Dan zal gelijkheid iets zijn dat we vanzelfsprekend vinden en dan zal de Internationale dag van de vrouw van een gedenkdag veranderen in een dag waarop we de vrijheid vieren.

 
  
MPphoto
 

  Rebecca Harms, namens de Verts/ALE-Fractie. – (DE) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, de situatie waarin wij ons nu bevinden, geeft niet echt aanleiding tot feestvieren, maar zou ons moeten aanmoedigen om opnieuw afspraken te maken over de totstandbrenging van echte gelijkheid. Deze honderdste verjaardag zou een gelegenheid voor ons vrouwen moeten zijn om terug te kijken en de balans op te maken.

Voor mij valt de balans als volgt uit: gelijkheid moet als een plechtig beginsel worden vastgelegd in grondwetten en mensenrechtenverklaringen. Maar we hebben wetten en regelingen nodig om dit te realiseren. Ik geloof dat hiervoor ook het gebruik van quota nodig is.

Als we kijken naar de Europese instellingen zien we dat de zaken daar niet beter zijn dan in de top van het bedrijfsleven. Er zijn nauwelijks vrouwen op topmanagementposities. Als we dit willen bereiken, mevrouw Reding, mijnheer Barroso, hebben we een echte, harde quotumregeling nodig. Ik zou blij zijn geweest als u een eerlijke balans had opgemaakt van de ongelijkheid voor vrouwen in de Europese instellingen, omdat u dan het belang van deze quota zou hebben ingezien.

(Applaus)

Ik vind het een schande dat er nog steeds geen ruimte is voor vrouwen, hoe gekwalificeerd ze ook mogen zijn, op terreinen waar managementbesluiten worden genomen en strategisch beleid wordt bepaald. Het quotum is het instrument waarmee we dit kunnen veranderen.

Mevrouw Reding, ter gelegenheid van de honderdste Internationale dag van de vrouw vragen wij u: doe ons een oprechte toezegging dat u alles in het werk zult stellen voor een echt quotum voor vrouwen in topposities zoals dat al bestaat in Noorwegen, Spanje en Frankrijk. Ik vraag me af waarom dit niet aan de orde is gekomen in de toespraak van de heer Barroso.

 
  
MPphoto
 

  Marina Yannakoudakis, namens de ECR-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, vorige week heeft Lord Davies in het Verenigd Koninkrijk een toespraak gehouden voor de regering over de wijze waarop het aandeel van vrouwen in bedrijfsdirecties kan worden vergroot. Zijn verslag bestond uit vrijwillige doelstellingen voor ondernemingen. Iedereen zal het ermee eens zijn dat er meer vrouwen in directies nodig zijn. Wat we niet mogen accepteren is dat daar quota voor nodig zijn. Dat is toch neerbuigend? Bijna net zo neerbuigend als de vrouwen in deze zaal een roos geven bij binnenkomst. Nou, ik heb mijn roos aan een man gegeven.

Een positief punt is dat het Verenigd Koninkrijk grote vooruitgang boekt bij het wegnemen van de ongelijke beloning van mannen en vrouwen. Volgens de laatste cijfers is het beloningsverschil tussen mannen en vrouwen met een voltijds dienstverband gedaald tot 10 procent, het laagste cijfer sinds dit verschil wordt bijgehouden.

Tot slot wil ik op de Internationale dag van de vrouw eer betonen aan het moederschap. Echte gelijkheid betekent het recht hebben om te kiezen en niet te worden veroordeeld om deze keuzen. Of ze nu directeur is, chirurg, parttime ziekenverzorgende, automonteur of huisvrouw en moeder, een vrouw heeft het recht om haar eigen keuze te maken.

(Applaus)

 
  
MPphoto
 

  Ilda Figueiredo, namens de GUE/NGL-Fractie. – (PT) Mijnheer de Voorzitter, ook dit jaar, waarin we voor de honderdste keer de Internationale dag van de vrouw vieren, steunen wij de strijd van vrouwen voor vrijheid, sociale vooruitgang en vrede. De afgelopen honderd jaar hebben vrouwen veel strijd geleverd en talloze verworvenheden bereikt. Die successen waren echter niet voldoende om de bestaande ongelijkheid, de hardnekkig discriminatie bij de toegang tot banen met rechten, beloningsverschillen en de daaruit volgende pensioenverschillen, moeilijkheden bij loopbaanontwikkeling en ontplooiing in het beroep en belemmeringen bij de toegang tot leidinggevende posities waar de besluiten worden genomen op economisch, sociaal en politiek terrein, weg te nemen. Bovendien verslechtert de positie van vrouwen vaak nog verder tijdens economische en sociale crises.

Hoewel het moederschap een onmisbare sociale functie vervult voor de ontwikkeling van de maatschappij, worden vrouwen nog steeds gediscrimineerd omdat ze zowel moeder als werkneemster zijn. Het is een groot schandaal dat dit in de 21ste eeuw nog mogelijk is. Vanaf deze plek bevestigen wij de solidariteit van onze fractie met de strijd van vrouwen. Wij zullen blijven eisen dat er een eind komt aan ongelijkheid en discriminatie, grootschalig geweld tegen vrouwen en genderstereotypen. Daarvoor is niet alleen een breuk vereist met het neoliberale beleid, maar ook een serieuze inzet voor een alternatief beleid waarmee mensenrechten en gendergelijkheid centraal worden gesteld in de communautaire besluitvorming en het communautaire beleid.

 
  
MPphoto
 

  Mara Bizzotto, namens de EFD-Fractie. – (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, er zijn al veel doelstellingen gehaald, maar op een aantal gebieden moet de strijd nog beginnen. Vandaag ligt onze prioriteit bij de vrouwen die uit andere culturen afkomstig zijn en die in Europa en elders veel moeite hebben om een enigszins waardig en menselijk leven te kunnen leiden.

Dit feest kan niet worden gevierd zonder de omstandigheden van de moslimvrouwen in de Arabische wereld aan de kaak te stellen. Als we dat niet doen, blijven we een probleem negeren dat nu alleen op hen betrekking heeft, maar binnenkort ook ons probleem zal zijn. We kunnen niet om de cijfers heen die een jaarlijks groeiend probleem laten zien dat ook speelt in Europa, in onze steden en op de scholen waar onze kinderen opgroeien.

De laatste jaren worden moslimvrouwen steeds vaak het slachtoffer van verschillende vormen van geweld in de gezinssfeer. Daarom roep ik Europa al enige tijd op tot het ontwikkelen van beleid om een einde te maken aan de verspreiding van de radicale islam, gedwongen huwelijken, eerwraak, genitale verminking van vrouwen en huiselijk geweld.

Wij, Europese mannen en vrouwen, moeten strijden voor deze vrouwen, die binnen en buiten Europa leven, wier stem niet gehoord wordt en die door het monster van de radicale islam worden onderdrukt.

 
  
MPphoto
 

  Nicole Sinclaire (NI).(EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil ook graag mijn waardering uitspreken voor alle vrouwen in de wereld en alle vrouwen die de afgelopen meer dan honderd jaar hebben gestreden voor gelijkheid. In 1893 gaf Nieuw-Zeeland vrouwen stemrecht. Als ik mijn eigen land even een compliment mag geven: in 1970 heeft een politica van de Labour-partij, Barbara Castle, het eerste wetsvoorstel voor gelijke betaling in de westerse wereld ingediend. Natuurlijk was het Verenigd Koninkrijk ook het eerste land in Europa met een vrouwelijke premier.

Ik denk echter dat het Europees Parlement het contact met de werkelijkheid is kwijtgeraakt. Ik ben tegen elke vorm van discriminatie, zelfs positieve, want zij leidt onherroepelijk tot slachtoffers. Vrouwen hoeven niet te worden betutteld met quota, maar de belemmeringen voor hun vooruitgang moeten worden weggehaald. De lidstaten kunnen zich beter richten op kwesties zoals de noodzaak van betere kinderopvang.

Onlangs was er een uitspraak van het Hof van Justitie over autoverzekeringen, waarin traditionele, beproefde, zinnige methoden van risicobeoordeling terzijde werden geschoven. Ondanks het standpunt van de EU over positieve discriminatie van vrouwen, is deze zaak een voorbeeld van politiek correct eurogeklets, met een onzinnige uitspraak die het leven moeilijker en duurder maakt voor vrouwen. Gezond verstand is ver te zoeken bij de Europese Unie.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Het debat is gesloten.

 
  
  

VOORZITTER: DIANA WALLIS
Ondervoorzitter

 
Juridische mededeling - Privacybeleid