- Verslag: Elmar Brok, Roberto Gualtieri (A7-0052/2011)
Luís Paulo Alves (S&D), schriftelijk. − (PT) Ik heb voor dit verslag gestemd, aangezien het voorstel van de Europese Raad voor het instellen van een permanent stabiliteitsmechanisme een intergouvernementele procedure in het leven zou roepen die volledig buiten de sfeer van de Unie valt, wat een gevaarlijk precedent zou zijn. De Europese instellingen, in het bijzonder de Europese Commissie en het Parlement, moeten integraal deel uitmaken van deze raad, met de Commissie als lid en niet als waarnemer. Het Parlement is een belangrijk orgaan voor democratisch toezicht en de Raad moet het voorstel van de Fractie van de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten in het Europees Parlement betreffende een mogelijk compromis om het Parlement bij de operationele aspecten van het mechanisme te betrekken dan ook overwegen. Ik wil me daarom aansluiten bij het idee uit het verslag dat "het mechanisme niet mag leiden tot een nieuw model van Europees bestuur dat niet voldoet aan de democratische maatstaven die in de Unie gelden". Bovendien mag het stabiliteitsmechanisme enkel gezien worden als een onderdeel van het kader van oplossingen voor de Europese economische governance. De Commissie moet bijvoorbeeld de mogelijkheden verkennen van een toekomstig stelsel van euro-obligaties.
Sophie Auconie (PPE), schriftelijk. – (FR) De Europese Raad, waarin Europese staatshoofden en regeringsleiders bijeenkomen, bespreekt op dit moment de tenuitvoerlegging van een stabiliteitsmechanisme voor lidstaten die deel uitmaken van de eurozone. Het doel is om gezamenlijk de financiële stabiliteit van de Unie, die op dit moment wordt ondermijnd, zeker te stellen. In deze resolutie, die naar mijn idee evenwichtig is, juicht het Parlement dit initiatief toe, maar verzoekt het verder te gaan dan de tijdelijke maatregelen die gericht zijn op de stabilisering van de eurozone. Ik deel deze zienswijze en meen dat de EU moet doorgaan om haar economische governance te versterken, teneinde – uiteraard – voor stabiliteit te zorgen, maar ook om duurzame groei te stimuleren.
Zigmantas Balčytis (S&D), schriftelijk. − (LT) Vandaag hebben we gestemd voor de wijziging van artikel 136 van het Verdrag van Lissabon, die de EU in staat zal stellen een stabiliteitsmechanisme op te zetten dat alleen bedoeld is voor lidstaten in de eurozone. Dit Europese stabiliteitsmechanisme zal gericht zijn op versterking van de begrotingsdiscipline en coördinatie van het economisch en financieel beleid van de lidstaten in de eurozone, met inbegrip van de bevordering van een gezamenlijke Europese reactie op uitdagingen zoals groei, het overwinnen van economische en sociale onevenwichtigheden en verbetering van het concurrentievermogen. Ik ben van mening dat dit mechanisme voor een grotere financiële stabiliteit in de eurozone zal zorgen en het economisch herstel van de lidstaten in de eurozone zal versnellen. De landen die niet tot de euroclub behoren, en die het meest te lijden hebben gehad van de crisis, blijven echter aan de zijlijn staan, terwijl de weg naar een sneller en duurzamer economisch herstel versperd wordt. Ik vind dat de EU meer solidariteit moet tonen en deze lidstaten alle hulp moet bieden om hen in staat te stellen zich bij de landen in de eurozone te voegen en geheel volwaardige EU-lidstaten te worden.
Slavi Binev (NI), schriftelijk. – (BG) Als vertegenwoordiger van Bulgarije in het Europees Parlement heb ik tegen het ontwerpbesluit gestemd, omdat ik vind dat er met twee maten wordt gemeten en ik daar stellig op tegen ben. We zijn deze dubbele standaard al tegengekomen in het geval van Griekenland, dat in plaats van te worden gestraft 120 miljard euro in de schoot geworpen heeft gekregen, terwijl Bulgarije zich zorgen maakt omdat zijn toekomst in de eurozone in de wacht is gezet.
Jan Březina (PPE), schriftelijk. − (CS) Met de invoering van het stabiliteitsmechanisme voor de lidstaten die de euro als munt hebben, wordt nu voor het eerst gebruik gemaakt van de vereenvoudigde wijzigingsmogelijkheid van het Verdrag van Lissabon. Een bijkomend doel van deze wijziging is ook de lidstaten die níet de euro als munt hebben te helpen, want per slot van rekening is ook voor hen de stabiliteit van de euro van levensbelang. Dat neemt echter niet weg dat dit mechanisme niet te pas en te onpas mag worden ingezet. Het doet mij dan ook deugd dat we hebben kunnen bewerkstelligen dat dit mechanisme uitsluitend wordt ingezet wanneer dat absoluut noodzakelijk is. Dit is een belangrijk signaal dat zowel lidstaten als schuldeisers hun verantwoordelijkheid nemen moeten, want er komt op geen enkele wijze een "transferunie" tot stand waarin de lidstaten met een onverantwoord begrotingsbeleid met geld zouden kunnen blijven gooien ten koste van de kredietwaardigheid van de lidstaten met een sluitende overheidsbegroting. Ik deel echter niet de vrees dat het stabiliteitsmechanisme als gevolg van de voorgestelde wijziging volledig buiten de bevoegdheidsfeer van de EU in werking gesteld zou kunnen worden. De interpretatie alsook de tenuitvoerlegging van de desbetreffende bepalingen van het Verdrag van Lissabon worden hoe dan ook gecontroleerd door het Europees Hof van Justitie. Of lidstaten al dan niet bereid zijn andere EU-organen bij dit mechanisme te betrekken, is een keuze die we dienen te respecteren. Ook het mogelijke intergouvernementele karakter van het mechanisme hoeft niet a priori ten koste te gaan van de kwaliteit of de democratische legitimiteit ervan. Indien het stabiliteitsmechanisme financieel gezien aan de nationale begrotingen verbonden wordt, is een intergouvernementeel mechanisme niet meer dan begrijpelijk en logisch.
Zuzana Brzobohatá (S&D), schriftelijk. − (CS) Het verslag omvat een voorstel met betrekking tot een Europees stabiliteitsmechanisme. Dit mechanisme maakt onlosmakelijk onderdeel uit van het totale voorgestelde pakket maatregelen waarmee wordt beoogd een nieuw kader in het leven te roepen en de begrotingsdiscipline alsook de coördinatie van het economisch en financieel beleid van de lidstaten te verbeteren. In dit alles zou tevens een plaats moeten worden ingeruimd voor een gemeenschappelijke Europese aanpak van de economische groei die tevens de economische en sociale ongelijkheden uit de weg zou ruimen en het concurrentievermogen vergroten. Ik sluit mij volledig aan bij de oproep aan de Commissie om zich te buigen over andere mechanismen ten behoeve van de financiële stabiliteit en de economische groei in de eurozone. Dat geldt tevens voor de oproep aan de Commissie om wetgevingsvoorstellen in te dienen waarin het stabiliteitsmechanisme alsook maatregelen ter vermindering van de risico's voor de financiële, economische en sociale stabiliteit in de Europese Unie worden opgenomen. Bij dat laatste denk ik tevens aan een doeltreffende regulering van de financiële markten. Het zou een uiterst goede zaak zijn indien het stabiliteits- en groeipact opnieuw grondig tegen het licht zou worden gehouden. Verder steunt het verslag de invoering van instrumenten ter vermindering van macro-economische onevenwichtigheden in de eurozone alsook maatregelen ten behoeve van het ecologisch herstel. Om bovenstaande en andere redenen heb ik besloten voor het verslag te stemmen.
Maria Da Graça Carvalho (PPE), schriftelijk. − (PT) Ik heb voor deze resolutie van het Parlement gestemd omdat ik het ermee eens ben dat het Europese stabiliteitsmechanisme een belangrijk deel uitmaakt van een alomvattend maatregelenpakket dat bedoeld is om een nieuw kader vast te stellen waarmee de begrotingsdiscipline en de coördinatie van het economisch en financieel beleid van de lidstaten worden versterkt en waarmee onder meer een gezamenlijke Europese reactie op de uitdagingen in verband met groei moet worden bevorderd, en waarmee de economische en sociale onevenwichtigheden worden overwonnen en het concurrentievermogen wordt verbeterd.
Nikolaos Chountis (GUE/NGL), schriftelijk. – (EL) Ik heb gestemd tegen het verslag over de wijziging van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met betrekking tot een stabiliteitsmechanisme voor de lidstaten die de euro als munt hebben. Het antwoord van de staatshoofden en regeringsleiders van de Europese Unie op de economische crisis is bezuinigingsbeleid en beperking van de publieke uitgaven. Beleid en maatregelen die de werkenden in de meeste Europese landen pijnlijk hard treffen omdat ze leiden tot kortingen op hun lonen en pensioenen, beperking van hun sociale rechten, maar ook tot een explosie van de werkloosheid. In feite laten degenen die de crisis hebben veroorzaakt hen voor de gevolgen van de crisis opdraaien. Deze wijziging van het Verdrag zet de deur wijd open voor verdere bezuinigingen en vormt het hoogtepunt van een reeks maatregelen van 'toezicht' waartoe het pakket economische governance en het Europees semester behoren. Het 'Pact voor de euro' schuift in wezen het economische beleid van de nationale regeringen terzijde en verandert op haast chanterende wijze de instelling van de eurozone in een instrument voor de economische politiek van Duitsland. Verder ben ik het er niet mee eens hoe de vereenvoudigde procedure tot herziening van het Verdrag concreet wordt toegepast. Ik geloof dat voor verdragswijzigingen het houden van een referendum in alle lidstaten de beste methode is.
Carlos Coelho (PPE), schriftelijk. − (PT) Ik heb voor het verslag van de heer Brok en de heer Gualtieri gestemd, dat erkent dat het noodzakelijk is om, binnen het institutionele kader van de Unie, de instelling van een stabiliteitsmechanisme voor de lidstaten die de euro als munt hebben mogelijk te maken. De ervaring leert ons dat er meer economische governance nodig is in de EU, wat gevolgen zal hebben voor het economisch en financieel beleid in de lidstaten en meer begrotingsdiscipline mogelijk zal maken.
Het verslag benadrukt terecht dat het van wezenlijk belang is om verder te gaan dan tijdelijke maatregelen en dat pogingen om een stelsel op te zetten buiten het institutionele kader van de EU het Europees project in gevaar brengen. Het pleit daarom ook terecht voor een prominentere rol voor de Europese Commissie.
Ik ben het voorts eens met de oproep aan het adres van de Commissie om wetgevingsvoorstellen in te dienen die nodig kunnen zijn om financiële stabiliteit en duurzame economische groei te versterken.
George Sabin Cutaş (S&D), schriftelijk. – (RO) Ik heb gestemd voor het verslag over het stabiliteitsmechanisme voor de lidstaten die de euro als munt hebben, aangezien dit mechanisme een stap is in de richting van betere coördinatie van economisch beleid in Europa. Tegelijkertijd is er een alomvattend maatregelenpakket nodig, dat gericht is op economische stabiliteit en een beter concurrentievermogen van de EU.
Cornelis de Jong (GUE/NGL), schriftelijk. − (EN) Ik heb dit voorstel in zijn geheel verworpen omdat het volgens mij de problemen niet zal oplossen. Ik deel de mening van de ETUC (de Europese Federatie van Vakbonden) dat de voorgestelde wijzigingen 'de weg vrijmaken voor een inbreuk op de sociale dialoog en inmenging in de structuren voor collectieve arbeidsonderhandelingen in heel Europa.'
Ik ben het ook niet eens met de keuze voor een vereenvoudigde herzieningsprocedure voor het Verdrag. Ik ben van mening dat de gewone herzieningsprocedure voor het Verdrag gebruikt dient te worden, om ruimte te maken voor een fatsoenlijke en diepgaande discussie over het voorgestelde stabiliteitsmechanisme en andere mogelijke wijzigingen in de verdragen, bijvoorbeeld een clausule over sociale vooruitgang.
Tot slot wil ik alle lidstaten aansporen om referenda mogelijk te maken over voorstellen voor verdragswijzigingen.
Proinsias De Rossa (S&D), schriftelijk. − (EN) Het verheugt me dat we vandaag in het Europees Parlement stemmen over de voorgestelde wijzigingen van het Verdrag. Het is echter van groot belang dat op de vergadering van staatshoofden en regeringsleiders die dit weekend plaats zal vinden de afspraken met het Europees Parlement worden nagekomen. De meeste Parlementsleden zijn het er over eens dat de procedure die de Raad heeft gebruikt om tot dit voorstel te komen, onbevredigend is. Het is dat dit zeer belangrijk voor de eurozone is, en dat een permanent Europees stabiliteitsmechanisme (ESM) snel in werking moet treden, vooral voor kleine lidstaten zoals bijvoorbeeld Ierland, anders had ik ongetwijfeld tegen het oorspronkelijke voorstel gestemd. De tekst waar we het vandaag in het Europees Parlement over eens zijn geworden is het minimum dat vereist is om de legitimiteit te waarborgen van het opzetten van een stabiliteitsmechanisme en de uitvoer ervan. Desondanks geven wij van de Fractie van Socialisten en Democraten hierbij aan dat de draconische bezuinigingsmaatregelen die sommige lidstaten opgelegd krijgen zonder dat er gekeken wordt naar de gevolgen voor de betreffende economieën voor de lange termijn, onze goedkeuring niet kunnen wegdragen.
Marielle De Sarnez (ALDE), schriftelijk. – (FR) Het Parlement steunt de beperkte wijziging van het EU-Verdrag om de tenuitvoerlegging van een permanent stabiliteitsmechanisme voor de eurozone mogelijk te maken. Tijdens de bijeenkomsten van de Europese Raad van 24 en 25 maart moet dat mechanisme formeel worden vastgesteld door de wijziging van artikel 136 van het Verdrag. Door dit besluit zal het financiële stabiliteitsmechanisme, dat zijn effectiviteit bewezen heeft sinds het afgelopen mei is ingesteld, een meer permanent karakter krijgen. We zullen dus een gezond mechanisme van 700 miljard euro tot onze beschikking hebben om leningen te verstrekken aan landen in de eurozone die in moeilijkheden verkeren, tegen de beste rente en onder strenge voorwaarden. Het was echter ondenkbaar dat door wijziging van de Verdragen een mechanisme zou worden geconsolideerd dat uitsluitend gebaseerd is op intergouvernementele toezeggingen. Wat betreft de toegang, onder strikte voorwaarden, tot dit reddingsfonds, waarborgt de communautaire methode die wij voorstaan een gelijke behandeling van alle lidstaten in de eurozone. Wat de voorwaarden voor deelname van het Internationaal Monetair Fonds betreft, zullen we buitengewoon waakzaam blijven.
Edite Estrela (S&D), schriftelijk. − (PT) Ik heb gestemd voor het verslag over de wijziging van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met betrekking tot een stabiliteitsmechanisme voor de lidstaten die de euro als munt hebben, omdat het van fundamenteel belang is om de eurozone op lange termijn te stabiliseren, speculatie tegen de Europese lidstaten te ontmoedigen en de burgers te beschermen.
Ondanks het intergouvernementele karakter van dit mechanisme ben ik van mening dat het een goed idee is om de communautaire methode en de rol van de Europese instellingen in de economische governance van de EU, in het bijzonder van de Commissie en van het Europees Parlement, te versterken.
Göran Färm, Anna Hedh, Olle Ludvigsson, Marita Ulvskog en Åsa Westlund (S&D), schriftelijk. − (SV) Wij, Zweedse sociaaldemocraten, steunen dit verslag als geheel. Tezelfdertijd zijn wij echter van mening dat de formulering in de tekst met betrekking tot de kwestie van een geconsolideerde markt van euro-obligaties verregaand is. Volgens ons kan een stelsel voor euro-obligaties een interessant en veelbelovend idee zijn, maar wij vinden dat dit eerst naar behoren moet worden onderzocht alvorens het in de praktijk toe te passen. We weten momenteel veel te weinig om in dit stadium redelijkerwijs al definitieve besluiten te kunnen nemen.
Diogo Feio (PPE), schriftelijk. − (PT) In uitzonderlijke tijden in de geschiedenis van staten en van organisaties, zoals de tijden die we momenteel doormaken, is het de verplichting van ons allemaal om gepaste en ambitieuze oplossingen te vinden om de uitdagingen die ons gesteld worden het hoofd te bieden. De schuldencrisis waar Europa mee kampt vereist buitengewone maatregelen en de nodige maturiteit om, binnen onze institutionele structuur, een weg te vinden om mechanismen uit te werken die de euro de nodige stabiliteit en weerbaarheid kunnen geven. Maatregelen die stevig verankerd zitten in begrotingsdiscipline, in de coördinatie van macro-economisch beleid en in beleid voor duurzame groei.
Hoewel ik voorstander ben van stabiele regelgeving, draagt de wijziging van artikel 136 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie die nu wordt voorgesteld, mijn goedkeuring weg. We beleven immers uitzonderlijke tijden, en deze wijziging maakt het mogelijk om een permanent mechanisme in te stellen om de stabiliteit van de eurozone te waarborgen, zoals werd voorgesteld in verslag A7-0282/2010, dat op 20 oktober 2010 door dit plenum werd goedgekeurd.
José Manuel Fernandes (PPE), schriftelijk. − (PT) De Europese Unie moet haar economische governance versterken, wat enkel verwezenlijkt kan worden via de communautaire methode, onder leiding van de Commissie, en niet via de intergouvernementele methode.
Ik hoop dat de versterking van het Stabiliteits- en groeipact, het Europees Semester, de Europa 2020-strategie en de wijziging van artikel 136 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met betrekking tot een stabiliteitsmechanisme, zich zullen vertalen in duurzame economische groei. De werking van het permanente stabiliteitsmechanisme moet volledig stroken met de kernbeginselen van democratische besluitvorming, zoals transparantie, parlementaire behandeling en democratische verantwoording. Dit mechanisme maakt een belangrijk deel uit van een alomvattend maatregelenpakket dat bedoeld is om een nieuw kader vast te stellen waarmee de begrotingsdiscipline en de coördinatie van het economisch en financieel beleid van de lidstaten worden versterkt en waarmee onder meer een gezamenlijke Europese reactie op de uitdagingen in verband met groei moet worden bevorderd, en waarmee de economische en sociale onevenwichtigheden worden overwonnen en het concurrentievermogen wordt verbeterd.
Ik heb voor de instelling van dit mechanisme gestemd in de hoop dat het een waardevolle bijdrage zal leveren aan een grotere stabiliteit van de financiële markten en dat het duurzame economische groei zal teweegbrengen.
João Ferreira (GUE/NGL), schriftelijk. − (PT) De vereenvoudigde manier waarop men het Verdrag nu wil wijzigen, toont duidelijk aan dat de woorden van vertrouwen in het belang dat in het Verdrag van Lissabon werd toegekend aan de nationale parlementen (en aan het Europees Parlement), niets dan loze woorden waren en dat de hele retoriek over de uitdieping van de democratie op leugens berust. Er is nog maar een jaar verstreken en het Verdrag dat minstens een generatie moest meegaan, wordt al snel en eenvoudig gewijzigd op verzoek en onder druk van de grootmachten, aangevoerd door Duitsland, dat ten koste van alles het economisch en politiek overwicht wil behouden dat de instrumenten van deze EU, waaronder de gezamenlijke munteenheid, het verschaffen.
Net zoals ze, om het Verdrag van Lissabon goed te keuren, nationale referenda vermeden – en ze de weinige referenda die gehouden werden terzijde schoven –, aarzelen ze ook nu niet om zich zelfs aan het toezicht van de nationale parlementen te onttrekken. Dat is begrijpelijk, als we weten dat die door het mechanisme dat ze nu willen opnemen in het Verdrag en door de zogenaamde 'economische governance' het risico lopen om volledig buitenspel gezet te worden. Het lijdt geen twijfel meer dat zij de lidstaten een echte dwangbuis willen aanmeten opdat ze deze strategie van verdieping...
(Verklaring ingekort overeenkomstig artikel 170 van het Reglement)
Ilda Figueiredo (GUE/NGL), schriftelijk. − (PT) Wij zijn tegen het hele proces dat betrekking heeft op de aangekondigde wijziging van het Verdrag van Lissabon, zowel vanwege de inhoud als vanwege de vorm.
De strikte voorwaarden voor de toekenning van financiële bijstand uit hoofde van het Europese stabiliteitsmechanisme zijn om verschillende redenen onaanvaardbaar. Zo bestaat de mogelijkheid om bevoegdheden in te trekken en om in te grijpen in het bestuur van de lidstaten van de Europese Unie die de euro als munt hebben, waarbij vooral de tussenkomst op het vlak van begroting, sociaal beleid en arbeidsbeleid bijzonder ernstig is.
Het is een wijziging waarbij gebruik wordt gemaakt van een mechanisme uit het Verdrag zelf om iedereen buitenspel te zetten, waardoor de wijziging niet alleen zonder enige democratische participatie kan worden doorgevoerd, maar waarbij er ook wordt voortgebouwd op wat er gebeurde toen de nationale referenda terzijde werden geschoven bij de goedkeuring van het Verdrag en er een mechanisme wordt gecreëerd om permanent toezicht uit te oefenen op de economieën van de lidstaten.
Dit verslag ligt in de lijn van dat alles, aangezien het een aantal wijzigingsvoorstellen omvat voor het ontwerp van de Commissie voor de wijziging van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met betrekking tot een stabiliteitsmechanisme voor landen die de euro als munt hebben. Het is er echter steeds op gericht om de gewenste stimulans die bovengenoemde economische governance moet geven te consolideren, via de uitwerking van het 'Europees Semester', de verdieping van sancties...
(Verklaring ingekort overeenkomstig artikel 170 van het Reglement)
Pat the Cope Gallagher (ALDE), schriftelijk. – (GA) Volgens juridische adviezen is er een beperkte wijziging van het Verdrag nodig om ervoor te zorgen dat het Europese stabiliteitsmechanisme deel uitmaakt van het institutionele kader van de Europese Unie.
Estelle Grelier (S&D), schriftelijk. – (FR) Bij gebrek aan door de Raad voorgestelde alternatieven was het noodzakelijk vóór een permanent Europees stabiliteitsmechanisme te stemmen, om onze Griekse, Portugese en Ierse collega’s bij te staan. De discussie is echter nog lang niet ten einde. Deze concessie van de Franse socialisten is geen aanwijzing voor de uitkomst van andere, nog te houden debatten over de kwestie van economische governance. In het licht van de invoering van dit intergouvernementele mechanisme is het van belang verder te gaan en instrumenten ten uitvoer te leggen die het herstel van de groei en van de bedrijvigheid stimuleren. Het is om er onder meer voor te zorgen dat wij instrumenten kunnen financieren, dat ik samen met mijn socialistische collega’s ijver voor een toename van eigen middelen van de Europese Unie. Wij kunnen ook de structuurfondsen en het Europees stabiliteitsmechanisme gelijktijdig gebruiken om landen met schulden opwaarts te laten convergeren. Met ambitieuze begrotingen en het bevorderen van een Europees sociaal model kunnen wij de crisis te boven komen.
Sylvie Guillaume (S&D), schriftelijk. – (FR) Ik heb voor een stabiliteitsmechanisme (ESM) voor de lidstaten gestemd, om buren van ons te helpen die in moeilijkheden verkeren. Dit mechanisme is de kiem van wat euro-obligaties in de toekomst kunnen betekenen voor de financiering van de Europese begroting en voor een ontsnapping aan de wurggreep van de financiële markten op de schulden van lidstaten. Ik betreur echter de gekozen ESM-goedkeuringsmethode – een eenvoudige raadpleging van het Europees Parlement – omdat de intergouvernementele aanpak de voorkeur heeft gekregen boven de communautaire aanpak. Dit zou schade kunnen toebrengen aan het gehalte van het democratische debat, dat nochtans nodig is om een doeltreffend economisch beleid te voeren. Dit mechanisme is vooralsnog een gedeeltelijke oplossing, die tekortschiet om de groei te bevorderen en de werkloosheid te verminderen.
Gerald Häfner (Verts/ALE), schriftelijk. – (DE) Als afgevaardigde zag ik het als mijn taak om in de onderhandelingen een zo groot mogelijke democratische controle en integratie van het Europees stabiliteitsmechanisme te bereiken. Het resultaat is nu veel beter dan het oorspronkelijke voorstel. Daarom stem ik hiermee in. Toch wil ik mijn principiële bezwaren tegen de ingeslagen weg kenbaar maken. Voor het Europees stabiliteitsmechanisme zou de gewone verdragswijzigingprocedure vereist moeten zijn geweest. Dan was het mogelijk geweest om deze binnen het communautaire systeem met democratische participatie en controle te laten plaatsvinden. Het terugvallen op de intergouvernementele methode is funest. We privatiseren (speculatie-)winst en socialiseren de verliezen. Dat is de verkeerde weg. We laten de belastingbetaler bloeden, maar ontzien de banken, fondsen en speculanten. Hiervoor leent de overheid geld bij de banken. De publieke sector en niet de private sector draagt de kosten. Zonder een principieel nieuw geldbegrip en duidelijke wettelijke regels voor de banken en de financiële sector zullen we slechts de symptomen blijven bestrijden zonder de eigenlijke oorzaken weg te nemen.
Ian Hudghton (Verts/ALE), schriftelijk. − (EN) Ik heb me onthouden van stemming over dit verslag. Schotland behoort niet tot de eurozone en daarom beschouw ik het als gepast dat ik niet stem over deze kwestie. Desondanks wil ik opmerken dat paragraaf 6 verwijst naar de kleine landen in Europa "waarvan de economie wellicht niet als "onmisbaar" voor het behoud van de stabiliteit van de eurozone in haar geheel wordt gezien." Mijns inziens geeft deze paragraaf een riskante arrogantie weer; de EU is de som der delen en alle Europese economieën zijn even belangrijk, ongeacht hun grootte. De geschiedenis leert ons dat federaties die zijn gebaseerd op de dominantie van hun grootste leden gedoemd zijn om te mislukken.
Juozas Imbrasas (EFD), schriftelijk. − (LT) Ik heb voor dit verslag gestemd, aangezien een aangenomen wijziging van het Verdrag van Lissabon het opzetten van het permanente stabiliteitsmechanisme voor de euro zal vergemakkelijken. De huidige situatie laat zien dat we ons in moeilijke economische en financiële omstandigheden bevinden en dat we zeer specifieke maatregelen moeten nemen met betrekking tot economische coördinatie en toezicht. Dit mechanisme en het garantiefonds zijn echter alleen bedoeld voor lidstaten in de eurozone, terwijl de landen die zich niet in de eurozone bevinden aan de zijlijn komen te staan, hetgeen een grotere versnippering van de EU tot gevolg zal hebben. Naar mijn mening moet de EU meer solidariteit tonen, door naast hulp aan de landen in de eurozone ook hulp te bieden aan de landen daarbuiten, zodat ze zo snel mogelijk volwaardige en gelijke EU-lidstaten worden. Zo zouden we een tijdelijke discrepantie in de overeenkomst betreffende de toetreding tot de EU opheffen en bijdragen aan de totstandkoming van een meer samenhangende EU.
Giovanni La Via (PPE), schriftelijk. − (IT) De door het Parlement aangenomen ontwerpwetgevingsresolutie inzake het ontwerpbesluit tot wijziging van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met betrekking tot een stabiliteitsmechanisme voor de lidstaten die de euro als munt hebben, is belangrijk voor het versterken van de samenhang en de concurrentiekracht van de economie en voor de stabilisering van het financieel stelsel. Ik heb voor de wijziging gestemd, omdat de euro van groot belang is voor het Europese politieke en economische plan voor duurzame groei. De stabilisering van de eurozone is van strategisch belang en ik ben van mening dat de EU maatregelen moet treffen om de eurozone en haar economische governance in het licht van de doelstellingen van de Europa 2020-strategie te versterken. Tot slot vind ik dat er bij het permanente stabiliteitsmechanisme gebruik moet worden gemaakt van de instellingen van de Unie, om dubbele structuren te voorkomen en omdat een mechanisme dat buiten het institutionele kader van de EU is opgezet, de integriteit van het op de Verdragen gebaseerde systeem in gevaar brengt.
Kartika Tamara Liotard (GUE/NGL), schriftelijk. − (EN) Ik heb dit voorstel in zijn geheel verworpen omdat het volgens mij de problemen niet zal oplossen. Ik deel de mening van de ETUC (de Europese Federatie van Vakbonden) wanneer ze zegt dat de voorgestelde wijzigingen 'de weg vrijmaken voor een inbreuk op de sociale dialoog en inmenging in de structuren voor collectieve arbeidsonderhandelingen in heel Europa.' Ik ben het ook niet eens met de keuze voor een vereenvoudigde herzieningsprocedure voor het Verdrag. Ik ben van mening dat de gewone herzieningsprocedure voor het Verdrag gebruikt dient te worden, om ruimte te maken voor een fatsoenlijke en diepgaande discussie over het voorgestelde stabiliteitsmechanisme en andere mogelijke wijzigingen in de Verdragen, bijvoorbeeld een clausule over sociale vooruitgang. Tot slot wil ik alle lidstaten aansporen om referenda mogelijk te maken over voorstellen voor verdragswijzigingen.
Petru Constantin Luhan (PPE), schriftelijk. – (RO) Ik beschouw het stabiliteitsmechanisme als bijzonder belangrijk voor de lidstaten die de euro als munt hebben, ter versterking van de gemeenschappelijke munt en het ondersteunen van het Europese politieke en economische project. Het versterken en stabiliseren van de gemeenschappelijke munt biedt de markt zekerheid en maakt de euro aantrekkelijker voor nieuwe lidstaten om eraan deel te nemen. Dit is cruciaal voor de groei en ontwikkeling van Europa, waarden die ik in ieder opzicht steun. Zodoende heb ik voor dit verslag gestemd.
David Martin (S&D), schriftelijk. − (EN) Het Parlement heeft goede resultaten behaald in zijn onderhandelingen met de Raad en daarom steun ik deze wijziging van het Verdrag. Met het oog op zowel de huidige situatie als de stabiliteit in de eurozone op lange termijn is het van groot belang om het stabiliteitsmechanisme van een rechtsgrondslag te voorzien. De Raad heeft garanties gegeven dat het Parlement en de Commissie in de toekomst een sterke rol zullen hebben, en dat vind ik zeer belangrijk. Ik ben voorstander van deze wijziging van het Verdrag, maar toch ben ik bezorgd over de huidige maatregelen voor economische governance, en een stem voor dit verslag staat niet gelijk aan het goedkeuren van het huidige pakket aan maatregelen voor economische governance.
Clemente Mastella (PPE), schriftelijk. − (IT) Om het nieuwe Europees stabiliteitsmechanisme rechtens in het institutionele kader van de Unie op te nemen, moet het Verdrag van Lissabon worden gewijzigd. Wij zijn van mening dat dit gepaard moet gaan met de versterking van het preventieve en correctieve deel van het stabiliteits- en groeipact en met maatregelen in verband met het concurrentievermogen op de middellange en lange termijn, maatregelen waarmee een Europese aanpak wordt bevorderd teneinde de macro-economische onevenwichtigheden tussen de lidstaten effectiever te kunnen bestrijden en de duurzame groei van de lidstaten te waarborgen. Het Europees stabiliteitsmechanisme is, net als het Europese semester en de EU 2020-strategie, een belangrijk onderdeel van een alomvattend maatregelenpakket dat bedoeld is om een nieuw kader vast te stellen waarmee de begrotingsdiscipline en de coördinatie van het economisch en financieel beleid worden versterkt. Om de kernbeginselen van de democratische besluitvorming, zoals transparantie, parlementaire behandeling en democratische verantwoording te waarborgen, moet het Parlement goed geïnformeerd en nauw bij het mechanisme betrokken worden. Daarnaast moeten alle nationale parlementen, overeenkomstig hun begrotings- en controlerechten, hier onzes inziens volledig bij worden betrokken, teneinde de transparantie, de betrokkenheid en de controleerbaarheid van alle op Europees niveau genomen beslissingen te vergroten.
Jean-Luc Mélenchon (GUE/NGL), schriftelijk. – (FR) Dit verslag bevestigt de geïnstitutionaliseerde controle van de Europese Commissie, de Europese Centrale Bank (ECB) en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) op de begrotingen en de politieke hervormingen van de lidstaten in de eurozone. Er staat geen woord in over het sociale onrecht waaronder burgers zullen lijden, in ruil voor het voordeel van financiële bijstand waarin het Europees stabiliteitsmechanisme zal voorzien. Noch worden de oorzaken van de crisis erin genoemd, die de lidstaten ertoe drijft hun bevolkingen uit te persen om de financiële markten gerust te stellen. Erger nog, het verslag steunt het machtsmisbruik dat inhoudt dat er gebruik wordt gemaakt van een vereenvoudigde herzieningsprocedure voor het Verdrag van Lissabon om te proberen aan een mogelijk referendum te ontsnappen. Mijn fractie is de enige die zich onderscheidt door referenda te eisen in alle lidstaten. Uw Europese oligarchie is bang voor democratie. En terecht, aangezien de volkeren van Europa, naar het voorbeeld van de Noord-Afrikanen, willen dat ze ophoepelt!
Nuno Melo (PPE), schriftelijk. − (PT) De overheidsschuldcrisis waardoor enkele landen van de eurozone getroffen worden, moet zonder verdere omwegen worden aangepakt. In een andere, minder ernstige situatie zou ik niet kunnen instemmen met de voorgestelde wijziging van het Verdrag van Lissabon, dat zo kort geleden van kracht werd.
Op dit moment is het van wezenlijk belang is om verder te gaan dan de tijdelijke maatregelen die gericht zijn op stabilisering van de eurozone en lijdt het geen twijfel dat de Europese Unie zonder aarzelen de middelen om de overheidsschuldcrisis te bestrijden, moet verhogen. De wijziging van artikel 136 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is dan ook onmisbaar voor de instelling van een Europees permanent stabiliteitsmechanisme dat de lidstaten die in moeilijkheden verkeren op een doeltreffende manier kan helpen.
Willy Meyer (GUE/NGL), schriftelijk. − (ES) Ik heb tegen dit verslag gestemd omdat het in het geheel geen oplossing vormt voor de economische crisis die we nu doormaken. De veranderingen die in het verslag worden voorgesteld, maken de weg vrij om de sociale dialoog te torpederen. Ik ben het bovendien oneens met de vereenvoudigde procedure voor herziening van het Verdrag. Ik ben van mening dat de vereenvoudigde procedure voor herziening van het Verdrag gebruikt zou moeten worden om een diepgaande discussie op gang te brengen over het voorgestelde stabiliteitsmechanisme en andere mogelijke mechanismen, zoals de clausule over sociale vooruitgang. Tot slot willen we de lidstaten verzoeken om referenda te houden over de mogelijke wijzigingen van het Verdrag.
Alajos Mészáros (PPE), schriftelijk. – (HU) Ik vertegenwoordig een land uit de eurozone dat toentertijd de lening aan Griekenland niet steunde. Het was een beslissing waar uiteraard niemand blij mee was. Ik hoop van harte dat we dergelijke beslissingen niet vaak hoeven te nemen. De crisis heeft de eurozone en de Europese Unie niet gespaard, maar onze gemeenschappelijke munt heeft zich al verscheidene malen bewezen. Hij biedt zijn gebruikers dusdanige eenheid en bescherming dat we met recht trots mogen zijn op deze Europese verworvenheid. Juist daarom moeten we onze valuta beschermen tegen toekomstige economische excessen, met behulp van een adequaat wettelijk kader. Dankzij de huidige wijziging van het Verdrag wordt het tijdelijke stabiliteitsinstrument op termijn vervangen door een Europees stabiliteitsmechanisme. De hervorming van het mechanisme geeft landen die in de problemen zijn gekomen een kans, en daarom zou ik het fijner vinden als dit instrument zelden wordt gebruikt. Dit is een van de laatste momenten dat we onze economische en financiële stelsels kunnen coördineren. Ik heb deze zeer realistische en constructieve oplossing met mijn stem gesteund. Zoals het Parlement al eerder heeft verklaard, moeten de structurele oorzaken van de crisis worden aangepakt. We moeten voorkomen dat zich opnieuw een situatie kan voordoen zoals die we in een recent verleden hebben meegemaakt.
Louis Michel (ALDE), schriftelijk. – (FR) De schuldencrisis in de eurozone heeft de noodzaak aangetoond om zo snel mogelijk een economische unie en economische governance in te stellen. Het Europese stabiliteitsmechanisme is een belangrijk aspect van de maatregel ter versterking van de begrotingsdiscipline en de coördinatie van het economisch en financieel beleid van de lidstaten. Het is de eerste stap in een reeks veranderingen die nodig zijn om een geloofwaardig economisch bestuur in te stellen.
Het permanente stabiliteitsmechanisme is onderworpen aan intergouvernementele overeenstemming, wat helaas betekent dat de unanimiteitsregel zal worden toegepast. Dit is een gevaarlijke benadering, aangezien het eurosceptici in de kaart kan spelen. Idealiter had dit mechanisme opgenomen moeten zijn in het communautaire systeem.
De Commissie zou, met instemming van de lidstaten, de doelstellingen van het permanente stabiliteitsmechanisme moeten kunnen beheren in plaats van zich te beperken tot technisch toezicht. Tot besluit: hoewel het wellicht nodig was in dit geval de vereenvoudigde herzieningsprocedure te gebruiken, ben ik van mening dat dit een uitzondering moet blijven.
Rolandas Paksas (EFD), schriftelijk. − (LT) Ik heb voor deze resolutie gestemd, omdat deze belangrijk is voor de gehele Europese Unie aangezien deze zich herstelt van de zware economische crisis. Het is dan ook zeer belangrijk om een dergelijk mechanisme op te zetten dat de eurozone zal stabiliseren en voor de doeltreffende en efficiënte werking en ontwikkeling van de eurozone zal zorgen. Het Europese stabiliteitsmechanisme is een permanent hulpfonds dat de lidstaten in de eurozone die door de crisis te lijden hebben gehad bijstaat. Om dit mechanisme doeltreffend te laten functioneren moet het echter volledig binnen het institutionele kader van de Unie worden gebracht. Het is vooral nodig ervoor te zorgen dat het direct vanaf het begin openstaat voor alle lidstaten, zelfs de lidstaten die de euro niet als hun munteenheid hebben. Ik geloof dat het raadzaam is te voorzien in financiële maatregelen die de mogelijkheid zouden scheppen obligaties te kopen van de landen die te kampen hebben met gigantische schuldproblemen. Dit zou voor hen de weg banen om toegang te krijgen tot financiële markten en tegelijkertijd een sneller economisch herstel stimuleren. Ik ben het eens met het voorstel andere EU-instellingen ook te betrekken in het beheerproces van het mechanisme en ben het er ook mee eens dat er meer bevoegdheden aan de Commissie moeten worden gegeven om de uitgebreidere functies van de Unie op dit gebied doeltreffend te kunnen vervullen.
Alfredo Pallone (PPE), schriftelijk. − (IT) Ik heb gestemd voor de wijziging van het Verdrag met betrekking tot een stabiliteitsmechanisme voor de lidstaten die de euro als munt hebben. Ik hoop dat de lidstaten snel besluiten over de nadere invulling. Toch geloof ik niet dat de discussie hiermee ten einde is. Ik denk dat we de komende maanden en jaren bezig zijn met de vraag of en hoe dit mechanisme kan worden ingezet. Hierbij doel ik bijvoorbeeld op de euro-obligaties. In de huidige situatie, waarin de lidstaten enerzijds wordt verzocht een streng begrotingsbeleid te hanteren om de tekorten en schulden te verminderen en anderzijds wordt gevraagd een bijdrage te leveren aan het stabiliteitsmechanisme, dreigt het systeem in te storten en bestaat de kans dat de lidstaten zichzelf niet meer kunnen financieren. De Europese economie kan alleen worden hersteld als we op de internationale markten gebruik maken van de kracht van de euro, wat leidt tot een toename van de kredietwaardigheid. Door op Europees niveau middelen samen te brengen, worden de lidstaten in staat gesteld om bezuinigingen door te voeren teneinde overlappingen te voorkomen en investeringen beter te laten renderen.
Maria do Céu Patrão Neves (PPE), schriftelijk. − (PT) Het is een prioriteit geworden om de economische governance in de EU te versterken, vooral in het licht van de huidige internationale economische context. Toen het Verdrag van Lissabon op 1 december 2009 in werking trad, had niemand verwacht dat het in de nabije toekomst wijzigingen zou ondergaan. De uitzonderlijke financiële, economische en nu zelfs sociale omstandigheden die we allemaal wel kennen, hebben deze wijziging echter noodzakelijk gemaakt, die op de steun van de politieke meerderheid kan rekenen.
Ik moet echter wel benadrukken dat deze vereenvoudigde procedure voor de herziening geen precedent mag scheppen voor verdere constitutionele herzieningen in de toekomst, op momenten waarop er geen echte uitzonderlijke omstandigheden heersen, zoals momenteel wel het geval is. Omdat ik het ermee eens ben dat een weldoordacht en samenhangend economisch en financieel beleid voor de lidstaten uit de eurozone, dat de samenhang en de stabiliteit van de eurozone kan garanderen, noodzakelijk is, heb ik voor dit verslag gestemd, dat voorstelt om artikel 136 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie te wijzigen en een Europees permanent stabiliteitsmechanisme in te stellen om de stabiliteit en de financiële bijstand te garanderen, in overeenstemming met bepaalde randvoorwaarden, in het bijzonder een diepgaande analyse en een programma voor economisch en financieel herstel.
Crescenzio Rivellini (PPE), schriftelijk. − (IT) Vandaag hebben wij tijdens de minizitting van het Europees Parlement in Brussel gestemd over het verslag inzake de wijziging van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met betrekking tot een stabiliteitsmechanisme voor de lidstaten die de euro als munt hebben.
Op 16 december 2010 heeft de Europese Raad besloten het Parlement via de vereenvoudigde herzieningsprocedure zoals bedoeld in artikel 48, lid 6, van de geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie te raadplegen over een voorstel tot wijziging van artikel 136 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met betrekking tot een stabiliteitsmechanisme voor de lidstaten die de euro als munt hebben. De doelstelling van het verslag van Elmar Brok en Roberto Gualtieri is om een lid toe te voegen waarmee de lidstaten die de euro als munt hebben de mogelijkheid krijgen om een stabiliteitsmechanisme in te stellen dat waar nodig kan worden ingezet om de stabiliteit van de gehele eurozone te waarborgen, waarbij is bepaald dat bij de verlening van financiële steun, indien vereist, uit hoofde van het mechanisme stringente voorwaarden worden gehanteerd.
Raül Romeva i Rueda (Verts/ALE), schriftelijk. − (EN) Volgens het verslag dat vandaag in stemming is gebracht:
1. Benadrukt het Europees Parlement dat het monetair beleid voor de lidstaten die de euro als munt hebben een exclusieve bevoegdheid van de Unie is en sinds het Verdrag van Maastricht communautair beleid is geweest; en
2. Wijst het Europees Parlement op het belang van de euro voor het Europese politieke en economische project, en benadrukt het belang van het engagement van alle lidstaten ten gunste van de stabiliteit van de eurozone en van het gevoel voor verantwoordelijkheid en solidariteit dat zij aan de dag hebben gelegd.
Tegelijkertijd is het van mening dat het van wezenlijk belang is om verder te gaan dan de tijdelijke maatregelen die gericht zijn op stabilisering van de eurozone, en dat de Unie haar economische governance moet opbouwen, onder meer via beleidsmaatregelen en instrumenten die specifiek zijn ontworpen om duurzame groei in de lidstaten te bevorderen, en is van mening dat de versterking van het SGP, het Europese semester, de EU 2020-strategie en de wijziging van artikel 136 VWEU met betrekking tot het stabiliteitsmechanisme slechts een eerste stap in die richting vormen.
Licia Ronzulli (PPE), schriftelijk. − (IT) Ik sta achter de inhoud van de resolutie omdat ik vind dat het monetair beleid met betrekking tot de euro de exclusieve bevoegdheid van de Europese instellingen moet blijven om te voorkomen dat dubbele structuren worden opgezet die de Europese integratie kunnen schaden.
Op dit moment coördineren de lidstaten hun economisch beleid in overeenstemming met de maatregelen die de Europese instellingen voor de stabiliteit van de eurozone hebben getroffen. Het huidige ontwerpbesluit van de Raad kan leiden tot een besluitvormingsmechanisme met betrekking tot de stabiliteit van de euro waarbij het Parlement en de Commissie buitenspel komen te staan. Het stabiliteitsmechanisme is daarom een gezamenlijk antwoord op de uitdagingen op het gebied van economische en sociale groei en vormt een stimulans voor de invoering van de euro in de resterende lidstaten. Ik hoop dat het gehele Europese institutionele kader betrokken wordt bij de oprichting en de werking van het permanente stabiliteitsmechanisme – waar nodig aan de hand van de procedure voor nauwere samenwerking – teneinde de transparantie van alle besluiten te waarborgen.
Søren Bo Søndergaard (GUE/NGL), schriftelijk. − (EN) Ik heb dit voorstel in zijn geheel verworpen omdat het volgens mij de problemen niet zal oplossen. Ik deel de mening van de ETUC (de Europese Federatie van Vakbonden) wanneer ze zegt dat de voorgestelde wijzigingen 'de weg vrijmaken voor een inbreuk op de sociale dialoog en inmenging in de structuren voor collectieve arbeidsonderhandelingen in heel Europa.' Ik ben het ook niet eens met de keuze voor een vereenvoudigde herzieningsprocedure voor het Verdrag. Ik ben van mening dat de gewone herzieningsprocedure voor het Verdrag gebruikt dient te worden, om ruimte te maken voor een fatsoenlijke en diepgaande discussie over het voorgestelde stabiliteitsmechanisme en andere mogelijke wijzigingen in de verdragen, bijvoorbeeld een clausule over sociale vooruitgang. Tot slot wil ik alle lidstaten aansporen om referenda mogelijk te maken over voorstellen voor verdragswijzigingen.
Eva-Britt Svensson (GUE/NGL), schriftelijk. − (EN) We hebben dit voorstel in zijn geheel verworpen omdat het volgens ons de problemen niet zal oplossen. We delen de mening van de ETUC (de Europese Federatie van Vakbonden) wanneer ze zegt dat de voorgestelde wijzigingen 'de weg vrijmaken voor een inbreuk op de sociale dialoog en inmenging in de structuren voor collectieve arbeidsonderhandelingen in heel Europa.' We zijn het ook niet eens met de keuze voor een vereenvoudigde herzieningsprocedure voor het Verdrag. Wij zijn van mening dat de gewone herzieningsprocedure voor het Verdrag gebruikt dient te worden, om ruimte te maken voor een fatsoenlijke en diepgaande discussie over het voorgestelde stabiliteitsmechanisme en andere mogelijke wijzigingen in de Verdragen, bijvoorbeeld een clausule over sociale vooruitgang. Tot slot willen we alle lidstaten aansporen om referenda mogelijk te maken over voorstellen voor verdragswijzigingen.
Nuno Teixeira (PPE), schriftelijk. − (PT) De overheidscrisis die de lidstaten treft, dwingt de Europese Unie om haar economische strategie opnieuw te bekijken. De economische governance van de Unie wordt langzaamaan werkelijkheid. Het is noodzakelijk om een weldoordacht en samenhangend economisch en financieel beleid uit te werken voor de lidstaten van de eurozone, een echt 'europact'. Zo wordt in dit verslag voorgesteld om artikel 136 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie te wijzigen om de samenhang en de stabiliteit van de eurozone te garanderen, en om een Europees permanent stabiliteitsmechanisme in te stellen om de stabiliteit en de financiële bijstand te garanderen, in overeenstemming met bepaalde randvoorwaarden, in het bijzonder een diepgaande analyse en een programma voor economisch en financieel herstel.
Ik heb voor deze wijziging gestemd omdat ik van mening ben dat het van essentieel belang is om het Europees mechanisme te institutionaliseren en tegelijkertijd te flexibiliseren. Ik wil er vooral op wijzen dat daarbij rekening gehouden moet worden met de bevoegdheden van de Europese instellingen en dat het fout zou zijn om het permanente stabiliteitsmechanisme buiten het institutionele kader van de EU op te zetten. De huidige conjunctuur dwingt de lidstaten, en in het bijzonder de landen uit de eurozone, ertoe om serieuze en realistische standpunten in te nemen. Toch wil ik nogmaals benadrukken dat dit vereenvoudigd herzieningsproces geen precedent mag scheppen voor verdere constitutionele herzieningen in de toekomst.
Thomas Ulmer (PPE), schriftelijk. – (DE) Ik heb met deze aanvulling op het Verdrag ingestemd, omdat deze logische gevolgen heeft voor economische governance en hierdoor het verder naar elkaar toe groeien van de eurozone in de zin van een gemeenschappelijk financieel beleid wordt bevorderd. Het is bovendien juist dat geen enkel land korting krijgt en dat er geen verschil tussen goede en slechte schulden wordt gemaakt. Schulden zijn bij een pact tussen generaties altijd lasten voor de volgende generaties die hun speelruimte en ontwikkelingsmogelijkheden beperken.
Dominique Vlasto (PPE), schriftelijk. – (FR) De verzwakking van de Europese openbare financiën als gevolg van de cruciale verplichting van de lidstaten om het inzakken van de groei na de financiële crisis te beheersen, heeft geleid tot aanzienlijke publieke schulden die ten prooi zijn gevallen aan verwoede speculaties. Het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) moest daardoor een permanent karakter krijgen. Ik juich de institutionalisering van dit instrument toe, dat duidelijk een uitdrukking van solidariteit is in de eurozone en dat in ruil lidstaten vraagt een grotere verantwoordelijkheid aan de dag te leggen. In de eerste plaats kunnen lidstaten in ernstige financiële moeilijkheden door de activering van dit mechanisme bijstand krijgen. In de tweede plaats eist dit mechanisme van de lidstaten dat ze hun tekorten terugdringen. Door een gezamenlijke aanpak ten aanzien van het beheer van een deel van de schulden van deze lidstaten ten uitvoer te leggen en door hun economieën te laten convergeren, maakt dit mechanisme in feite deel uit van een bredere strategie die mijn politieke familie breed ondersteunt, namelijk economische governance van de eurozone. We hebben het hier niet over een theoretisch gadget of een Europees foefje; we hebben het over een duidelijke noodzaak en reële vooruitgang voor Europa. De kracht van onze munt en ons vermogen om tegen lage kosten te importeren en om investeringen naar Europa te halen, hangen af van deze strategie.
Angelika Werthmann (NI), schriftelijk. – (DE) In het verslag van Brok/Gualtieri wordt expliciet vastgesteld dat de Raad – dus de lidstaten – verzuimd heeft om het stabiliteits- en groeipact volledig uit te voeren en geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheden die de verdragen bieden om het pact te stabiliseren. Verder schaart het Parlement zich met dit verslag achter de Europese Commissie en steunt onvoorwaardelijk haar "voornemen om voor samenhang tussen het toekomstige mechanisme en de economische governance van de Unie" te zorgen, om te garanderen dat in de toekomst nooit meer een crisis zoals we die nu beleven kan ontstaan. Reeds in paragraaf 3 van het verslag wordt gesteld dat het Europees Parlement het stabiliteitsmechanisme als "een deel van een alomvattend maatregelenpakket" beschouwt, "dat bedoeld is om een nieuw kader vast te stellen waarmee de begrotingsdiscipline en de coördinatie van het economisch en financieel beleid van de lidstaten worden versterkt"”. Ik deel op dit punt de mening van veel van mijn collega’s.
Anna Záborská (PPE), schriftelijk. − (SK) De gemeenschappelijke munt heeft Europa meer vrijheid gebracht. Vrijheid moet echter altijd gepaard gaan met verantwoordelijkheid. En dat is nu juist het probleem. Het blijkt dat enkele lidstaten hun aandeel in de verantwoordelijkheid voor de gemeenschappelijke munt niet serieus hebben genomen. Ze moeten nu geld lenen om hun schulden geleidelijk af te lossen, maar de banken hebben geen vertrouwen meer in hen. De lidstaten die verantwoordelijk hebben gehandeld konden kiezen: toelaten dat de schuldenaren failliet gaan of solidariteit tonen. Als overtuigd Europeaan ben ik blij dat het solidariteitsbeginsel de voorkeur heeft gekregen. Tegelijkertijd verwacht ik echter dat het nieuwe stabiliteitsmechanisme weloverwogen wordt toegepast om te voorkomen wat nu het geval is, namelijk dat Griekenland en Ierland na de eerste hulp om nog meer geld vragen. Ik verwacht ook dat de solidariteit niet wordt misbruikt door degenen die haar nodig hebben of door degenen die een geschikt voorwendsel zoeken om de belasting te harmoniseren of op een andere manier de soevereiniteit van de lidstaten in te perken.