Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2010/2276(INI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A7-0043/2011

Ingediende teksten :

A7-0043/2011

Debatten :

PV 08/03/2011 - 16
CRE 08/03/2011 - 16

Stemmingen :

PV 09/03/2011 - 10.3
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2011)0092

Volledig verslag van de vergaderingen
Dinsdag 8 maart 2011 - Straatsburg Uitgave PB

16. EU-strategie voor de integratie van de Roma (debat)
Video van de redevoeringen
Notulen
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Aan de orde is het verslag (A7-0043/2011) van Lívia Járóka, namens de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken, over de EU-strategie voor de integratie van de Roma (2010/2276(INI)).

 
  
MPphoto
 

  Lívia Járóka, rapporteur.(EN) Mevrouw de Voorzitter, ik wil graag al mijn collega's in het Europees Parlement en ook alle maatschappelijke organisaties bedanken voor hun steun en waardevolle inbreng bij het opstellen van dit gewichtige verslag.

Als ik even een persoonlijke opmerking mag maken: ik wil hier mijn dank uitspreken aan mijn collega's op kantoor, mijn politieke adviseur in de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken, die al jaren deze strategie steunt, en mijn kabinetschef van de afgelopen jaren, die samen met mij hiervoor heeft gestreden.

Ik ben ook dank verschuldigd aan mijn gezin, dat mij in de gelegenheid heeft gesteld om een vooraanstaande rol in deze strijd te vervullen, een strijd die ten slotte vruchtbaar is geweest. We hebben overeenstemming bereikt in zes politieke fracties, 27 lidstaten en vijf zeer belangrijke parlementaire commissies. Ik denk dat we op deze manier een boodschap uit kunnen laten gaan naar de Commissie, de Raad en de lidstaten waarmee rekening moet worden gehouden, en daarmee hebben we een belangrijke stap gezet in de richting van een EU-breed beleid om de armoede en sociale uitsluiting van de grootste etnische minderheid van ons continent terug te dringen.

Een aanzienlijk deel van de Europese Roma leeft in zulke erbarmelijke omstandigheden – bijna volledig van de economie afgesneden, en daardoor ook van hun fundamentele mensenrechten beroofd – dat het stimuleren van de sociale integratie niet in de vorm van rectificaties van de algemene beleidsvoering gezien kan worden, maar als overbrugging van één van de diepste kloven bij de verwezenlijking van grondwettelijke en mensenrechten in Europa moet worden beschouwd.

De beleidsvoering op EU-niveau om armoede en sociaal isolement onder de Europese Roma terug te dringen moet daarom in de eerste plaats de nadruk leggen op de verwezenlijking en bevordering van de fundamentele rechten op werk, huisvesting, gezondheidszorg en onderwijs.

Ik zal in het kort de belangrijkste uitgangspunten en aanbevelingen van mijn verslag noemen. Het moet vooral om een interne EU-strategie gaan en het algemene toezicht op de prioritaire gebieden en doelstellingen moet daarom binnen de communautaire structuur worden uitgeoefend. De strategie mag de EU op geen enkele wijze verdelen en mag niet tot verdeeldheid tussen de lidstaten leiden. Het oprichten van een nieuw orgaan voor de coördinatie van en het toezicht op de strategie is juist overbodig en leidt tot nodeloze uitgaven.

De toezichthoudende, coördinerende en controlerende taak moet door de Commissie worden vervuld en in dit verband valt te overwegen de Task Force voor de Roma als permanent orgaan te handhaven.

De Commissie moet jaarlijks verslag uitbrengen over de voortgang van de strategie, de resultaten evalueren en verbeteringsvoorstellen aan de Raad voorleggen. In dit verband zou naar het voorbeeld van het scorebord voor de interne markt een Europees scorebord voor de strategie voor de Roma kunnen worden ontwikkeld.

De aanwijzing van een administratief orgaan of overheidsambtenaar als nationaal contactpunt zou grote praktische voordelen met zich meebrengen voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de strategie en dit contactpunt kan dienen als bron van advies en reflectie voor het toezicht op de strategie door de Commissie.

In de strategie moet ook rekening worden gehouden met de territoriale dimensie van isolement, aangezien sociale benadeling niet gelijkmatig over alle lidstaten is gespreid, maar armoede en sociaal isolement geconcentreerd zijn in onderontwikkelde microregio's die in veel van de nieuwe lidstaten voornamelijk door Roma bevolkt zijn.

Gemeenschappelijke, vergelijkbare en betrouwbare indicatoren zijn van essentieel belang voor een realistische analyse van de vooruitgang van de strategie en om te voldoen aan de eis van doeltreffende controle. Ik beveel dan ook aan om de indicatoren van Laken en hun aanvullende componenten goed te keuren om de sociale en territoriale uitsluiting te meten en de vooruitgang te evalueren.

Een kaart van crisisgebieden voor geheel Europa is noodzakelijk, waarop aan de hand van distinctieve kenmerken de microregio's zijn aangegeven.

Een deel van het cohesiebudget moet in het komende meerjarig financieel kader opzij worden gezet in een prestatiereserve voor de strategie. Dit kan zorgen voor essentiële middelen en doorslaggevende stimulansen voor de tenuitvoerlegging van de strategie door middelen op concurrerende basis toe te wijzen aan de hand van het criterium hoe het voorgestelde project of de voorgestelde interventie de doelstellingen van de strategie ondersteunt en uitvoert.

Op deze manier kunnen we aan de ene kant afwijken van de algemeen gevolgde praktijk van grote contribuanten die hun opbrengsten uit de niet gebruikte fondsen maximaliseren en kan er aan de andere kant een rechtstreekse koppeling tot stand worden gebracht tussen de toewijzing van middelen en het behalen van resultaten.

Dit zijn de uitgangspunten en prioriteiten die volgens mij hoog moeten worden gehouden in de Europese Roma-strategie en ik kijk uit naar uw opmerkingen over mijn verslag.

(Applaus)

 
  
MPphoto
 

  Zoltán Balog, fungerend voorzitter van de Raad. (HU) Mevrouw de Voorzitter, commissarissen, dames en heren, het Hongaarse voorzitterschap hecht grote betekenis aan de kwestie van integratie van de Roma, en is het Europees Parlement dankbaar voor de actieve steun die het terzake heeft verleend.

Laten we niet vergeten wat er op het spel staat. We hebben het over de levenskans van miljoenen EU-medeburgers, die het recht hebben op dezelfde mogelijkheden als ieder ander, en onze samenlevingen kunnen het zich niet veroorloven om het potentieel dat zij hebben links te laten liggen. Staat u mij daarom toe u te feliciteren met de uitstekende ontwerpresolutie die u op het punt staat aan te nemen en die ik krachtig ondersteun. Wij delen uw streven om beloften door daden te laten volgen.

Op 8 april wordt overal ter wereld de Internationale Dag van de Roma gevierd. Het Hongaarse voorzitterschap organiseert die dag in Boedapest de vijfde bijeenkomst van het geïntegreerde Europees platform voor integratie van de Roma, die zeker ook door velen van u zal worden bijgewoond. Als een van de belangrijkste onderdelen van dit evenement zal de Commissie haar strategische mededeling hierover bekendmaken en verzoeken we mevrouw Járóka om daar de voornaamste aspecten van de resolutie te presenteren.

Het Hongaarse voorzitterschap zal vervolgens ontwerpconclusies van de Raad opstellen, die door de Raad Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken naar we hopen tijdens zijn vergadering van 19 mei zullen worden aangenomen. Deze conclusies zullen zich uitsluitend met de kwestie van integratie van de Roma bezighouden, en we zullen streven naar versterking van de samenwerking tussen de EU en haar lidstaten op het gebied van economische en sociale integratie van de Roma.

Daarnaast zijn we van plan om ook in andere Raadsformaties gedachtewisselingen te organiseren over de ideeën van de Commissie, en eind mei zal de Raad Algemene Zaken er als voorbereiding op de vergadering van de Europese Raad in juni een oriënterend debat over houden.

Om vooruitgang te kunnen boeken moeten we van alle stereotypen, generalisaties en vooroordelen af. We moeten ons realiseren dat de levensomstandigheden van de Roma overal heel erg verschillen. Verder moeten we de historische oorzaken van hun sociale uitsluiting voor ogen houden. Niet alle burgers kunnen in dezelfde mate profiteren van de voordelen van de politieke machtswisseling en de transitie naar een markteconomie die in Midden- en Oost-Europa hebben plaatsgevonden. Heel veel Roma zijn juist in de afgelopen twintig jaar in de marge van de samenleving terechtgekomen.

Vandaag de dag is het bijzonder belangrijk dat we uit racistische motieven gepleegde agressieve daden met kracht veroordelen, ongeacht wie ze begaat. In een moeilijke economische situatie worden kwetsbare personen nog kwetsbaarder, en zoeken ze de oorzaak van hun ellende vaak in elkaar. We delen echter gemeenschappelijke waarden en middelen om hen te beschermen, aangezien het al meer dan tien jaar geleden is dat de Raad zijn richtlijnen inzake een verbod op discriminatie op grond van ras heeft aangenomen.

Ik ben er in het bijzonder mee ingenomen dat er speciale nadruk is gelegd op desegregatie. Segregatie creëert een vicieuze cirkel en brengt scheidslijnen tot stand in samenlevingen. Ik ben ook heel blij dat deze resolutie zich eveneens uitstrekt tot gendergelijkheid. Laat ik u herinneren aan een eerdere resolutie die u in 2006 heeft aangenomen betreffende de situatie van Roma-vrouwen. Alle vrouwen moeten hun capaciteiten kunnen benutten. We hebben ook meer Roma-vrouwen nodig bij de besluitvorming. Dames en heren, de rapporteur voor dit onderwerp, mevrouw Lívia Járóka, kan ons allemaal ook in dat opzicht inspireren - vooral de vrouwen, maar ook de mannen.

Ik wil mevrouw Járóka en u allen nogmaals bedanken voor uw deelname aan dit cruciale proces, en ik zou u er nogmaals aan willen herinneren dat het Hongaarse voorzitterschap vastbesloten is om op dit gebied zinvolle resultaten te behalen. Ik verzoek u vriendelijk om ons daarbij te helpen.

 
  
MPphoto
 

  Viviane Reding, vicevoorzitter van de Commissie. (EN) Mevrouw de Voorzitter, zoals u weet is de Europese Unie gebaseerd op rechten en waarden, en daarbij horen ook de bescherming van minderheden, vrij verkeer en het verbod van discriminatie, en al deze beginselen zijn volledig van toepassing op de Roma.

De sociale en economische integratie van de Roma is volgens mij een morele verplichting, maar is tevens – zoals het verslag van het Parlement terecht aangaf – van economisch belang voor onze Europese samenlevingen. Het is voor de EU een prioriteit, die de inzet en gezamenlijke inspanningen behoeft van nationale en plaatselijke autoriteiten, het maatschappelijk middenveld en de instellingen van de EU.

Ik wil mevrouw Lívia Járóka graag feliciteren met het fantastische werk dat zij heeft verzet. Ze heeft geprobeerd het hele Parlement erin te betrekken en een voorstel verkregen dat de zinvolle input van Parlementsleden uit alle fracties weerspiegelt, en ik vind dat een hele prestatie. Mevrouw Járóka, dit zal ons helpen de integratie van de Roma hoog op de politieke agenda te houden. Het zal ons helpen de benodigde stappen te zetten om de situatie van de Roma en hun sociale en economische integratie in de samenleving te verbeteren.

Graag zou ik u op de hoogte willen brengen van de huidige stand van zaken. Zoals u misschien nog weet, heeft de Commissie op 7 april 2010 een mededeling aangenomen over de sociale en economische integratie van de Roma in Europa, en dat was het allereerste beleidsdocument dat specifiek aan de Roma was gewijd.

Deze mededeling bevatte een concrete lijst maatregelen om de lidstaten te helpen hun beleid inzake de integratie van de Roma doeltreffender te maken en de voornaamste toekomstige uitdagingen te definiëren: discriminatie, armoede, lage onderwijsniveaus, barrières op de arbeidsmarkt, huisvesting, segregatie, enzovoort. Vervolgens kwam de beoordeling door de interne taskforce voor de Roma van de Commissie, die op 7 september 2010 werd opgericht, waaruit zeer duidelijk bleek dat er geen aanwijzingen zijn dat er krachtige en evenredige maatregelen in de lidstaten zijn getroffen om de sociale en economische problemen van een groot deel van de Romabevolking in de EU aan te pakken.

Dit is een situatie die niet aanvaardbaar en ook niet houdbaar is, en daarom werkt de Commissie aan een EU-kader voor nationale strategieën voor de integratie van de Roma, dat zij begin april zal presenteren. Dit Parlement heeft om een EU-strategie verzocht, en de Commissie gaat in op dit verzoek. Ik denk dat we het er allemaal over eens zijn dat er een effectieve planning en tenuitvoerlegging van het beleid moeten komen, en dat we een strategische aanpak moeten hebben. Ik denk dat we het er ook over eens zijn dat de primaire verantwoordelijkheid voor Romagemeenschappen ligt bij de lidstaten waarin deze Romagemeenschappen zich verplaatsen. Dat is dan ook de reden waarom de Commissie dit EU-kader opstelt in combinatie met nationale strategieën voor de integratie van de Roma, want we hebben beide nodig: we moeten weten welke kant we gezamenlijk opgaan en we moeten weten welke kant elke afzonderlijke lidstaat opgaat, zodat we het beleid specifiek op de problemen van de Roma in die lidstaat kunnen afstemmen.

Het EU-kader dat in april gepresenteerd zal worden, zal voortbouwen op uw verslag, mevrouw Járóka, op de werkzaamheden van de taskforce voor de Roma van de Commissie en natuurlijk op de vele verschillende bijdragen vanuit de lidstaten en het maatschappelijk middenveld. Om een doorbraak te verwezenlijken is er behoefte aan concrete maatregelen, aan duidelijke beloften en aan een beter gebruik van de diverse wettelijke en financiële instrumenten die beschikbaar zijn. Ik zal mijn toespraak niet te lang maken, want mijn collega de heer Andor is verantwoordelijk voor dit dossier, maar de Europa 2020-strategie leidt naar een nieuwe weg voor standvastige economische en sociale maatregelen voor mensen die gemarginaliseerd worden, en we weten dat armoede een zeer groot probleem is in de grootste minderheidsgroepering van Europa. Hier is zowel op nationaal als op EU-niveau een vastberaden optreden voor nodig.

De Commissie vindt het ook erg belangrijk lering te trekken uit het verleden en ervoor te zorgen dat de inspanningen van alle belanghebbenden, op alle niveaus, vanaf dat van de EU tot aan het plaatselijke niveau, zeer goed gecoördineerd worden. Voor deze coördinerende werkzaamheden hebben we immers het Europees platform voor de integratie van de Roma, en dat is een uniek mechanisme om de belanghebbenden erin te betrekken. Ik geloof dat het belangrijk is de rol van dit platform in de toekomst te versterken.

Ik was ook zeer geïnteresseerd in het voorstel van het Parlement een nationaal contactpunt in te stellen, en wij zullen dit meenemen bij het opstellen van het EU-kader. Ik verzeker u ook dat de Commissie hierbij speciale aandacht zal besteden aan de noodzaak de ontwikkelingen, het proces en de voortgang in de praktijk te volgen, en wat dat betreft doe ik een beroep op het Parlement. Dit moet niet alleen maar een zeer goed verslag van het Parlement en vervolgens een interessant kader vanuit de Europese Unie zijn. Het moet een werk in uitvoering zijn, dat gemeten en bijgehouden wordt, zodat we kunnen zien welke kant we in de toekomst opgaan, en wat dat betreft zullen we steeds nauw blijven samenwerken met de lidstaten en met dit Parlement, evenals met alle belanghebbenden.

(Applaus)

 
  
MPphoto
 

  László Andor, lid van de Commissie. (EN) Mevrouw de Voorzitter, ook ik wil de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken bedanken voor haar uitstekende werk aan de EU-strategie voor de integratie van de Roma, en de rapporteur, mevrouw Lívia Járóka feliciteren met de overweldigende steun die dit verslag van het Parlement heeft gekregen.

Het verslag is zowel nuttig als bemoedigend. Nuttig, omdat het bijdraagt aan het lopende debat over de manier waarop de integratie van de Roma in de economie en de samenleving kan worden bevorderd. Bemoedigend, omdat het laat zien dat de Commissie en het Parlement dezelfde richting zijn ingeslagen en dat onze standpunten over de te volgen koers grotendeels samenvallen.

Ten eerste erkent de Commissie dat de kwestie van de Roma een van de belangrijkste strategische uitdagingen is waarmee Europa wordt geconfronteerd, en tegelijkertijd biedt deze kwestie een van de meest hoopgevende kansen voor ons werelddeel. Als we het over kansen hebben, dan bedoelen we ook economische kansen. Er is feitelijk sprake van een sociale en economische noodzaak die in dit geval gekoppeld is aan een morele verplichting.

Ten tweede toont het verslag van het Parlement overtuigend aan dat de sociaaleconomische situatie van de Roma een holistische aanpak vereist. Het verslag adviseert concentratie op een aantal prioriteitsgebieden, zoals onderwijs, werkgelegenheid, huisvesting en gezondheidszorg. Deze gebieden zijn inderdaad van cruciaal belang voor een succesvolle integratie van de Roma.

Ten derde juich ik het feit toe dat het verslag duidelijk op het belang wijst EU-financiering op de meest gepaste wijze in te zetten. Het is essentieel het beleid met adequate financiële middelen te onderbouwen. Hoewel we op dit gebied voortgang hebben geboekt, moet er nog meer gebeuren.

Ten vierde ben ik het met het Parlement eens dat we een krachtig mechanisme moeten opzetten om de nationale strategieën voor de integratie van de Roma te volgen.

Tot slot: ik heb terdege nota genomen van het voorstel in het verslag om de aandacht te richten op de territoriale dimensie van armoede, en met name in onderontwikkelde microregio's. De Commissie zal dit interessante voorstel zorgvuldig in beschouwing nemen.

Het is duidelijk dat diverse lidstaten onvoldoende vooruitgang zullen kunnen boeken om de streefdoelen van Europa 2020 te halen als zij geen concrete stappen zetten om de integratie van de Roma te verbeteren. Het is dan ook hoog tijd om zowel op nationaal als op EU-niveau vastberaden op te treden. Hoewel het de lidstaten zijn die primair verantwoordelijk zijn voor het opstellen en ten uitvoer leggen van strategieën voor de integratie van de Roma, kan de EU hen daarin wel ondersteunen. We moeten ervoor zorgen dat de inspanningen op alle niveaus deel uitmaken van een samenhangend en consistent beleidskader.

Ik heb er vertrouwen in dat het EU-kader voor nationale strategieën voor de integratie van de Roma – dat zoals de vicevoorzitter al zei, in april door de Commissie zal worden gepresenteerd – de EU-instellingen en alle belanghebbenden de mogelijkheid zal bieden de handen ineen te slaan en een concreet verschil te maken voor het leven van de Romabevolking in Europa.

 
  
MPphoto
 

  Kinga Göncz, rapporteur voor advies van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken. (HU) Mevrouw de Voorzitter, laat mij met een verhaal beginnen. Een Hongaarse rechtbank heeft József B. en zijn echtgenote in 2009 wegens het in gevaar brengen van minderjarigen tot 10 maanden gevangenisstraf veroordeeld. Hun misdaad was dat hun twee kinderen niet naar school gingen. Toen de kinderen dat nog wel deden waren ze vaak naar huis gestuurd, omdat ze met modderige schoenen en in vuile kleren op school waren gekomen. In de zigeunerkolonie waar ze wonen zijn geen verharde wegen, zodat de kinderen telkens wanneer ze door het weiland liepen met modderige voeten op school aankwamen. Ze hielden de vernedering uitgefoeterd en naar huis gestuurd te worden zo lang mogelijk vol, en begonnen vervolgens steeds meer te spijbelen, als gevolg waarvan hun ouders tot gevangenisstraf werden veroordeeld.

De kinderen van József B. en zijn vrouw spijbelden niet omdat ze niet wilden leren. Het waren veeleer hun omstandigheden die hen ervan weerhielden te leren. Zonder de juiste kleding en schoenen, water en stroom in huis, en leermiddelen hadden ze geen kans om de basisschool af te maken. De ontsluiting van in hoge mate kansarme gemeenschappen is een complex proces, dat slechts stap voor stap volgens de lokale behoeften en op de lange termijn kan worden gerealiseerd.

Europa kan daarbij helpen door op basis van feitelijke gegevens doelstellingen te bepalen, de benodigde instrumenten te verschaffen, het afleggen van verantwoording te eisen voor de uitvoering van de doelstellingen, en toe te zien op veranderingen in de situatie van de Roma. Het betekent ook de ontwikkeling van minder bureaucratische, snellere en transparantere methodes dan tot dusver, waarmee gemeenschappen op de lange termijn worden ondersteund totdat die werkelijk voor zichzelf kunnen zorgen.

Er kan niet mee worden volstaan een school voor de kinderen van József B. en zijn vrouw te bouwen. Ze hebben ook werk nodig om in hun onderhoud te voorzien, en de ouders moeten hun kinderen kunnen voeden, kleden en laten onderwijzen. Er is menswaardige huisvesting nodig, waar een kind zich kan voorbereiden op de lessen van de volgende dag, en waar verlichting en verwarming aanwezig zijn. Er zijn begaanbare wegen nodig om school en werk te kunnen bereiken. En er is ook behoefte aan empathische woorden die de vernederingen doen vergeten.

De Europese Roma-strategie brengt geen onmiddellijke verandering teweeg, maar biedt wel een kans op verandering. De werkelijke vraag is of we regels en voorwaarden kunnen creëren die hulp bieden aan degenen die niet om financiële middelen kunnen wedijveren en nauwelijks in staat zijn om voor hun belangen op te komen. Non-discriminatie moet worden gegarandeerd, niet alleen op de arbeidsmarkt, maar op alle gebieden van het maatschappelijk leven. Segregatie in steden en op scholen moet worden uitgebannen, er moeten echte kansen worden gecreëerd en de Roma-gemeenschappen moeten worden betrokken op Europees niveau, het niveau van de lidstaten en lokaal niveau. En in ieder geval is er politiek engagement nodig van de kant van iedereen die ook op Europees niveau kan bijdragen tot een verbetering van de huidige situatie.

Er kan niet mee worden volstaan een kader te verschaffen voor de Roma-strategieën van de lidstaten; er is een ware Europese Roma-strategie nodig, met betrokkenheid op Europees niveau, uiteraard zonder af te doen aan de verantwoordelijkheid van de lidstaten. Ik doe een beroep op de Commissie en de Raad om de inhoud van de resolutie van het Parlement in zijn geheel in hun documenten op te nemen en regelmatig verslag aan het Parlement uit te brengen over de resultaten.

 
  
MPphoto
 

  Andrey Kovatchev, rapporteur voor advies van de Commissie regionale ontwikkeling.(BG) Mevrouw de Voorzitter, ik complimenteer mevrouw Járóka met haar uitstekende samenwerking. De integratie van de bijna 12 miljoen Roma in de Europese Unie kan niet worden volbracht zonder dat er vanuit zowel de Roma als de meerderheid van de betreffende lidstaten de wens hiertoe bestaat.

De verantwoordelijkheid voor de integratie van de Roma-bevolking ligt zowel bij de lidstaten als de Europese Unie. Europese middelen moeten worden gebruikt om de technische infrastructuur te verbeteren, nieuwe huizen te bouwen of bestaande te restaureren, beter onderwijs te bieden en de toegang tot de arbeidsmarkt te verbeteren.

Er bestaat geen algemene oplossing die overal op dezelfde manier kan worden toegepast. Wellicht zijn er zelfs binnen één afzonderlijk lidstaat, in de verschillende regio’s, verschillende benaderingen vereist. Ik vind dat de begunstigden van Europese fondsen betrokken moeten worden bij de bouw van hun eigen huis of de inrichting van hun eigen omgeving, zodat ze een gevoel van betrokkenheid ervaren gelet op de solidariteit die hun ten deel is gevallen, en dat maakt hen uiteraard tot goede huiseigenaren.

De politieke gevestigde orde en het bedrijfsleven moeten de Roma herontdekken en betere toegang tot de arbeidsmarkt voor hen veiligstellen, zodat ze kunnen bijdragen aan de economische ontwikkeling en welvaart van de Europese Unie. Ik hoop van ganser harte dat dit verslag naar behoren wordt uitgevoerd en dat het de sociale en economische integratie van de Roma op ons continent zal helpen bevorderen.

 
  
MPphoto
 

  Hannu Takkula, rapporteur voor advies van de Commissie cultuur en onderwijs. (FI) Mevrouw de Voorzitter, het is vrij lastig om in één minuut alles op een rijtje te zetten, maar hierbij geef ik enkele ideeën van de Commissie cultuur en onderwijs over de kwestie van de Roma, waarvoor mevrouw Járóka uitstekend werk heeft verricht. Toen ik zelf rapporteur voor deze commissie was, waren we het er volledig over eens dat dit een mensenrechtenkwestie is.

We hebben 10 à 12 miljoen Roma in de Europese Unie, waar zij volledig deel van uitmaken. Ze moeten ook volledige rechten hebben: mensenrechten in de ware betekenis van het woord. Dat houdt onder andere in dat ze deel kunnen nemen aan de besluitvorming van gemeenschappen en het Europese besluitvormingsproces.

Wanneer we naar de toekomst kijken, dan weten we dat onderwijs een cruciale rol speelt. Onderwijs is ook de juiste manier om de Romaminderheid in de samenleving te integreren en hen te stimuleren actief te zijn. Hun omstandigheden, bijvoorbeeld waar het gaat om huisvesting en infrastructuur, moeten snel worden verbeterd. Bovenal is het heel belangrijk om te benadrukken dat wij, de andere Europeanen, een andere houding moeten aannemen. Er moet een eind komen aan segregatie en discriminatie. We moeten echte kansen creëren en begrijpen dat elk kind en jonge Rom een uniek individu is, een unieke burger van de Europese Unie, net als wij allemaal.

 
  
  

VOORZITTER: DIANA WALLIS
Ondervoorzitter

 
  
MPphoto
 

  Marian-Jean Marinescu, namens de PPE-Fractie.(RO) Mevrouw de Voorzitter, we wisselen vandaag met elkaar van gedachten over een Europese strategie voor de Roma-minderheid, waarmee een belangrijke stap moet worden gezet naar de integratie van de grootste etnische minderheid in de Europese Unie. De Europese Unie moet de realiteit van het Roma-probleem onder ogen zien. Dit probleem vloeit voort uit de algehele economische situatie van de Roma, maar in het bijzonder uit aspecten van hun eigen leefwijze: een nomadisch bestaan, een laag opleidingsniveau en, ten gevolge daarvan, een gebrek aan beroepskwalificaties. Onderwijs biedt mogelijkheden om een diploma, een beroep en een baan te krijgen, en dat is absoluut essentieel voor de sociale integratie van de Roma.

De verantwoordelijkheid voor de integratie van de Roma berust niet geheel bij de autoriteiten. De Roma-gemeenschap moet begrijpen dat zij zich de noodzakelijke inspanningen moet getroosten en dat zij echt moet willen integreren in de maatschappij, ongeacht haar land van herkomst of huidige land van verblijf. De strategie moet prioriteit geven aan de verhoging van het maatschappelijk opleidingsniveau van de Roma, de aanpassing van de Roma-cultuur en –tradities aan de moderne samenleving en het promoten van beroepsopleidingen en herscholing. Mijns inziens moeten deze gebieden, naast onderwijs, speerpunten zijn.

De lidstaten van herkomst moeten de grootste bijdrage leveren aan het integratieproces, maar ook een aanpak op Europees niveau is van het hoogste belang. De toekomstige strategie die de Commissie zal ontwikkelen moet kaderprogramma’s omvatten die aansluiten op het nomadische bestaan van een deel van de Roma-gemeenschap. Deze kaderprogramma’s moeten in alle lidstaten op soortgelijke wijze worden ontwikkeld en uitgevoerd.

 
  
MPphoto
 

  Hannes Swoboda, namens de S&D-Fractie. (DE) Mevrouw de Voorzitter, mijn fractie heeft verschillende malen Roma-gemeenschappen in Europa bezocht en is daarbij getuige geworden van vreselijke toestanden. U kunt zich niet voorstellen wat voor omstandigheden in sommige hoofdsteden van Europa heersen. Het is een vicieuze cirkel, die maar moeilijk kan worden doorbroken.

Gelukkig hebben de beide commissarissen het met name over de armoede gehad. De strijd voor de Roma is volgens mij vooral ook een strijd tegen de armoede, maar dit geldt niet alleen voor de Roma en we moeten ook oppassen dat niet nieuwe tegenstellingen ontstaan, aangezien armen die niet tot de Roma behoren, kritiek uiten op het feit dat Roma nu plotseling veel geld of aandacht krijgen. Het moet dus een gemeenschappelijke strijd zijn die natuurlijk ook tegen elke vorm van discriminatie is gericht.

Het lokale niveau is ook van groot belang. Vaak zien we dat op het niveau van de gemeenten en wijken veel wordt ondernomen, maar helaas niet altijd met de nodige ondersteuning door de nationale regering. Daarom moeten we een manier vinden om Europese middelen ook op lokaal niveau te kunnen inzetten. Om deze reden hebben wij – ik kom er straks nog op terug – een alternatieve resolutie opgesteld, met name op initiatief van collega Enciu, die hierover nog het woord zal voeren, om dit probleem bijzonder onder de aandacht te brengen.

Het zou mij verheugen als de Commissie tot een goede strategie inzake de Roma zou komen. De beide commissarissen hebben terecht opgemerkt dat het om een waarnemend, begeleidend proces gaat – om work in progress, zoals zei het hebben geformuleerd. We moeten onderzoeken wat er werkelijk met de middelen gebeurt, want we hebben te lang werkeloos toegekeken hoewel er heel weinig gebeurde – ik zeg niet dat er niets is gebeurd, maar het was te weinig – en de middelen ook niet optimaal werden gebruikt.

Wij wensen het Hongaarse voorzitterschap veel succes. Wij zullen u in deze kwestie volledig ondersteunen, zodat we hier een nieuwe strategie kunnen ontwikkelen en zodat u achteraf kunt zeggen dat dit een van de resultaten van uw voorzitterschap is. Wat dit betreft kunt u op onze volledige steun rekenen.

Tot slot wil ik collega Járóka danken voor haar uitstekende verslag. En omdat wij onze steun willen verlenen aan haar verslag, trekken wij onze alternatieve ontwerpresolutie in. We wilden daarmee alleen op de problemen wijzen waarmee lokale instanties en gemeenten zich geconfronteerd zien. In plaats daarvan willen wij ten behoeve van een duidelijk signaal van het Europees Parlement onze gemeenschappelijk steun geven aan haar verslag.

(Applaus)

 
  
MPphoto
 

  Renate Weber, namens de ALDE-Fractie. (EN) Mevrouw de Voorzitter, eindelijk is het moment aangebroken waarop we over dit verslag moeten stemmen. Naar mijn mening is dit niet per definitie een moment om te vieren. Ik zie het liever als een moment waarop we verstandig moeten zijn en moeten kijken naar wat we tot nu toe hebben bereikt en wat we in de toekomst willen bereiken. Maar omdat ik besef wat een enorme hoeveelheid werk in dit verslag is gestoken, zou ik graag niet alleen de rapporteur en de andere betrokken leden willen feliciteren en bedanken, maar ook de leden van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken en onze beleidsadviseurs.

Toen we pas begonnen deze kwestie te bespreken, hoopten we allemaal dat de Unie feitelijk naar een EU-strategie voor de integratie van de Roma toe zou werken. In plaats daarvan krijgen we een kader, en zullen de lidstaten beslissen of zij wel of niet hun eigen strategieën willen opstellen. Gezien de ervaring in het verleden vrees ik – en staat u mij toe hier pessimistisch over te zijn – dat dit wel eens een proces zou kunnen zijn dat erg veel op geld, op financiering is gebaseerd. Naar mijn mening 'ontdekten' de mensen in de ontwikkelde landen de Roma niet zozeer omdat ze de slechte omstandigheden inzagen waaronder Roma in hun land van herkomst leefden, maar omdat ze last hadden van de aanwezigheid van Roma in hun straten en aan de rand van hun steden.

Het gaat hier echter niet alleen om financiering. Het gaat vooral om de fundamentele mensenrechten van deze bevolkingsgroep. De commissaris sprak over een werk in uitvoering. Ik hoop dat we niet alleen werk gaan zien, maar ook uitvoering, wat echte vooruitgang.

 
  
MPphoto
 

  Hélène Flautre, namens de Verts/ALE-Fractie. – (FR) Mevrouw de Voorzitter, helaas kunnen we inderdaad iedere dag in de pers berichten lezen over discriminatie of racistische opmerkingen ten opzichte van Roma. Daarom werd er met zoveel ongeduld op deze mededeling van de Commissie gewacht, door de Roma zelf natuurlijk en door allen die hen steunen en door iedereen die hecht aan de fundamentele waarden van de Europese Unie.

De Commissie zal daarom een kader moeten ontwikkelen voor de nationale actieplannen, een Europese strategie. Haar verantwoordelijkheid zal verder reiken dan het uitwerken van dit Europees kader voor de nationale actieplannen, omdat de lidstaten slechts voortgang zullen maken op dit vlak als zij hier nadrukkelijk toe worden aangespoord door de Europese Commissie. Dat vereist, en dat wordt heel goed verwoord in het verslag, een uiterst nauwkeurige evaluatie van de resultaten, met gebruikmaking van benchmarks en indicatoren. Dat vereist ook de deelname van alle betrokken partijen en in de eerste plaats de Roma-gemeenschappen. Ik denk dat het heel belangrijk is om aan te sluiten bij het programma van de Raad van Europa met betrekking tot de opleiding van Roma-bemiddelaars. Dat is een noodzakelijke voorwaarde voor het slagen van de integratieprojecten op regionaal niveau.

Bovendien moet de Europese Commissie haar betrokkenheid tonen door middel van eigen, door haar zelf geleide projecten, proefprojecten, zoals dat wordt voorgesteld in het verslag, die bijvoorbeeld kunnen worden uitgevoerd in de microregio's waarover we hebben gesproken, zodat voorbeeldprojecten, opvallende projecten, alle betrokkenen kunnen overtuigen om mee te gaan in dit integratieproces.

Bovendien denk ik dat de Europese Commissie ook gebruik zal moeten maken van haar recht om tekortkomingen te constateren, wanneer aan de waarden, de Europese wetgeving en de nationale actieplannen niet de juiste invulling wordt gegeven, daarbij de gelijke toegang tot alle rechten, non-discriminatie en vrij verkeer als uitgangspunt in gedachten houdend.

 
  
MPphoto
 

  Cornelia Ernst, namens de GUE/NGL-Fractie. (DE) Mevrouw de Voorzitter, geachte dames en heren, om het nog eens samen te vatten: wij zijn voor één enkele, bindende strategie in plaats van 27 aparte en verschillende strategieën in de lidstaten. Alleen als we zo'n gezamenlijke strategie ontwikkelen, kunnen en zullen de in de EU wonende Roma en Sinti ook als gelijkwaardige EU-burgers worden behandeld.

Waar gaat het om? Het gaat erom de vrijheid van verkeer voor iedereen strikt te waarborgen. Het gaat erom bijzondere scholen voor Roma onmiddellijk af te schaffen en – laat ik het maar eens zo uitdrukken – een eind te maken aan het apartheidsbeleid jegens Roma in Europa. Het gaat om gelijke toegang tot onderwijs, gezondheidszorg en sociale voorzieningen. En dit niet als gunst, maar als recht.

Als GUE/NGL-Fractie zijn om principiële redenen gekant tegen een beleid waarin Roma en Sinti een bijzondere status wordt toegekend, omdat een fundamenteel op integratie gericht beleid nodig is dat tegelijkertijd een eind maakt aan de achterstelling van Roma en Sinti met betrekking tot werk, vestiging of het gebruik van EU-middelen. Ik moet hier echter bij zeggen dat dit alles op niets zal uitlopen als we niet in heel Europa racisme en de stigmatisering van Roma en Sinti bestrijden. Dit moeten we als centrale Europese taak zien en we moeten discriminatie consequent aanpakken. Laten we dus geen dubbelhartig beleid in de lidstaten en de EU accepteren en laten we met één stem spreken.

 
  
MPphoto
 

  Mario Borghezio, namens de EFD-Fractie. (IT) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, ik ben het niet eens met het feit dat in het verslag wordt gesteld dat de Commissie de lidstaten moet opleggen wat hun Romabeleid moet zijn. Dit is in strijd met het subsidiariteitsbeginsel, aangezien maatregelen op dit vlak op lokaal, regionaal en nationaal niveau moeten worden ontwikkeld en ten uitvoer gelegd, daar ze gevolgen hebben voor de regio’s en hun autochtone bevolkingen.

Insluiting, geen discriminatie: ik ben het hier volledig mee eens, maar ik heb nog steeds niet van commissaris Reding gehoord wanneer er in haar land, het Groothertogdom Luxemburg, eindelijk Romakampen zullen worden toegestaan. Voor zover ik weet, zijn die niet toegestaan. Ik vind dit verslag nogal onevenwichtig, aangezien vele malen om steun voor Roma wordt gevraagd, of zij nu mannen, vrouwen, kinderen of ouderen zijn (…), maar nergens om maatregelen wordt gevraagd om bijvoorbeeld zware sancties op te leggen aan Roma die antisociaal gedrag vertonen. Wie anders dan bepaalde Romaouders belemmeren Romakinderen om naar school te gaan?

Naar mijn mening zijn dit thema’s waarbij we niet moeten proberen politiek correct te zijn, maar de moed dienen te hebben om klare taal te spreken. Met 'goeddoenerij' komen we er niet. Alleen met harde maatregelen kunnen we de plaag van afpersing, uitbuiting van kinderen en de handel in organen tegengaan.

 
  
MPphoto
 

  Andrew Henry William Brons (NI). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, welk onderwerp ook wordt besproken, iedereen heeft het over de Roma. Dat is volgens mij te wijten aan die mijnheer Sarkozy, omdat hij net deed alsof hij hen uitzette.

Ik ging er al vanuit dat ze ook in het debat over de belasting op financiële transacties zouden voorkomen. Telkens wanneer een Roma-paardenhandelaar een paar euro's extra per been probeerde te rekenen, zouden er een belastinginner met bolhoedje en een zondaar tevoorschijn komen, en zou een van de benen van het arme dier worden opgeëist als eerbetoon aan voorzitter Barroso.

Toen de tijd aanbrak voor het debat over de EU-strategie voor de Atlantische Oceaan, dacht ik echt dat er zou worden voorgesteld een stuk van die oceaan te reserveren voor de varende tak van die edele volksstam. Ze zouden vishaken kunnen verkopen aan passerende schepen en kunnen beloven scheepsrompen te coaten met een hoeveelheid teermacadam die ze toevallig over hadden.

Ik denk dat we op zoek moeten gaan naar een speciaal lid van de Romagemeenschap, het liefst een met handicaps en een afwijkende seksuele geaardheid. Die zouden we dan voorzitter van de Commissie kunnen maken. Als eerste zou hij dan deze tent verkopen, en niemand zou daarover durven te klagen.

 
  
MPphoto
 

  Edit Bauer (PPE). - (HU) Mevrouw de Voorzitter, ten eerste wil ik mevrouw Járóka feliciteren. Haar jarenlange werkzaamheden hebben vandaag een belangrijke mijlpaal bereikt. Na een langdurige strijd is het nu duidelijk geworden dat het probleem van de Roma een Europees probleem is, en dat blijft het ook als, zoals mijn collega, de heer Borghezio, heeft aangegeven, oplossingen in de lidstaten moeten worden gezocht. Maar één Europese ruimte vraagt inderdaad ook om één strategie. De Roma-strategie kan niet alleen vanuit een cultureel oogpunt worden benaderd. Dit is niet alleen een zaak voor een minderheid en kan niet alleen met instrumenten uit het sociaal beleid worden opgelost. Daarom is het belangrijk dat de strategie alomvattende, doelmatige maatregelen inhoudt en gerichte doelstellingen formuleert. Onder de sleutelsectoren van de strategie moet de nadruk worden gelegd op onderwijs en de toegang tot onderwijs. De scholingsgraad is namelijk van fundamenteel belang voor inzetbaarheid. In een aantal lidstaten leven talrijke Roma-groepen gevangen in armoede, terwijl er voor hen nooit genoeg arbeidsplaatsen vrijkomen, want zonder opleiding zijn ze praktisch oninzetbaar. Speciale aandacht dient uit te gaan naar de opleiding van Roma-meisjes, die wellicht vaker in de gelederen van vroegtijdige schoolverlaters terechtkomen, ook als gevolg van de praktijk dat meisjes in veel grotere mate voor huishoudelijke werkzaamheden worden ingezet.

 
  
MPphoto
 

  Monika Flašíková Beňová (S&D). (SK) Mevrouw de Voorzitter, ook dit is een buitengewoon gevoelige kwestie waarvoor naar mijn mening een oplossing moet worden geboden door het Europees Parlement, door de Commissie en door de Raad, omdat de integratie van de Roma nu niet meer uitsluitend mogelijk is op lidstaatniveau.

De Fractie van de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten is al heel lang betrokken bij deze kwestie. Alleen al in de achterliggende acht maanden heeft onze werkgroep een bezoek gebracht aan alle lidstaten waar de situatie van de Roma vaak uitgesproken ingewikkeld is. Zo bezochten we niet alleen kampen waar Roma onder buitengewoon armoedige omstandigheden moeten leven, maar waren we ook getuige van enkele positieve situaties, bijvoorbeeld de zeer goede samenwerking van de plaatselijke instanties met de Roma die in die kampen leven, en de welgemeende inspanningen van plaatselijke politici om verbetering te brengen in de situatie voor de Roma.

Ons probleem is dat we tegelijkertijd te maken hebben met zeer sterke vooroordelen binnen onze samenlevingen – en ik doel nu op die lidstaten waar de problemen met de Roma mogelijk erger zijn dan in andere lidstaten. Die vooroordelen leven onder de meerderheid van de bevolking, zodat volgens mij ieder actieplan dat u, commissaris, aan ons voorlegt, ook zal moeten voorzien in een manier om die enorme vooringenomenheid onder het grootste deel van de bevolking weg te nemen, om die meerderheid uit te leggen dat hulp aan de Roma en de integratie van de Roma in de samenleving niet alleen de Roma maar de hele samenleving ten goede komt, en daarmee ook de meerderheid.

 
  
MPphoto
 

  Raül Romeva i Rueda (Verts/ALE).(EN) Mevrouw de Voorzitter, ik juich het verslag van mevrouw Járóka ten zeerste toe, want het stelt ons in de gelegenheid een aantal specifieke punten te noemen.

De strategie voor de integratie van de Roma moet worden gestuurd door een aanpak van insiders, een aanpak die door Roma voor Roma is opgesteld. Dat betekent dat er aan Roma bevoegdheden moeten worden gegeven, dat ze moeten worden opgenomen in het besluitvormingsproces, en dat ze op belangrijke posten op plaatselijk, nationaal en EU-niveau moeten gaan werken en bemiddelen. De onwettige praktijken die ongestraft in EU-lidstaten voortduren moeten stoppen: geweld tegen Roma, schendingen van hun recht op vrij verkeer, toenemende activiteiten van extremistische politieke partijen en politici, systematische segregatie van Romakinderen in het onderwijs, wijdverspreide segregatie bij huisvesting van Roma, mensenhandel, weigering van toegang tot gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening, en gedwongen sterilisatie van Romavrouwen.

Er zijn dus veel redenen die dit verslag rechtvaardigen en nog veel meer redenen die deze strategie rechtvaardigen. Daarom juich ik het verslag en de strategie ten zeerste toe, en zoals u zegt, mevrouw de commissaris, laten we eraan blijven werken.

 
  
MPphoto
 

  Franz Obermayr (NI). - (DE) Mevrouw de Voorzitter, terwijl de meerderheid van de samenleving in de EU in rap tempo vergrijst, groeit de Roma-gemeenschap snel. In Hongarije vormen de Roma thans 6 tot 8 procent van de bevolking, maar tegen 2050 zal het aandeel van de Roma in de beroepsbevolking hoger zijn dan 50 procent. Des te erger is het natuurlijk dat het leven van de Roma in de EU nog steeds gekenmerkt is door werkloosheid, een opleidingsniveau ver onder het gemiddelde, georganiseerde criminaliteit, prostitutie en het ontstaan van een parallelle samenleving.

Het onderhavige verslag wijst weliswaar op een aantal problemen, maar blijft eenzijdig. Integratie moet van twee kanten komen. De Roma moeten ook een bijdrage leveren, hun kinderen naar school sturen en participeren op de arbeidsmarkt. En natuurlijk is de situatie van vrouwen in de vaak door archaïsche structuren gekenmerkte Roma-gemeenschappen bijzonder schrijnend.

De problemen van ongeschooldheid en de daaruit voortvloeiende uitsluiting van de arbeidsmarkt – die nog zullen toenemen als we nu niets ondernemen – zullen de integratieproblemen tegen de achtergrond van de demografische ontwikkeling alleen nog maar vergroten.

 
  
MPphoto
 

  Marco Scurria (PPE). - (IT) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, vol trots en tevredenheid bespreken wij vanavond deze strategie. Tevredenheid omdat mevrouw Járóka uitstekend werk heeft verricht, waarvoor ik haar wil bedanken, en trots omdat het om een initiatief gaat dat wij in de Fractie van de Europese Volkspartij (Christendemocraten) zeer hebben gewild.

Het is een uitstekend verslag omdat het uiteraard iedere vorm van discriminatie en racisme ten aanzien van Roma veroordeelt, maar wij zijn er ook zeer content mee omdat het ware integratie bevordert, via een bewonderenswaardige culturele aanpak. Wij vinden het een goed verslag omdat het niet alleen een aantal rechten uiteenzet, maar ook op bepaalde behoeftes wijst.

Wij hebben hier ook over gesproken in ons advies als Commissie cultuur en onderwijs. Ik denk hierbij in het bijzonder aan het deel dat betrekking heeft op scholing van Romakinderen, waarin wij erop wijzen dat scholing een recht is, maar tevens een plicht, waar ook de gezinnen van de kinderen bij moeten worden betrokken.

Wij willen er tevens op wijzen dat de toekomstige strategie voor de Romaminderheid zich zou moeten richten op onderwijs als belangrijkste instrument om sociale insluiting te bevorderen. Naast het bevorderen van de Romacultuur is het van belang dat men erkent dat Roma zich moeten inspannen om over de gebruiken en culturele waarden van de volkeren waarmee zij leven te leren, teneinde een daadwerkelijke integratie te bevorderen.

Misschien is het enige wat ontbreekt in dit verslag een verwijzing naar Richtlijn 2004/38/EG betreffende het vrije verkeer van burgers van de Unie. Wij wachten al geruime tijd op bericht van de Commissie over hoe dit in de praktijk moet worden gebracht. We moeten nu weten wat van de lidstaten moet kunnen worden verwacht. Voorts wil ik de rapporteur nogmaals bedanken voor alles wat zij heeft gedaan.

 
  
MPphoto
 

  Ioan Enciu (S&D).(RO) Mevrouw de Voorzitter, ik wil mijn waardering uitspreken voor het uitstekende werk van mevrouw Járóka, en ik feliciteer haar dan ook oprecht met haar verslag. Ik wil er evenwel op wijzen dat het tot nu toe mislukken van het integratiebeleid voor de Roma niet te wijten is aan een gebrek aan strategieën en gepubliceerde plannen, en zelfs niet aan geldgebrek.

Daadwerkelijke integratie kan alleen worden bereikt als de Roma-gemeenschap, de Roma zelf, daarbij worden betrokken. Daarmee doel ik op diegenen onder de Roma die, samen met de lokale autoriteiten, de mogelijkheden en, in het bijzonder, de motivatie hebben om de programma’s ten uitvoer te leggen. Want wie begrijpt de diepgewortelde problemen van deze gemeenschap nu beter dan de gemeenschap zelf? En, natuurlijk, het plaatselijk bestuur dat zich dagelijks met deze problemen bezighoudt. De tenuitvoerlegging van de toekomstige strategie moet gebaseerd zijn op een gestructureerde dialoog en samenwerking tussen de Roma-gemeenschappen, de lokale autoriteiten en de non-gouvernementele sector. De Roma moeten de rol van toeschouwer verruilen voor die van speler en betrokken zijn bij de realisatie van de voor hen bedoelde maatregelen. Het is tijd om woorden om te zetten in daden.

 
  
MPphoto
 

  Lambert van Nistelrooij (PPE). - Voorzitter, commissaris, mevrouw Járóka, heel veel waardering voor uw verslag. U heeft er erg hard aan gewerkt en ons ook meegenomen voor een aantal bezoeken naar uw eigen gebied in Hongarije waar u vandaan komt. Later is ook de Commissie regionaal beleid naar Roemenië gegaan om de praktijk te zien. Dan zie je echt hoe het gaat. Je krijgt een hartelijke ontvangst en mensen maken muziek, maar tegelijkertijd is er de andere kant: de achterstand en het gebrek aan integratie. Om die reden heb ik als rapporteur begin vorig jaar die verandering behandeld in het Regionaal Fonds.

Nu is het mogelijk om 4% van de regionale fondsen te besteden aan huisvesting voor kwetsbare groepen, in dit geval de Roma. We moeten dan vaststellen dat de besteding achterblijft en dat de programma's niet in de eerste plaats ten goede komen aan de huisvesting van de Roma. Dat is toch heel gek. Europa biedt de mogelijkheden en aan de andere kant wordt hiervan geen gebruik gemaakt. Dat geldt ook voor het Sociaal Fonds. Dat debat moeten we zeker met elkaar voeren.

Tijdens de aanstaande vergadering van de Commissie regionaal beleid komt minister Udrea van Roemenië bij ons om daarover door te praten. Het kader dat de Commissie zal bieden, biedt de mogelijkheid om meer te sturen wanneer landen nalaten om regio's en gemeenten te ondersteunen. Ik heb daar inderdaad heel veel verwachtingen van. Het moet soms maar met dwang als gewone argumenten niet werken. Uw proefprojecten zouden een heel goede opzet kunnen zijn.

 
  
MPphoto
 

  Corina Creţu (S&D).(RO) Mevrouw de Voorzitter, ook ik sluit mij aan bij degenen die de inspanningen van de auteurs van het verslag waarover wij vandaag debatteren, waarderen. Dit neemt echter niet weg dat we realistisch moeten zijn en moeten beseffen hoeveel documenten we al hebben over de situatie van de Roma, en dat we er niet altijd in slagen deze documenten te vertalen in concrete resultaten in het veld.

Officieel kent geen enkele van de lidstaten juridische obstakels of discriminerend beleid, hetzij impliciet, hetzij expliciet, waarvan de Roma nadeel ondervinden. Feit blijft echter dat er wel degelijk sprake is van vormen van discriminatie, en daar wordt in dit Parlement ook op gezinspeeld wanneer wij verwijzen naar de waarden die de Europese Unie heeft vastgesteld en waarmee zij zich vereenzelvigt. We moeten ook erkennen dat er culturele verschillen zijn die soms onoverkomelijk lijken. Mijns inziens is onderwijs, vóór al het andere beleid dat sociale integratie nastreeft, het krachtigste instrument dat we voorhanden hebben om de situatie van de Roma-gemeenschap te verbeteren.

Tegelijkertijd moeten we rekening houden met de kenmerkende eigenschappen van deze etnische groep, die, in een flink aantal gevallen, ten grondslag liggen aan hun problemen. Zo heeft Roemenië mechanismen ingevoerd waarbij Roma een voorkeursbehandeling krijgen; zo worden er in het voortgezet onderwijs en aan universiteiten speciale plaatsen voor hen gereserveerd. Jammer genoeg blijven veel van deze plaatsen, die met overheidsgeld zijn gefinancierd, onbezet.

In het verslag worden belangrijke en noodzakelijke maatregelen voor het voetlicht gebracht. Ik hoop dat ze door de regeringen van alle lidstaten ten uitvoer zullen worden gelegd. Ook de medewerking van de Roma-gemeenschap is echter vereist. De Roma moeten hun verantwoordelijkheid nemen en hun situatie ten goede keren.

 
  
MPphoto
 

  Sari Essayah (PPE). − (FI) Mevrouw de Voorzitter, commissarissen, om te beginnen wil ik vooral de rapporteur, mevrouw Járóka, en de schaduwrapporteurs bedanken voor het uitstekende verslag, waarin krachtige richtsnoeren van het Parlement staan voor het opbouwen van een gemeenschappelijke Romastrategie voor de Europese Unie. De Commissie moet op basis daarvan een strategie opstellen die de eigen maatregelen van de lidstaten aanvult en ondersteunt, omdat de lidstaten als eerste verantwoordelijk zijn en blijven voor hun eigen burgers.

Een toekomstige strategie moet gebaseerd zijn op een alomvattende en concrete aanpak en op samenwerking tussen de Commissie, de lidstaten en vooral de Romaorganisaties. Mijn eigen land, Finland, is bereid zijn eigen nationale Romastrategie voor algemeen gebruik aan te bieden. Het is ook van essentieel belang dat de Roma kunnen deelnemen aan het opstellen van maatregelen ter verbetering van hun positie en daar ook echt invloed op uit kunnen oefenen. Ze mogen niet het onderwerp worden van beleid dat van bovenaf wordt gestuurd.

Een kortetermijnproject om de sociaaleconomische positie van de Roma te verbeteren zal niet voor structurele maatschappelijke veranderingen zorgen en daarom moet de uitvoering van het Romabeleid gekoppeld worden aan nationale ontwikkelingen op de verschillende terreinen van het dagelijks leven. Ook moet er een nauwe samenhang worden aangebracht tussen de financieringsmechanismen van de Europese Unie en procedures van wederzijdse beoordeling. Ik wil de Commissie tot slot nog het idee meegeven dat er voor de monitoring van het Romabeleid een eigen permanent monitoringsysteem nodig is. We moeten voor de lidstaten een monitoringsysteem met een permanente structuur ontwikkelen voor de tenuitvoerlegging van zaken die met de Roma te maken hebben.

 
  
MPphoto
 

  Kinga Gál (PPE). - (HU) Mevrouw de Voorzitter, minister, commissarissen Reding en Andor, staat u mij ten eerste toe mevrouw Járóka te feliciteren met haar uitstekende verslag en al het werk dat zij hier sinds 2004 consequent heeft gedaan voor de bescherming van Europese Roma-gemeenschappen.

Ik zou het debat van vandaag vanuit het perspectief van kinderen willen aangrijpen, want vandaag de dag moeten alle kinderen in Europa ook in de praktijk toegang krijgen tot kansen en opwaartse mobiliteit, of het nu kinderen uit een meerderheidsgemeenschap dan wel uit een minderheidsgemeenschap betreft. Dat betekent dat alle kinderen de kans moeten krijgen op lichamelijke en geestelijke ontwikkeling, wat zowel dagelijkse warme maaltijden als het recht op onderwijs betekent.

Al deze dingen, die vandaag de dag natuurlijk als rechten van kinderen, dus ook van Roma-kinderen, zouden moeten bestaan, zouden aan de andere kant als plichten en verantwoordelijkheden van de staat, en ik zeg nadrukkelijk, van ouders moeten bestaan. Vandaag de dag bedraagt het aantal in hoge mate kansarme kinderen dat in extreme armoede leeft op EU-niveau 19 procent, en veel van die kinderen zijn Roma. Een Roma-strategie op EU-niveau moet daarom op basis van het verslag-Járóka bijvoorbeeld door middel van crisiskaarten de solidariteit van lidstaten en de samenleving versterken en lokale initiatieven aanmoedigen. Het is immers in ons aller belang dat we bewijzen dat een mentaliteitsverandering ten aanzien van onze omgeving mogelijk is. Ik ben ermee ingenomen dat het Hongaarse voorzitterschap de vorming van deze Roma-strategie als een van zijn voornaamste prioriteiten behandelt en daarbij nauw samenwerkt met mevrouw Járóka.

 
  
MPphoto
 

  Csaba Sógor (PPE). - (HU) Mevrouw de Voorzitter, het probleem van de sociale uitsluiting en de economische en sociale situatie van de Roma is sinds de toetreding van de landen van Midden- en Oost-Europa aanleiding geweest voor discussies in Europa. Maar dat wil niet zeggen dat dit fenomeen voor die tijd nog niet bekend was. Zelf woon ik ook in een lidstaat, Roemenië, waar de overigens bonte Roma-gemeenschap al tientallen jaren samenleeft met Roemenen en Hongaren. Ofschoon deze relaties nooit zonder wrijvingen zijn geweest, zijn de spanningen in de laatste twee decennia, sinds de val van het communisme, toegenomen. In de voormalige communistische landen waren de grootste verliezers van de overgang naar de markteconomie eigenlijk de Roma, aangezien de activiteiten waarvan hun gemeenschappen voor die tijd rondkwamen verdwenen of werden teruggedrongen. De verantwoordelijkheid is gemeenschappelijk; we zijn allemaal verantwoordelijk, maar de Roma-gemeenschappen zijn eveneens verantwoordelijk voor hun eigen lot, zoals Europa verantwoordelijk is voor het feit dat het tot dusver geen nota heeft genomen van het probleem. De belangrijkste boodschap van het verslag van mevrouw Járóka is dat dit, ik herhaal, Europese probleem bij lange na niet alleen opgelost kan worden door een verbod op en volledige opheffing van discriminatie.

 
  
MPphoto
 

  Csaba Sándor Tabajdi (S&D). – (FR) Mevrouw de Voorzitter, ik wil graag de zeer oprechte betrokkenheid van het Hongaarse voorzitterschap en de commissarissen Andor en Reding toejuichen. De grondbeginselen van de bescherming van de rechten van nationale minderheden in Europa moeten echter verduidelijkt worden, mevrouw Reding.

In de eerste plaats is de situatie van om het even welke nationale minderheid geen uitsluitend nationale aangelegenheid, maar een Europese aangelegenheid. In de tweede plaats zou de integratie van nationale minderheden doeltreffend kunnen geschieden op basis van onderlinge gedeelde, maar asymmetrische, verantwoordelijkheid van de meerderheid en de minderheid. De meerderheid heeft meer verantwoordelijkheid, maar de minderheid heeft ook verantwoordelijkheid. De integratie van nationale minderheden zou zonder gedwongen assimilatie moeten plaatsvinden. Tot slot is het verbod op discriminatie niet toereikend. Alleen een voorkeursbehandeling voor positieve maatregelen zou kunnen bijdragen aan de daadwerkelijke integratie van nationale minderheden.

 
  
MPphoto
 

  Iosif Matula (PPE).(RO) Mevrouw de Voorzitter, de sociale en economische integratie van de Roma stelt de meeste EU-lidstaten voor problemen. We hebben het hier om een grote, maar gediversifieerde bevolkingsgroep, die als één geheel moet worden benaderd. Het lot van deze gemeenschap heeft al in diverse verkiezingscampagnes een rol van betekenis gespeeld.

Willen wij daadwerkelijk bijdragen aan het welzijn van de Roma, dan is het bovenal van belang dat de middelen uit de structuurfondsen goed worden benut. De bouw van nieuwe en de renovatie van bestaande woningen, het vergroten van de toegankelijkheid van nutsvoorzieningen en van onderwijs, medische zorg en werkgelegenheid, zijn haalbare oplossingen die kunnen bijdragen aan de verwezenlijking van onze doelstelling. Tegelijkertijd moeten we de specifieke kwaliteiten van de Roma-gemeenschap – hun gebruiken, cultuur en traditionele ambachten – benutten.

Met de introductie van een Europees jaar van de integratie van de Roma kunnen we het bewustzijn omtrent de problemen van deze gemeenschap vergroten. Amateur- en topsport kunnen zeker ook een bijdrage leveren aan de integratie van de Roma.

 
  
MPphoto
 

  Rovana Plumb (S&D). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, met ongeveer 1,5 miljoen mensen van deze minderheidsgroepering heeft Roemenië de grootste Romagemeenschap van Europa. De sociale integratie van de Roma loopt achter, en wordt door velen, zowel binnen de overheid als in de samenleving, als een utopie beschouwd. Het is feitelijk aan de Roemeense regering de integratie van deze minderheidsgroepering volledig aan te pakken, en daarom moeten we een Europese strategie hebben om de nationale inspanningen die bedoeld zijn om de Roma sociaaleconomische integratie, onderwijs, opleidingsmogelijkheden en arbeidsbemiddeling te bieden, vooral voor vrouwen, in een kader te plaatsen.

Het is cruciaal deze inspanningen te ondersteunen om hen te helpen zich zodanig toe te rusten dat ze een vaste baan kunnen vinden en zodoende sociale uitsluiting en armoede kunnen voorkomen. Ik ben een groot voorstander van het idee de Commissie jaarlijks een follow-up van de voortgang van de EU-strategie voor de integratie van de Roma te laten presenteren. Ik wil mevrouw Járóka en ook mevrouw Kinga Göncz graag feliciteren, en ik juich de inzet van de Raad en de Commissie toe.

 
  
MPphoto
 

  Elena Băsescu (PPE).(RO) Mevrouw de Voorzitter, met de discussie van vandaag over het uitwerken van een Europese strategie voor de Roma wordt eindelijk onderkend dat dit een probleem is dat op EU-niveau, en niet op nationaal niveau moet worden aangepakt. Met het oog op de betere uitvoering van deze strategie ondersteun ik de instelling van een Europees agentschap voor de Roma. Dat zal ons in staat stellen voortvarend een einde te maken aan discriminatie op etnische gronden en alle gevolgen die dit met zich meebrengt.

Als er een systeem in het leven wordt geroepen om de uitvoering van de strategie te controleren, moet dat systeem in alle lidstaten worden ingevoerd en niet alleen in de lidstaten met een omvangrijke Roma-gemeenschap. Er bestaat een risico dat de EU-middelen die worden beheerd door non-gouvernementele organisaties geen concrete resultaten opleveren. Overheidsinstanties moeten daarom fungeren als begunstigde organisaties voor de projecten. Ik ondersteun de suggestie die in het verslag wordt gedaan over het uitwerken van een kaart van crisisgebieden, waarop wordt aangegeven welke microregio’s van de EU het zwaarst door armoede, sociale uitsluiting en discriminatie worden getroffen.

 
  
MPphoto
 

  László Andor, lid van de Commissie. (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik ben dankbaar voor deze discussie in het Parlement. Ik geloof dat de Commissie er in de aanloop naar de presentatie van het Europese kader veel profijt van zal hebben, en het zal voor mij persoonlijk van veel betekenis zijn wanneer we het toekomstige cohesiebeleid ontwikkelen, met name de toekomst van het Europees Sociaal Fonds.

Uit deze discussie heb ik begrepen dat we verder moeten gaan met vereenvoudiging. We moeten verdergaan met het creëren van meer ruimte in het ESF voor sociale integratie. We moeten een territoriale aanpak ontwikkelen die aansluit op de specifieke omstandigheden in de regio's waar de meeste Roma wonen, en we moeten meer doen om werkgelegenheid te scheppen voor ongeschoolde of laagopgeleide mensen.

Ik wil twee zaken echter heel kort verduidelijken. Ten eerste: armoede speelt een grote rol, maar we moeten niet denken dat de situatie van de Roma als groepering gelijk is aan die van arme mensen in het algemeen, want de armoede en werkloosheid liggen bij de Roma veel hoger dan in de reguliere samenleving. Daarom geloof ik dat Europa 2020 een goed kader biedt en zal bijdragen aan de ontwikkeling van gepaste strategieën, beleidsvormen en financiële ondersteuning.

Tot slot komen we bij de vraag waarom de Commissie aan een Europees kader werkt en niet aan een Europese strategie als zodanig. Ik heb geen tijd om hier diep op in te gaan, maar dat komt gewoonweg door de diversiteit van de werkelijkheid in de praktijk. Er is een gemeenschappelijk Europees probleem, maar hoe dat zich in verschillende lidstaten manifesteert en hoe het in nationale strategieën moet worden vertaald, verschilt van Roemenië tot Frankrijk of van Slowakije tot Portugal, en daar moeten we ons van bewust zijn.

 
  
MPphoto
 

  Viviane Reding, vicevoorzitter van de Commissie. (EN) Mevrouw de Voorzitter, ter aanvulling op de woorden van mijn collega wil ik zeggen dat de discussie vandaag zeer waardevol was, evenals de meeste punten in uw verslag. Dat zal in aanmerking worden genomen bij de verdere uitwerking van de werkzaamheden waar de Commissie op dit moment mee bezig is.

Het EU-kader voor nationale strategieën voor de Roma zal als eerste worden voorgelegd aan het Europees platform voor integratie van de Roma, want – zoals veel leden van Parlement hebben gezegd – we moeten de Romabevolking in onze werkzaamheden betrekken en hen hun verantwoordelijkheid laten nemen. Het is ook zeer belangrijk – en hierbij doe ik een beroep op het voorzitterschap – dat er een follow-up komt van de voortgang van de werkzaamheden die we de komende maanden gaan uitvoeren, zodat we kunnen zien hoe alle projecten in de praktijk ten uitvoer worden gelegd. Ik ben het eens met de leden die zeiden dat de regionale fondsen helaas niet zo goed worden ingezet als zou kunnen, en ik ben het ook eens met degenen die zeggen dat juist de plaatselijke autoriteiten soms het beste een oplossing kunnen vinden. We moeten hen vooruit helpen.

Sommige leden hebben in twijfel getrokken of de richtlijn vrij verkeer wel wordt toegepast. De analyse van de omzetting door alle lidstaten is voltooid. In 2010 hebben we 21 lidstaten bezocht, en er staan zes bezoeken in de planning. Een aanzienlijk aantal lidstaten heeft zijn regelgeving aangepast of is bezig zijn regelgeving aan te passen, zodat de richtlijn vrij verkeer veel beter zal worden toegepast dan voorheen.

 
  
MPphoto
 

  Zoltán Balog, fungerend voorzitter van de Raad. (HU) Mevrouw de Voorzitter, commissarissen, de timing van het debat van vandaag had werkelijk niet beter gekund. Dit is de best mogelijke timing, aangezien de Commissie in april haar mededeling zal publiceren en we die mededeling vervolgens in het werk van de Raad willen opnemen. Dit betekent dat we na de debatten in de bevoegde Raadsformaties ook de steun van de Europese Raad zullen vragen voor aanneming van de conclusies. Er moeten in de Roma-kwestie dus ook op het hoogste niveau - dat van staatshoofden en regeringsleiders - verplichtingen worden aangegaan van de kant van de Europese Unie.

Ik zou nog enkele opmerkingen willen maken in verband met de discussie over de vraag of we te maken hebben met een etnische kwestie of veeleer met een soort sociale of economische uitdaging. Ik wil en kan het debat niet beslechten. Mijns inziens hebben we met beide te maken, en is het belangrijk dat we beide benaderingen aanhouden. Zoals commissaris Andor heeft gezegd is er in zoverre sprake van een sociale en economische kwestie dat extreme armoede nog altijd op heel veel plaatsen in de lidstaten van de Europese Unie een algemeen probleem is. Daarnaast komt bij extreme armoede een bepaald soort etnische discriminatie voor, en daarom moeten we bij het bieden van kansen speciale aandacht aan de Roma besteden. Als we geen kansen bieden eisen we vergeefs toegang tot de weinige of geheel ontbrekende kansen op basis van de mensenrechten, want dan is er niets waartoe toegang kan worden verleend. Maar als we kansen geven moeten we er bij het creëren daarvan op letten dat ook de Roma er toegang toe krijgen en dat ze niet worden verdrongen.

Mijns inziens zijn we allemaal toe aan een nieuwe benadering. Het zou goed zijn als we de kansen in dit probleem konden ontdekken en we de Roma-kwestie in plaats van probleem als gelegenheid zouden opvatten. Stelt u zich eens voor wat voor pool van werknemers, wat voor schat aan werknemers en potentieel er in deze groep personen, in deze menigte schuilt met betrekking tot het binnenlandse arbeidsaanbod.

Zoals bij herhaling te kennen is gegeven, is de beste investering een verbetering van het onderwijs. Onderwijs is werkelijk investeren in de toekomst, en dit is een kernpunt wanneer we het hebben over mensen die inactief zijn, niet alleen omdat ze geen werk en leermogelijkheid hebben, maar ze zijn inactief in de diepere zin van het woord, omdat ze de hoop hebben opgegeven. Ze denken dat ze toch geen kans hebben en verwachten daarom ook niets meer van het leven. Misschien hebben ze een punt bereikt waarbij ze hooguit steun van de staat verwachten. Het is heel belangrijk dat deze mensen de kans krijgen om van voorwerp van deze maatregelen in onderwerp te veranderen, en er zelf als partner aan deel te nemen.

Er is vandaag weinig gesproken over goede praktijken. Ik vind het belangrijk dat we aantekening houden van goede praktijken en ik vind het minstens even belangrijk dat we hetzelfde doen met slechte praktijken, aangezien we vaak meer kunnen opsteken van de fouten van slechte praktijken dan van goede praktijken. Verder ben ik van mening dat een onderzoek van de middelen, een onderzoek naar het gebruik van de middelen, en dan bedoel ik de middelen van de Europese Unie, het bestaan van zowel goede als slechte praktijken kan aangeven.

En tot slot is het in werkelijkheid misschien wel het belangrijkst dat we de meerderheid overtuigen; dat we de niet-Roma meerderheid in Europa ervan overtuigen dat integratie niet uitsluitend een soort humanitair dictaat is, maar ook haar eigen fundamentele belang. Europa is immers van ons allemaal, en de meerderheid kan zich pas goed voelen als ook de minderheid zich goed voelt. Dank u wel voor dit debat en ik vertrouw erop dat we op uw steun kunnen blijven rekenen.

 
  
MPphoto
 

  Lívia Járóka, rapporteur. (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik zal het kort houden. Ik wil u bedanken voor al uw waardevolle opmerkingen. Ze versterken het standpunt van mij en van mijn zeer goede schaduwrapporteur dat politieke leuzen nooit werkelijkheid zullen worden zonder een juiste rechtsgrondslag, financiële ondersteuning en stimulansen, evenals een EU-mechanisme ter coördinatie van de activiteiten van de belanghebbenden, van plaatselijke overheden tot aan de Raad, en ter versterking van de voordelen van bestuur op meerdere niveaus. Dit zal de gehele situatie in een nieuw licht plaatsen. Ik ben ervan overtuigd dat er, op basis van de taken, doelstellingen, beginselen en instrumenten die door alle verdragen en het Handvest van de grondrechten zijn vastgesteld, en bovendien op basis van de gezamenlijke vaardigheden evenals de ondersteunende, coördinerende en aanvullende activiteiten van de Unie, een heel sterke strategie voor de integratie van de Roma kan ontstaan.

Tot slot wil ik de hoop uitspreken die bij mij gedurende de afgelopen zes jaar is ontstaan dat de komende mededeling van de Commissie deze punten zal kunnen bekrachtigen en een zeer goede basis zal verschaffen waarop het Hongaarse voorzitterschap zijn belofte deze Europese strategie voor de Roma te introduceren kan waarmaken. Ik ben hier erg dankbaar voor. Ik besef dat deze Europese strategie het probleem niet zal oplossen; ik weet dat heel veel zal afhangen van ons, de Roma. Woorden en beloften betekenen niets zonder optreden buiten Brussel en in de Romagemeenschappen.

De regeringen en de Roma moeten datgene doen waarvoor ze hebben getekend: vastberaden optreden om tastbare resultaten te leveren. Wij begrijpen onze verantwoordelijkheid hierin en staan volledig achter ons gemeenschappelijke partnerschap. Dit proces gaat voor ons als Roma, en volgens mij voor de gehele Europese Unie, om veel meer dan wederzijds vertrouwen. Het gaat ook om het opbouwen van een samenleving met waarden die we allemaal kunnen delen, en waar we allemaal profijt van kunnen hebben, zodat we de problemen die we hier de afgelopen zes jaar hebben besproken echt te lijf kunnen gaan. Ik dank u heel hartelijk voor al uw steun, en ik wil mij graag aansluiten bij de woorden van dank van Renate Weber en de andere schaduwrapporteurs aan het secretariaat van de Commissie burgerlijke vrijheden en alle adviseurs die hier samen met ons erg hard voor hebben gestreden.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Het debat is gesloten.

Het spijt me dat ik zo streng moest zijn met de spreektijd, maar zoals u ziet beginnen we pas heel erg laat nu met het volgende agendapunt, het vragenuur.

Schriftelijke verklaringen (artikel 149)

 
  
MPphoto
 
 

  Vilija Blinkevičiūtė (S&D), schriftelijk. – (LT) De gebeurtenissen van het afgelopen jaar met betrekking tot de uitwijzing van Roma van het ene land naar het andere en de discriminatie van deze etnische groep en haar geïsoleerde positie in de maatschappij hebben de Europese Unie ertoe gezet om concrete stappen te ondernemen, zoals de strategie van de Europese Unie inzake de insluiting van de Roma, die door het Europees Parlement in gang is gezet. De maatschappelijke insluiting van deze etnische groep is niet louter een verplichting wat betreft de mensenrechten, maar ook economisch gezien noodzakelijk; het is niet alleen een moreel gebod, maar ook in het puur financiële belang van alle lidstaten. Bovendien is, gezien de omvang van de uitsluiting, de algehele insluiting van de Roma in wezen een kwestie van mensenrechten. Ik zou willen onderstrepen dat wij in het Europees Parlement door een gemeenschappelijke strategie over de insluiting van de Roma voor heel Europa aan te nemen, laten zien dat de Europese Unie de integratieproblemen van de Roma niet gewoon voor rekening van de lidstaten zelf laat. Zoals we uit recente gebeurtenissen hebben kunnen opmaken, zijn deze problemen onmogelijk puur op nationaal niveau op te lossen en daarom moeten de Europese Unie en de lidstaten nauw samenwerken. Het is ook heel belangrijk dat de Europese Commissie en de lidstaten de bestaande EU-strategieën en -maatregelen mobiliseren en hun activiteiten op elkaar afstemmen, en een gemeenschappelijke basis vinden om ervoor te zorgen dat de Roma in sociaal en economisch opzicht in de maatschappij worden opgenomen. De strategie zal pas actief ten uitvoer worden gebracht wanneer er een gemeenschappelijke aanpak van de problemen rond de Europese integratie van Roma is gevonden. Verder moeten we de vertegenwoordigers van de Roma-gemeenschap zo veel mogelijk bij het ontwikkelen van het EU-beleid aangaande Roma-kwesties betrekken.

 
  
MPphoto
 
 

  Robert Dušek (S&D), schriftelijk. (CS) Het verslag over de EU-strategie voor de integratie van de Roma noemt de problematiek van de Romagemeenschap en de problemen waarmee deze te kampen heeft bij de naam. De armoede in Midden- en Zuidoost-Europa is de afgelopen twintig jaar sterk van gedaante veranderd. Bovendien zijn de traditionele gemeenschappen als gevolg van politieke en economische veranderingen uit elkaar gevallen. Hierdoor zijn de Roma niet langer mobiel en verworden tot een van de meest uitgesloten en ook laagst opgeleide bevolkingsgroepen. De Romabevolking heeft bovendien nog een ander typisch kenmerk, en wel haar demografische dynamiek. Terwijl de rest van de bevolking vergrijst, is het geboortecijfer onder de Roma hoog en stijgt daardoor hun aandeel in de totale bevolking. Indien we er niet in slagen de werkgelegenheid onder de Roma te verhogen en hen meer te integreren in de meerderheidssamenleving, zullen de kosten om de situatie op een aanvaardbaar niveau in de hand te houden, zonder meer stijgen. Denkt u daarbij aan de kosten van de sociale dienstverlening en uitkeringen, nodeloze onderwijskosten, extra beveiligingskosten, de administratieve kosten van het toezicht op de sociale uitgaven alsook hogere medische kosten. De integratie van de Roma is dan ook niet alleen een dure en vanuit het oogpunt van de bescherming van de mensenrechten morele plicht, maar vooral ook een economische noodzaak. Het leeuwendeel van de tot nog toe uitgevoerde maatregelen om vooruitgang te boeken in deze kwestie, is echter niet juridisch afdwingbaar. Indien we echt spijkers met koppen willen slaan, dan dient de EU-strategie voor de integratie van de Roma verder te gaan dan het zogeheten soft law en dient het onderdeel te worden van de bij primair recht bepaalde instrumenten..

 
  
MPphoto
 
 

  Katarína Neveďalová (S&D), schriftelijk. (SK) Ik denk dat we inmiddels allemaal wel weten dat de kwestie van de Roma niet alleen een probleem is voor sommige lidstaten of potentiële kandidaat-lidstaten, maar een pan-Europees probleem dat om een onmiddellijke oplossing vraagt.

De belangrijkste sta-in-de-weg voor de integratie van Roma met de meerderheid van de samenleving wordt gevormd door hun armoede en lage opleidingsniveau. Onderwijs is essentieel om hun levensstandaard te verhogen en om werk te maken van de aldoor nagestreefde maatschappelijke organisaties. Het scheppen van banen is buitengewoon moeilijk en als lid van talrijke jongerenorganisaties weet ik hoe het momenteel voor jonge mensen gesteld is met de arbeidsmarkt. Die situatie is vele malen slechter voor de Roma-bevolking, met als gevolg de marginalisatie van de Roma en meer criminaliteit, waardoor de situatie alleen maar verslechtert.

Nog niet zo lang geleden deporteerde Frankrijk de Bulgaarse en Roemeense Roma. Die acties waren aanleiding voor nader onderzoek omdat het vermoeden bestond dat daarmee niet alleen de mensenrechten maar ook de EU-regels werden geschonden. Ik ben het daarom volledig eens met de stelling van de Commissie dat het nodig is bij te dragen tot een betere samenwerking tussen de belanghebbende partijen op nationaal, internationaal en vooral Europees niveau.

 
  
MPphoto
 
 

  Algirdas Saudargas (PPE), schriftelijk. – (LT) Ondanks het feit dat de Roma-gemeenschap de grootste etnische minderheid in de lidstaten van de Europese Unie is, wordt zij er nog steeds gediscrimineerd en gesegregeerd. Ik ben het eens met een aantal van mijn collega-Parlementsleden die hebben gezegd dat het heel belangrijk is om op Europees niveau een strategie over de insluiting van de Roma te ontwikkelen. In elke lidstaat hebben we uitstekende voorbeelden van hoe we de uitsluiting van de Roma op verschillende manieren moeten verminderen: onderwijs, cultuur, werkgelegenheid, gezondheidszorg of zelfs deelname van de Roma aan de politiek en het maatschappelijk leven. Dergelijke initiatieven zijn echter niet zichtbaar genoeg. Volgens mij zou de Europese Unie daarom een geschikt podium zijn om de samenwerking tussen de lidstaten te verbeteren, om goede praktijken en ervaringen uit te wisselen of om geld te verschaffen. Hoewel het EU-niveau zeer belangrijk is, geloof ik dat de effectiefste resultaten kunnen worden bereikt door op lokaal of regionaal niveau maatregelen te treffen. Slechts in concrete plaatsen of gemeenten krijgen we een beter inzicht in die probleemgebieden, behoeften en de maatschappelijke omgeving en daardoor zullen de projecten die worden uitgevoerd dichter bij degenen staan voor wie ze bedoeld zijn.

 
  
MPphoto
 
 

  Monika Smolková (S&D), schriftelijk. (SK) Ik volg de Roma-kwestie op de voet omdat ik in Oost-Slowakije woon, waar een Roma-meerderheid leeft. Ik steun de ontwerpresolutie betreffende de strategie voor de integratie van de Roma.

Vandaag, 8 maart, vieren we honderd jaar behartiging van de rechten van de vrouw. Vandaag debatteren we tevens over de discriminatie van vrouwen en in ons debat over deze strategie moeten we dan ook stilstaan bij de discriminatie van vrouwen uit minderheidsgroeperingen in het bijzonder. De Roma behoren tot de meest achtergestelde bevolkingsgroepen in heel Europa. Ik heb de uitspraak van mevrouw Járóka gelezen dat armoede een bedreiging vormt voor de nieuwe generatie jongeren, niet vanwege hun Roma-wortels maar vanwege de werkloosheid van hun ouders. Daaraan zou ik willen toevoegen dat die bedreiging ook voortkomt uit de sociale uitsluiting. De werkloosheid zal voortduren, met name onder de Roma-bevolking, maar wij weten hoe de Roma onmiddellijk deel te laten hebben aan culturele activiteiten en het maatschappelijk leven.

Het probleem van gendergelijkheid speelt sterker in minderheidsgroeperingen. Ten aanzien van de integratie van de Roma moeten we daarom niet vergeten in dialoog te treden met Roma-vrouwen, die een grotere emotionele invloed hebben op hun kinderen en op de toekomstige generatie.

 
  
MPphoto
 
 

  László Tőkés (PPE), schriftelijk. – (HU) Allereerst wil ik mijn oprechte waardering uitspreken voor het feit dat het Hongaarse voorzitterschap de kwestie van Roma-integratie bij zijn prioriteiten heeft opgenomen. Een welsprekend bewijs van het engagement van de Hongaarse regering op dit gebied is de omstandigheid dat we in de gelederen van de Hongaarse delegatie van de Europese Volkspartij rapporteur Lívia Járóka mogen begroeten, de enige Roma-afgevaardigde in het Europees Parlement, en dat Zoltán Balog, die de zaak presenteert, zich als hoofd van het onlangs opgerichte staatssecretariaat voor inclusie bezighoudt met de ondersteuning van meervoudig achtergestelde zigeuners. Op grond van deze feiten kunnen we met recht vaststellen dat het Hongaarse voorzitterschap bij de oplossing van de zigeunerkwestie Europa het goede voorbeeld geeft. Wat betreft de strategie ten aanzien van de Roma vind ik het van belang te benadrukken dat de integratie van de twaalf miljoen Roma die op het grondgebied van de Europese Unie leven een gemeenschappelijke Europese zaak is, waarbij de afzonderlijke lidstaten en de Europese instellingen stuk voor stuk bij moeten dragen aan de oplossing. De Hongaarse premier Viktor Orbán heeft er treffend op gewezen dat als we de problemen van de zigeuners, die in diepe armoede en sociale en etnische uitsluiting leven, niet via 'nomadisering', dat wil zeggen emigratie, willen 'exporteren' naar de ontwikkelde EU-landen, we met eensgezind optreden en vereende krachten een oplossing moeten vinden voor hun onhoudbare situatie. Ik wens het Europees Parlement, de Europese Commissie, de Europese Raad en niet in de laatste plaats het Hongaarse voorzitterschap veel succes om in juni van dit jaar de in onze tijd zeer belangrijke strategie ten aanzien van de integratie van de Roma verder uit te werken en definitief af te ronden.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid