Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Volledig verslag van de vergaderingen
Woensdag 23 maart 2011 - Brussel Uitgave PB

23. Spreektijd van één minuut (artikel 150 van het Reglement)
Video van de redevoeringen
Notulen
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Aan de orde is de spreektijd van één minuut over kwesties van politiek belang.

 
  
MPphoto
 

  Rareş-Lucian Niculescu (PPE).(RO) Mijnheer de Voorzitter, er is de afgelopen tijd in het Parlement veel gesproken over de onvoldoende werking van de voedselvoorzieningsketen in Europa. Er is zelfs een verslag goedgekeurd over dit onderwerp. Ik wil u een aantal voorbeelden geven die vandaag in Roemenië zijn gepubliceerd, van de prijzen voor intracommunautaire import bij de douane, in vergelijking met de prijzen in de schappen.

Aardappelen worden geïmporteerd tegen een gemiddelde prijs van 15 eurocent per kilo en komen in de winkel voor 80 cent per kilo. Suiker wordt ingekocht voor 50 eurocent en ligt in de winkel voor 1,15 euro. Gevogelte kost 1,25 euro en wordt in winkels verkocht tegen een gemiddelde prijs van 2,10 euro per kilo.

Dezelfde krant die deze statistieken heeft gepubliceerd liet zien dat de prijs van aardappelen afgelopen jaar met 45 procent is toegenomen, terwijl de prijs van goud slechts met 40 procent is gestegen. Aan deze absurde situatie moet een einde komen en ik ben van mening dat de Europese Commissie en het Europees Parlement hier oplossingen voor moeten vinden.

 
  
MPphoto
 

  Vasilica Viorica Dăncilă (S&D).(RO) Mijnheer de Voorzitter, het aantal gebieden in de wereld dat getroffen is door klimaatverandering of natuurrampen neemt gestaag toe. Het meest recente voorbeeld is de tragische situatie in Japan.

Het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de Europese Unie moet een antwoord bieden op deze uitdagingen, maar ook voedselzekerheid garanderen, aangezien het gaat om een wereldwijd strategisch probleem.

De bevolkingsgroei leidt tot een hogere voedselbehoefte, maar er is een steeds toenemend tekort gezien de beschikbare voorraden. Omdat het recht op voedsel een grondrecht is, is voedselzekerheid een van de prioriteiten van de Europese Unie en moet dat blijven. De als onderdeel van het gemeenschappelijk landbouwbeleid uitgevoerde strategieën moeten worden ondersteund door een bijbehorend budget dat op deze uitdagingen een antwoord kan bieden.

Ik ben van mening dat het budget voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid ten minste op het huidige niveau moet blijven of zelfs moet stijgen als aanpassing aan de gestegen behoeften door deze natuurrampen, die geen rekening houden met grenzen of nationaliteit, maar misschien alleen voor geografische gebieden.

 
  
MPphoto
 

  Cristian Silviu Buşoi (ALDE). (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil graag van deze gelegenheid gebruik maken om het belang van de preventie van hart- en vaatziekten te benadrukken, aangezien deze ziekten in alle 27 lidstaten samen bijna twee miljoen doden per jaar tot gevolg hebben. In sommige landen, zoals in mijn eigen land, Roemenië, is dit 50 procent van alle sterfgevallen. De behandeling van deze chronische ziekten vormt ook een grote financiële last voor de gezondheidszorgstelsels en bedraagt naar schatting circa 92 miljard euro per jaar voor de gehele EU.

We moeten meer doen om een gezonde levensstijl te bevorderen en de bewustwording over hart- en vaatziekten te vergroten. Als leden van het Europees Parlement moeten wij beter met de burgers communiceren over de gevaren van alcoholmisbruik, ongezonde eetgewoonten en te weinig lichaamsbeweging. Alleen op deze manier kunnen we het aantal gevallen van hart- en vaatziekten onder EU-burgers terugdringen en dus ook het negatieve effect ervan op nationale begrotingen voor gezondheidszorg.

 
  
MPphoto
 

  Oriol Junqueras Vies (Verts/ALE). (ES) Mijnheer de Voorzitter, het ernstige ongeluk met de kernreactor in Fukushima heeft een einde gemaakt aan de veronderstelde wedergeboorte van kernenergie.

Jarenlang is er door middel van een omvangrijke mediacampagne gepoogd om kernenergie te presenteren als de enige oplossing voor het energieprobleem en de klimaatverandering die onze toekomst bedreigen. Niets staat echter verder af van de werkelijkheid.

De vier fundamentele problemen van kernenergie, namelijk hoge kosten, veiligheid, kernafval en gevaar voor wildgroei,leidden reeds in de jaren tachtig tot de mislukking ervan. Deze problemen zijn vandaag de dag nog altijd niet voldoende opgelost.

Het is daarom zaak om over te gaan op een geleidelijke sluiting en ontmanteling van kerncentrales, waarbij begonnen moet worden met die centrales waar reeds ernstige incidenten hebben plaatsgevonden zoals de Vandellós II-centrale in Catalonië en de centrales die aan het eind van hun levensduur zijn. Daarnaast moeten we energie-efficiëntie, verantwoord energieverbruik en de investering in hernieuwbare energiebronnen vergroten.

 
  
MPphoto
 

  Ilda Figueiredo (GUE/NGL). (PT) Mijnheer de Voorzitter, door het huidige EU-beleid staan de sociale en arbeidsrechten onder zware druk. Dit veroorzaakt protest en strijd. Dat was het afgelopen weekend het geval in Portugal. Zo’n 300 000 werknemers en werkneemsters namen daar deel aan een demonstratie die was georganiseerd door de Portugese vakbondcentrale CGTP. Een golf van mensen, verontwaardiging en verzet spoelde door de straten van Lissabon, afkomstig uit alle hoeken van het land. Het was een landelijk antwoord, een georganiseerde strijd die liet zien dat werknemers, vrouwen, jongeren en gepensioneerden er genoeg van hebben het slachtoffer te zijn van het beleid dat wordt opgelegd door de belangen van de grote nationale en Europese economische en financiële groepen.

Ze zijn vastbesloten te strijden voor een ander beleid, dat de crisis niet als excuus aangrijpt voor meer werkloosheid, minder werkzekerheid, meer bevriezing van salarissen en pensioenen, en nieuwe bezuinigingen op lage inkomens en sociale zekerheid, prijsstijgingen of verhoging van belastingen voor mensen die van hun inkomen uit arbeid moeten leven.

Het was een 'nee' tegen het stabiliteits- en groeipact en tegen het kapitalistische beleid dat wordt aangehangen door de Europese Unie en de regeringen, zonder ooit het kapitaal verantwoordelijk te stellen, dat steeds grotere inkomens en winsten kan boeken. Het is een strijd die mag rekenen op onze solidariteit, strijdlust en inzet.

 
  
MPphoto
 

  Oreste Rossi (EFD). (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, ik denk dat niemand er nog aan twijfelt dat de maat vol is: de Europese Unie moet met betrekking tot Turkije de daad bij het woord voegen.

De arrestatie van een orthodoxe patriarch die tijdens kerst een mis vierde in het bezette deel van Cyprus en de arrestatie van negen journalisten op 3 maart vormden voor mevrouw Ashton niet genoeg aanleiding om samen met de heer Van Rompuy maatregelen te treffen tegen Turkije. Nu echter vier leden van het Europees Parlement en de bisschop die de orthodoxe christenen in de Europese Unie vertegenwoordigt, door Turkse veiligheidstroepen in het bezette Noord-Cyprus zijn gearresteerd, zullen hun aarzelingen zeker zijn weggenomen. Wij mogen ons niet langer laten schofferen door Turkije; het is bij wijze van tegenmaatregel niet genoeg om simpelweg de onderhandelingen over de toetreding tot de Europese Unie stil te leggen.

We moeten de moed en kracht hebben om de Turkse regering voor eens en voor altijd duidelijk te maken dat zij zich moet houden aan de verdragen en dat zij de mensen- en civiele rechten en vrijheden moet eerbiedigen. Anders moet de Europese Unie de moed hebben om alle diplomatieke en handelsbetrekkingen te verbreken.

 
  
MPphoto
 

  Csanád Szegedi (NI). (HU) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, nog geen twee weken geleden heeft het presidium van de Jobbik Beweging voor een Beter Hongarije op 11 en 12 maart verplaatste bestuursvergaderingen gehouden in Transsylvanië, Szeklerland en Târgu Mureş. Welnu, naast te hebben gepleit voor het belang van territoriaal zelfbestuur voor de Szeklers, hebben we het Centraal-Europees, Europees platform bekendgemaakt, dat een grote stap zou betekenen met het oog op de Roemeens-Hongaarse verzoening. Na de bestuursvergadering heb ik zelf een bezoek gebracht aan de Érmellék-regio van Partium. In Valea lui Mihai heb ik een lezing gehouden, waar het verlangen van de ongeveer 300 000 tot 400 000 in Partium wonende Hongaren om hun Hongaarse identiteit te behouden en hun kinderen in de Hongaarse taal te laten onderwijzen zich met elementaire kracht manifesteerde. Ze willen zelfbestuur. Dit betreft zoveel mensen dat ik het Europees Parlement wil vragen om een gelegenheid te vinden waarop we een vergadering kunnen beleggen, een onderwerp op de agenda waarop we de kwestie van autonomie voor zowel Szeklerland als Érmellék kunnen bespreken.

 
  
MPphoto
 

  László Tőkés (PPE). (HU) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, ter nagedachtenis van de revolutie en vrijheidsoorlog van 1848-1849 hebben Hongaren overal ter wereld op 15 maart hun nationale feestdag gevierd. Onze wereldberoemde dichter Sándor Petőfi heeft in 1849 zijn leven voor vrijheid opgeofferd. Op 20 maart, de verjaardag van zijn dood, hebben we een andere grote figuur van de vrijheidsoorlog herdacht, gouverneur Lajos Kossuth, vader van de Hongaarse parlementaire democratie, die de helft van zijn leven in ballingschap in het buitenland doorbracht. Het feit dat onze twee nationale radiostations naar Lajos Kossuth en Sándor Petőfi zijn genoemd is een symbolische getuigenis van de liefde die ons volk koestert voor vrijheid. Onze vrijheidsstrijder en dichter herdenkt in een van zijn formidabele gedichten de helden „Die voor jou zijn gestorven, heilige wereldvrijheid!” Het was deze revolutionaire geest van de wereldvrijheid die ooit jonge Hongaren heeft doordrongen, en een vrijheidsminnend Europa springt in dezelfde geest in de bres voor revolutionaire Arabische jongeren en voor alle volkeren ter wereld die voor vrijheid vechten.

 
  
MPphoto
 

  Daciana Octavia Sârbu (S&D).(RO) Mijnheer de Voorzitter, de Roemeense regering heeft via een noodprocedure een nieuwe arbeidswet aangenomen, die inbreuk maakt op het recht van de Roemenen op sociale bescherming. De reden die wordt gegeven voor deze nieuwe wet is de noodzaak om de markt flexibeler te maken en nieuwe banen te creëren. Echter, niemand heeft gevraagd om deze aanpassing aan de oude wet, werknemers niet en werkgevers niet. Ze zijn het zelfs oneens met de nieuwe maatregelen.

De nieuwe arbeidswet die de regering voorstaat, is in feite niet gericht op het introduceren van flexibiliteit, maar op een sterke politisering van de publieke sector en het toedienen van een harde klap aan medewerkers, door middel van bepalingen als het afschaffen van collectieve arbeidsovereenkomsten en vakbondsrechten en door collectieve ontslagen zonder compensatieregelingen. Dit betekent dat de regering juist diegenen treft, die door hun werk de wanhopige maatregelen tegen de crisis ondersteunen.

 
  
MPphoto
 

  Stanimir Ilchev (ALDE).(BG) Mijnheer de Voorzitter, enkele dagen geleden is er in de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken een goed idee besproken met het oog op verbetering van het beoordelingsmechanisme voor de landen in het Schengengebied als het gaat om de toepassing van het Schengenacquis en ook de vooruitgang die is geboekt door de landen die een verzoek indienen tot toetreding tot het Schengengebied.

De criteria moeten echter duidelijk en op iedereen van toepassing zijn en mogen niet worden verward met abstracte, moralistische criteria of politiek afhankelijk worden. De mate van corruptie in kandidaat-lidstaten moet bijvoorbeeld worden gecontroleerd.

Het is uitermate belangrijk dat corruptie wordt opgespoord en naar buiten wordt gebracht, maar wellicht is het moeilijk om dit proces objectief in ieder land afzonderlijk uit te voeren. Met andere woorden, we mogen geen subjectiviteit dulden als we trachten het beoordelingsmechanisme te verbeteren. Daarom gelden hier ook sancties voor. Sommige zijn financieel van aard. Hier komt veel precisie bij kijken.

Kandidaat-lidstaten moeten zich daarom grondig voorbereiden, anders lopen ze het risico op vertraging. De landen die tot het Schengengebied behoren maar niet door de beoordeling zijn gekomen, moeten zich ervan vergewissen dat hun lidmaatschap kan worden bevroren in overeenstemming met de sancties.

 
  
MPphoto
 

  Jaroslav Paška (EFD). (SK) Mijnheer de Voorzitter, de Tweede Wereldoorlog is lang geleden, maar beslist niet zo lang geleden dat we alle verschrikkingen van die tijd zijn vergeten.

Daarom kan ik niet begrijpen dat er nu in Europa mensen zijn die monumenten oprichten voor fascistische misdadigers. Op 14 maart heeft een bepaalde maatschappelijke groepering in Košice een buste onthuld van János Esterházy, een oorlogsmisdadiger die in 1947 ter dood is veroordeeld vanwege collaboratie met het fascistische regime. Ze hebben een buste onthuld voor een misdadiger die het fascistische leger welkom heeft geheten bij de invasie van Košice. Hij heeft zich openlijk uitgesproken voor collaboratie met de nazi’s en zei over zichzelf, ik citeer: "van jongs af aan ben ik anti-Joods geweest en dat blijf ik tot mijn dood."

Dames en heren, deze schaamteloze provocatie is in mijn ogen nog droever, omdat bij de huldiging van deze oorlogsmisdadiger ook de Hongaarse consul een toespraak heeft gehouden, een diplomaat van het land dat nu voorzitter is van de Europese Unie en op diverse fora optreedt namens ons allen en namens de hele Europese Unie.

 
  
MPphoto
 

  Slavi Binev (NI).(BG) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, ik neem het woord zodat ik uw aandacht kan vestigen op een complex probleem dat helaas zijn weerslag heeft op iedere afzonderlijke Bulgaarse burger, namelijk de dagelijkse misdadige praktijken tegen consumenten waar de banken zich schuldig aan maken.

Het is bespottelijk dat sommige banken in Bulgarije kosten rekenen voor zowel het storten als het opnemen van geld. Ik ben onlangs slachtoffer geworden van de belachelijke druk die banken uitoefenen en er zijn illegaal kredieten bevroren op mijn rekening. Door dit voorval kwam naar voren dat ik over geen enkele juridische grond beschik om protest aan te tekenen.

Wetgeving is niet strikt gereglementeerd. Het blijkt dat door het sterke lobbyen van de banksector of de zwakke vertoning van politieke bereidheid, de regering niet wordt betrokken bij de bilaterale verbintenis tussen de klant en de bank. Iedereen ziet duidelijk het gebrek aan gelijkheid tussen de partijen in deze verbintenis.

Voor zover ik kan beoordelen is het probleem dat concurrentie geen aanvaardbare marktvoorwaarden heeft gecreëerd en ik denk dat de regering zich erin moet mengen. Ik dring erop aan om de gemeenschappelijke betalingsruimte voor de euro (SEPA) sneller in te voeren en een duidelijk kader op te stellen om de banken te controleren. Ik hoop dat de banken dan meer aandacht geven aan hun klanten en beter op ze letten, omdat ze op dit moment alleen maar een dagelijks doelwit zijn voor misdadige praktijken.

 
  
MPphoto
 

  Seán Kelly (PPE). (EN) Mijnheer de Voorzitter, we hadden het eerder over consumentenrechten. Een van de rechten waar EU-consumenten aanspraak op kunnen maken is dat van voedselveiligheid en -zekerheid. Ze verwachten dat voedsel dat de Europese Unie binnenkomt, overeenkomstig dezelfde hoge normen wordt geproduceerd als binnen de EU geproduceerd voedsel. Helaas is dat niet gegarandeerd. Het was maar liefst de Europese Rekenkamer die onlangs zei dat bepaalde normen die aan EU-boeren worden opgelegd, met name op het gebied van dierenwelzijn, niet kunnen worden opgelegd aan producenten van geïmporteerd vlees. Dat is een vernietigend oordeel, vooral omdat het er ook op wijst dat niet meer dan 2 procent van het voedsel dat binnenkomt, kan worden onderzocht, wat in schril contrast staat met de situatie binnen Europa waar elk dier van boer tot bord kan worden getraceerd.

Gezien dat feit lijkt het een beetje ver gegrepen om een Mercosur-overeenkomst na te streven, zeker als je nagaat dat het Zweeds Instituut voor Voedsel en Technologie erop gewezen heeft dat de koolstofvoetafdruk van Braziliaans rundvlees soms tot wel 35 keer zo groot is als die van Iers rundvlees.

 
  
MPphoto
 

  Sergio Gutiérrez Prieto (S&D). (ES) Mijnheer de Voorzitter, volgens veel experts zal de volgende crisis een energiecrisis zijn en bovendien zijn ze van mening dat we niet doen wat nodig is om deze crisis te voorkomen of er niet snel genoeg mee zijn.

Voor komende zaterdag doet het Wereld Natuur Fonds een oproep aan ons om een kleine goede daad op het gebied van duurzaamheid te doen. Veel Europeanen zullen een uur lang het licht uitdoen, net als veel overheidsinstellingen. Maar dat is niet genoeg

Europa kan niet afhankelijk blijven van energie die niet van haar is, die van ver weg moet komen of die onveilig is. We moeten de lidstaten helpen bij het opzetten van een nieuw energiemodel waarbij hernieuwbare energie de basis vormt van de nieuwe mix.

Bovendien moeten we bewustwording creëren voor een nieuw energieverbruikspatroon, omdat hernieuwbare energie en energie-efficiëntie essentieel zijn voor duurzaamheid in de toekomst.

Ten slotte wil ik de lidstaten oproepen om mee te doen met de oproep, de ambitie van vijf lidstaten, waaronder Spanje, om de CO2 -uitstoot met nog eens 30 procent te verlagen, omdat we daarmee laten zien dat Europa niet alleen het voortouw neemt op het gebied van vrijheid en rechten, maar ook haar verplichting nakomt ten aanzien van de leefbaarheid van onze planeet.

 
  
MPphoto
 

  Kristiina Ojuland (ALDE). (EN) Mijnheer de Voorzitter, het spijt me dat ik u op dit late tijdstip moet berichten dat vanmiddag een groep Estlandse fietsers in de oostelijke Bekaa-vallei in Libanon door gewapende mannen gegijzeld is. De Estlanders waren eerder op de dag vanuit Syrië de grens met Libanon overgegaan en werden rond half zes ’s middags onderschept door gewapende mannen in drie voertuigen zonder nummerbord. Het is momenteel niet bekend wie de fietsers heeft gegijzeld of dat er politieke motieven achter het incident zitten, maar de Bekaa-vallei is een bolwerk van de Islamitische Hezbollah-beweging.

Ik zou er bij mevrouw Ashton op willen aandringen dat zij helpt om een oplossing voor deze situatie te vinden, ook al wordt ze noodzakelijkerwijs volledig in beslag genomen door Libië. Het is een uitdaging voor de gevestigde Europese Dienst voor extern optreden om burgers van de kleinere lidstaten in verontrustende situaties zoals deze hulp te bieden.

 
  
MPphoto
 

  Ádám Kósa (PPE). (HU) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, in Europa wonen vandaag de dag dertig miljoen blinden en visueel gehandicapten. Heeft u er ooit aan gedacht hoe zij alleen al bij het boodschappen doen met onopgeloste situaties worden geconfronteerd? In veel gevallen zijn ze niet in staat om van een eenvoudige doos of fles vast te stellen wat voor product die bevat. Als ze die van de plank nemen weten ze niet wat ze in hun hand houden, ofschoon het geen twijfel laat dat zij ook het recht hebben om een zelfstandig en veilig leven te leiden.

Daarom zou ik u samen met vijf collega’s uit vier fracties willen aanmoedigen om er bij fabrikanten van industrieproducten op aan te dringen dozen op vrijwillige basis van braille-etiketten te voorzien. En ik zou mijn andere collega’s willen verzoeken om Verklaring 14/2011, dat hierover gaat, met hun handtekening te ondersteunen.

 
  
MPphoto
 

  Csaba Sógor (PPE). (HU) Mijnheer de Voorzitter, bij rivaliteit vonden de betrokken partijen altijd schuldigen die ze verantwoordelijk verklaarden voor de geleden schade. Ik wil de aandacht vragen voor zo’n geval. Graaf János Esterházy werd op het eind van de Tweede Wereldoorlog eerst door de nazi’s en vervolgens tijdens de communistische bezetting ook door de Sovjets geïnterneerd. In de Tsjechische Republiek en Slowakije wordt hij nog altijd als oorlogsmisdadiger beschouwd, terwijl, meneer Paška, het Russisch Hooggerechtshof zijn vonnis al in 1993 nietig heeft verklaard, en het Poolse staatshoofd hem op de dag af twee jaar geleden de prestigieuze Orde Polonia Restituta heeft toegekend.

Esterházy heeft honderden Joden, Tsjechen, Slowaken en Polen helpen ontsnappen, en hij was het enige lid van het Slowaakse parlement, meneer Paška, dat in 1942 tegen de Jodenwetten stemde en protesteerde. De gemeenschappelijke opbouw van een verenigd Europa kon beginnen nadat de puinhopen van de Tweede Wereldoorlog waren opgeruimd, waarvan ook de rehabilitatie van personen als Esterházy deel uitmaakte. Het is aan ons om de overgebleven puinhopen op te ruimen.

 
  
MPphoto
 

  Zbigniew Ziobro (ECR). (PL) Mijnheer de Voorzitter, om over een bepaald land te zeggen dat het de voorwaarden voor een volwassen democratie vervult, is het niet genoeg om te stellen dat er algemene, geheime, gelijke en eerlijke verkiezingen worden gehouden voor de vertegenwoordigende organen, in het bijzonder voor het parlement. Er moet ook worden vastgesteld of de rechten van minderheden er worden gerespecteerd. Ik denk dat de plaats waar we vandaag debatteren, de beste plaats is om eraan te herinneren dat het parlement van de Republiek Litouwen op 17 maart de wet op het onderwijs heeft geamendeerd. De geamendeerde wet lijkt spijtig genoeg met behulp van administratieve methoden de rechten van de minderheden, in dit geval onder andere die van de Poolse minderheid, te schenden met de bedoeling om mensen die tot de Poolse minderheid behoren, onder staatsdwang te assimileren.

Het volstaat om eraan te herinneren dat de wet op het onderwijs ertoe leidt dat er in alle scholen eenzelfde onderwijsprogramma wordt opgelegd, ook in scholen waar enkel kinderen van nationale minderheden onderwijs volgen. De wet verhoogt het aantal verplichte vakken die in het Litouws moeten worden gegeven. Onder voorwendsel van het "optimaliseren van het schoolnetwerk" zullen er in kleine steden scholen van nationale minderheden, met inbegrip van Poolse scholen, worden gesloten en blijven er enkel Litouwse scholen over. Deze wet schendt de internationale verdragen die Litouwen heeft goedgekeurd.

Ik wil er ook aan herinneren dat verschillende personen in deze kwestie al meermaals het woord hebben genomen. Ik denk dat het Europees Parlement een goede plaats is om zulke zaken aan de orde te stellen en te eisen dat de grondrechten van nationale minderheden worden gerespecteerd.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Hiermee is dit onderdeel beëindigd.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid