Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2010/2050(INI)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

A7-0037/2011

Debatten :

PV 09/03/2011 - 14
CRE 09/03/2011 - 14

Stemmingen :

PV 10/03/2011 - 9.3
CRE 10/03/2011 - 9.3
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2011)0096

Volledig verslag van de vergaderingen
Donderdag 10 maart 2011 - Straatsburg Uitgave PB

10. Stemverklaringen
Video van de redevoeringen
Notulen
MPphoto
 

  De Voorzitter. – We gaan nu over tot de stemverklaringen.

 
  
  

Mondelinge stemverklaringen

 
  
  

Ontwerpresolutie B7-0191/2011

 
  
MPphoto
 

  Monika Flašíková Beňová (S&D). - (SK) Mevrouw de Voorzitter, ik heb gestemd voor de resolutie die mede namens de S&D-Fractie is ingediend, vooral omdat het belang en de actualiteit van deze resolutie onveranderd blijven, ook al hebben er zich tussen de voorbereiding ervan en de stemming van vandaag enige veranderingen voorgedaan in Hongarije.

In de eerste plaats wil ik benadrukken dat we teleurgesteld zijn dat de Commissie van begin af aan heeft besloten zich te concentreren op slechts drie punten in verband met de controversiële Hongaarse mediawet. We blijven erbij, dat hoewel de Hongaarse regering en het Parlement deze punten op relatief aanvaardbare wijze hebben aangepakt, de Commissie nauwgezet had moeten blijven volgen of de mediawet in overeenstemming is met de Europese wetgeving – vooral met het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

Voorts willen we de Hongaarse autoriteiten oproepen om bij toekomstige wetswijzigingen de betrokken partijen meer te betrekken, inclusief het maatschappelijke middenveld, want alleen zo kan een wet op daadwerkelijk democratische wijze worden ontworpen. Wat dat betreft zullen de op- en aanmerkingen van ons – het Europees Parlement, de Commissie en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa – en die van de commissaris voor de mensenrechten van de Raad van Europa zeker stimulerend werken.

 
  
MPphoto
 

  Hannu Takkula (ALDE). (FI) Mevrouw de Voorzitter, zeker iedereen in dit Parlement die de beginselen van de Europese Unie onderschrijft, is van mening dat mediavrijheid zeer belangrijk is. Deze vrijheid houdt natuurlijk ook verantwoordelijkheid in. Toch heb ik tegen dit voorstel gestemd.

De informatie die ik over dit onderwerp heb gekregen en die hier is behandeld, toont aan dat de Commissie eisen stelde aan Hongarije en dat Hongarije die inwilligde en zijn mediawetten aanpaste. Naar mijn mening had dat voldoende moeten zijn. Ik ben van mening dat hiervan geen politieke zaak moet worden gemaakt waarin links zich tegen rechts keert of iets dergelijks: wat dit betreft moeten dezelfde normen voor iedereen gelden. Als de Commissie deze wijziging van Hongarije heeft aanvaard, dan doe ik dat ook. Naar mijn mening moet dat hier het uitgangspunt zijn en daarom heb ik helaas tegen dit verslag van mijn eigen fractie gestemd, of tegen het idee ervan, omdat ik vind dat wat Hongarije heeft gedaan precies is wat de Commissie van dat land had gevraagd.

 
  
MPphoto
 
 

  Daniel Hannan (ECR). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, voordat we ons uitspreken over de vrijheid van de media in Hongarije, zouden we misschien eens kunnen kijken naar wat wij als Parlement doen.

We kunnen dan denken aan de honderdduizenden euro’s aan overheidssubsidies die we aan de Vereniging van Europese Journalisten geven; we kunnen denken aan de tienduizenden euro’s die we iedere week spenderen om lokale verslaggevers in het bijzonder naar Brussel en Straatsburg te laten vliegen en ze een fijne tijd te bezorgen; en we zouden kunnen denken aan de manier waarop tientallen geaccrediteerde correspondenten in Brussel een tweede inkomen verdienen als adviseurs inzake mediakwesties of als redacteuren of schrijvers van door de EU gefinancierde gratis publicaties.

Als ik een Hongaar was, zou ik serieuze vragen hebben over niet alleen de mediawet, maar ook over de sluipende autocratische neigingen van de regering. Ik ben echter geen Hongaar, dus gaat het mij niet aan.

Ik ben echter wel een lid van dit Parlement en ik ben van mening dat de manier waarop we het door belastingbetalers opgebrachte geld gebruiken, namelijk op deze openlijk propagandistische manier, iets is dat strijdig moet worden geacht met onze grondbeginselen van fatsoen, billijkheid en democratie. We zouden eerst de enorme balk uit ons eigen oog moeten verwijderen, voordat we ons zorgen beginnen te maken over de splinter in het oog van Hongarije.

 
  
  

Ontwerpresolutie RC-B7-0169/2011

 
  
MPphoto
 

  Lara Comi (PPE).(IT) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, ik heb voor deze belangrijke resolutie gestemd. Het is van cruciaal belang dat de Europese Unie alles doet wat binnen haar macht ligt om in samenwerking met de VN-Veiligheidsraad zo spoedig mogelijk een einde te maken aan de noodtoestand.

Echter, maatregelen zoals een krachtige veroordeling van de situatie, het voorstel voor een no-flyzone, het instellen van een wapenembargo en andere sancties, het bieden van humanitaire hulp, het evacueren van Europese burgers, en het bieden van hulp aan de getroffen burgerbevolkingen zijn allemaal maatregelen achteraf die slechts dienen om de gevolgen van de ramp te bestrijden.

De Europese Unie moet op internationaal niveau een krachtiger politieke rol spelen en in staat zijn belangrijke problemen het hoofd te bieden. Ik denk dat we, na deze noodtoestand onder ogen te hebben gezien, even halt moeten houden en moeten terugkijken op de situatie om te zien hoe de EU in de toekomst te werk kan gaan om te voorkomen dat er opnieuw situaties ontstaan waarin zwakke democratieën ten onder gaan en zich ontwikkelen tot humanitaire rampen.

 
  
MPphoto
 

  Tunne Kelam (PPE). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik heb natuurlijk voor deze resolutie gestemd. Ik denk echter dat de Europese Raad, die morgen bijeenkomt, zo spoedig en beslist mogelijk moet optreden, ten eerste om een no-flyzone boven Libië in te stellen om te voorkomen dat de Libische regering doorgaat met burgers te doden en ten tweede om betrekkingen met de tijdelijke Nationale Overgangsraad aan te knopen. Deze oproep hebben we aan onze resolutie toegevoegd.

Al met al ben ik echter van mening dat een passage in de resolutie benadrukt moet worden, namelijk dat de revolutionaire veranderingen in Noord-Afrika duidelijk hebben gemaakt dat de positieve invloed van de EU en de geloofwaardigheid van de EU op de lange termijn afhankelijk zullen zijn van haar vermogen om een samenhangend gemeenschappelijk buitenlands beleid te voeren dat op waarden is gebaseerd en dat duidelijk de zijde kiest van de nieuwe democratische krachten.

 
  
MPphoto
 

  Pino Arlacchi (S&D). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik heb voor de resolutie gestemd. Ik zou willen benadrukken dat het onlangs door de Commissie gelanceerde Partnerschap voor democratie en gedeelde welvaart met het Zuidelijke Middellandse-Zeegebied een buitengewone eerste stap in de goede richting is.

De EU was grotendeels afwezig aan het begin van de Noord-Afrikaanse crisis en de overgang naar democratie, maar nu lijkt de EU een actievere en meer doeltreffende benadering op dit gebied te hebben gekozen.

 
  
MPphoto
 

  Mitro Repo (S&D). (FI) Mevrouw de Voorzitter, het Libische volk heeft als eerste het recht om over de toekomst van zijn eigen land te beslissen. Als het ideaal van echte democratie en vrijheid vanuit het volk komt, dan kan dat niet van buitenaf worden opgedrongen.

Op de buitengewone Top van de Europese Raad van morgen moet overeenstemming worden bereikt over de rol van de Europese Unie in de regio. De Europese Unie moet de golf van democratie in de Arabische wereld op alle mogelijke manieren steunen. Er mag geen tijd worden verspild: woorden moeten in daden worden omgezet. De Europese Unie moet consequent zijn in haar beleid en ook op de lange termijn haar verantwoordelijkheid dragen in de regio. Als de aanvallen op de burgerbevolking doorgaan, en dat lijkt het geval te zijn, dan moet de Europese Unie onderhandelen over een VN-mandaat en maatregelen om een no-flyzone boven Libië in te stellen om een humanitaire ramp te voorkomen. We moeten in deze situatie ook de mogelijkheid van militaire interventie handhaven.

 
  
MPphoto
 

  Adam Bielan (ECR). - (PL) Mevrouw de Voorzitter, wij zijn getuige van het einde van een van de laatste lange regimes in de naoorlogse geschiedenis. Moammar al-Kadhafi was echter niet moedig genoeg om op een eervolle manier te vertrekken en heeft zijn eigen volk de oorlog verklaard om zijn dictatoriale regime in stand te kunnen houden. Door zijn burgers onder vuur te nemen, heeft hij de fundamenten waarop onze moderne beschaving is gebouwd, ter discussie gesteld. Hij heeft een misdaad tegen de menselijkheid begaan. Wij hebben bijgevolg de plicht om de Libische bevolking te steunen in haar strijd voor vrijheid, democratie en de fundamentele rechten van de mens.

Wij dienen in samenwerking met de Verenigde Naties actie te ondernemen om de stabiliteit in Libië te herstellen en om degenen die zich schuldig hebben gemaakt aan misdrijven te straffen. Dat geldt eveneens voor kolonel Kadhafi. Er dient zeer dringend humanitaire steun te worden verleend aan de burgers en er is behoefte aan opvang voor Libische vluchtelingen. De regering van president Reagan heeft vijfentwintig jaar geleden al geprobeerd om een eind te maken aan het Kadhafi-regime. Wij moeten vandaag gebruik maken van alle krachtens het internationale recht toegestane middelen om Kadhafi uit zijn ambt te ontzetten. Met het oog hierop steun ik deze resolutie van het Europees Parlement.

 
  
MPphoto
 

  Anneli Jäätteenmäki (ALDE). (FI) Mevrouw de Voorzitter, ik heb voor deze resolutie gestemd, hoewel ik van mening ben dat ze enkele zorgwekkende punten bevat. Om te beginnen wil ik zeggen dat mijn fractie de afgelopen week vertegenwoordigers van het Libische verzet heeft ontmoet en zij zeggen dat zij geen gewapend ingrijpen van het Westen willen. Dat was een zeer duidelijke wens. Naar mijn mening moet de Europese Unie in deze zaak niet vooroplopen, maar moet zij samenwerken met de Verenigde Naties en de Arabische landen.

Desondanks wordt er in deze resolutie gesproken over humanitaire interventie, die helaas maar al te vaak gewapende interventie inhoudt. Het Parlement schaart zich in feite achter interventie, ook al doet zij dat met mooie woorden.

Mijn andere zorg is de no-flyzone, die naar ik vrees zal leiden tot het bombarderen van Libië. Ik vind dat dit een door de VN geleide missie moet zijn, waarbij de hele Arabische wereld, Afrika en de Europese Unie samen moeten werken.

 
  
MPphoto
 

  Daniel Hannan (ECR). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, zij die oproepen tot militair ingrijpen – en een no-flyzone is natuurlijk een vorm van militair ingrijpen, omdat daarvoor de bereidheid vereist is om luchtverkeersfaciliteiten aan te vallen – zouden aan drie punten moeten denken. Ten eerste wil de Libische oppositie geen buitenlandse interventie, zoals we hebben gehoord. Overal in Benghazi hangen posters van die strekking. Ten tweede wil het regime van Kadhafi juist wel buitenlands ingrijpen als rechtvaardiging voor het argument van de dictator dat hij zijn land tegen buitenlandse indringers verdedigt. Ten derde kunnen we het ons niet veroorloven. Het eerste schip in het gebied nadat de humanitaire crisis was begonnen, was de HMS Cumberland uit mijn eigen land, dat in het gebied was omdat het op weg was om tot schroot verwerkt te worden. Daarbij moet opgemerkt worden dat onze marine nog altijd een grotere reikwijdte heeft dan die van de meeste andere lidstaten.

In de jaren tachtig van de vorige eeuw hadden we wellicht reden gehad voor een rechtstreekse aanval op het regime van Kadhafi, toen het openlijk betrokken was bij internationaal terrorisme. Het is opmerkelijk dat degenen die nu enige vorm van ingrijpen eisen, geen voorstander van een dergelijk optreden waren, toen het gerechtvaardigd zou zijn geweest op grond van de normen van het internationaal recht. Het schouwspel van al die Europese leiders die dit afschuwelijke regime probeerden te paaien en lijmen heeft iets afstotelijks. We hebben met onze interventies tot nu toe al genoeg problemen voor onszelf gecreëerd. Ik ben van mening dat we meer dan genoeg hebben gedaan.

 
  
MPphoto
 
 

  Anna Záborská (PPE). - (SK) Mevrouw de Voorzitter, ik sta achter de resolutie en daarom heb ik er ook voor gestemd. Een resolutie goedkeuren is echter niet voldoende.

Vorige week hebben in Egypte vierduizend moslims een koptisch dorp vlakbij Cairo aangevallen. Ze hebben twee kerken in brand gestoken en het de brandweer onmogelijk gemaakt het dorp binnen te komen. Het leger wilde aanvankelijk niet ingrijpen. Toen het leger uiteindelijk ingreep, stuurde het islamitische gemeentebestuur ze weg met de bewering dat de situatie onder controle was. De twaalfduizend christelijke inwoners van het dorp kregen een uitgaansverbod.

Er zijn tijden geweest waarin Europa wist wie goed was, wie fout en waarom. Dankzij de steun van de goede mensen waren er leiders voorbereid op de val van het communisme, zoals Havel, Walesa en Čarnogurský. Tegenwoordig schudden Europese politici echter de hand van dictators en zien ze de vervolging van christenen door de vingers. Ze denken niet in termen van goed en kwaad, want pragmatisme kent dergelijke categorieën niet. Als dit niet verandert, zullen we in Noord-Afrika misschien meer kwaad doen dan goed.

 
  
  

Verslag: Bastiaan Belder (A7-0037/2011)

 
  
MPphoto
 

  Pino Arlacchi (S&D). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik heb gestemd voor dit verslag, omdat het een duidelijk onderscheid maakt tussen de twee belangrijkste dossiers met betrekking tot Iran: mensenrechtenschendingen door de huidige regering en het Iraanse nucleaire programma.

Het verslag steunt de tweeledige benadering van de Raad: enerzijds sancties, maar anderzijds een aanbod om de dialoog aan te gaan.

Het is absoluut noodzakelijk om de uitermate ernstige mensenrechtenschendingen in Iran te veroordelen. De daders die grotendeels tot staatsinstellingen behoren, handelen zonder gestraft te worden.

Tegelijkertijd moeten we onverantwoorde oproepen tot een internationale gewapende interventie tegen de huidige tirannie vermijden. Een gewapende aanval op Iran uit naam van de mensenrechten zou door alle Iraniërs, ongeacht hun politieke opvattingen, worden beschouwd als een aanval op hun land en als een bijkomende schending van hun grondrechten.

In een dergelijk geval zou Ahmadinejad de enige winnaar zijn.

 
  
MPphoto
 

  Tunne Kelam (PPE). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik heb gestemd voor deze resolutie en ben van mening dat het nu tijd is om dezelfde benadering op het regime in Teheran toe te passen als we hebben toegepast op Libië en kolonel Kadhafi. Met andere woorden, het is geen realistische optie meer om de hoop te koesteren dat we vertrouwen kunnen opbouwen. We moeten meer oppositie in Iran steunen. Ik ben met name bezorgd over het oppositiekamp Ashraf, dat sinds juli 2009 belegerd en onder druk gezet wordt. De humanitaire situatie daar is ondraaglijk. Het Parlement heeft in april 2009 een resolutie aangenomen en afgelopen november een schriftelijke verklaring over dit kamp, en ik zou barones Ashton willen adviseren deze ernstige boodschap morgen voor te leggen aan de Europese Raad.

 
  
MPphoto
 

  Adam Bielan (ECR). - (PL) Mevrouw de Voorzitter, de huidige situatie in Iran en de nucleaire ambities van de heersers van het land, onder wie president Mahmoud Ahmadinejad, zijn voor ons een reden tot grote bezorgdheid. De aanhoudende weigering om samen te werken met de Internationale Organisatie voor Atoomenergie en het daaruit voortvloeiende gebrek aan toezicht op het Iraanse kernprogramma maken het noodzakelijk om krachtdadig op te treden tegenover dit land.

Aangezien het om een autoritair regime gaat, moeten we er rekening mee houden dat Iran ook een bedreiging kan vormen voor andere landen, in het bijzonder voor zijn buurlanden. Vooral de anti-Israëlische retoriek die al geruime tijd door de Iraanse president wordt gebezigd, boezemt ons grote angst in. Ik ben van mening dat het standpunt van de Iraanse autoriteiten over deze kwestie onaanvaardbaar is en ik veroordeel de Iraanse visie dan ook met klem. Door voor deze resolutie te stemmen, verzet ik mij niet alleen tegen het agressieve buitenlandse beleid van dit land, maar eis ik ook dat de politieke gevangenen in Iran worden vrijgelaten, dat de vervolging van mensenrechtenactivisten een halt wordt toegeroepen en dat er werk wordt gemaakt van samenwerking met internationale organisaties, onder andere met de organen van de Verenigde Naties. Ik steun tevens de diplomatieke inspanningen van Turkije en Brazilië in hun zoektocht naar een oplossing voor de nucleaire kwestie.

 
  
MPphoto
 

  Daniel Hannan (ECR). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, de Iraanse revolutie van 1979 zal ooit worden beschouwd als een historische gebeurtenis die te vergelijken is met de Franse revolutie van 1789 of de Russische revolutie van 1917. Evenals die eerdere revoluties verspreidde de Iraanse revolutie zich onmiddellijk tot over de eigen landsgrenzen en probeerde zij over te slaan naar de rest van de wereld, daarbij, zoals ook die eerdere revoluties, alle erkende normen van het internationale recht, nationale soevereiniteit en territoriale bevoegdheid veronachtzamend.

Wat was de meest kenmerkende actie van de revolutie? Dat was de belegering van de Amerikaanse ambassade. Ik stel voor dat we eens stilstaan bij hoe uitzonderlijk dat eigenlijk was, gezien de betrekkingen tussen landen tot dan toe. Zelfs in de Tweede Wereldoorlog, toen diametraal tegenovergestelde ideologieën streden om elkaar te vernietigen, werden diplomaten op vreedzame wijze via neutrale landen geëvacueerd. Als de Verenigde Staten morgen Cuba zouden binnenvallen, is het aannemelijk dat er een vreedzame uitwisseling van diplomatiek personeel zou plaatsvinden. De boodschap die de Iraniërs uitzonden, was dat hun regels niet overeenkomen met de onze; ze hadden niets meer op met het concept van staatssoevereiniteit en ze zijn vanaf het begin op deze manier doorgegaan en hebben hun milities gesteund van de zijderoutekanaten tot de Balkanstaten en zelfs tot in Buenos Aires.

We zouden ons in een betere positie bevinden om een dergelijk regime te veroordelen, als we in de Europese Unie een beetje meer aandacht zouden hebben voor het beginsel van nationale soevereiniteit en het beginsel van nationale zelfbeschikking.

 
  
MPphoto
 
 

  Gianni Vattimo (ALDE).(IT) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, ik wil uitleggen waarom ik me heb onthouden van de eindstemming over het verslag over Iran. Hoewel ik het eens ben met alle kritiek over de gebrekkige inachtneming van de mensenrechten in Iran, met name wat betreft de doodstraf, de vervolging van seksuele minderheden en het niet in acht nemen van de vrijheid om les te geven in scholen en op universiteiten, ben ik er toch van overtuigd dat veel van het nieuws en de informatie in dit verslag rechtstreeks afkomstig is van de Amerikaanse propagandamolen, die ik niet kan vertrouwen.

Tot slot ben ik er als liberaal democraat vanzelfsprekend van overtuigd dat Iran elk recht heeft om de ontwikkeling van onderzoek op het gebied van kernenergie voor vreedzame doeleinden voort te zetten. Daarnaast wil ik Iran ook niet het recht ontzeggen om te bezitten over nucleaire wapens in een regio waar de enige macht die deze wapens bezit en ook mag bezitten, een racistisch, kolonialistisch land als Israël is.

 
  
  

Ontwerpresolutie RC-B7-0158/2011

 
  
MPphoto
 

  Hannu Takkula (ALDE). (FI) Mevrouw de Voorzitter, ik wil met betrekking tot deze mensenrechtenresolutie van de VN zeggen dat het heel belangrijk is dat wij in de Europese Unie tot het bittere eind voor de mensenrechten opkomen. Helaas was deze mensenrechtenresolutie niet erg evenwichtig. Al je haar leest, en vooral paragraaf 19, waar ik tegen heb gestemd, dan krijg je het gevoel dat één staat, namelijk Israël, veel te vaak wordt aangevallen en dat men probeert alle schuld bij dat land te leggen.

Wij kennen allemaal de huidige situatie in het Midden-Oosten. Daar vinden in landen volksopstanden plaats waarbij duizenden onschuldige mensen hun leven hebben gegeven. In dit verband moest dit een resolutie over mensenrechten zijn en niet over het Midden-Oosten. Als het de bedoeling was geweest om enig evenwicht te vinden, in plaats van Israël eenzijdig te veroordelen, dan had men Gilad Shalit kunnen noemen, de Israëlische soldaat die al 1 720 dagen geen mensenrechten heeft als gevangene van de Palestijnse Arabieren of Hamas.

Wanneer we dergelijke mensenrechtenverklaringen opstellen, dan moeten we streven naar een evenwichtige en rechtvaardige benadering. Dat is de enige manier om ze duurzaam te laten zijn en waarop we onze geloofwaardigheid kunnen behouden als bewakers van de mensenrechten in Europa en daarbuiten.

 
  
MPphoto
 

  Seán Kelly (PPE).(GA) Mevrouw de Voorzitter, het doet me veel genoegen dat de ontwerpresolutie over de mensenrechten is aangenomen, en het is goed voor de Europese Unie dat dit is gebeurd. Maar ik wil een korte toelichting geven.

(EN) Mevrouw de Voorzitter, wat betreft amendement 2, paragraaf 8, hebben mijn Ierse collega’s en ik binnen onze fractie voor gestemd, omdat we sanitaire voorzieningen en vóór alles schoon water als een fundamenteel mensenrecht beschouwen. Op grond van mijn eigen ervaringen tijdens het uitvoeren van vrijwilligerswerk in Afrika weet ik wat een verschil de toegang tot schoon water maakt voor de levens van mensen. Daardoor ben ik van mening dat we, door dit als een fundamenteel mensenrecht te erkennen, wellicht de urgentie kunnen creëren om te waarborgen dat alle burgers van de wereld eerst en vooral toegang hebben tot schoon water.

(GA) Daarom doet het me zo veel genoegen dat de ontwerpresolutie over de mensenrechten is aangenomen. Dat is wat ik te zeggen had.

 
  
  

Schriftelijke stemverklaringen

 
  
  

Ontwerpresolutie B7-0191/2011

 
  
MPphoto
 
 

  Luís Paulo Alves (S&D), schriftelijk. – (PT) Deze ontwerpresolutie werd uitgewerkt naar aanleiding van de zorgwekkende situatie omtrent de mediawet in Hongarije, die de verplichting tot evenwichtige berichtgeving voor alle aanbieders van audiovisuele mediadiensten, het evenredigheidsbeginsel en het fundamentele recht op vrijheid van meningsuiting en informatie op de helling plaatst. De Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) en het Parlement zijn terecht bezorgd over het feit dat deze wetgeving indruist tegen de internationale normen op het vlak van vrije meningsuiting, de uitbanning van de politieke en financiële onafhankelijkheid van de publiekrechtelijke media of het toepassingsgebied van de verordening. Die bezorgdheid is des te meer verontrustend gezien de waarschuwing van de mensenrechtencommissaris van de Raad van Europa. Op basis van deze vaststellingen moeten de aanbevelingen uit dit voorstel om de mediawetgeving aan te passen aan de opmerkingen van de Commissie, de OVSE en de Raad van Europa worden goedgekeurd en moet de Commissie ertoe worden aangespoord om een ontwerprichtlijn betreffende de mediavrijheid en de pluriformiteit van de media uit te werken om het ontoereikende wetgevingskader van de EU te remediëren om dergelijke situaties in de toekomst te vermijden.

 
  
MPphoto
 
 

  Zigmantas Balčytis (S&D), schriftelijk. − (LT) Pluriformiteit en vrijheid van de media is een van de EU-basisbeginselen, die het recht op vrije meningsuiting waarborgen en op het verkrijgen en verspreiden van informatie zonder de controle, tussenkomst of druk van de overheidsdiensten. Internationale organisaties hebben hun bezorgdheid uitgedrukt omwille van de mediawet in Hongarije, en de Europese Commissie is na onderzoek tot het besluit gekomen dat de wet indruist tegen de richtlijn audiovisuele mediadiensten en tegen het acquis van de Gemeenschap in het algemeen. Ik ga akkoord met het voorstel in de resolutie dat de Hongaarse autoriteiten de mediawet moeten herzien op basis van de opmerkingen van de Commissie, de OVSE, de commissaris voor de mensenrechten van de Raad van Europa, het Comité van ministers en de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa, zodat deze wet in overstemming is met het EU-recht en de Europese normen en waarden betreffende mediavrijheid, pluriformiteit en onafhankelijk mediabestuur.

 
  
MPphoto
 
 

  Ivo Belet (PPE), schriftelijk. − De Hongaarse regering heeft er goed aan gedaan om al die heisa rond een omstreden wet aan te grijpen om duidelijk te maken dat de persvrijheid en het pluralisme in de media fundamentele pijlers zijn en blijven in Hongarije. De Europese Commissie heeft hierbij prima werk gedaan. Overigens zal de Commissie de zaak terecht blijven opvolgen, niet alleen in Hongarije, maar in alle lidstaten van de Unie.

Het door commissaris Kroes aankondigde initiatief om verschillende belanghebbenden samen te brengen in een groep deskundigen, die zich vervolgens moet buigen over de stand van zaken van het pluralisme in de media in Europa, is een belangrijke stap vooruit. Deze groep zal de Commissie bijstaan bij het uittekenen van nieuwe stappen met betrekking tot het medialandschap. We hebben de opdracht om het pluralisme in de media en de persvrijheid in Europa te garanderen. Ik ga er dan ook van uit dat het Europees Parlement hieraan actief zal meewerken.

 
  
MPphoto
 
 

  Jean-Luc Bennahmias (ALDE), schriftelijk. (FR) Bij democratie draait het in geen geval om feiten. Het ontwikkelt zich, gaat vooruit en neemt met de tijd, helaas, ook weer af. Welnu, de Hongaarse maatregelen voor de media betekenen een behoorlijke stap terug. De overeenstemming tussen alle Europese progressieve krachten heeft het in eerste instantie mogelijk gemaakt dat de kwestie bovenaan de Europese politieke agenda is gezet, wat goed is. Het gaat er nu om nauwkeurig en standvastig te zijn wat betreft de zaken die problemen blijven geven. Onafhankelijk mediabestuur en vrijheid van meningsuiting zijn niet onderhandelbaar.

 
  
MPphoto
 
 

  Vilija Blinkevičiūtė (S&D), schriftelijk. − (LT) Ik heb voor deze ontwerpresolutie gestemd, omdat de Hongaarse mediawet moet worden opgeschort en herzien op basis van de opmerkingen en voorstellen van de Europese Commissie, de OVSE en de Raad van Europa, om ervoor te zorgen dat deze volledig in overeenstemming is met het EU-recht en de Europese normen en waarden betreffende mediavrijheid, pluriformiteit en onafhankelijk mediabestuur. Het Europees Parlement heeft er bovendien aan herinnerd dat de criteria van Kopenhagen voor het EU-lidmaatschap, zoals vastgesteld in juni 1993 tijdens de Europese Raad van Kopenhagen, voor wat betreft de persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting door alle lidstaten van de EU in acht moeten worden genomen en middels relevante EU-wetgeving ten uitvoer moeten worden gelegd. Het Europees Parlement verzoekt de Hongaarse autoriteiten dus de onafhankelijkheid van het mediabestuur te herstellen en een einde te maken aan staatsbemoeienis op het vlak van vrijheid van meningsuiting en „evenwichtige berichtgeving”. Bovendien is het Parlement van mening dat te veel regels voor de media een averechts effect hebben en de daadwerkelijke pluriformiteit in de openbare ruimte in gevaar brengen. Het Parlement verzoekt de Commissie daarenboven vóór het eind van het jaar een wetgevingsinitiatief voor te stellen inzake mediavrijheid, pluriformiteit en onafhankelijk bestuur, met het oog op de vaststelling van ten minste essentiële minimumnormen, om de vrijheid van informatie, een passend pluriformiteitsniveau van de media en een onafhankelijk mediabestuur in alle EU-lidstaten te verzekeren, te waarborgen en te bevorderen.

 
  
MPphoto
 
 

  Jan Březina (PPE), schriftelijk. − (CS) De vrijheid en pluraliteit van de media zijn inderdaad een van de pijlers van de democratische rechtsstaat. De kritiek op de Hongaarse mediawet was weliswaar terecht, maar dat had niet de vorm van een heksenjacht aan te hoeven nemen; al die ongefundeerde aanvallen op de Hongaarse regering hadden achterwege mogen worden laten, zeker zo aan het begin van het Hongaars voorzitterschap van de Europese Unie. Des te meer doet het mij deugd dat het Hongaarse parlement zeer onlangs wijzigingen aan de controversiële mediawet heeft aangebracht overeenkomstig de voorstellen van de Europese Unie. Dat neemt de ideologische onruststokers de wind mooi uit de zeilen. De belangrijkste eis dat de “evenwichtigheid van de verslaglegging” geen betrekking mag hebben op internetservers, blogs, debatten en buitenlandse verslaggevers, is hiermee dus ingewilligd. De Europese Commissie dient nu de tenuitvoerlegging van deze wet op nauwe voet te volgen. Alle lof voor de constructieve dialoog tussen Hongarije en de EU die geleid heeft tot goedkeuring van genoemde wetswijzigingen.

In Hongarije werkende buitenlandse media en journalisten lopen nu dus niet meer het risico op hoge geldboetes als gevolg van schending van de Hongaarse mediawet, maar uitsluitend nog op “andere juridische gevolgen”. Dat neemt niet weg dat voor Hongaarse media-eigenaren de boetes nog altijd van kracht zijn, ook voor de bedrijven die “hun hoofdzetel formeel naar een andere EU-lidstaat hebben verhuisd om onder de werking van de Hongaarse mediawet uit te komen”. Deze bepaling valt, hoezeer wij het er niet mee eens kunnen zijn, volledig binnen de competentie van het Hongaars parlement en dient dus door vertegenwoordigers van de EU te worden gerespecteerd.

 
  
MPphoto
 
 

  Maria Da Graça Carvalho (PPE), schriftelijk. – (PT) De vrijheid van meningsuiting van elk individu, het vrij verkeer van informatie en de mediavrijheid en de pluriformiteit van de media zijn beginselen die aan de basis liggen van de Europese integratie en van haar stichtende waarden. Bij de uitwerking en de toepassing van een regelgevingskader voor de media moet er rekening gehouden worden met de democratische normen die van toepassing zijn op de organisatie en het beheer van communicatiestelsels. Ik verzoek de Hongaarse autoriteiten de onafhankelijkheid van het mediabestuur te herstellen en een einde te maken aan staatsbemoeienis op het vlak van de vrijheid van meningsuiting. Te veel regels voor de media hebben een averechts effect en brengen de daadwerkelijke pluriformiteit in de openbare ruimte in gevaar. Ik dring er bij de Hongaarse autoriteiten op aan alle belanghebbenden, met inbegrip van de oppositiepartijen en het maatschappelijk middenveld, te betrekken bij de herziening van de mediawet, opdat zij op een betekenisvolle manier kunnen bijdragen tot de hervorming van deze wetgeving, die dit aspect, dat van fundamenteel belang is voor de werking van een democratische samenleving, reguleert.

 
  
MPphoto
 
 

  Carlos Coelho (PPE), schriftelijk. – (PT) De mediavrijheid en de pluriformiteit van de media zijn grondrechten die de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid om informatie te ontvangen en te verspreiden zonder inmenging of druk van de overheid, garanderen. De Europese Commissie heeft als hoedster van de Verdragen haar bezorgdheid geuit en Hongarije om informatie verzocht over een mogelijke schending van dat recht, in het bijzonder doordat de Hongaarse mediawet niet in overeenstemming zou zijn met de richtlijn audiovisuele mediadiensten.

Ik ben verheugd over het feit dat het Hongaarse parlement op 7 maart de wijzigingen die afgesproken waren tussen de Hongaarse regering en de Commissie heeft goedgekeurd, hoewel ik niet begrijp waarom de socialisten en de groenen ertegen gestemd hebben. In het licht van de verklaringen van commissaris Kroes, lijken er geen twijfels meer te bestaan dat Hongarije de aanbevelingen van de Commissie heeft opgevolgd en dat de gewijzigde versie van de wet in overeenstemming is met de Europese wetgeving.

 
  
MPphoto
 
 

  Marielle De Sarnez (ALDE), schriftelijk.(FR) Persvrijheid mag geen enkele concessie toestaan. Dat is de boodschap die het Europees Parlement niet alleen heeft willen afgeven aan Boedapest, maar ook aan de Europese Commissie. Het Europees Parlement heeft een resolutie aangenomen waarin de Hongaarse regering wordt verzocht om de controversiële Hongaarse mediawet “met spoed op te schorten en te herzien”, hoewel deze onlangs nog is geamendeerd onder druk van de Europese partners van het land. Men maakt zich echter nog steeds zorgen, met name over de mediaraad, het orgaan dat toezicht houdt op de media en volledig bestaat uit mensen die op één lijn liggen met de partij van de heer Orbán. In werkelijkheid is dit toezichthoudende orgaan een perfect instrument om de media te censureren. Om die reden heeft de Fractie Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa, bewaarder van de vrijheid van meningsuiting van burgers in de EU en de rest van de wereld, verzocht om een einde te maken aan de staatsinmenging, om de onafhankelijkheid van de media te herstellen.

 
  
MPphoto
 
 

  Ioan Enciu (S&D), schriftelijk. – (RO) Ik heb voor deze resolutie gestemd, omdat ik van mening ben dat de Europese Unie snel moet reageren en preventief moet optreden bij aanvallen op de fundamentele waarden van de democratie, waar de vrijheid van meningsuiting er een van is. Ik ben van mening dat het essentieel is dat Hongarije en andere lidstaten als Roemenië hun houding ten opzichte van de pers herzien, in lijn met de democratische beginselen in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en in het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens.

 
  
MPphoto
 
 

  Edite Estrela (S&D), schriftelijk. – (PT) Ik heb voor de resolutie over de mediawet in Hongarije gestemd, omdat persvrijheid een van de fundamentele waarden van de EU is. Ik ben van mening dat de Commissie het diepgaande onderzoek om na te gaan of de Hongaarse mediawet in overeenstemming is met de Europese regelgeving, en in het bijzonder met het Handvest van de grondrechten, moet voortzetten.

 
  
MPphoto
 
 

  Diogo Feio (PPE), schriftelijk. – (PT) Ik ben van mening dat het geen zin heeft dat het Europees Parlement zich op dit moment over deze kwestie uitspreekt, aangezien reeds alle garanties werden geboden dat de vrijheid van meningsuiting gerespecteerd zal worden, zelfs door de Hongaarse eerste minister, Viktor Orbán. Bovendien spreek ik uit principe liever geen waardeoordeel uit over politieke, wetgevende en gerechtelijke teksten die onder de exclusieve bevoegdheid vallen van de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke machten van een lidstaat die niet de mijne is.

 
  
MPphoto
 
 

  João Ferreira (GUE/NGL), schriftelijk. – (PT) De vrijheid van meningsuiting en van informatie, met inbegrip van de vrijheid om informatie te ontvangen en te verspreiden zonder inmenging of druk, zijn maatschappelijke waarden waarvoor velen in de loop der jaren gestreden hebben, ook in Portugal. De communisten bevonden zich destijds en bevinden zich ook nu in de frontlinie van die strijd. Jammer genoeg zijn er nog altijd redenen om die strijd voort te zetten in verschillende landen van de Europese Unie. De pluriformiteit van de media en de mediavrijheid strekken nog altijd tot bezorgdheid in verschillende lidstaten. Enkele factoren die daartoe bijdragen, worden vaak vergeten: Het feit dat een handvol grote economische concerns de meerderheid van de media-instanties in handen heeft, of de aanvallen op de rechten van diegenen die in de media werken en het feit dat arbeidsovereenkomsten steeds onzekerder worden. Bovendien krijgen de media in veel landen nog steeds te kampen met inmenging door de politieke machten, een probleem waarover we ons zorgen moeten maken.

 
  
MPphoto
 
 

  Ilda Figueiredo (GUE/NGL), schriftelijk. – (PT) De vrijheid van meningsuiting en van informatie zijn maatschappelijk verworvenheden die geleid hebben tot de pluriformiteit van de media en de vrijheid om informatie te ontvangen en te verspreiden zonder inmenging of druk van de overheid.

In verschillende landen van de Europese Unie worden we echter jammer genoeg nog steeds geconfronteerd met de schending van die grondrechten. De pluriformiteit van de media en de mediavrijheid strekken nog steeds tot bezorgdheid in verschillende lidstaten, met name in Hongarije, Italië, Bulgarije, Roemenië, Estland, et cetera. Zelfs in Portugal zijn er verschillende gevallen bekend waarin de pluriformiteit van de media met de voeten getreden werd op een manier die een democratie onwaardig is.

We kunnen echter niet instemmen met een beleid waarbij de Europese Unie permanent ingrijpt in het bestuur van elk land, zoals hier in enkele passages wordt aangegeven. In die context hebben we over de resolutie over de Hongaarse mediawet gestemd, rekening houdend met zowel de positieve als de negatieve aspecten ervan.

 
  
MPphoto
 
 

  Mathieu Grosch (PPE), schriftelijk. (DE) Ik ben ervan overtuigd dat een zeer brede meerderheid in het Europees Parlement de grondrechten van de media verdedigt. Er wordt nu in een resolutie aangedrongen op eerbiediging van deze rechten, hoewel de herzieningen van deze wetgeving die deze week in het Hongaarse parlement zijn goedgekeurd, daarbij niet in aanmerking zijn genomen. Ik zou het derhalve hebben toegejuicht als alle resoluties die vóór de stemming in Boedapest zijn opgesteld, zouden zijn ingetrokken om aangepast te kunnen worden, zodat er vervolgens weer over gedebatteerd had kunnen worden en ze ter stemming voorgelegd hadden kunnen worden. De stemming in het Europees Parlement had bijgevolg niets van doen met de persvrijheid, hetgeen de absolute prioriteit zou moeten hebben, maar was niet meer dan een krachtmeting tussen de fracties.

 
  
MPphoto
 
 

  Sylvie Guillaume (S&D), schriftelijk.(FR) Ik sta volledig achter de aanneming van deze resolutie van Europees links, waarin kritiek wordt geleverd op de ontoereikendheid van de amendementen die Hongarije heeft aangebracht in zijn mediawet, terwijl rechts er blij mee is. Hoewel mevrouw Kroes ook blij lijkt te zijn met deze veranderingen, is het Europees Parlement van mening dat de Commissie zich alleen geconcentreerd heeft op een aantal technische aspecten, ten koste van het Handvest van de grondrechten. Ook is onze resolutie niet alleen gericht aan Hongarije, maar wordt er ook geconstateerd dat de vrijheid en het pluralisme van de media, helaas, in gevaar kunnen komen in landen met een conservatieve regering. In die zin hebben de leden van het Europees Parlement laten zien dat zij oog hebben voor de eerbiediging van de fundamentele rechten en vrijheden, die de beginselen vormen van democratieën en de Europese Unie.

 
  
MPphoto
 
 

  Juozas Imbrasas (EFD), schriftelijk. − (LT) Ik heb voor dit document gestemd, omdat de Hongaarse autoriteiten de onafhankelijkheid van het mediabestuur moeten herstellen en een einde moeten maken aan staatsbemoeienis op het vlak van de vrijheid van meningsuiting en evenwichtige berichtgeving. Te veel regels voor de media hebben een averechts effect en brengen de daadwerkelijke pluriformiteit in de openbare ruimte in gevaar.

 
  
MPphoto
 
 

  Timothy Kirkhope (ECR), schriftelijk. − (EN) De Fractie Europese Conservatieven en Hervormers geeft haar volmondige steun aan vrije en pluriforme media voor alle Europese burgers. Echter, gezien de doorlopend veranderende situatie rondom de Hongaarse mediawet en het gebrek aan mogelijkheden om met de Commissie de deze week aangenomen nieuwe amendementen op deze wet te bespreken, zijn wij van mening dat het nu niet de gepaste tijd is voor een aanvullende resolutie over de kwestie. Om deze reden heeft de Fractie Europese Conservatieven en Hervormers zich van stemming onthouden.

 
  
MPphoto
 
 

  David Martin (S&D), schriftelijk. − (EN) Ik heb gestemd voor deze resolutie, omdat ik van mening ben dat de Hongaarse mediawet dringend moet worden opgeschort en herzien aan de hand van de opmerkingen en voorstellen van de Commissie, de OVSE en de Raad van Europa om te waarborgen dat de wet volledig in overeenstemming is met het EU-recht en Europese normen en waarden met betrekking tot mediavrijheid, pluriformiteit en onafhankelijk bestuur van de media.

 
  
MPphoto
 
 

  Iosif Matula (PPE), schriftelijk. − (RO) Ik steun de wijziging van de bepalingen in de Hongaarse mediawet die de Europese Commissie als minder democratisch heeft bestempeld en spreek mijn waardering uit over de wijzigingen die de regering in Boedapest in de desbetreffende regelgevingshandeling heeft aangebracht. Ik heb echter niet voor de resolutie gestemd die door de Fractie van de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten, de Fractie Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa, de Fractie De Groenen/Vrije Europese Alliantie en de Confederale Fractie Europees Unitair Links/Noords Groen Links is ondertekend, omdat de voorgestelde maatregelen mij buitensporig lijken als we kijken naar vergelijkbare wetten in andere lidstaten die niet in het openbaar zijn gesanctioneerd. De persvrijheid is natuurlijk de graadmeter van het democratisch gehalte van een samenleving. In de Europese Unie is het vanzelfsprekend dat de vrijheid van meningsuiting praktisch onbegrensd is. We moeten dit fundamentele recht echter niet verwarren met de vrijheid om allerlei soorten informatie te verspreiden, zonder consequenties, zonder verantwoordelijkheid en in afwezigheid van overtuigend bewijs. Juist daarom is er behoefte aan duidelijke wetten, die de grenzen bepalen waarbinnen journalistiek werk moet blijven. De Hongaarse mediawet is met dit doel opgesteld, naar aanleiding van de Europese richtlijn op dit terrein. Bovendien ben ik van mening dat we alleen op geïnformeerde basis over de Hongaarse mediawet moeten spreken, omdat we anders misleid kunnen worden door partijbelangen en politieke twisten.

 
  
MPphoto
 
 

  Nuno Melo (PPE), schriftelijk. – (PT) Deze ontwerpresolutie komt niet op het gepaste moment en heeft niet de gepaste vorm, aangezien iedereen weet dat de Hongaarse regering na de eerste kritiek op de Hongaarse mediawet en na de aanbevelingen van de Commissie haar standpunt heeft herzien en alle punten van de wet waarop de Commissie kritiek had, heeft aangepast. De versie van de wet die op 7 maart door het Hongaarse parlement werd goedgekeurd, was dus al een versie die perfect in overeenstemming was met de Europese regelgeving. Ik begrijp dan ook niet waarom de linkse fracties hier in het Parlement aandringen op een stemming over deze ontwerpresolutie, dus heb ik ertegen gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Willy Meyer (GUE/NGL), schriftelijk. – (ES) Ik heb gestemd voor resolutie B7-0191/2011 omdat ik van mening ben dat de nieuwe Hongaarse mediawet de vrijheid van meningsuiting en pluralisme onvoldoende waarborgt en daarom averechts werkt op de invoering van echt pluralisme in de publieke sfeer.

De Hongaarse regering zou de vrijheid en het pluralisme van de media op effectieve wijze moeten waarborgen, en daarom zou zij deze wet moeten intrekken of substantieel moeten wijzigen, op grond van de opmerkingen en voorstellen van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), de commissaris voor de mensenrechten van de Raad van Europa, de Raad van de Europese Unie en de jurisprudentie van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens, en door middel van een open, transparant debat waaraan alle belanghebbende partijen, ngo’s en burgers kunnen deelnemen.

 
  
MPphoto
 
 

  Louis Michel (ALDE), schriftelijk.(FR) Vrijheid van meningsuiting, en dus persvrijheid, behoren tot de belangrijke fundamentele rechten. Wij moeten er alles aan doen om ze te behouden, zelfs als de uiting van bepaalde meningen ons stoort. Deze vrijheid is ook onze vrijheid en het is een garantie van het vrij uitoefenen van ons mandaat. Transparantie is niet mogelijk zonder vrije media. Het is heel verleidelijk om te proberen informatie en journalisten te controleren, ook in onze westerse democratieën. Vrije en professionele informatie is altijd beter dan ‘geruchten’, die vaak in de plaats komen van de pers als deze aan banden wordt gelegd.

Moderne massacommunicatiemiddelen spelen een doorslaggevende rol in het democratische leven en zijn essentieel om iedereen toegang te verlenen tot kennis, entertainment en het sociale leven. Daarom moet wat ik de “eerlijke staat” noem, zijn verantwoordelijkheid nemen wat betreft het steunen van de ontwikkeling van vrije media, zowel in binnen- als buitenland, het bevorderen van het pluralisme van informatie en de rijkdom van culturele creativiteit, en het vergemakkelijken van de toegang hiertoe voor iedereen.

 
  
MPphoto
 
 

  Alexander Mirsky (S&D), schriftelijk. − (EN) Het is bekend dat, op grond van de opmerkingen en voorstellen van de Europese Commissie, de OVSE en de Europese Raad, de mediawet in Hongarije zo spoedig mogelijk herzien moet worden om te waarborgen dat de wet in overeenstemming is met EU-wetgeving en Europese normen en waarden met betrekking tot de vrijheid van media-informatie, pluriformiteit en onafhankelijkheid van de massamedia.

De nieuwe wet wordt bekritiseerd, omdat deze impliceert dat er slechts één persoon benoemd zal worden als verantwoordelijke voor het bestuur van de nationale massamedia en telecommunicatiemiddelen. De nieuwe wetgeving ondermijnt de pluriformiteit en de vrijheid van de massamedia en maakt een einde aan de politieke en financiële onafhankelijkheid van de media. Alle oorzaken die leiden tot zo'n negatief resultaat moeten worden onderzocht.

Mogelijk heeft de lankmoedigheid van de regeringen in enkele EU-lidstaten de Hongaarse regering de illusie gegeven dat er op cynische wijze inbreuk kan worden gemaakt op communautaire regels. Zo heeft de Letse regering nog steeds niet de resolutie van het Europees Parlement van 11 maart 2004 uitgevoerd. Wat waren de consequenties hiervan? Tot nu toe zijn er geen consequenties geweest. Mogelijk werd de Hongaarse regering door de Letse ‘onafhankelijkheid’ geïnspireerd. Ik heb voor gestemd in de hoop dat er een kentering zal plaatsvinden.

 
  
MPphoto
 
 

  Tiziano Motti (PPE), schriftelijk. – (IT) De aanvallen van Europees links op de wet inzake persvrijheid die onlangs in Hongarije is aangenomen, moet worden gezien binnen de context van de theateropvoering waarbij de instrumenten die door onze instellingen ter beschikking worden gesteld, vaak op oneigenlijke en werktuiglijke wijze gebruikt worden om internationale of nationale politieke en op de media gerichte desinformatiecampagnes te ondersteunen. In dit geval zijn zulke aanvallen volledig misplaatst, aangezien het debat is geopend en ook weer is gesloten; de Hongaarse regering heeft het commentaar van de Europese Commissie zonder aarzeling geaccepteerd, en premier Orbán heeft begin januari 2011 te kennen gegeven dat de mediawet in overeenstemming met dit commentaar zal worden aangepast. De aanval op een land dat als voorzitter van de Europese Unie fungeert in een tijd waarin het zou moeten worden gesteund in het uitvoeren van zijn verplichtingen heeft als gevolg dat de Unie als geheel wordt verzwakt en van haar autoriteit wordt beroofd. De voortdurende herhaling van het gebrek aan persvrijheid is oud nieuws, evenals de voortdurende en anachronistische verwijzingen naar de situatie in Italië, waarin paradoxaal genoeg de belangrijkste kranten in handen zijn van links georiënteerde mediagroeperingen en waar de informatie vrijelijk, soms zelfs te vrijelijk, voorhanden is op het internet.

 
  
MPphoto
 
 

  Georgios Papanikolaou (PPE), schriftelijk. – (EL) Na de amendementen die het Hongaarse parlement verleden week heeft aangenomen is de Hongaarse wet nu geharmoniseerd met de Europese wetgeving en de voorschriften inzake de fundamentele rechten; hiermee heeft ook de Europese Commissie ingestemd. Daarom is de gemeenschappelijke resolutie die is ingediend achterhaald en om deze reden heb ik tegengestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Paulo Rangel (PPE), schriftelijk. – (PT) Zoals ik al kon aangeven tijdens mijn interventie in het debat over de prioriteiten van het Hongaarse voorzitterschap, gaat het hier over aspecten die verband houden met interne aangelegenheden in Hongarije die, zoals ook gebeurd is, geregeld kunnen worden binnen gezonde en normale betrekkingen tussen de Europese Commissie en de Hongaarse regering en het Hongaarse parlement. Als voorvechter van de vrijheden, in het bijzonder de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid, kan ik enkel tevreden zijn met de behaalde resultaten.

 
  
MPphoto
 
 

  Raül Romeva i Rueda (Verts/ALE), schriftelijk. − (EN) Deze wet is feitelijk ontworpen met als doel de activiteiten van de media in Hongarije alsmede kritisch onderzoek naar de regering, als onderdeel van bredere restricties aan pluriformiteit in Hongarije te beperken. Dit is strijdig met de kernbeginselen van de EU, zoals vastgelegd in de Verdragen en het Handvest van de grondrechten. Op basis hiervan moeten de Commissie en de Raad blijven aandringen op de volledige herziening of intrekking van de wet.

Het Parlement heeft duidelijk gemaakt dat de Commissie in verband met deze cruciale kwestie niet zonder meer mag toegeven aan de Hongaarse regering. De Hongaarse mediawet moet ook worden gezien als eenvoudigweg de meest recente poging om de vrijheid van de media in Europa te beperken. Dit benadrukt dat de Commissie dringend robuuste wetgevingsvoorstellen ter bescherming van deze kernwaarde van de EU moet opstellen.

 
  
MPphoto
 
 

  Licia Ronzulli (PPE), schriftelijk. – (IT) Ik heb tegen de resolutie gestemd, omdat ik van mening ben dat de linkse fracties in dit Huis handig gebruik hebben gemaakt van een nationale politieke kwestie die ontegenzeggelijk al is opgelost, zoals blijkt uit de onlangs gesloten overeenkomst tussen de Hongaarse regering en de Europese Commissie.

Ik vind dat zulke nationale kwesties niet in dit Huis ter sprake moeten worden gebracht, omdat deze onder de directe verantwoordelijkheid van de afzonderlijke lidstaten vallen. Wat de inhoud van het onderwerp aangaat, het is juist en gepast om de vrijheid en veelzijdigheid van informatie als een kernwaarde van alle landen van de Europese Unie te beschermen, maar de vrijheid van de media moet niet in strijd zijn met de publieke moraal, en zeker niet de persoonlijke levenssfeer van mensen aantasten.

De nieuwssector moet zich meer bewust zijn van de gevolgen van een onevenwichtig gebruik van zijn macht en invloed op het leven en de vrijheid van burgers. Ik zeg dit omdat de persoonlijke vrijheid maar al te vaak is aangetast uit naam van de persvrijheid.

 
  
MPphoto
 
 

  Catherine Stihler (S&D), schriftelijk. − (EN) Het verheugt me ten zeerste dat deze resolutie is aangenomen, waarmee benadrukt wordt dat het Europees Parlement zich verbindt tot de vrijheid van meningsuiting en de onafhankelijkheid van de media in alle lidstaten.

 
  
MPphoto
 
 

  Angelika Werthmann (NI), schriftelijk. (DE) Ik heb voor de gezamenlijke ontwerpresolutie gestemd. Hoewel Hongarije en de Europese Commissie overeenstemming hebben bereikt over de punten die de Commissie naar voren had gebracht, sluit ik mij aan bij de roep van mijn collega's om een grondige doorlichting van de wetstekst. De verbeteringen die door de Commissie zijn bereikt, zijn opmerkelijk selectief en de zorgen die het Parlement en verschillende internationale organisaties, zoals de OVSE en de Raad van Europa, hebben geuit, zijn grotendeels niet in aanmerking genomen. Met name de zorgen over de aanstelling, de samenstelling en de bevoegdheden van de media-autoriteit zijn volstrekt begrijpelijk. De persvrijheid is een te belangrijk element van onze democratie om onderworpen te worden aan juridisch beperkende interpretatiemogelijkheden.

 
  
MPphoto
 
 

  Joachim Zeller (PPE), schriftelijk. (DE) Ik heb tegen deze resolutie van de Confederale Fractie Europees Unitair Links/Noords Groen Links, de Fractie van de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten in het Europees Parlement, de Fractie De Groenen/Vrije Europese Alliantie en de Fractie Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa gestemd. De auteurs van de resolutie gaat het niet zozeer om de vrijheid van de media in Europa; zij zijn er voornamelijk op uit om een burgerregering in diskrediet te brengen die met een overweldigende meerderheid is gekozen door de burgers van haar land en die de zware taak heeft om een land opnieuw op te bouwen dat ernstig geleden heeft als gevolg van het wanbeleid van de vorige socialistische regering. Zelfs de Europese Commissie heeft geen ernstige schendingen van de mediavrijheid kunnen vinden in de Hongaarse wetgeving, die overigens reeds is herzien. Links ziet in Europa snel de splinter in het oog van niet-socialistische regeringen, maar naïef genoeg niet de balk in de ogen van socialistische regeringen.

Het standpunt van de Duitse liberalen is moeilijk te begrijpen, die met deze resolutie aandringen op regulering van het medialandschap op Europees niveau, terwijl de Duitse en Europese mediavertegenwoordigers juist dit als een beperking van de mediavrijheid en een schending van het subsidiariteitsbeginsel beschouwen.

 
  
  

Ontwerpresolutie RC-B7-0169/2011

 
  
MPphoto
 
 

  Luís Paulo Alves (S&D), schriftelijk. – (PT) Ik heb voor deze ontwerpresolutie gestemd omdat ik van mening ben dat het regime van Kadhafi onmiddellijk ontbonden moet worden, gezien de manier waarop het de politieke protesten van de Libische bevolking de kop indrukt en om meer doden te vermijden. Ik wil erop wijzen dat de internationale gemeenschap het unaniem eens was met de beslissing in de VN-Veiligheidsraad om dit regime sancties op te leggen. Ik hecht mijn volledige goedkeuring aan Resolutie 1970/2011 van de VN-Veiligheidsraad en aan de maatregelen die de Veiligheidsraad zal treffen, in het bijzonder het embargo, het verbod op apparatuur die voor interne repressie gebruikt kan worden en het bevriezen van assets van mensen die betrokken zijn bij schendingen van de mensenrechten. Ik wil de aandacht vestigen op het feit dat de Afrika-EU-resolutie, die het bevriezen van onrechtmatig verkregen assets mogelijk maakt, moet worden toegepast. Er moet immers op die manier ingegrepen worden door de Europese financiële instellingen en door de lidstaten om huurlingenactiviteiten onmogelijk te maken. Ook moet er een snelle en doeltreffende humanitaire actie komen van de EU en de Verenigde Naties. Tot slot wil ik nog vermelden dat de gebeurtenissen in Libië, Egypte en Tunesië een verschuiving van het paradigma in het Europese buitenlandbeleid ten opzichte van de landen ten zuiden van de Middellandse Zee vereisen en wil ik mijn solidariteit betuigen met het Libische volk.

 
  
MPphoto
 
 

  Zigmantas Balčytis (S&D), schriftelijk. (LT) Ik heb voor deze resolutie gestemd. De recente massale protesten in tal van Arabische landen hebben aangetoond dat ondemocratische en autoritaire regimes niet op geloofwaardige wijze voor stabiliteit kunnen zorgen en dat democratische waarden centraal staan in een economisch en politiek partnerschap. De EU heeft een vitaal belang bij een democratisch, stabiel, welvarend en vreedzaam Noord-Afrika, overwegende dat de recente gebeurtenissen in Libië, Egypte en Tunesië de dringende noodzaak onderstrepen van hervorming van het externe optreden van de EU ten aanzien van de Middellandse-Zeeregio. De Europese Unie moet haar beleid van ondersteuning van democratie en mensenrechten zodanig herzien dat er in alle met derde landen te sluiten overeenkomsten een implementatiemechanisme voor de mensenrechten wordt opgenomen. Ik deel de mening dat de beginselen van het Europees nabuurschapsbeleid moeten worden herzien door voorrang te geven aan de criteria inzake onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, eerbiediging van de fundamentele vrijheden, pluralisme, persvrijheid en corruptiebestrijding.

 
  
MPphoto
 
 

  Dominique Baudis (PPE), schriftelijk.(FR) Ik heb gestemd voor deze resolutie, die een stap in de goede richting is wat betreft de reactie van de Europese Unie op de revolutie, die ontaardt in een burgeroorlog in Libië. Een revolutie is een droom die werkelijkheid wordt, maar een burgeroorlog is een nachtmerrie. Nu de tegenstanders terrein verliezen, onder vuur genomen door de troepen en huursoldaten van Kadhafi, en nu de kolonel afgezanten naar Europese hoofdsteden stuurt in een poging om zijn regime te redden, moeten we het Libische volk laten zien dat we aan zijn kant staan.

We hebben het verzoek gehoord dat de Nationale Overgangsraad heeft gedaan in een verklaring die is uitgegeven op 5 maart. Het is onze plicht om dit alternatief te steunen en het Libische volk te beschermen tegen de krachten van het regime. Zonder een directe militaire interventie op Libisch grondgebied, moet een no-flyzone worden overwogen, maar het besluit daartoe ligt bij de VN. Deze mogelijkheid kan echter alleen in overweging worden genomen met de uitdrukkelijke toestemming van de Arabische Liga. Op politiek en diplomatiek gebied moeten we ervoor zorgen dat kolonel Kadhafi geïsoleerd wordt en moeten we het Libische volk helpen om eindelijk in vrijheid te kunnen leven.

 
  
MPphoto
 
 

  Sergio Berlato (PPE), schriftelijk. – (IT) De dramatische ontwikkelingen in Libië en Noord-Afrika blijven oprukken naar de grenzen van Europa: de humanitaire crisis in Libië kan zelfs leiden tot een migratiegolf die in de geschiedenis zijn weerga niet kent.

Volgens recente schattingen kan het politieke oproer in Noord-Afrika ertoe leiden dat circa 300 000 vluchtelingen straks belanden op de zuidelijke oevers van de Europese Unie. Daarom ben ik het eens met en steun ik de oproep die door zes EU-lidstaten van het Middellandse-Zeegebied is gedaan om een solidariteitsfonds op te richten om de gevolgen van de immigratie te verlichten. Ik steun de totstandkoming van een gemeenschappelijk Europees asielsysteem en een eerlijke verdeling van de kosten die voortkomen uit de immigratie tussen de lidstaten. Om de massale instroom naar Europa te beperken verzoek ik tevens in overweging te nemen humanitaire hulp te sturen naar de getroffen burgerbevolkingen, zowel ter ondersteuning van het democratiseringsproces als ter bevordering van de economische groei in de gebieden.

Ik dring er daarom bij de Commissie op aan om een noodplan op te stellen waarin tevens rekening wordt gehouden met het ergste scenario, namelijk dat een massale hoeveelheid immigranten besluit om noordwaarts naar de kusten van Europa te trekken. Naar mijn mening moet een dergelijk noodplan worden ondersteund door het beginsel van solidariteit tussen de verschillende EU-lidstaten.

 
  
MPphoto
 
 

  Maria Da Graça Carvalho (PPE), schriftelijk. – (PT) De protesten van de afgelopen tijd in tal van Arabische landen hebben aangetoond dat ondemocratische en autoritaire regimes niet op geloofwaardige wijze voor stabiliteit kunnen zorgen en dat democratische waarden een centrale rol spelen bij economische en politieke partnerschappen. Ik zou willen oproepen tot nauwe betrokkenheid bij het werk van de taskforce die is opgezet om de reactie van de EU op de crisis in Libië en elders in het Middellandse-Zeegebied te coördineren. De Unie voor het Middellandse-Zeegebied moet zich aan het nieuwe tijdperk en aan de nieuwe omstandigheden aanpassen en moet na reflectie over de recente gebeurtenissen handelen en met voorstellen komen voor de wijze waarop democratie en mensenrechten in de aangesloten staten en in de regio, met inbegrip van Libië, het beste kunnen worden bevorderd, en voor mogelijke hervormingen, waardoor zij ook haar eigen rol sterker, coherenter en efficiënter kan maken.

 
  
MPphoto
 
 

  Edite Estrela (S&D), schriftelijk. – (PT) Ik heb voor de resolutie over de zuidelijke nabuurschapslanden en in het bijzonder Libië, met inbegrip van humanitaire aspecten, gestemd, omdat ik van mening ben dat kolonel Kadhafi onmiddellijk zijn macht moet afstaan zodat een vreedzame politieke overgang kan plaatsvinden en meer bloedvergieten kan worden verhinderd. Ik veroordeel de schendingen van de mensenrechten in Libië en met name de gewelddadige onderdrukking van diegenen die voor democratie demonstreren en van journalisten en voorstanders van de rechten van de mens, en ik wil hier graag mijn solidariteit met het Libische volk tot uitdrukking brengen.

 
  
MPphoto
 
 

  Diogo Feio (PPE), schriftelijk. – (PT) Op de dag waarop over deze resolutie wordt gestemd, is het nog steeds niet duidelijk hoe de revoluties zich zullen ontwikkelen bij hun pogingen om autoritaire regimes omver te werpen die al sinds lang aan de macht zijn in het gebied rond de Middellandse Zee. In het geval van Libië is er tegenstrijdig nieuws over successen en tegenslagen van de rebellen en de strijdkrachten die nog steeds het dictatoriale bewind van Kadhafi ondersteunen, en het schijnt op een echte burgeroorlog uit te lopen. Niettemin zijn er vele bronnen die het ongekende bruut geweld en de onderdrukkingsmaatregelen door het Libische regime vermelden, alsmede het grote aantal slachtoffers dat dit geweld tot nu toe heeft geëist. De Verenigde Naties zelf hebben de gruweldaden die zijn gepleegd terecht veroordeeld. Op dit moment wordt duidelijk dat de rebellen niet langer onder een bewind willen leven dat hun rechten niet acht en geen greintje respect toont voor de democratische regels en de rechtsstaat. De Europese Unie mag zich niet afwenden van hetgeen er gebeurt. Allereerst moet zij een einde van het geweld eisen en dit blijven veroordelen en moet zij ijveren voor het opleggen van sancties aan de verantwoordelijken. en diegenen ondersteunen die voor onze gemeenschappelijke waarden strijden en solidariteit nodig hebben. Tevens moet zij meer aandacht en begrip schenken aan de verlangens, wensen en tendensen van de bewegingen die naar verandering snakken.

 
  
MPphoto
 
 

  João Ferreira (GUE/NGL), schriftelijk. – (PT) Deze resolutie is zorgwekkend en onaanvaardbaar. Dit vooral gezien de meest recente gebeurtenissen in Libië, waarvoor meer dan ooit een vreedzame en politieke oplossing moet worden gevonden, zonder inmenging van buitenaf. In het licht van de gevaarlijke en ernstige ontwikkelingen, die niet zozeer gericht zijn op vermindering van de spanning, maar eerder op de voorbereiding van gewelddadige handelingen tegen Libië door de VS en de NAVO, geeft de meerderheid van het Parlement haar goedkeuring aan interventies, bezettingen en gewelddadige handelingen in Libië. Iedere aanval op dit land zal, ongeacht de voorwendsels of mandaten, ernstige gevolgen met zich meebrengen voor een volk dat zich toch al in een zeer gespannen en onveilige situatie bevindt. Dit zou zeer nadelig zijn voor degenen die doorgaan met de strijd voor hun rechten, democratie, soevereiniteit en vrede, en zou voor veel meer instabiliteit en strijd in de regio zorgen. Iedere militaire aanval op Libië kan niet los kan worden gezien van het doel om de natuurlijke hulpbronnen van de Libiërs onder controle te krijgen, en zal niet alleen tegen de Libische bevolking zijn gericht, maar tegen alle volkeren van de regio die in opstand zijn gekomen en verder strijden voor sociale en politieke rechten, voor vrijheid, democratie en werkelijke soevereiniteit en onafhankelijkheid van hun landen.

 
  
MPphoto
 
 

  Ilda Figueiredo (GUE/NGL), schriftelijk. – (PT) We zouden graag onze bezorgdheid tot uitdrukking willen brengen over de gebeurtenissen van de laatste tijd in Libië. Wij zijn voor een vreedzame en politieke oplossing, zonder inmenging van buitenaf. Jammer genoeg bepleit de resolutie van het Parlement nu een militaire interventie, omdat er geen no-flyzone mogelijk is zonder militaire interventie.

Deze resolutie schijnt dus eerder de voorbereiding van gewelddadige acties door de VS, NAVO en misschien zelfs de EU tegen Libië ten doel te hebben, dan dat zij bijdraagt aan een vreedzame oplossing. We willen van de gelegenheid gebruik maken om te zeggen dat we duidelijk tegen iedere vorm van militaire bemoeienis in dit land zijn.

Iedere aanval op Libië zal, ongeacht de voorwendsels of mandaten, ernstige gevolgen met zich meebrengen voor de bevolking, die zich toch al in een zeer gespannen en onveilige situatie bevindt. Dit zou sterke nadelen met zich meebrengen voor degenen die verder strijden voor hun rechten, democratie, soevereiniteit en vrede, en zou voor veel meer onveiligheid en conflicten in de regio zorgen.

Iedere militaire aanval op Libië door de VS en hun bondgenoten kan niet los kan worden gezien van het doel om de natuurlijke hulpbronnen van de Libiërs onder controle te krijgen, en zou niet alleen tegen het Libische volk zijn gericht, maar tegen alle volkeren van de regio die in opstand zijn gekomen en doorgaan met de strijd voor hun sociale en politieke rechten, voor vrijheid, democratie en werkelijke soevereiniteit en onafhankelijkheid van hun land. We ondersteunen deze strijd in de gehele regio. Daarom hebben we tegen deze resolutie gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Sylvie Guillaume (S&D), schriftelijk.(FR) Deze resolutie, die bij grote meerderheid is aangenomen en waar ik ook aan bijgedragen heb, laat zien dat het Europees Parlement niet met gekruiste armen achterover leunt wat betreft de situatie in Libië. Integendeel, daar het door middel van zijn ingenomen standpunt de Europese Unie, de lidstaten en barones Ashton verzoekt om zijn voorstellen te steunen. Het Parlement bevestigt zijn steun aan het Libische volk en pleit er onder andere voor om de Nationale Overgangsraad van Libië te erkennen en de instelling van een no-flyzone te steunen in overeenstemming met een mandaat van de Verenigde Naties en in samenwerking met de Arabische Liga en de Afrikaanse Unie. Verder veroordeelt het Parlement met kracht de schendingen van de mensenrechten in Libië door het regime en verzoekt het kolonel Kadhafi dringend om onmiddellijk af te treden. Het enige dat ik jammer vind is de kwestie van de vluchtelingen en migranten, die, naar mijn mening, niet genoeg onder de aandacht gebracht en gepresenteerd is als een gemeenschappelijke uitdaging voor deze landen en de Europese Unie.

 
  
MPphoto
 
 

  Juozas Imbrasas (EFD), schriftelijk. − (LT) Ik heb voor dit document gestemd omdat de EU moet optreden in en steun verlenen aan de zuidelijke nabuurschapslanden, waarbij bijzondere aandacht uitgaat naar de totstandbrenging van de rechtsstaat, goed bestuur en het leggen van constitutionele en electorale grondslagen voor een stabiele, pluriforme en vreedzame democratie in de regio. De Unie voor het Middellandse-Zeegebied moet zich aan het nieuwe tijdperk en aan de nieuwe omstandigheden aanpassen en na reflectie over de recente gebeurtenissen handelen en met voorstellen komen voor de wijze waarop democratie en mensenrechten zich in de aangesloten staten en in de regio, met inbegrip van Libië, het beste laten bevorderen, en met voorstellen voor mogelijke hervormingen, waardoor zij ook haar eigen rol sterker, coherenter en efficiënter kan maken.

 
  
MPphoto
 
 

  Filip Kaczmarek (PPE), schriftelijk. − (PL) Ik heb voor de resolutie over de zuidelijke nabuurschapslanden gestemd waarin bijzondere aandacht wordt besteed aan de situatie in Libië. In Libië worden mensen die voor de vrijheid van hun land vechten, eenvoudigweg gedood. Wij zouden de Libische bevolking moeten helpen. Dat doen we met deze resolutie. Daarin wordt de Libische dictator ondubbelzinnig veroordeeld en wordt ook steun verleend aan degenen die in Libië fundamentele veranderingen willen doorvoeren.

We weten niet wanneer of hoe er een einde zal komen aan deze burgeroorlog. We hopen dat de oorlog zo spoedig mogelijk beëindigd wordt en dat de prodemocratische krachten als winnaar uit de bus komen. De EU zou onverwijld toenadering moeten zoeken tot de Tijdelijke Nationale Overgangsraad en zou het proces voor de officiële erkenning van dit orgaan moeten opstarten. Ze zou de Libiërs er ook toe moeten aanzetten om veranderingen door te voeren en om de weg naar democratie in te slaan. Ik dank u zeer.

 
  
MPphoto
 
 

  David Martin (S&D), schriftelijk. − (EN) Ik verwelkom de democratische opstanden in Libië en naburige landen. Ik roep op tot volledige eerbiediging van de mensenrechten in de regio. Echter, ik heb me van stemming over deze resolutie onthouden, omdat de resolutie oproept tot een no-flyzone. De handhaving van een no-flyzone betekent dat we plaatsen waar zich luchtdoelraketten bevinden moeten bombarderen, wat gevaar voor de levens van burgers met zich meebrengt. Ook zouden we het regime daardoor in staat stellen te beweren dat het Westen Libië aanvalt in plaats van dat het de bevolking van Libië te probeert te beschermen.

 
  
MPphoto
 
 

  Jiří Maštálka (GUE/NGL), schriftelijk. − (CS) De besprekingen naar aanleiding van de gegeven situatie dienen gevoerd worden met veel tact en op correcte wijze. Op basis van een grondige analyse van de situatie kunnen verdere adequate maatregelen worden getroffen om zo te komen tot een directe oplossing en ondersteuning op sociaal en ander gebied. Er dient te worden gestreefd naar oplossingen met een duidelijke en onderbouwde langetermijnvisie die bijdragen aan het behoud van de soevereiniteit van dit land en die voldoende tolerant staan tegenover zijn tradities. Het mogelijke vliegverbod dat al zo uitgebreid is besproken, is een van de manieren waarop, naar zeggen, met name de burgerbevolking beschermd zou moeten worden. Een mandaat daartoe moet duidelijk door zo veel mogelijk landen worden gedragen en moet met name in overeenstemming zijn met het mandaat van de Veiligheidsraad. Bij de opstelling van ontwerpresoluties mag niet alleen de rijkdom aan bodemschatten de leidende gedachte zijn.

 
  
MPphoto
 
 

  Jean-Luc Mélenchon (GUE/NGL), schriftelijk.(FR) Ik stem voor de tekst en de voorgestelde maatregelen met betrekking tot het luchtruim met als doel om de mensen die actie ondernemen te helpen tegen de tiran door wie ze worden beschoten. Mijn stem is uitgebracht in het volgende strikte kader: tot elke oorlogshandeling, zoals de instelling van een no-flyzone, kan alleen worden besloten door de VN, en alleen door de VN. Deze handeling moet geplaatst worden onder de autoriteit van het militaire gezag van de VN, en alleen van de VN. Elk besluit moet worden genomen in overleg met de organisaties van de Afrikaanse Unie en de Arabische Liga. Ik ben absoluut tegen het idee van de VS om preventief te bombarderen en tegen inmenging van de NAVO. Elke andere ontwikkeling zou een andere tekst en andere bepalingen vereisen.

 
  
MPphoto
 
 

  Nuno Melo (PPE), schriftelijk. – (PT) Wat er in Libië gebeurt, is volledig onaanvaardbaar, en de internationale gemeenschap moet meer concrete maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat alle aanvallen op burgers onmiddellijk ophouden. Het is verontrustend dat er een burgeroorlog dreigt en die moet koste wat het kost worden vermeden. De EU moet bij dit proces een leidende rol op zich nemen en ondersteuning bieden bij het vinden van oplossingen om het conflict dat zich op het moment in dit land afspeelt, niet nog te verergeren.

 
  
MPphoto
 
 

  Willy Meyer (GUE/NGL), schriftelijk. – (ES) Ik heb gestemd tegen de gezamenlijke resolutie van het Europees Parlement over Libië, omdat zij voorstelt een no-flyzone in te stellen boven het land, wat een eerste stap is naar een militaire interventie. Wij kunnen op geen enkele manier onze steun geven aan een militaire oplossing van de crisis in Libië of van enige andere crisis. Wij hebben een zeer kritisch standpunt ingenomen bij de militaire interventies in Irak en Afghanistan, en we mogen nu niet in dezelfde fout vervallen. Uit de voorbeelden van deze twee landen moeten we leren dat geweld alleen maar nog meer geweld voortbrengt, met gevolgen die uiteindelijk vernietigend zijn voor de burgerbevolking.

Wat betreft Libië veroordeel ik het geweld dat Kadhafi tegen zijn volk gebruikt, en ik verklaar me solidair met de protestbewegingen van de bevolking. Ik ben echter van mening dat de oplossing in Libië moet worden gezocht in het stoppen van het geweld en langs diplomatieke wegen.

 
  
MPphoto
 
 

  Louis Michel (ALDE), schriftelijk.(FR) De Libische revolutie is in naam van vrijheid, waardigheid en democratie in gang gezet door jonge mensen die gedreven worden door staatszin. We kunnen niet anders dan deze schitterende en ontzagwekkende ambitie steunen en met klem degenen veroordelen die proberen deze poging met geweld neer te slaan en daarbij niet schuwen om duizenden burgers te doden en te verwonden.

Ik hoop met heel mijn hart dat de VN samen met de Arabische Liga en de Afrikaanse Unie een mandaat zal geven voor de instelling van een no-flyzone boven Libië om de bevolking te beschermen tegen mogelijke aanvallen. Ik hoop ook dat de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, barones Ashton, zo spoedig mogelijk betrekkingen aanknoopt met de Nationale Overgangsraad, om deze te erkennen als legitieme gesprekspartner in afwachting van democratische verkiezingen.

We zijn de afgelopen weken getuige geweest van een spectaculaire en veelbelovende ommezwaai van het geopolitieke kader van deze uitermate gevoelige regio. Ik ben ervan overtuigd dat zich een ongekend vooruitzicht voordoet dat de omstandigheden creëert die nodig zijn om het conflict tussen Israël en Palestina op vreedzame wijze te kunnen oplossen. We moeten deze mogelijkheid met beide handen aangrijpen om het Midden-Oosten te ontdoen van een conflict dat al te veel pijn, drama’s, haat en misverstanden heeft veroorzaakt.

 
  
MPphoto
 
 

  Alexander Mirsky (S&D), schriftelijk. − (EN) Ik ben “ten zeerste verheugd” over het aantal duidelijke verklaringen en uitingen van veroordeling. Waar zat u allen voorheen? Werd Kadhafi gisteren geboren? Er was geen terreur in Libië? Het cynisme van sommige EU-leiders roept een gevoel van walging op. Tot recentelijk waren alle leiders van de grootste EU-landen bezig de Libische leider te paaien en probeerden ze bij hem in de gunst te komen. Op dit moment zijn ze bereid om Kadhafi te kruisigen. Het is beter om ons niet in de binnenlandse aangelegenheden van een ander land te mengen, nietwaar? Laat de Libiërs hun problemen zelf oplossen, anders ontstaat er nog een grootschalige opstand in Arabische landen. Ik heb me van stemming onthouden.

 
  
MPphoto
 
 

  Andreas Mölzer (NI), schriftelijk. (DE) In zijn strijd om de macht te behouden zet Kadhafi steeds zwaarder geschut in (zoals het bombarderen van rebellen) en hij deinst niet terug voor hoge aantallen dodelijke slachtoffers. Deze maatregelen zijn door de internationale gemeenschap bijzonder scherp veroordeeld en het Europees Parlement dringt aan op een no-flyzone om te verhinderen dat Kadhafi's bommenwerpers de burgerbevolking aanvallen, alsmede op de erkenning van de Tijdelijke Nationale Overgangsraad en de democratiseringsbeweging als legitieme vertegenwoordigers van het Libische volk en op opschorting van alle betrekkingen met Kadhafi. Het valt nog te bezien of alle staatshoofden en regeringsleiders gevolg zullen geven aan deze oproep. In verband met een mogelijke hervestiging en verdeling van migranten in Europa heb ik mij van stemming onthouden.

 
  
MPphoto
 
 

  Claudio Morganti (EFD), schriftelijk. – (IT) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, ik heb voor deze gezamenlijke resolutie over de huidige situatie in Libië gestemd.

Er zijn te veel vergrijpen en ernstige misdrijven tegen de bevolking gepleegd door het regime van Kadhafi, en ik vind dat het onze plicht is om een gemeenschappelijk krachtig Europees standpunt in te nemen. De voorgestelde maatregelen in de aangenomen resolutie zijn een stap in de goede richting, beginnend met de gewenste sluiting van het luchtruim boven Libië, de instelling van een zogenaamde no-flyzone om te voorkomen dat het regime de burgerbevolking vanuit de lucht aanvalt.

Ik ben van mening dat het de plicht is van de internationale gemeenschap, en van de Europese Unie in het bijzonder, om in contact te treden met de Tijdelijke Nationale Overgangsraad van de opstandelingen en zo bij te dragen aan het op gang brengen van een democratiseringsproces in het land. Voor Europa is de tijd is aangebroken om krachtig en resoluut zijn stem te doen gelden om een einde te maken aan deze verschrikkelijke situatie die mogelijk ook ernstige gevolgen heeft voor de gehele EU, beginnend met een massale migratiegolf naar met name Italië en naar Europa in het algemeen.

 
  
MPphoto
 
 

  Paulo Rangel (PPE), schriftelijk. – (PT) De ernstige situatie waarmee het Libische volk op het moment wordt geconfronteerd, een volk dat te lijden heeft onder de gewelddadige onderdrukking door het regime-Kadhafi dat talloze doden, gewonden en vluchtelingen op zijn geweten heeft, vereist een vastberaden en gezamenlijk optreden van de internationale gemeenschap. De EU moet hierbij een leidende rol op zich nemen en een resoluut standpunt innemen inzake de veroordeling van degenen die verantwoordelijk zijn voor de gepleegde gruweldaden, de goedkeuring en de tenuitvoerlegging van sancties en aangewezen maatregelen, en ook bij de ondersteuning van de gerechtvaardigde democratische aspiraties van dit volk.

 
  
MPphoto
 
 

  Raül Romeva i Rueda (Verts/ALE), schriftelijk. – (EN) De paragrafen 10 en 11 (als gewijzigd) zijn naar mijn mening van bijzonder belang in deze tekst:

“10. onderstreept dat de EU en haar lidstaten de verantwoordelijkheid om te beschermen invulling moeten geven, teneinde de Libische bevolking te redden van grootschalige gewapende aanvallen; wijst erop dat in dit verband geen enkele in het Handvest van de VN voorziene optie moet worden uitgesloten; verzoekt de hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter van de Commissie en de lidstaten zich gereed te houden voor een besluit in de VN-Veiligheidsraad over verdere maatregelen, waaronder de mogelijkheid van een vliegverbod om te voorkomen dat het regime de burgerbevolking tot doelwit kiest; onderstreept dat alle eventuele maatregelen van de EU en de lidstaten met een VN-mandaat dienen te stroken en gecoördineerd moeten worden met de Arabische Liga en de Afrikaanse Unie, waarbij beide organisaties worden aangemoedigd bij de internationale maatregelen sturend op te treden;

11. verzoekt de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid betrekkingen aan te knopen met de Tijdelijke Nationale Overgangsraad van Libië en een proces op te starten om die een officieel karakter te geven teneinde de overgang naar democratie aan te moedigen, de betrokkenheid van een breed spectrum van vertegenwoordigers van de Libische samenleving te garanderen en ervoor te zorgen dat vrouwen en minderheden een rol spelen in het overgangsproces, en de Raad te steunen in de bevrijde gebieden om de bevolking hulp te bieden en te voorzien in de humanitaire basisbehoeften, met inbegrip van medische hulp.”

 
  
MPphoto
 
 

  Licia Ronzulli (PPE), schriftelijk. – (IT) Met deze resolutie doet het Europees Parlement een beroep op de EU-regeringen om de Tijdelijke Nationale Overgangsraad te erkennen als de officiële autoriteit van de Libische oppositie.

De goedgekeurde resolutie dringt er bij de EU op aan zich op te maken voor de mogelijke instelling van een no-flyzone om kolonel Kadhafi ervan te weerhouden de bevolking te bombarderen en om de repatriëring van degenen die het geweld ontvluchten, bij te staan. Ik beschouw het tevens als een optie van strategisch belang dat barones Ashton, de hoge vertegenwoordiger voor het buitenlands en veiligheidsbeleid van de Europese Unie, contact opneemt met vertegenwoordigers van de Tijdelijke Nationale Overgangsraad van de opstandelingen teneinde het proces van officiële erkenning van dat lichaam te bespoedigen. Het is tijd dat kolonel Kadhafi de macht opgeeft en een eind maakt aan de stelselmatige schending van de mensenrechten die in zijn land wordt begaan.

 
  
MPphoto
 
 

  Ernst Strasser (PPE), schriftelijk. (DE) Met betrekking tot paragraaf 15 wil ik het volgende opmerken: met het oog op artikel 80 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie blijft het nog steeds zo dat ik - net als de Oostenrijkse regering - pleit voor solidariteit op vrijwillige basis. De lidstaten moeten - overeenkomstig hun eigen vermogens - kunnen besluiten hoe ver deze solidariteit kan reiken.

 
  
MPphoto
 
 

  Marie-Christine Vergiat (GUE/NGL), schriftelijk.(FR) Ik heb gestemd voor de resolutie van het Europees Parlement over Libië die een duidelijke boodschap van politieke steun aan de Libische revolutie is. Het Europees Parlement heeft allereerst zijn solidariteit met het Libische volk betuigd en de mensenrechtenschendingen en de gewelddadige onderdrukking veroordeeld waaraan het regime van Kadhafi zich schuldig maakt.

Paragraaf 10 van de resolutie beoogt een no-flyzone om te voorkomen dat het regime de burgerbevolking tot doelwit kiest en plaatst die in het kader van de VN in overleg met de Arabische Liga en de Afrikaanse Unie. Deze paragraaf kan echter op meerdere manieren worden geïnterpreteerd. Voor sommigen gaat het er alleen om dat wordt voorkomen dat de vliegtuigen van Moammar al-Kadhafi de bevolking onder vuur nemen. Deze interpretatie kan de tekst een preventieve rol toebedelen omdat genoemde vliegtuigen ervan weerhouden worden om de Libische burgerbevolking te vermoorden. Voor anderen is het de eerste stap in de richting van een eventuele militaire interventie.

Ik heb me ten aanzien van deze dubbelzinnige paragraaf van stemming onthouden.

Ik ben daarom blij met de aanneming van deze resolutie, hoewel ik het jammer vind dat er geen erkenning is van de fouten die de Unie in het verleden heeft gemaakt in haar betrekkingen met Libië, ook op het gebied van immigratie.

 
  
MPphoto
 
 

  Angelika Werthmann (NI), schriftelijk. (DE) Ik heb voor de gezamenlijke ontwerpresolutie gestemd. Aangezien wij een directe buur zijn en de verplichting hebben de beginselen van internationaal recht te eerbiedigen, die eveneens het recht van volkeren op zelfbeschikking omvatten, is het van fundamenteel belang dat wij de mensen in Noord-Afrika hulp bieden. De wijze waarop we dat doen, moet echter zorgvuldig worden gekozen: het verzoek van de Libische Tijdelijke Nationale Overgangsraad om af te zien van direct militair ingrijpen, moet worden gerespecteerd, ook om de humanitaire situatie van de burgers niet verder te verslechteren.

 
  
  

Verslag: Bastiaan Belder (A7-0037/2011)

 
  
MPphoto
 
 

  Luís Paulo Alves (S&D), schriftelijk. – (PT) Ik heb voor dit verslag gestemd, omdat ik van mening ben dat de regering van Iran het gerechtvaardigde verzoek van het Iraanse volk om fundamentele vrijheden en de verbetering van de economische en sociale omstandigheden moet erkennen, en tevens het verlangen van het Iraanse volk naar samenwerking van het land met de internationale gemeenschap. In het beleid van de EU dient enerzijds de kwestie van de mensenrechten een fundamentele rol te spelen en anderzijds de stabiliserende rol van Iran in de regio te worden erkend, op voorwaarde dat het de betrekkingen met de buurlanden en andere internationale spelers normaliseert, zijn nucleair programma opgeeft, en de situatie van de mensen en de democratie verbetert. Ik ben het ook eens met het tweesporenbeleid van de Raad inzake de aanpak van het nucleaire probleem: aan de ene kant sancties, aan de andere kant een aanbod tot overleg. Tot slot wil ik nog zeggen dat de EU het onderwerp van dit verslag in Iran niet eenvoudigweg alleen in samenhang met zijn nucleaire programma moet aankaarten, maar dat zij ook rekening moet houden met mensenrechtenkwesties en het stabiliserend vermogen van het land voor de regio.

 
  
MPphoto
 
 

  Roberta Angelilli (PPE), schriftelijk. – (IT) Mevrouw de Voorzitter, de pijnlijke aspecten van de Iraanse kwestie betreffen de massale schending van de mensenrechten, vooral het gebruik van de doodstraf als bestraffingsmethode.

Ofschoon de EU op 12 mei 2010 Iran wederom heeft opgeroepen om een moratorium op de doodstraf in te voeren overeenkomstig de Resoluties 62/149 en 63/168 van de Algemene Vergadering van de VN, houdt het nog altijd het wereldrecord van executies van kinderen en vrouwen en op grond van seksuele geaardheid.

Het omstreden kernprogramma baart eveneens ernstige zorgen vanwege de gebrekkige transparantie en het gebrek aan samenwerking met de Internationale Organisatie voor Atoomenergie en niet-nakoming van de verplichtingen uit hoofde van het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens.

Nog een probleem betreft telecommunicatie en internet, die voortdurend worden belemmerd ten nadele van de internationale verplichting om de informatievrijheid te verdedigen. Derhalve steun ik dit verslag en ik hoop zeer spoedig een verbetering van de situatie te mogen zien.

 
  
MPphoto
 
 

  Zigmantas Balčytis (S&D), schriftelijk. − (LT) De Islamitische Republiek Iran (hierna Iran te noemen) heeft te kampen met een groot aantal bestuurlijke problemen, zoals de machtsstrijd tussen concurrerende splintergroepen binnen de heersende elites van het land, enorme sociale en economische problemen, regionale veiligheidsproblemen en groeiende onvrede onder de bevolking. Het Iraanse regime reageert niet op de gerechtvaardigde verlangens van de Iraanse burgers. De onder de Iraanse bevolking heersende onvrede over de regering, die voortvloeit uit de ernstige sociaaleconomische situatie in combinatie met het gebrek aan vrijheid en fundamenteel respect voor de menselijke waardigheid in Iran, vormt het grootste obstakel voor het overleven van dit bewind. Bovendien blijven er in het land tal van schendingen van de mensenrechten bestaan. Volgens jaarverslagen over de doodstraf in Iran was het aantal executies in 2009 het hoogste in de afgelopen tien jaar, wat Iran het land met het hoogste aantal executies per hoofd van de bevolking ter wereld maakt. Ik deel de in het verslag opgenomen oproep aan Iran om eindelijk de doodstraf af te schaffen voor misdaden die voor het 18e levensjaar zijn begaan en om zijn wetgeving te wijzigen, aangezien deze in strijd is met de internationale verdragen inzake de mensenrechten die Iran heeft geratificeerd, met inbegrip van het Verdrag inzake de rechten van het kind en het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. Ik ga akkoord met de oproep aan Iran om officiële statistieken over te leggen over de toepassing van de doodstraf.

 
  
MPphoto
 
 

  Edite Estrela (S&D), schriftelijk. – (PT) Ik heb voor dit verslag gestemd, omdat ik van mening ben dat Iran een einde dient te maken aan alle vormen van discriminatie, waardoor vooral vrouwen worden getroffen. De mensen- en grondrechten worden nog steeds straffeloos geschonden in Iran. De Iraanse overheid dient voor altijd een einde te maken aan alle vormen van foltering en elke andere soort wrede en onmenselijke behandeling, zowel in de rechtspraak alsook in de praktijk.

 
  
MPphoto
 
 

  Diogo Feio (PPE), schriftelijk. – (PT) Iran heeft een lange en rijke geschiedenis en een speciale identiteit waarmee we rekening moeten houden, nu de bezorgdheid over de politieke en sociale ontwikkelingen in dat land in de laatste tijd toeneemt. Zonder dat we de Europese waarden en onze prioriteiten inzake de democratie en de mensenrechten moeten opgeven, geloof ik toch dat de overlegkanalen met Teheran niet mogen worden onderbroken, en dat we bijgevolg een poging moeten ondernemen om de veranderingen teweeg te brengen die dit land zo nodig heeft. Ik vind de aanvallen van de laatste tijd op leden van de oppositie uiterst zorgwekkend, en ik hoop dat het Iraanse bewind begrijpt hoe contraproductief deze houding is, en dat het zich hierdoor internationaal dreigt te isoleren.

 
  
MPphoto
 
 

  João Ferreira (GUE/NGL), schriftelijk. – (PT) We willen nog eens duidelijk zeggen dat we het niet eens zijn met een restrictieve en minimale opvatting van de mensenrechten, maar hier strikt op tegen zijn. De EU gedraagt zich als het om mensenrechten gaat vaak schijnheilig en verbergt hiermee haar ware doeleinden. Wanneer dit niet het geval zou zijn, zouden de hier naar voren gebrachte overwegingen en kritiekpunten ook aan andere landen van de regio kunnen worden gericht, zoals Israël of Saudi-Arabië, en dan zouden op hen dezelfde criteria van toepassing zijn als degene die nu op Iran worden toegepast.

Het is belangrijk om er de aandacht op te vestigen dat vrede en veiligheid in de regio zich niet verdragen met de voortgezette bezetting van de Palestijnse gebieden door Israël en het hulpbeleid dat dit land wordt gegund door de VS en de NAVO, met medeplichtigheid van de EU. In de resolutie wordt hierop niet gewezen.

 
  
MPphoto
 
 

  Ilda Figueiredo (GUE/NGL), schriftelijk. – (PT) De schending van mensenrechten is een afkeurenswaardige zaak, of zij nu in Iran of in een ander land plaatsvindt. In dit verslag neemt de meerderheid van het Parlement haar toevlucht tot de gebruikelijke hypocrisie. Onder het mom van de verdediging van de mensenrechten poogt men te verbergen dat het hier eerder om de bescherming van de strategische economische belangen van de grootmachten gaat, met name om de Iraanse olie, dan om de vrijheid van het Iraanse volk. Het beroep dat op de vrijheid wordt gedaan is slechts een voorwendsel. Wanneer dit verslag werkelijk de inachtneming van de mensenrechten en de veiligheid van de regio ten doel had, dan zou een dergelijke toestand ook bij andere landen van dit gebied, bijvoorbeeld Israël of Saudi-Arabië, aan de kaak moeten worden gesteld, waarna op deze landen dezelfde criteria zouden moeten worden toegepast.

Bovendien wordt in het verslag verzuimd om de dreiging voor de vrede te benoemen die voortkomt uit de voortgezette bezetting van de Palestijnse gebieden door Israël en het hulpbeleid dat dit land wordt gegund door de VS en de NAVO.

Wij zijn tegen inmenging in de binnenlandse aangelegenheden van enig land, om het even of het om een inbreuk op de nationale soevereiniteit of op het internationale recht gaat. We zijn tegen het misbruiken of het zich bedienen van bepaalde krachten van de Iraanse oppositiepartijen en tegen campagnes die er eerder toe dienen de belangen van de EU en haar bondgenoten te beschermen, dan de belangen van het Iraanse volk.

 
  
MPphoto
 
 

  Lorenzo Fontana (EFD), schriftelijk. – (IT) Het verslag van de heer Belder benadrukt op een pragmatische manier alles waarover de EU zich zorgen dient te maken met betrekking tot Iran. Ongecontroleerde kernproeven, een gebrek aan fundamentele vrijheden, een klimaat dat buitenlandse investeringen vijandig gezind is, machtsmisbruik door de regering, en de kloof tussen de leiders en het maatschappelijk middenveld. Ik denk dat dit genoeg redenen zijn om ervoor te stemmen dat de EU een pragmatische houding aanneemt jegens een prominente speler in de regionale context van het Midden-Oosten, en om het verslag van de heer Belder te steunen.

 
  
MPphoto
 
 

  Juozas Imbrasas (EFD), schriftelijk. − (LT) Ik heb voor dit document gestemd omdat democratische veranderingen niet van buitenaf of zelfs door een militair optreden kunnen worden opgelegd, maar door middel van een vreedzaam democratisch proces moeten worden bereikt. Het is bekend dat het gevaar van verspreiding van kernwapens als gevolg van het Iraanse kernprogramma voor de EU en de internationale gemeenschap aanleiding blijft tot ernstige verontrusting, zoals zeer duidelijk wordt geformuleerd in vele resoluties van de VN-Veiligheidsraad. De gehele regio zou gebaat zijn bij de stabiliserende rol die Iran mogelijk weer zou kunnen spelen mits het land zijn betrekkingen met de internationale gemeenschap en in het bijzonder met zijn buurlanden normaliseert, het definitief de bezorgdheden over de werkelijke doelstellingen van zijn kernprogramma wegneemt en de eerbiediging van de mensenrechten en de democratie op zijn grondgebied waarborgt.

 
  
MPphoto
 
 

  David Martin (S&D), schriftelijk. − (EN) Ik heb voor dit verslag gestemd, waarin de mensenrechtensituatie in Iran wordt veroordeeld en waarin dringend wordt verzocht om maatregelen te nemen om te voorkomen dat Iran een kernmacht wordt. Het verontrust mij dat in de resolutie “het recht van Iran om uranium te verrijken” wordt erkend, wat uiteraard juist is krachtens de regels van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie, maar gezien de voortdurende impasse in de onderhandelingen ingaat tegen de resoluties van de VN-Veiligheidsraad.

 
  
MPphoto
 
 

  Clemente Mastella (PPE), schriftelijk. – (IT) Het regime van president Ahmadinejad blijft de grondrechten van de Iraanse bevolking straffeloos met voeten treden, terwijl de regering zelf verzwakt is als gevolg van een aantal onzekerheden. Enerzijds koestert de bevolking de hoop op democratische veranderingen, terwijl de regering en het parlement van Iran anderzijds in beroering zijn door de aanwezigheid van facties binnen de elites die om de macht strijden. Democratische veranderingen kunnen evenwel ongetwijfeld niet van buitenaf worden voorgeschreven, maar zouden het resultaat moeten zijn van een democratisch en vreedzaam proces, waarbij eindelijk toegegeven wordt aan oproepen tot welvaart en vrijheid van de kant van recente Iraanse massabewegingen. De nucleaire problematiek is ook nog steeds een actuele kwestie. Van onze kant zou de EU moeten werken aan een diplomatieke oplossing die gebaseerd is op een benadering waarbij druk met normale dialoog wordt gecombineerd. Het zou bijvoorbeeld raadzaam zijn de Europese Raad te laten bijdragen aan de bevriezing van assets van individuen die betrokken zijn bij de kern- en wapenprogramma’s van Iran. In de toekomst zouden relaties tussen de EU en Iran zich evenwel moeten concentreren op het analyseren van de talrijke schendingen van de mensenrechten. De EU zou kortom alle beschikbare middelen moeten gebruiken om een eenduidig standpunt van de Europese Unie op te stellen en de Iraniërs duidelijk moeten maken dat we aan hun toekomst denken. Hun mensenrechten zijn ook onze rechten.

 
  
MPphoto
 
 

  Nuno Melo (PPE), schriftelijk. – (PT) We moeten rekening houden met het verleden en de culturele geschiedenis van Iran, wanneer we aandacht besteden aan de huidige politieke en sociale ontwikkeling van het land. De permanente schendingen van de mensenrechten in Iran zijn zorgwekkend, maar zij mogen niet in de weg staan van het overleg dat erop is gericht dit soort incidenten te beëindigen. We moeten proactief bezig blijven met het zoeken naar oplossingen om een eind te maken aan deze gebeurtenissen. De aanvallen van de laatste tijd op leden van de oppositie zijn verontrustend, en het is noodzakelijk dat we het Iraanse bewind aan het verstand brengen dat dit soort gedrag alleen maar tot een sterker internationaal isolement zal leiden.

 
  
MPphoto
 
 

  Alajos Mészáros (PPE), schriftelijk. – (HU) De Iraanse regering heeft de laatste tijd voor heel wat uitdagingen gestaan, door de steeds groeiende onvrede onder de bevolking. De veiligheidstroepen hebben daar krachtig op gereageerd en hebben vreedzame demonstranten gearresteerd. Er werden massale showprocessen opgestart tegen studenten, wetenschappers, vrouwenrechtenactivisten, advocaten, journalisten en leden van de geestelijkheid. Talloze Iraniërs werden om politieke redenen geëxecuteerd en er zitten er nog heel wat in de gevangenis. Iran hoort wereldwijd bij de drie landen met het grootste aantal executies. We moeten alles doen wat in onze macht ligt om de negatieve discriminatie en de sociale onderdrukking in Iran zo snel mogelijk een halt toe te roepen. Dan pas kan het land een eerste stap zetten richting de democratie. Dat kan niet van buitenaf door een militair optreden worden opgelegd. Het moet door middel van een vreedzaam proces worden bereikt, en daarom ondersteun ik dit voorstel met mijn stem.

 
  
MPphoto
 
 

  Willy Meyer (GUE/NGL), schriftelijk. – (ES) Ondanks het feit dat de tekst van het verslag licht verbeterd is door een aantal amendementen, heb ik tegen gestemd omdat het pleit voor een sanctiebeleid dat naar mijn idee de situatie van het Iraanse volk niet zou verbeteren, integendeel. Naar mijn mening zou het verslag van het Europees Parlement de spanning moeten doen afnemen in plaats van die te doen toenemen, want als de diplomatieke middelen uitgeput raken, zal dat de nu al gecompliceerde situatie nog moeilijker maken voor het Iraanse volk. Naar mijn mening zijn dreigementen aan Iran door de internationale gemeenschap niet de beste manier om een redelijke compromis te bereiken in het conflict over het kernprogramma. Om die reden heb ik tegen dit verslag gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Louis Michel (ALDE), schriftelijk.(FR) Ik heb deze resolutie gesteund, omdat de rapporteur, naast de nucleaire kwestie, niet geschuwd heeft om de interne situatie in het land, het verlangen van de bevolking naar meer democratie en de mensenrechtensituatie ter sprake te brengen.

Het is onze plicht om deze jonge mensen niet teleur te stellen, deze bevolking die zo graag in een democratie wil leven en elkaars ideeën wil respecteren. We moeten een volk steunen dat ernaar streeft om een rechtsstaat tot stand te brengen om toekomstige generaties een toekomst te bieden op basis van tolerantie, vrijheid, gerechtigheid en voorspoed. We moeten de verkrachtingen, moorden, parate executies, willekeurige aanhoudingen en pesterijen als onaanvaardbaar aanmerken.

Elke schending van de mensenrechten is onaanvaardbaar. Toch hebben we, sinds de herverkiezing van president Ahmadinejad in juni 2009, een toename van dergelijke schendingen gezien. Iran voltrekt per hoofd van de bevolking het hoogste aantal doodvonnissen ter wereld. Het is wat betreft het aantal executies, na China, het tweede land dat de doodstraf door steniging het vaakst toepast, en het eerste land in verhouding tot het aantal inwoners. Het wordt tijd dat Iran zijn verplichtingen onder het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten nakomt, dat het vrijwillig geratificeerd heeft.

 
  
MPphoto
 
 

  Miroslav Mikolášik (PPE), schriftelijk. − (SK) Als ondertekenaar van het Non-proliferatieverdrag heeft Iran langdurig en arrogant zijn verplichtingen met de voeten getreden, vooral door zijn nucleaire activiteiten te verzwijgen. Als Iran een goede verstandhouding wil houden met de Europese Unie en de andere democratische landen, moet het iedere twijfel over het doel van zijn nucleaire programma eenduidig van tafel vegen.

Ik vind het ook verontrustend voor de Europese Unie dat de betrekkingen tussen Iran en Turkije worden verstevigd. Turkije verzekert in zijn streven om toe te treden tot de Europese Unie dat het de gemeenschappelijke waarden respecteert, maar ondertussen geeft het openlijk blijk van sympathie voor het Iraanse regime.

Ik wil erop wijzen dat Iran wereldrecordhouder is in het aantal ter dood veroordeelde jongeren en het aantal doodstraffen per hoofd van de bevolking. Showprocessen tegen politieke tegenstanders, de buitengewoon brute straf van steniging die in Iran tot op heden legaal wordt toegepast, evenals andere vormen van onmenselijke marteling, behandeling en bestraffing zijn typerend voor een regime dat het verdient moreel gezien krachtig te worden veroordeeld.

Afgezien van bovengenoemde feiten moet het ook tot de prioriteiten van de Europese Unie behoren standvastig aan te dringen op de afkondiging van een moratorium op de doodstraf totdat die volledig is afgeschaft, op te roepen tot de beëindiging van het ongestraft schenden van de mensenrechten en natuurlijk het destabiliseren van de regio.

 
  
MPphoto
 
 

  Alexander Mirsky (S&D), schriftelijk. − (EN) Het is grappig en tegelijkertijd dieptreurig om te praten over de eerbiediging van de rechten en vrijheden in een land dat wordt geregeerd door iemand die dreigt om de Verenigde Staten, Europa en Israël te vernietigen. Het is niet zinvol om met hem te onderhandelen over mensenrechten en waarden en vrijheden. Dergelijke mensen begrijpen alleen de taal van de macht. We moeten stoppen met plichtplegingen en woorden in daden gaan omzetten. Volledige isolering, zware sancties en een helder en consequent standpunt zullen resultaat opleveren. Mahmoud Ahmadinejad is een gevaar voor de mondiale samenleving.

 
  
MPphoto
 
 

  Cristiana Muscardini (PPE), schriftelijk. – (IT) De gebrekkige transparantie in de Iraanse regering en de beperkte samenwerking met de Internationale Organisatie voor Atoomenergie bij het kernprogramma zijn zonder meer allesbehalve geruststellend.

De verslechtering van de situatie van de fundamentele mensenrechten en Irans vermogen om de regio via de Hezbollah en de Hamas te destabiliseren zijn elementen die de ongerustheid over het land over de hele wereld doen toenemen. Verkiezingsfraude, gewelddadige onderdrukking van demonstraties, executies die in 2010 op 680 uitkwamen (tweemaal zoveel als in het voorgaande jaar), en de arrestatie van oppositieleiders laten geen twijfel bestaan over het gebruik van macht en geweld door het regime. De EU-sancties van 26 juli 2010 waren, in overeenstemming met die van de VN, op hun plaats en noodzakelijk. De EU moet meer aandacht besteden aan het kernenergiebeleid van Iran teneinde de ontwikkelingen met betrekking tot conflicten in de gaten te houden.

De EU zou internationale diplomatie moeten ondersteunen voor de bescherming van de mensenrechten. De tweesporenbenadering houdt de deur open voor een dialoog, maar daarvoor zijn ten minste twee partijen nodig, en in afwezigheid van goodwill van de kant van Iran zouden de sancties versterkt moeten worden en doelgerichter moeten zijn. We mogen niet accepteren dat het aantal executies zo hoog blijft oplopen en dat het kernenergiebeleid van Iran buiten het toezicht van de internationale gemeenschap valt.

 
  
MPphoto
 
 

  Mariya Nedelcheva (PPE), schriftelijk.(FR) Ik heb voor het verslag van de heer Belder gestemd. We zijn nu al veel te lang aan het vragen om een ander regime in Iran. De mensenrechten worden voortdurend met voeten getreden door de slimme koppen achter het huidige regime, of we het nu hebben over de schandelijke omstandigheden waarin de mensen in het oppositiekamp Ashraf moeten verblijven, de voortdurende schending van vrouwenrechten, discriminatie van homoseksuelen, de censuur op kunstenaars, enzovoort.

Wat wij op Europees niveau kunnen doen, is effectieve sancties opleggen aan de leiders van het regime. Maar straffen is niet genoeg. De mensen in het land die er alles aan doen om hun rechten te beschermen, moeten worden aangemoedigd. Zou de Europese Unie niet alle mensenrechtenverdedigers in Iran moeten beschermen? De strijd om democratie die momenteel gaande is in Noord-Afrika, moet worden uitgebreid naar Iran.

 
  
MPphoto
 
 

  Paulo Rangel (PPE), schriftelijk. – (PT) Ik heb voor dit verslag gestemd waarin de ernstige situatie die in Iran heerst wordt beschreven, waarin de onderdrukkingsmaatregelen van de Iraanse overheid en haar stelselmatige schendingen van de mensenrechten worden gehekeld en waarin de noodzaak wordt benadrukt om zeer zorgvuldig te zoeken naar een diplomatieke oplossing voor het nucleaire vraagstuk. Ik zou in het bijzonder nog eens mijn solidariteit tot uitdrukking willen brengen met het Iraanse volk, dat na de presidentsverkiezingen van 2009 op absoluut legitieme wijze tot democratische verandering heeft opgeroepen.

 
  
MPphoto
 
 

  Raül Romeva i Rueda (Verts/ALE), schriftelijk. − (EN) Dit is het eerste verslag over Iran in het Parlement sinds het verslag-Gahler uit 2001. Aangezien alle onderhandelingen over overeenkomsten tussen de EU en Iran al jaren zijn opgeschort, is de enige manier waarop het Parlement een meer diepgaand standpunt over dit land kenbaar kan maken het initiatiefverslag, dat in gang werd gezet door een voorstel van De Groenen. De EFD-Fractie kreeg deze opdracht toebedeeld. Vier fracties (De Groenen, de S&D, de ALDE en de GUE) hebben gezamenlijk amendementen op het ontwerpverslag geformuleerd, die grotendeels zijn aangenomen, zij het met een kleine minderheid.

Belangrijke kwesties zijn: de contacten van de EU met Iran (paragraaf 32) waarbij, wat betreft de achtergrond van de controverse over de kwestie of de Iran-delegatie van het EP toestemming moet krijgen om naar Iran te reizen, in de tekst nu (tegen de wens van de rapporteur in) wordt gevraagd om contacten met een breed scala van actoren, zonder rechtstreeks naar de delegatie te verwijzen; sancties (paragraaf 42), waarbij in de tekst wordt opgeroepen tot gerichte sancties tegen de belangrijkste schenders van de mensenrechten; tot nu toe bestaan er alleen sancties tegen mensen die iets met het nucleaire dossier te maken hebben; en de opening van een EU-ambassade in Teheran, net als bijna alle lidstaten met een vertegenwoordiging in het land.

 
  
MPphoto
 
 

  Licia Ronzulli (PPE), schriftelijk. – (IT) Ik steun de tekst van dit verslag, omdat hierin de voornaamste aspecten worden benadrukt die Iran tot een van de gevaarlijkste landen in de internationale arena maken, zowel in humanitair als in politiek opzicht.

Het land wordt nu verwoest door het willekeurig gebruik van geweld door de veiligheidsdiensten die met een genadeloos optreden tegen vreedzame demonstraties hebben gereageerd door duizenden demonstranten te arresteren. Dit nodeloos gebruik van geweld heeft gezorgd voor een geleidelijke verslechtering van de fundamentele mensenrechten van de Iraanse bevolking die voortdurend onderworpen is aan een punitief systeem dat in strijd is met elke conventie over de burgerrechten en politieke rechten van de mens.

En alsof dat nog niet genoeg is, blijft de doodstraf door steniging nog altijd van kracht in dat land, met een toenemend aantal executies, om nog maar te zwijgen van het feit dat we nog altijd geen bewijs hebben dat de nucleaire installaties in het land uitsluitend voor vreedzame doeleinden worden gebruikt.

 
  
MPphoto
 
 

  Oreste Rossi (EFD), schriftelijk.(IT) Wij zijn voorstander van dit verslag omdat het de Iraanse kwestie hard en streng benadert en niet alleen de contrasten in het land benadrukt maar ook het feit dat deze situatie niet mag voortduren. Het Iraanse regime gebruikt voortdurend onderdrukking tegen iedereen die tegen het absolutisme in opstand durft te komen, doorgaans door toepassing van de doodstraf.

In feite is dit land recordhouder voor het grootste aantal executies van kinderen en per hoofd van de bevolking ter wereld. We nemen er ook nota van dat de doodstraf vaak wordt uitgevoerd via steniging voor misdaden die zo gering zijn als beschuldigingen van overspel en geloofsverzaking. Het verslag benadrukt tevens de onderdrukking van christenen en van de Bahá'i-gemeenschap.

Iran blijft internationaal geloofwaardigheid verliezen vanwege zijn politieke retoriek en agressieve steun voor het islamitisch fundamentalisme. Ik wil tevens het voortdurende psychologische en fysieke geweld benadrukken dat permanent gebruikt wordt door de Iraanse regering tegen de dissidente vluchtelingen in kamp Ashraf.

 
  
MPphoto
 
 

  Peter Skinner (S&D), schriftelijk. − (EN) Het verheugt mij dat de heer Belder dit verslag naar het Parlement heeft kunnen brengen en met succes aspecten heeft kunnen doordrukken met betrekking tot de mensenrechten in Iran, in het bijzonder de sterke veroordeling van de opsluiting van de Iraanse oppositieleiders Mir Hossein Mousavi en Mehdi Karroubi en hun vrouwen.

Ik ben het er echter niet mee eens dat Iran “het recht [heeft] om uranium te verrijken”, hetgeen krachtens de IAEA-regels is toegestaan, maar gegeven de voortdurende impasse van de onderhandelingen, tegen de resoluties van de VN-Veiligheidsraad ingaat.

 
  
MPphoto
 
 

  Catherine Stihler (S&D), schriftelijk. − (EN) Ik heb dit verslag gesteund omdat ik ten zeerste geloof dat de Iraanse regering positief moet reageren op de roep van het Iraanse volk om elementaire vrijheden en betere sociale en economische omstandigheden. Via dit verslag veroordeelt het Europees Parlement het gebruik van de doodstraf en ook talrijke andere schendingen van de mensenrechten.

 
  
MPphoto
 
 

  Angelika Werthmann (NI), schriftelijk. (DE) Ik heb voor het verslag van de heer Belder over de benadering van Iran door de EU gestemd. Ik deel de bezorgdheid van de meeste Europeanen over het Iraanse kernenergieprogramma en de toezegging van het Iraanse regime dat dit programma uitsluitend voor civiele doeleinden wordt gebruikt. Desalniettemin ben ik van mening dat de Europese Unie bij de samenwerking met derde landen in de energiesector uitsluitend gebruik moet maken van duurzame, groene en veilige energiebronnen - in navolging van haar eigen klimaatdoelstellingen. Ik ondersteun eveneens de mening van mijn collega dat de EU een bredere strategie ten aanzien van Iran moet ontwikkelen die verder gaat dan het nucleaire vraagstuk en die tevens de mensenrechtensituatie en andere belangrijke kwesties omvat.

 
  
MPphoto
 
 

  Iva Zanicchi (PPE), schriftelijk. – (IT) Ik heb voor het verslag van de heer Belder gestemd, omdat ik ondanks de talrijke problemen met betrekking tot de binnenlandse en buitenlandse politiek van Iran, zoals bijvoorbeeld het mogelijke gebruik van kernwapens, het gebrek aan transparantie in bepaalde regeringsbesluiten en, in sommige gevallen, het niet-naleven van fundamentele mensenrechten, van mening ben dat een beleid dat uitsluitend op sancties is gebaseerd, geen grote voordelen met zich kan meebrengen.

Ík acht het derhalve van belang dat de Europese Unie bepaalde vormen van overleg met de regering in Teheran veiligstelt en zo mogelijk in stand houdt.

 
  
  

Ontwerpresolutie RC-B7-0158/2011

 
  
MPphoto
 
 

  Luís Paulo Alves (S&D), schriftelijk. – (PT) Ik stem onvoorwaardelijk voor deze gezamenlijke ontwerpresolutie, waarin het belang wordt benadrukt van minderhedenrechten, van de bevordering van de bescherming van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden en de rechten van het kind, en daarnaast van de bestrijding van terrorisme. Ik zou graag de aandacht willen vestigen op de conclusies, en ik ben het ermee eens dat de EU meer met één stem moet spreken, omdat hierdoor de zichtbaarheid en invloed van de EU als wereldspeler zouden worden vergroot, en dat de EU-delegaties in Genève en New York de samenhang, de zichtbaarheid en de geloofwaardigheid van het optreden van de EU in de Raad voor de rechten van de mens van de VN (UNHRC) moeten versterken. Ik ben het ermee eens dat in de resolutie wordt gezegd dat de lidstaten de UNHRC dienen aan te sporen in gelijke mate aandacht te besteden aan discriminatie op alle gronden, waaronder geslacht, raciale of etnische herkomst, leeftijd, seksuele oriëntatie, handicap en godsdienst of geloofsovertuiging. Ik ben het ook eens met de doorlichting van de UNHRC, die moet uitwijzen of de UNHRC meer moet gaan fungeren als een mechanisme van vroegtijdige waarschuwing en preventie, speciale procedures in stand moet kunnen houden, de onafhankelijkheid van het Bureau van de Hoge Commissaris voor de mensenrechten (OHCHR) moet waarborgen en voor voldoende middelen moet zorgen om de regionale kantoren van het OHCHR open te houden.

 
  
MPphoto
 
 

  Zigmantas Balčytis (S&D), schriftelijk. − (LT) De Europese Unie en haar lidstaten moeten het respect voor de mensenrechten in hun eigen beleid waarborgen. Het is daarom heel belangrijk dat de EU een sterk en geloofwaardig standpunt kan innemen in de internationale organisaties, vooral in de Mensenrechtenraad van de VN, om zo op een effectieve en consistente manier het beleid ter verdediging van de mensenrechten wereldwijd te kunnen verwezenlijken. Ik ben het ermee eens dat de werking en het mandaat van de UNHRC moeten worden herzien. Dit biedt de gelegenheid om de werkmethoden van die Raad te evalueren en te verbeteren, zodat hij op doelmatigere en systematischere wijze kan reageren op schendingen van de mensenrechten. De UNHRC is er enkele keren niet in geslaagd om ernstige mensenrechtenproblemen op urgente en tijdige wijze aan te pakken, omdat het ontbrak aan geschikte instrumenten daarvoor. Daarom moet de UNHRC beter worden uitgerust om het hoofd te bieden aan zowel chronische problemen als noodsituaties, wellicht door uitbreiding van de ‘gereedschappendoos’ voor de mensenrechten, door panels in te schakelen niet alleen tijdens zijn zittingen maar ook in de tijd daar tussen. De EU moet op haar beurt prioriteit verlenen aan de UNHRC en de activiteiten van de lidstaten beter coördineren, waardoor de EU beter invloed kan uitoefenen binnen het VN-systeem in ruimere zin en de coördinatie en besluitvorming op het vlak van mensenrechten kan vergemakkelijken.

 
  
MPphoto
 
 

  Vilija Blinkevičiūtė (S&D), schriftelijk. − (LT) Ik heb voor deze ontwerpresolutie gestemd omdat de Europese Unie en haar lidstaten het respect van de mensenrechten in hun eigen beleid moeten waarborgen, terwijl het standpunt van de Europese Unie in de Mensenrechtenraad van de VN (UNHRC) sterker en doeltreffender moet zijn. Er moeten prioriteiten worden gesteld voor de zitting van de Mensenrechtenraad van de VN en de doorlichting 2011. Alleen zo kunnen we beoordelen hoe de UNHRC zijn mandaat heeft uitgevoerd en welke werkmethoden moeten worden verbeterd, zodat hij doelmatiger kan optreden en sneller kan reageren op schendingen van de mensenrechten. Het Europees Parlement betreurt het dat de UNHRC er enkele keren niet in is geslaagd om ernstige mensenrechtenproblemen op urgente en tijdige wijze aan te pakken, omdat het ontbrak aan geschikte instrumenten daarvoor. Het streeft daarom welbewust naar de oprichting van gespecialiseerde mechanismen van de UNHRC, waarmee terstond kan worden opgetreden tegen mensenrechtencrises zoals bijvoorbeeld die in het Midden-Oosten, Iran en Wit-Rusland. Het is bovendien van belang dat de UNHRC beter wordt uitgerust om het hoofd te bieden aan zowel chronische als noodsituaties, wellicht door uitbreiding van de ‘gereedschappendoos’ voor de mensenrechten, door panels in te schakelen niet alleen tijdens zijn zittingen maar ook in de tijd daar tussen. Het Parlement doet ook een beroep op de lidstaten om een actieve bijdrage te leveren aan de doorlichting van de UNHRC van 2011 om te zorgen voor een striktere naleving van zijn mandaat.

 
  
MPphoto
 
 

  Edite Estrela (S&D), schriftelijk. – (PT) Ik heb voor deze resolutie gestemd, omdat ik van mening ben dat er enorm belangrijke punten op de agenda van de zestiende gewone zitting van de Raad voor de rechten van de mens van de VN staan. Ik wil het belang van de agenda benadrukken, die onder andere verslagen omvat over de rechten van personen die tot nationale of etnische, godsdienstige en taalminderheden behoren en over de bevordering en bescherming van de mensenrechten en fundamentele vrijheden tegen de achtergrond van terreurbestrijding, alsmede uitvoerige beraadslagingen inzake de rechten van het kind.

 
  
MPphoto
 
 

  Diogo Feio (PPE), schriftelijk. – (PT) De zestiende zitting van de Raad voor de rechten van de mens van de VN zal op een historisch gezien bijzonder turbulent tijdstip plaatsvinden, wat de bijeenkomst absoluut zal ondergraven, aangezien een aantal leden van deze Raad in het geheel niet aan de bepalingen van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties voldoen en zich allesbehalve inspannen voor de bevordering en de bescherming van de mensenrechten in naleving van deze Verklaring. De Europese Unie moet actief aan deze zitting deelnemen en er alles aan doen om ervoor te zorgen dat haar universele opvatting van de mensenrechten op de grondslag van de menselijke waardigheid in alle landen van de wereld wordt uitgedragen en doeltreffend ten uitvoer wordt gelegd. De benoeming van een Europese hoge vertegenwoordiger voor mensenrechten kan ertoe bijdragen dat de standpunten van de Unie duidelijker zichtbaar worden. Wanneer de lidstaten van de Raad vasthouden aan de strategie “één en dezelfde boodschap, maar met vele stemmen”, is het mogelijk om daarmee de steun voor de Europese standpunten te versterken.

 
  
MPphoto
 
 

  João Ferreira (GUE/NGL), schriftelijk. – (PT) Het Europees Parlement heeft in zijn mensenrechtenbeleid lang met twee maten gemeten. Het is ook bekend dat het Parlement er een opportunistische interpretatie op na heeft gehouden van de Verklaring die in 1948 door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties werd aangenomen: de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. In dit verslag wordt weer eens duidelijk welke afwegingen er bij de vermelding van de diverse landen worden gemaakt. Landen waarmee de EU economische en diplomatieke betrekkingen onderhoudt en die voor haar van strategisch belang zijn, worden om strategische redenen niet genoemd, ondanks hun ernstige schendingen van de mensenrechten. Voorbeelden hiervan zijn Israël, Colombia en Marokko, om slechts drie landen op verschillende continenten te noemen. Wij delen deze beperkte opvatting van de mensenrechten niet.

We nemen de gehele inhoud van de Verklaring serieus, die naar onze mening een belangrijk aandeel heeft gehad in ons politieke optreden. Ten slotte zijn we tegen de opvatting dat de Europese Unie een permanente zetel moet hebben in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, omdat dat simpelweg niet zinnig zou zijn gezien de geest en de grondslagen van de organisatie, die in het Handvest van de Verenigde Naties zijn vastgelegd. De VN is een organisatie van onafhankelijke en soevereine staten en moet dat ook blijven.

 
  
MPphoto
 
 

  Ilda Figueiredo (GUE/NGL), schriftelijk. – (PT) De selectieve manier waarop in dit verslag kritiek wordt uitgeoefend op bepaalde landen en de instrumentalisering van dit debat spreken een duidelijke taal. Het hypocriete karakter van dit verslag is onmiskenbaar, aangezien er geen kritiek wordt geleverd op landen waar de mensenrechten weliswaar worden geschonden, maar waarmee de EU goede economische en diplomatieke betrekkingen heeft of die van strategisch belang zijn, zoals Colombia en Honduras. Er staat geen oproep in het verslag tot beëindiging van de bezetting van de Westelijke Sahara door Marokko of van de bezetting van Palestina door Israël.

We zijn bovendien niet van mening dat de Europese Unie een permanente zetel in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties moet hebben, omdat de VN een organisatie van soevereine en onafhankelijke staten is, en de Europese Unie volgens het Handvest van de VN geen staat is.

De verdediging van de mensenrechten (en dus ook het gegeven dat ze ondeelbaar zijn en niet in een rangorde kunnen worden ondergebracht) en de status van deze rechten als absolute voorwaarde voor respect voor de rechten van mensen en oprechte sociale rechtvaardigheid, vrede, vrijheid en democratie, dient het uitgangspunt voor al ons politieke handelen te vormen. U kunt op ons rekenen als het om de verdediging van de mensenrechten gaat, maar u hoeft er niet op te rekenen dat wij hypocriete praktijken steunen.

 
  
MPphoto
 
 

  Juozas Imbrasas (EFD), schriftelijk. − (LT) Ik heb voor dit document gestemd daar de UNHRC een weergaloos platform is voor de universele rechten van de mens en een specifiek forum vormt voor de behartiging van de mensenrechten binnen het systeem van de Verenigde Naties. De UNHRC heeft ook een belangrijke taak en verantwoordelijkheid bij een sterkere bevordering, bescherming en naleving van de mensenrechten over de gehele wereld. Ik wil het belang onderstrepen van de zestiende zitting van de UNHRC, en met name van het doorlichtingsproces van de UNHRC, dat een unieke gelegenheid biedt om te beoordelen hoe die Raad zijn mandaat heeft uitgevoerd en hem op zijn beurt ook de gelegenheid biedt om zijn werkmethoden te verbeteren, zodat hij op doelmatigere en systematischere wijze kan reageren op schendingen van de mensenrechten. Ik verwelkom het feit dat op de agenda van deze zestiende gewone zitting onder meer verslagen staan over de rechten van personen die behoren tot nationale of etnische, religieuze of taalkundige minderheden en over de bevordering en bescherming van de mensenrechten en fundamentele vrijheden ook bij de bestrijding van terreur, alsook uitvoerige vergaderingen over de rechten van het kind.

 
  
MPphoto
 
 

  Petru Constantin Luhan (PPE), schriftelijk. – (RO) De zestiende zitting van de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties biedt een unieke gelegenheid om de wijze waarop de Raad zijn mandaat heeft ingevuld te beoordelen en is daarnaast een kans om de werkwijzen van de Raad te verbeteren, zodat er een meer doeltreffende en systematische respons kan worden ontwikkeld op mensenrechtenschendingen. Ik ben van mening dat het van groot belang is om als onderdeel van de EU-Raad een mensenrechtenwerkgroep op te richten, met mensenrechtenexperts van alle 27 EU-lidstaten, gevestigd in Brussel.

Het zou ook zeer nuttig zijn om op hoog niveau een speciale EU-vertegenwoordiger voor de mensenrechten aan te stellen. Ik hoop dat de Europese Dienst voor extern optreden (EEAS), met name de delegaties in Genève en New York, in de toekomst zullen zorgen voor meer samenhang, een duidelijker profiel en een grotere geloofwaardigheid van de EU-activiteiten binnen de VN-Mensenrechtenraad, door Europa’s vermogen tot interactie en samenwerking op interregionaal niveau te ontwikkelen.

 
  
MPphoto
 
 

  Thomas Mann (PPE), schriftelijk. (DE) Ik heb zojuist voor de resolutie van het Europees Parlement over de prioriteiten van de zestiende zitting van de VN-Raad voor de mensenrechten gestemd. Onze resolutie is met name van belang omdat wij vandaag de onderdrukking van vreedzame protesten tegen de gewelddadige bezetting van Tibet 52 jaar geleden hebben herdacht. De Dalai Lama heeft gisteren aangekondigd zich uit het politieke leven terug te trekken - dat is een historisch verlies. Er zijn maar weinig mensen die bij hun eigen volk en ook de rest van de wereld zo veel aanzien genieten en die tegelijkertijd zo sympathiek gevonden worden als Zijne Heiligheid. De Dalai Lama onttrekt zich echter in geen geval aan zijn verantwoordelijkheden door zich uit het politieke leven terug te trekken. Hij heeft verklaard dat hij gecommitteerd zal blijven aan zijn spirituele rol met betrekking tot de belangen van het Tibetaanse volk. Zijne Heiligheid zal de politieke machten die in de Tibetaanse grondwet zijn verankerd overdragen aan de vrij gekozen regering in ballingschap. Daarmee zal hij de democratie van de Tibetanen in ballingschap nogmaals versterken, die verspreid over alle continenten ter wereld leven. Op 20 maart zullen er een nieuwe minister-president en een nieuw parlement worden gekozen. Ik zal als waarnemer getuige zijn van de verkiezingen in Zwitserland. Wij Europeanen moeten helpen om democratie en mensenrechten voor de Tibetanen te versterken.

 
  
MPphoto
 
 

  David Martin (S&D), schriftelijk. − (EN) Ik juich deze resolutie toe, waarin de onderlinge afhankelijkheid van burger-, politieke, economische, sociale en culturele rechten wordt benadrukt en waarin erop wordt gewezen dat de toegang tot water een mensenrecht is. Ik juich in het bijzonder toe dat amendement 19, waarin om een follow-up van het verslag-Goldstone wordt verzocht, is aangenomen.

 
  
MPphoto
 
 

  Nuno Melo (PPE), schriftelijk. – (PT) In deze woelige tijden – zeker in Noord-Afrika – is deze zestiende Zitting van de Mensenrechtenraad van bijzonder belang. De Europese Unie dient in deze zitting heel actief te participeren en al het mogelijke te ondernemen om ervoor te zorgen dat haar universele benadering van de mensenrechten, gebaseerd op de waardigheid van de mens, in ieder land ter wereld wordt nagevolgd. Het is voor de EU ook heel belangrijk dat er een Europese hoge vertegenwoordiger voor de mensenrechten wordt benoemd, opdat onze visie op de verdediging van de mensenrechten steeds meer verspreiding vindt.

 
  
MPphoto
 
 

  Willy Meyer (GUE/NGL).(ES) Helaas heb ik niet kunnen stemmen voor deze resolutie van het Europees Parlement over de prioriteiten van de zestiende vergadering van de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties, omdat daarin verschillende punten zijn vastgelegd waarmee ik het niet eens ben.

De resolutie pleit voor coördinatie met de Verenigde Staten op het gebied van de mensenrechten, zij juicht de benoeming toe van de Marokkaanse medebemiddelaar in de Raad van de mensenrechten van de Verenigde Naties, en moedigt de Europese Unie aan om “gemeenschappelijke standpunten” in te nemen ten opzichte van bepaalde landen. Ook benadrukt zij de verdiensten van de financiële instrumenten van de EU, die alleen maar een voorbeeld zijn van de manier waarop de EU een zo belangrijke kwestie als de mensenrechten manipuleert door die groepen te financieren die de Europese belangen in derde landen waarborgen.

Naar mijn mening zijn dit voldoende redenen om niet voor deze resolutie te stemmen, en daarom heb ik mij van stemming onthouden.

 
  
MPphoto
 
 

  Andreas Mölzer (NI), schriftelijk. (DE) De onrust in de Maghreb laat ons duidelijk zien dat het niet eenvoudig is om voor de mensenrechten op te komen en dat dit dikwijls botst met economische en/of militaire belangen. Zo zijn er ook in naam van terrorismebestrijding maatregelen genomen die niet met de mensenrechten verenigbaar zijn. In dit verband moet de EU ook naar zichzelf kijken - bijvoorbeeld in het geval van de illegale CIA-transitvluchten. Ondanks deze tekortkomingen blijft het belangrijk dat met name de EU zich tot de bescherming van de mensenrechten verbindt. Bescherming van de rechten van minderheden, met name de verbetering van de situatie van christenen en andere religieuze minderheden in islamitische landen, moet een bijzonder streven van de Europese Unie zijn, waarbij met name christenen te lijden hebben onder massale vervolging en het belangrijkste slachtoffer van religieus geweld zijn. Met het oog daarop heb ik voor gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Rolandas Paksas (EFD), schriftelijk. − (LT) Ik heb voor deze resolutie gestemd daar de Mensenrechtenraad van de VN wereldwijd een belangrijke rol blijft spelen om problemen inzake mensenrechten op te lossen. Het doorlichtingsproces is een goede gelegenheid om te evalueren hoe de Mensenrechtenraad van de VN zijn mandaat heeft uitgevoerd. Ik ga akkoord met het voorstel dat de EU een gemeenschappelijk standpunt moet hebben betreffende beleidsvraagstukken. De lidstaten moeten bovendien een actievere bijdrage leveren aan de doorlichting van de Mensenrechtenraad. Het is toe te juichen dat op de agenda van deze zestiende gewone zitting verslagen staan over de rechten van personen die behoren tot nationale of etnische, religieuze of taalkundige minderheden, over de rechten van het kind en de bestrijding van terreur. Om de levensomstandigheden van mensen te verbeteren moet tijdens de zitting aandacht gaan naar het recht op drinkwatervoorziening en gezondheidszorg. Er moet een doeltreffend mechanisme bestaan voor de verwezenlijking en bescherming van een van de belangrijkste mensenrechten. We moeten al het mogelijke doen opdat wereldwijd de verplichtingen op dit gebied worden nagekomen en iedereen toegang heeft tot zuiver drinkwater en sanitaire voorzieningen.

 
  
MPphoto
 
 

  Paulo Rangel (PPE), schriftelijk. – (PT) Het respect voor en de bevordering en verdediging van de universaliteit van de mensenrechten maken deel uit van de ethische en juridische verworvenheden van de EU en vormen zo de grondslag voor de Europese eenheid en integratie. Daarom moeten we al het mogelijke ondernemen om het optreden van de EU en haar lidstaten op dit gebied doeltreffender te maken. Het is van cruciaal belang dat we actief en betrokken participeren in deze belangrijke zestiende zitting van de Mensenrechtenraad (UNHRC). Dat geldt ook voor de procedure voor de doorlichting van de UNHRC die in de loop van 2011 moet plaatsvinden.

 
  
MPphoto
 
 

  Raül Romeva i Rueda (Verts/ALE), schriftelijk. − (EN) Een goed verslag waarin het Parlement onder andere tevreden is over het feit dat op de agenda van deze zestiende gewone zitting onder meer verslagen staan over “de rechten van personen die behoren tot nationale of etnische, religieuze of taalkundige minderheden” en over “de bevordering en bescherming van de mensenrechten en fundamentele vrijheden ook bij de bestrijding van terreur”, alsmede uitvoerige vergaderingen over de rechten van het kind; ook tevreden is over de benoeming dit jaar van speciale rapporteurs voor deze belangrijke onderwerpen, en kennis neemt van verslagen die zullen worden ingediend door speciale rapporteurs voor de onderwerpen “folter en andere wrede, onmenselijke of vernederende behandelingen of straffen”, “vrijheid van godsdienst of geloofsovertuiging” en “de situatie van verdedigers van de mensenrechten”; en er bij de lidstaten van de EU op aandringt om een actieve bijdrage aan deze debatten te leveren.

 
  
MPphoto
 
 

  Catherine Stihler (S&D), schriftelijk. − (EN) Ik heb voor dit verslag gestemd omdat er de belangrijke rol in wordt belicht die de EU speelt bij de samenwerking met de Mensenrechtenraad. Gegeven de recente gebeurtenissen in Libië is het van cruciaal belang dat we actie blijven voeren voor de mensenrechten en ze op internationaal niveau proberen te verdedigen.

 
  
MPphoto
 
 

  Marie-Christine Vergiat (GUE/NGL), schriftelijk.(FR) Ik heb me tijdens de eindstemming over deze resolutie om zowel materiële als procedurele redenen van stemming onthouden.

In de tekst van de resolutie wordt het beeld versterkt van een EU-beleid dat met twee maten meet op het gebied van mensenrechten, met name wat betreft de kwestie van mensenrechtenschendingen in de bezette Palestijnse gebieden. In de weinige amendementen die voor deze kwestie zijn ingediend en die ik heb gesteund, wordt het feit dat de Unie weigert de richtsnoeren van het verslag-Goldstone ten uitvoer te leggen, niet verhuld.

De Confederale Fractie Europees Unitair Links/Noords Groen Links heeft haar eigen resolutie ingediend, waarin steun wordt gegeven aan de algemeenheid van mensenrechten op alle maatschappelijk, economische en culturele gebieden.

Aan de andere kant bestond de uitdaging van deze resolutie erin om te stemmen over het mandaat van de delegatie van de Europese Unie aan de VN-Raad voor de mensenrechten voor zijn zestiende zitting, terwijl de zitting al op 28 februari jongstleden is begonnen, met meerdere toespraken van barones Ashton.

Stemmen over deze resolutie terwijl de zitting van de VN-Raad al is begonnen, heeft weinig zin; het Europees Parlement had zijn standpunt eerder kenbaar moeten maken.

 
  
MPphoto
 
 

  Angelika Werthmann (NI), schriftelijk. (DE) Ik heb voor de resolutie over de prioriteiten van de zestiende zitting van de VN-Mensenrechtenraad gestemd. Ik deel de mening dat de Raad voor de mensenrechten uiterst waardevol kan zijn als een soort 'waarschuwingssysteem' en een preventief mechanisme en ik verwacht dat de Europese Dienst voor extern optreden dienovereenkomstig aan dit orgaan deelneemt. Ten aanzien van de doorlichting van de Raad voor de mensenrechten steun ik uiteraard eveneens de roep om een allesomvattend, maar bovenal transparant proces.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Hiermee zijn de stemverklaringen beëindigd.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid