Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2007/0082(NLE)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

A7-0044/2011

Debatten :

PV 24/03/2011 - 4
CRE 24/03/2011 - 4

Stemmingen :

PV 24/03/2011 - 6.5
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2011)0108

Volledig verslag van de vergaderingen
Donderdag 24 maart 2011 - Brussel Uitgave PB

4. Luchtvervoersovereenkomst EU/VS - Luchtvervoersovereenkomst EU/Canada - Overeenkomst inzake luchtvaartdiensten EU/Vietnam (debat)
Video van de redevoeringen
Notulen
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. – Aan de orde is de gecombineerde behandeling van:

- de aanbeveling betreffende het ontwerpbesluit van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie in het kader van de Raad bijeen inzake de sluiting van het Protocol tot wijziging van de luchtvervoersovereenkomst tussen de Verenigde Staten van Amerika, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds [15381/2010 - C7-0385/2010- 2010/0112(NLE)] - Commissie vervoer en toerisme. Rapporteur: Artur Zasada (A7-0046/2011),

- de aanbeveling betreffende het ontwerpbesluit van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen, inzake de sluiting van de Overeenkomst inzake luchtvervoer tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten enerzijds en Canada anderzijds [15380/2010 - C7-0386/2010- 2009/0018(NLE)] - Commissie vervoer en toerisme. Rapporteur: Silvia-Adriana Ţicău (A7-0045/2011), en

- de aanbeveling betreffende het ontwerpbesluit van de Raad betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de regering van de Socialistische Republiek Vietnam inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten [14876/2010 - C7-0366/2010- 2007/0082(NLE)] - Commissie vervoer en toerisme. Rapporteur: Dominique Riquet (A7-0044/2011).

 
  
MPphoto
 

  Artur Zasada, rapporteur. − (PL) Mevrouw de Voorzitter, het protocol dat ter stemming zal worden voorgelegd, is een bijzonder belangrijk document. De luchtvaartmarkten van de Europese Unie en de Verenigde Staten zijn samen goed voor ongeveer 60 procent van al het luchtverkeer wereldwijd. Openstelling op niet-discriminerende wijze van de markt voor luchtvaartmaatschappijen uit de Europese Unie en de Verenigde Staten zal voor passagiers en vrachtvervoerders niet alleen tot betere diensten leiden, maar zal ook aanzienlijke economische voordelen met zich meebrengen en voor extra werkgelegenheid zorgen. Het is mijn droom dat de concurrentie tussen luchtvaartmaatschappijen op basis van marktbeginselen voordeel zal opleveren voor de passagiers, dat reizigers die met een tussenstop naar de Verenigde Staten vliegen slechts één veiligheidscontrole moeten ondergaan, evenals dat passagiers in de EU en in de VS dezelfde rechten genieten en zich natuurlijk ook bewust zijn van deze rechten.

Zal dit protocol dit alles garanderen? Neen. Desalniettemin ben ik ervan overtuigd dat het een stap in de goede richting is en dat het dankzij dit protocol in de toekomst veel eenvoudiger zal zijn om deze doelstellingen te bereiken. Tijdens de achtereenvolgende onderhandelingsrondes tussen de EU en de VS kwam de ondertekening van het protocol meerdere keren op de helling te staan. Uiteindelijk zijn we er toch in geslaagd om het document aan te nemen. Als gevolg daarvan kon een aantal risico’s worden vermeden, waaronder het allergrootste risico, namelijk de inwerkingstelling van de opschortingsclausule, hetgeen niet alleen tot de opschorting van de overeenkomst zou hebben geleid, maar ook tot de nietigverklaring van de resultaten van beide onderhandelingsrondes. Dat zou neerkomen op een terugkeer naar de rechtssituatie van zeven jaar geleden. Dit zou werkelijk onaanvaardbaar zijn. Zes EU-lidstaten hebben geen bilaterale luchtvervoersovereenkomsten afgesloten met de VS. Voor deze landen zou het verwerpen van dit protocol betekenen dat zij geen vluchten meer kunnen aanbieden tussen de luchthavens op hun grondgebied en die op het grondgebied van de Verenigde Staten.

De tweedefaseovereenkomst voorziet niet in het uiteindelijke doel van een volledig opengestelde markt zonder beperkingen aan beide kanten, maar biedt wel een aantal stimulansen voor hervormingen. Zo is afgesproken dat als de Verenigde Staten hun wetgeving zodanig wijzigen dat EU-investeerders een meerderheidsparticipatie kunnen verwerven in VS-luchtvaartmaatschappijen, de Europese Unie in dezelfde mogelijkheid zal voorzien voor VS-investeerders.

Ik ben zeer tevreden over het feit dat het belang van de sociale dimensie van de overeenkomst wordt benadrukt. In dit kader zou de Europese Commissie de overeenkomst moeten gebruiken om overeenstemming met de relevante internationale wetgeving inzake sociale rechten te bevorderen, met name met de arbeidsnormen die verankerd zijn in de verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie en de OESO, alsook in het Verdrag van Rome. Dit zal ervoor zorgen dat de bestaande juridische rechten van werknemers van luchtvaartmaatschappijen beter worden nageleefd. De overeenkomst zal tevens de samenwerking op milieugebied versterken, doordat coherentie en interactie worden vereist op het gebied van groene technologieën, groene brandstoffen en ecologisch luchtverkeersbeheer.

Als rapporteur heb ik getracht om de kwestie in een bredere context te plaatsen en om zowel de positieve als de negatieve aspecten van het protocol onder de aandacht te brengen, zonder toe te geven aan de verleiding om me enkel en alleen op de zwakke of op de sterke punten van het document te concentreren. Bij de start van mijn werkzaamheden ben ik er niet automatisch van uitgegaan dat dit protocol aan het einde van de rit sowieso aangenomen of verworpen diende te worden. Na een heel aantal bijeenkomsten en gesprekken ben ik tot de conclusie gekomen dat het voor de EU veel gunstiger is dat we het document aannemen dan dat we het verwerpen.

 
  
MPphoto
 

  Silvia-Adriana Ţicău, rapporteur. – (RO) Mevrouw de Voorzitter, het Verdrag van Lissabon, dat op 1 december 2009 in werking is getreden, heeft geleid tot uitbreiding van het aantal gevallen waarin de instemming van het Parlement met het sluiten van internationale overeenkomsten vereist is. Luchtvervoersovereenkomsten behoren nu tot deze categorie omdat zij een terrein betreffen waarop de gewone wetgevingsprocedure van toepassing is.

Vóór de huidige overeenkomst was de luchtvaart het onderwerp van bilaterale overeenkomsten met negentien van de EU-lidstaten. Hiermee doel ik op de overeenkomsten tussen de Europese Unie en Canada. Veel van deze overeenkomsten bevatten talrijke beperkingen en boden geen volledige toegang tot de respectieve markten.

In november 2002 bepaalde het Hof van Justitie van de Europese Unie dat bepaalde clausules in deze bilaterale overeenkomsten onverenigbaar waren met het Gemeenschapsrecht.

In het onderhandelingsmandaat werd de totstandbrenging van een open luchtvaartruimte tussen de Europese Unie en Canada als doel gesteld. Hierdoor zou één luchtvaartmarkt voor de Europese Unie en Canada ontstaan, waar investeringen vrij zouden kunnen stromen en waar Europese en Canadese luchtvaartmaatschappijen onbeperkt luchtvaartdiensten zouden kunnen aanbieden, ook op de binnenlandse markten van beide partijen.

De luchtvervoersovereenkomst tussen de EU en Canada is geparafeerd op 30 november 2008, bekrachtigd tijdens de Top EU-Canada van 6 mei 2009 en ondertekend op 17-18 december 2009.

Wat houdt de overeenkomst in? Zij voorziet in een geleidelijke invoering van verkeersrechten en investeringsmogelijkheden, alsmede verregaande samenwerking op een aantal gebieden waaronder veiligheid, sociale aspecten, consumentenbelangen, het milieu, luchtverkeersbeheer, staatssteun en mededinging.

Alle luchtvaartmaatschappijen van de Europese Unie zullen rechtstreekse vluchten naar Canada kunnen uitvoeren vanuit heel Europa. De overeenkomst maakt een einde aan alle beperkingen ten aanzien van routes, prijzen of aantallen vluchten per week tussen Canada en de Europese Unie. Het staat luchtvaartmaatschappijen vrij om commerciële afspraken te maken, zoals codeshare-overeenkomsten, die van belang zijn voor maatschappijen die veel bestemmingen aandoen, en om hun tarieven vast te stellen in overeenstemming met het mededingingsrecht.

De overeenkomst bevat bepalingen voor het gefaseerd openstellen van de markt. In fase één wordt het buitenlandse aandeel in luchtvaartmaatschappijen beperkt tot 25 procent; dit was het geval toen de onderhandelingen over de overeenkomst werden voltooid. Fase twee gaat in zodra Canada de nodige stappen heeft ondernomen om Europese investeerders toe te staan maximaal 49 procent van de aandelen met stemrecht van Canadese luchtvaartmaatschappijen te bezitten. Fase drie begint wanneer beide partijen voor investeerders de mogelijkheid introduceren om op elkaars markten nieuwe luchtvaartmaatschappijen op te richten en te besturen. Fase vier is de laatste stap met volledige exploitatierechten tussen, binnen en vanuit de beide markten, ook tussen plaatsen binnen het grondgebied van de wederpartij. Ik doel hier op cabotage.

Ik wil een paar opmerkingen over dit verslag maken. Hoewel deze overeenkomst wat betreft markttoegang ambitieuzer is dan de overeenkomst met de VS, is zij minder expliciet als het gaat om erkenning van het belang van de sociale dimensie.

Het is van belang dat de Commissie de overeenkomst, en met name de mogelijkheid van verwijzing naar het Gemengd Comité, aangrijpt ter bevordering van de naleving van de ter zake dienende internationale wetgeving betreffende sociale rechten, in het bijzonder de arbeidsnormen zoals vastgelegd in de fundamentele verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie.

Gezien de belangrijke rol die het Gemengd Comité heeft gespeeld, ook in politiek gevoelige kwesties zoals milieu- en arbeidsnormen, is het van belang dat de Commissie ervoor zorgt dat het Parlement steeds volledig wordt geïnformeerd en geraadpleegd over de werkzaamheden van het comité en over toekomstige wijzigingen van het Verdrag.

 
  
MPphoto
 

  Dominique Riquet, rapporteur. − (FR) Mevrouw de Voorzitter, ik zal het korter houden, niet omdat de overeenkomst met Vietnam minder belangrijk is, maar mevrouw Ţicău heeft in het vorige verslag over Canada al herhaald wat het wet- en regelgevingskader is waarbinnen deze luchtvaartovereenkomsten tussen de Europese Unie en derde landen zullen gelden.

De context is dus precies dezelfde, behalve dan dat onze overeenkomst, die eenvoudiger is en minder ambitieus, een horizontale regularisering beoogt op het terrein van de luchtdiensten van de zeventien bilaterale overeenkomsten die voorheen bestonden tussen Vietnam en de landen van Europa, en natuurlijk uitbreiding ervan tot alle landen van de Unie. Deze overeenkomst gaat niet over openstelling van de markt; omdat de economie van Vietnam een gereguleerde staatseconomie is, kan er natuurlijk geen sprake van zijn de markt open te stellen. Het doel is dus – zoals de vorige rapporteur al zei – om de bestaande bilaterale overeenkomsten over luchtdiensten die tot nu toe gesloten waren tussen de Europese Unie en Vietnam, in lijn te brengen met het Europese recht.

Een van de belangrijkste aspecten van deze overeenkomst is een aanwijzingsclausule die verwijst naar alle luchtvaartmaatschappijen uit de EU, zodat alle EU-luchtvaartmaatschappijen niet-discriminerende toegang krijgen tot routes tussen de Europese Unie en Vietnam. Daarnaast bevat deze overeenkomst bepalingen op het gebied van veiligheid, teneinde de veiligheidsvoorschriften te standaardiseren en gelijk te trekken, en een clausule tegen concurrentiebeperkende praktijken. De totstandkoming van deze overeenkomst verliep niet zonder moeilijkheden en heeft daarom een poosje – meerdere jaren – geduurd.

Met de opname van een brandstofbelastingclausule is Vietnam uiteindelijk niet akkoord gegaan. Met deze clausule, die gangbaar is in door de Commissie uitonderhandelde luchtvaartovereenkomsten, kan een luchtvaartmaatschappij uit een derde land worden belast, wanneer deze een vlucht binnen de Europese Unie uitvoert. Er zij evenwel op gewezen dat Vietnam vooralsnog geen vluchten binnen de Europese Unie uitvoert of gaat uitvoeren.

Bovendien heeft de Vietnamese regering toegezegd bilaterale onderhandelingen te zullen aangaan met lidstaten, zodra dat nodig is of als een Vietnamese nationale luchtvaartmaatschappij daadwerkelijk een vlucht binnen de EU zou plannen.

Hoe dan ook: de ratificatie van deze overeenkomst biedt natuurlijk meer voordelen dan geen overeenkomst, ook al is er geen brandstofbelastingclausule in opgenomen. Hiermee kan worden gezorgd dat de beginselen van het EU-recht bilateraal en voor alle EU-lidstaten gerespecteerd worden. Vanzelfsprekend roepen we het Europees Parlement dan ook op om deze overeenkomst te ratificeren.

 
  
MPphoto
 

  Siim Kallas, vicevoorzitter van de Commissie. − (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik wil het Parlement en met name de rapporteurs bedanken voor hun steun aan de Commissie inzake deze belangrijke overeenkomsten. Alle drie zijn krachtig gesteund door de Commissie vervoer en toerisme.

In verband met de overeenkomst met de VS wil ik om te beginnen de rapporteur, de heer Zasada, bedanken voor zijn zeer positieve aanbeveling met betrekking tot de uitkomst van de onderhandelingen met de Verenigde Staten over de tweede fase van de luchtvervoersovereenkomst. U zult zich herinneren dat de discussies over de tweede fase bedoeld waren om de normalisering van de trans-Atlantische markt mogelijk te maken en de reikwijdte en diepte uit te breiden van de uitstekende luchtvaartbetrekkingen die tot stand zijn gebracht door de eerste fase van de overeenkomst, die van kracht is sinds maart 2008.

Ik wil nu de belangrijkste elementen van de tweede fase van de luchtvervoersovereenkomst noemen. De tweede fase van de luchtvervoersovereenkomst schept vooruitzichten op extra investeringen en mogelijke marktopeningen. Ook versterkt zij het samenwerkingskader op het terrein van milieu, sociale bescherming, mededinging en veiligheid.

Wat het milieu betreft wordt met de overeenkomst een helder kader vastgesteld voor de aanpak van lokale en mondiale uitdagingen. De overeenkomst moet de beveiligingslast voor reizigers, luchtvaartmaatschappijen en luchthavens in heel Europa verminderen. Voor het eerst wordt in een dergelijke luchtvaartovereenkomst de noodzaak erkend om een evenwicht te bereiken tussen marktopeningen en krachtige sociale bescherming door de verplichting de bepalingen zo ten uitvoer te leggen dat de rechten van werknemers niet worden aangetast.

Op het commerciële vlak heeft Europa nieuwe rechten verworven, waaronder rechtstreekse toegang tot het Fly America-programma uitgezonderd defensie.

De tweede fase van de luchtvervoersovereenkomst is niet volmaakt. Net als u had ik graag een onmiddellijke en onherroepelijke wijziging van de Amerikaanse wetten met betrekking tot eigendom en controle van luchtvaartmaatschappijen willen zien. Die wijziging is niet mogelijk gebleken, maar we hebben wel de toezegging van de Verenigde Staten weten te krijgen dat zij in de toekomst aan een hervorming van deze regels gaan werken. In het kader van de overeenkomst hebben de EU en de Verenigde Staten zich gebonden aan de doelstelling om de resterende marktbelemmeringen in de sector weg te nemen, met inbegrip van die welke de toegang van luchtvaartmaatschappijen tot wereldwijd kapitaal beperken.

Ik kom nu op de overeenkomst met Canada. Mijn dank gaat uit naar de Commissie vervoer en toerisme en in het bijzonder naar mevrouw Ţicău. Deze ambitieuze overeenkomst is bedoeld om volledige openstelling van de markten voor verkeersrechten en investeringen te bewerkstelligen en tezelfdertijd een ongekend niveau van convergentie in regelgeving en samenwerking tussen autoriteiten te verwezenlijken.

Ten aanzien van de toegang tot de markt omvat de overeenkomst het volledige scala van verkeersrechten en investeringsmogelijkheden: dit betekent 100 procent eigendom en controle. Dat wordt bereikt door een geleidelijke openstelling van de markt in vier fasen. Tot de vele voordelen voor beide partijen die vermeldenswaard zijn, behoren de totstandbrenging van een gelijk speelveld voor de luchtvaartsector en van gemeenschappelijke of vergelijkbare normen voor veiligheid en luchtverkeersbeheer. Ten slotte, maar dat is zeker niet het minst belangrijk, ben ik ervan overtuigd dat deze overeenkomst door het wegnemen van bestaande belemmeringen in de regelgeving zal leiden tot een substantiële toename van het aantal reizigers en talloze voordelen voor consumenten en nieuwe werkgelegenheid zal opleveren.

Wat betreft Vietnam wil ik ook om te beginnen de rapporteur, de heer Riquet, bedanken voor de steun die hij aan deze horizontale overeenkomst heeft gegeven. Momenteel hebben we met partnerlanden op de hele wereld 45 van dergelijke horizontale overeenkomsten gesloten. Op 4 oktober 2010 heeft de premier van Vietnam de overeenkomst ondertekend tijdens een bezoek aan de Europese Unie en dit betekent een belangrijke stap op weg naar versterking van de luchtvaartbetrekkingen tussen de EU en Vietnam.

De horizontale overeenkomst herstelt de rechtszekerheid in onze luchtvaartbetrekkingen met Vietnam door de bilaterale luchtvervoersovereenkomsten tussen zeventien lidstaten en Vietnam af te stemmen op het EU-recht. Het allerbelangrijkste is dat zij een einde maakt aan nationaliteitsbeperkingen in bilaterale luchtvervoersovereenkomsten tussen EU-lidstaten en Vietnam. Zij maakt het daardoor voor elke luchtvaartmaatschappij in de EU mogelijk om te profiteren van de bestaande bilaterale overeenkomsten tussen Vietnam en een lidstaat.

Dank u zeer voor uw aandacht. Ik zie uit naar het debat.

 
  
MPphoto
 

  Mathieu Grosch, namens de PPE-Fractie. – (DE) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer de commissaris, dames en heren, ook ik wil de rapporteurs bedanken voor hun verslagen. Wij van de Fractie van de Europese Volkspartij (Christendemocraten) verwelkomen deze overeenkomsten.

In dit geval zijn 27 overeenkomsten die op deze terreinen hadden kunnen worden gesloten, vervangen door slechts een overeenkomst. Voor ons is technische harmonisatie ook een belangrijk punt. Het verhoogt de veiligheidsniveaus, niet alleen voor de luchtvaartmaatschappijen zelf, maar ook voor de passagiers. De openstelling van de markten en de samenwerking op Europees niveau moeten door beide partijen op dezelfde wijze worden behandeld. Het is belangrijk te benadrukken dat de overeenkomst met Canada hiervan een heel goed voorbeeld is, terwijl de overeenkomst met de Verenigde Staten nog wel te wensen overlaat.

Een ander terrein waarop nog niet alles naar wens is, is het gebrek aan regelmatige controles op de sociale en milieuaspecten van deze overeenkomsten, die deel zouden moeten uitmaken van alle toekomstige overeenkomsten, omdat de vereenvoudiging van de economische aspecten ons ook in staat moet stellen om deze overeenkomsten aan te wenden voor beïnvloeding van niet alleen de Europese markt maar ook de mondiale markt. Niet in de laatste plaats zijn deze overeenkomsten ook positief nieuws voor passagiers omdat ze ervoor kunnen zorgen dat de controles vereenvoudigd worden zonder dat ze afgeraffeld worden.

Tot slot wil ik zeggen dat wij deze overeenkomst toejuichen omdat, zoals ik al heb gezegd, 27 overeenkomsten hierbij uiteindelijk worden vervangen door een. Dit wijst er duidelijk op dat we hopelijk binnenkort te maken hebben met slechts zeven of misschien zelfs drie luchtruimen in plaats van met de huidige 27, als onderdeel van de maatregelen ter verbetering van de veiligheid van de luchtvaart en de implementatie van het gemeenschappelijk luchtruim. Dit zal de onderhandelingen over deze overeenkomsten veel gemakkelijker maken.

 
  
MPphoto
 

  Saïd El Khadraoui, namens de S&D-Fractie. – Voorzitter, collega's, commissaris, ik wil om te beginnen de drie rapporteurs danken voor het geleverde werk en de goede samenwerking. We zullen, wanneer binnenkort het meer algemene debat gevoerd gaat worden naar aanleiding van het verslag van Brian Simpson over de luchtvaartovereenkomsten, de gelegenheid krijgen dieper in te gaan op de algemene aanpak en strategie ten opzichte van dit soort overeenkomsten.

Wij als S&D-Fractie steunen absoluut de vervanging van de oude bilaterale overeenkomsten tussen onze lidstaten en derde landen door allesomvattende globale overeenkomsten op Europees niveau. Dit is de beste garantie op een gelijk speelveld voor al onze luchtvaartmaatschappijen. Het versterkt ook de integratie van onze eigen luchtvaartsector, en natuurlijk ook onze onderhandelingspositie ten opzichte van derde landen.

Het is belangrijk dat we daarbij niet alleen aandacht hebben voor de opening van de markt voor extra vliegrechten en dit soort dingen, maar ook voor een versterking van het regelgevend kader op milieuvlak, sociaal vlak, op het vlak van veiligheid en beveiliging. We moeten dat absoluut meer op elkaar afstemmen en op een zeer hoog niveau. Het is belangrijk om hierbij ook te vermelden dat met de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon het Parlement niet enkel een advies moet geven, maar ook echt zijn goedkeuring moet hechten aan deze overeenkomsten. Aan de Commissie en de Raad wil ik dan ook zeggen dat wij die bevoegdheid ten volle gaan gebruiken en dat het Parlement bijgevolg ook inspraak moet behouden bij goedkeuring of aanpassing van bijlagen of andere wijzigingen in een latere fase.

Met betrekking tot de overeenkomsten die op tafel liggen, vindt onze fractie dat de overeenkomst met Canada het meest het model benadert dat we voor ogen hebben, namelijk een verregaande samenwerking op het vlak van veiligheid, sociale kwesties, consumentenbescherming en milieu. De rapporteur merkt weliswaar terecht op dat de paragrafen over sociale kwesties nog iets sterker geformuleerd hadden moeten worden, maar dat kan opgelost worden in het gezamenlijk comité dat nu een aantal dingen concreet moet maken. Naast die samenwerking is er dan de geleidelijke invoering van bijkomende vliegrechten en de geleidelijke uitbreiding van de mogelijkheid om aandeelhouder te worden in elkaars luchtvaartmaatschappij.

De overeenkomst met Vietnam herinnert ons ook aan het toenemend belang van de Aziatische markt, en ik denk dat we naar aanleiding van dit punt toch even moeten signaleren dat de Raad al jaren treuzelt om een mandaat te geven aan de Commissie om te onderhandelen met landen zoals China en India. Dat mandaat is natuurlijk essentieel, willen we vooruitgang boeken in dezen.

Tot slot wil ik nog enkele zaken zeggen over het akkoord met de Verenigde Staten, met name over de tweede fase. Het betreft een gebied dat 60 procent van de wereldluchtvaartmarkt omvat en dus bijzonder belangrijk is. Ik ben zelf rapporteur geweest voor dit Parlement toen enkele jaren geleden de eerste fase werd goedgekeurd. Met betrekking tot de Verenigde Staten zijn wij niet volledig tevreden: op het vlak van markttoegang moeten er nog enkele dingen gebeuren. We vragen aan de Commissie om de toezegging te doen dat dit geen eindpunt is, dat zij verder gaat in de richting van marktopening en dat wij als Parlement ook volledig betrokken zullen worden bij de werkzaamheden van het gezamenlijk comité.

 
  
MPphoto
 

  Gesine Meissner, namens de ALDE-Fractie. – (DE) Mevrouw de Voorzitter, om te beginnen wil ook ik de rapporteurs bedanken. Wij hebben al gesproken over het feit dat, na het Verdrag van Lissabon, het Parlement nu de mogelijkheid heeft om te stemmen voor dit soort luchtvervoersovereenkomsten of om ze te verwerpen. We kunnen de inhoud ervan niet veranderen, maar we kunnen ermee instemmen of ze verwerpen. Dit maakt het niet altijd gemakkelijk, maar het is in ieder geval een nieuwe taak die wij heel serieus nemen.

Het is zinnig om een aantal verschillende, bilaterale overeenkomsten te vervangen door een gemeenschappelijke EU-overeenkomst. Het is zonneklaar dat er in de lucht geen grenzen zijn, wat een goede manier is om dit uit te leggen. De Europese Unie is ook een sterke economische gemeenschap en dus is het verstandig om het te hebben over overeenkomsten van de EU met verschillende derde landen, en dat is wat we nu doen.

Wij hebben vandaag een aantal zeer verschillende overeenkomsten op tafel liggen. Ik zal beginnen met Vietnam. Dit is de minst ingewikkelde overeenkomst. Het gaat om verschillende toegangen en diensten, en ook om veiligheidsvoorschriften, maar het is een relatief korte overeenkomst, daarom noem ik het slechts even.

De meest uitgebreide overeenkomst is die met Canada. In deze overeenkomst gaat het niet alleen om het garanderen van een vrije toegang tot luchtvervoersdiensten die men op verschillende manieren kan uitoefenen, maar ook om onderwerpen als het milieu, veiligheid en ook om markttoegang en participaties. In dat opzicht hebben we het eerste stadium van 25 procent allang bereikt en zelfs ook het tweede stadium van 49 procent participatie in elkaars luchtvervoersmarkt. We staan nu op het punt om te beginnen met stadium 3 en 4. In stadium 3 is het mogelijk om luchtvaartmaatschappijen op te richten in een ander land en een andere regio. Stadium 4 betekent dat een Europese luchtvaartmaatschappij binnen Canada van A naar B kan vliegen.

Met de VS zijn we nog lang niet zover ondanks het feit dat we met de VS ook al heel lang onderhandelen. Ik zou nog één ding willen zeggen. De heer Kallas heeft gezegd dat wij allemaal groot voorstander waren van deze zaak, maar in het geval van de VS zijn we terughoudender omdat de overeenkomst geen echt partnerschap is. De VS willen meer van ons dan ze bereid zijn te geven. Hierover moeten we verdere onderhandelingen voeren. Afgezien hiervan zullen wij voor stemmen omdat het duidelijk is dat er vooruitgang is geboekt.

 
  
MPphoto
 

  Jacqueline Foster, namens de ECR-Fractie. – (EN) Mevrouw de Voorzitter, ook wij juichen de succesvolle afsluiting van de tweede fase van de EU-overeenkomst inzake het open luchtvaartruimte toe. Na al die jaren werd het ook wel eens tijd. Het is duidelijk dat deze overeenkomst een belangrijke doorbraak betekent en moet worden verwelkomd. Ik erken dat de onderhandelingen tot enorme vooruitgang op het gebied van veiligheid, concurrentie, toegang tot de markt en milieusamenwerking hebben geleid. Maar net als de commissaris ben ik teleurgesteld dat met deze overeenkomst niet het uiteindelijke doel van volledige en voor beide partijen onbelemmerde openstelling van de markt is bereikt. Het onopgeloste vraagstuk van de buitenlandse eigendom en controle (cabotage) moet in toekomstige besprekingen worden aangepakt als we Europese vervoerondernemers werkelijk voordeel willen bieden. Uiteraard houdt elke overeenkomst compromissen in, maar dat betekent niet dat we tot iedere prijs een akkoord moeten sluiten.

De luchtvaartsector is gigantisch belangrijk voor Europa als stimulator van economische groei, handel, investeringen en toerisme. Luchtvaartovereenkomsten met derde landen bieden onze luchtvaartmaatschappijen geweldige mogelijkheden op buitenlandse markten en daarom dring ik er bij de Commissie op aan te blijven streven naar het sluiten van luchtvaartovereenkomsten die eerlijk en robuust zijn en leiden tot een volledige liberalisering waarvan niet alleen de Europese vervoerondernemers maar ook de consumenten profiteren. Ten slotte wil ik hieraan toevoegen dat we onze steun geven aan de overeenkomst tussen de EU en Vietnam.

 
  
MPphoto
 

  Eva Lichtenberger, namens de Verts/ALE-Fractie. – (DE) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer Kallas, dames en heren, de afgelopen jaren hebben we een groot aantal luchtvervoersovereenkomsten afgesloten waarbij altijd de oude nationale overeenkomsten werden samengevat onder een Europese paraplu. Nu zijn er dingen aan het veranderen als het gaat om de betrokkenheid van de Europese Unie en ik denk dat dit heel belangrijk is.

De overeenkomst met Vietnam volgt in grote lijnen het oude model dat we altijd al hebben gebruikt. De overeenkomst met Canada is ambitieuzer, wat ik toejuich. De samenwerking op het gebied van milieu- en sociale kwesties is positief, maar naar mijn mening zou dit nog verder kunnen worden uitgebreid. De situatie rond de overeenkomst met de Verenigde Staten is heel anders. In dit geval geloof ik dat we veel te vroeg hebben toegegeven. Markttoegang is een kwestie van rechtvaardigheid en in deze overeenkomst zijn de zaken niet eerlijk geregeld. Toch hebben we toegegeven. Er ontbreken in grote mate bepaalde aspecten van de sociale voorwaarden. Er is veel te weinig gedaan op dit gebied. We moeten oppassen dat hier geen sociale dumping plaatsvindt omdat dit bij luchtvaartmaatschappijen ook een veiligheidsvraagstuk is. We moeten dit eindelijk eens duidelijk maken.

Mijn tweede punt is dat er grote problemen zijn met betrekking tot de milieukwesties. De Verenigde Staten zijn begonnen om grote druk uit te oefenen voor het versoepelen of opheffen van nachtvluchtbeperkingen die van kracht zijn ter bescherming van lokale bewoners. De druk op dit terrein is enorm en ik ben bang dat we ervoor zullen wijken. We mogen niet onder stoelen of banken steken dat dit een ramp zou zijn voor iedereen die in de buurt van een luchthaven woont. Wat betreft de veiligheidskwestie draaien de VS de schroef stap voor stap aan en helaas worden er geen vraagtekens gezet bij de implementatie in de Europese Unie. Dat is een vergissing en daar wil ik geen doekjes om winden.

Tot slot wil ik nog graag iets zeggen over code sharing dat hier gepresenteerd wordt als een grote verworvenheid. Ik wil graag één ding zeggen. Dit zal uiteindelijk de keuzemogelijkheid van passagiers beperken. Ik zal niet meer kunnen kiezen met welke maatschappij ik vlieg en ik kan bij de gate ineens geconfronteerd worden met een heel andere luchtvaartmaatschappij. Het concept van concurrentie in de luchtvaart is fictief en het wordt zelfs fictiever als we kijken naar de positie van passagiers.

 
  
MPphoto
 

  Juozas Imbrasas, namens de EFD-Fractie. (LT) Mevrouw de Voorzitter, met de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon op 1 december 2009 werd het aantal gevallen uitgebreid waarvoor de goedkeuring van het Parlement vereist is bij het sluiten van internationale overeenkomsten. Luchtovereenkomsten vallen nu in deze categorie, omdat deze betrekking hebben op een gebied waarvoor de gewone wetgevingsprocedure van toepassing is. Ik denk dat de tenuitvoerlegging van deze overeenkomsten aanzienlijke economische voordelen met zich mee zou brengen en voor extra werkgelegenheid zou zorgen. Bovendien zou convergentie van de regelgeving bevorderlijk kunnen zijn voor eerlijke concurrentie. Hoewel de tweedefaseovereenkomst een belangrijke stap voorwaarts is, moet zij niet worden opgevat als het einde van het proces om een geïntegreerde trans-Atlantische luchtvaartmarkt te creëren.

Wat Canada betreft is het een goede zaak dat luchtvaartmaatschappijen van de EU van elke plaats in Europa rechtstreeks naar Canada kunnen vliegen. Met de overeenkomst worden alle beperkingen ten aanzien van luchtroutes, prijzen of het aantal wekelijkse vluchten tussen Canada en de EU opgeheven. Het ambitieuze karakter van deze overeenkomst verdient alle lof. Eenzelfde aanpak zou ook bij andere lopende onderhandelingen moeten worden nagestreefd. Daarom beveel ik aan dat het Parlement zijn goedkeuring hecht aan de luchtvervoersovereenkomst tussen de EU en Canada.

Hetzelfde kan gezegd worden over de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Socialistische Republiek Vietnam inzake luchtdiensten. Deze luchtvaartovereenkomsten zijn stuk voor stuk gunstig en noodzakelijk voor de Europese Unie, onze luchtvaartmaatschappijen en onze burgers.

 
  
MPphoto
 

  Hella Ranner (PPE).(DE) Mevrouw de Voorzitter, om te beginnen wil ik van deze gelegenheid gebruikmaken om alle drie de rapporteurs hartelijk te bedanken voor hun harde werk. Deze overeenkomsten zijn heel belangrijk voor de luchtvaart en dus ook voor de Europese Unie. Ik wil echter ook van de gelegenheid gebruikmaken om nogmaals te wijzen op de kaderovereenkomst van 20 november 2010. Ik hoop dat het Europees Parlement op adequate wijze en op tijd geïnformeerd wordt door de Commissie over onderhandelingen over toekomstige overeenkomsten in het belang van een goede interinstitutionele samenwerking en een efficiënte informatiestroom.

We weten dat de onderhandelingen over deze en andere overeenkomsten van de hoogste kwaliteit zijn, maar het is belangrijk dat wij ons bewust zijn van de sterke en zwakke punten van de overeenkomsten nadat ze van kracht zijn geworden, zodat we een betere bijdrage kunnen leveren. Hierdoor zal het gemakkelijker worden om de steun van het Parlement te garanderen.

 
  
MPphoto
 

  Inés Ayala Sender (S&D). - (ES) Mevrouw de Voorzitter, morgen vieren we de eerste verjaardag van de ondertekening van de tweede fase van de luchtvaartovereenkomst tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie die na acht moeilijke onderhandelingsronden tot stand kwam. Ik denk dat wij in dit opzicht tevreden kunnen zijn − en dat geldt natuurlijk zeker voor mij − dat deze overeenkomst is gesloten onder het Spaanse voorzitterschap en onder de leiding van de minister van Openbare Werken en Transport, José Blanco, die belangrijke vorderingen heeft weten realiseren op het terrein van de luchtvaart, het gemeenschappelijk luchtruim en de arbeidsverhoudingen in de verkeersleidingssector, waarvoor een sociaal akkoord werd bereikt.

Ik ben ook blij dat het Parlement zijn nieuwe bevoegdheden gebruikt voor de goedkeuring van dit type internationale overeenkomsten, juist op het terrein van de vervoersector.

Met de overgang naar de tweede fase van de luchtvaartovereenkomst tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten verdwijnt automatisch de opschortingsclausule uit die overeenkomst. Dat betekent dat wij nu verplicht zijn verdere vooruitgang te boeken en de punten op het terrein van milieu, mededinging en bescherming van passagiersrechten waarmee wij nog niet helemaal tevreden zijn, verder te verbeteren.

Voor het eerst zijn ook sociale aspecten opgenomen. Dat is van het allergrootste belang, omdat daardoor voor het eerst de rechten van werknemers kunnen worden beschermd en daarmee de basis wordt gelegd voor het toepassen van de IAO- en OESO-overeenkomsten in de toekomst.

Wat denk ik ook belangrijk is, is dat duidelijke richtsnoeren worden vastgesteld voor het bevorderen van het wederzijds vertrouwen op het terrein van veiligheid. In dit verband blijven wij de mogelijkheid van een eenmalige beveiligingscontrole eisen.

Omdat hiermee de basis wordt gelegd voor het op niet-discriminerende wijze openstellen van de luchtvaartmarkt en daarmee voor betere diensten voor burgers en maatschappijen en omdat het economische en sociale voordelen oplevert en zorgt voor eerlijke concurrentie, denken wij dat dit een goede overeenkomst is. Maar deze overeenkomst is net als de eerste niet perfect. Europa is te ambitieus om het hierbij te laten.

Vandaar dat wij alle mogelijkheden moeten onderzoeken en benutten die tot onze beschikking staan, zoals de mogelijkheden van het Gemengd Comité, dat extra bevoegdheden heeft gekregen, de mogelijkheden die binnen de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) met betrekking tot SESAR zijn ontstaan, enz. Daarom vragen wij vicevoorzitter Kallas om aan te dringen op goedkeuring van deze overeenkomst en ervoor te waken dat zij wordt uitgevoerd. En natuurlijk willen wij ook dat hij het Parlement over de verdere gang van zaken informeert.

 
  
MPphoto
 

  Philippe Boulland (PPE). (FR) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer de commissaris, dames en heren, de "open luchtruim"-overeenkomst tussen Europa en de Verenigde Staten is weliswaar een vooruitgang, maar slechts een stap vooruit, die Europa voor een dilemma plaatst. De vervoerscommissie en de Commissie hebben daar zelf op gewezen. Ofwel we stemmen in met een overeenkomst die Europese ondernemingen benadeelt, ofwel we schorten de overeenkomst op met het risico dat we de voordelen die we sinds 2008 hebben behaald, kwijtraken.

Laat ik daarom een parallel trekken met de vliegbewijzen voor privévliegers en beroepsvliegers – een tekst die vóór de zomer behandeld zal worden – want de piloten – waaronder ikzelf – staan voor een dilemma. Het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart wil de vliegbewijzen voor heel Europa harmoniseren, ten nadele van de 80 tot 90 000 rechtstreeks betrokken piloten op de algemene luchtvaart, waarvan sommige alleen een Amerikaans vliegbewijs hebben, en ten koste – en daar gaat het om – van de ondernemingen en de banen die met deze activiteit verbonden zijn.

Ik wil uw aandacht vragen voor dit plan, dat niets met veiligheid van doen heeft. Er zijn 31 keer minder ongevallen met houders van een Amerikaans vliegbewijs. De doelstellingen van Verordening (EG) nr. 216/2008 voorzien in de erkenning en de gelijkwaardigheid van bewijzen van bevoegdheid waarvoor het onnodig wordt geacht om te wachten op hypothetische overeenkomsten die zijn uitgesteld tot 2014.

Ik pleit daarom voor een "zeer open luchtruim"-overeenkomst en nodig u uit mij te vergezellen als ik een keer aan de stuurknuppel van mijn eigen vliegtuig naar het Parlement vlieg, om u te laten zien dat een Amerikaans vliegbewijs volkomen veilig is.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Dank u voor de uitnodiging, mijnheer Boulland, ik zal kijken wat ik kan doen.

 
  
MPphoto
 

  Vasilica Viorica Dăncilă (S&D).(RO) Mevrouw de Voorzitter, ik feliciteer mevrouw Ţicău met deze ambitieuze overeenkomst met Canada. De overeenkomst markeert een belangrijke fase in het proces van openstelling van de markt. Tegelijkertijd helpt zij nieuwe vliegroutes en nieuwe kansen voor investeerders aan weerszijden van de Atlantische Oceaan tot stand te brengen, zowel wat betreft de ontwikkeling van nieuwe investeringen als wat betreft de invoering van nieuwe diensten voor Europese en Canadese burgers.

Ik denk dat het besluit om luchtvaartmaatschappijen toe te staan overal in Europa en Canada onbeperkt actief te zijn, waardevol en gunstig is voor consumenten, voor luchtvaartmaatschappijen en in het algemeen voor de economieën van beide landen. De uitvoering van deze overeenkomst zal leiden tot meer diensten die door luchtvaartmaatschappijen worden uitgevoerd en tot nieuwe mogelijkheden voor vrachtvervoer. Deze ontwikkeling moet echter ook tot meer aandacht leiden voor de gevolgen van de klimaatverandering.

De overeenkomst zal de Europese en Canadese markten bovendien veiliger maken door hechtere samenwerking bij de handhaving van certificeringsprocedures en inspecties die zijn gericht op maximale veiligheid voor passagiers en goederen.

 
  
MPphoto
 

  Philip Bradbourn (ECR). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, als voorzitter van de delegatie voor de betrekkingen met Canada ben ik bijzonder verheugd te kunnen spreken over deze overeenkomst tussen de EU en Canada. Ik denk dat het de moeite waard is om enkele belangrijke kenmerken van de overeenkomst nog eens te memoreren. Zoals al is gezegd, hebben luchtvaartmaatschappijen in fase 1 onbeperkte vrijheid om rechtstreekse diensten te onderhouden tussen elk punt in de EU en Canada, zonder beperking van het aantal aanbieders of diensten. We gaan nu naar fase 3. Daarin zullen we zien dat investeerders nieuwe luchtvaartmaatschappijen kunnen oprichten in elkaars landen. In fase 4 zullen ze vervolgens over volledige cabotagerechten en mogelijkheden voor 100 procent eigendom van vervoersondernemingen beschikken.

De overeenkomst stelt ook onderlinge veiligheidsnormen vast. Dat is belangrijk, want het betekent dat de overdracht van passagiers, bagage en vracht beter en meer gestroomlijnd kan worden aangepakt.

De overeenkomst is belangrijk voor de EU en voor onze luchtvaartsector. Zij maakt meer concurrentie en een ruimere keuze voor de reizigers mogelijk. En dat niet alleen, want ik geloof dat de alomvattende aard van deze overeenkomst als ijkpunt voor toekomstige overeenkomsten met andere landen kan dienen. Dit ontwerpbesluit toont duidelijk aan dat Canada onze meest proactieve internationale partner is, en ik steun het van harte.

 
  
MPphoto
 

  João Ferreira (GUE/NGL).(PT) Mevrouw de Voorzitter, deze overeenkomsten maken deel uit van het liberaliseringsproces dat thans in de luchtvaartsector plaatsvindt. Zij zijn duidelijk ideologisch getint. Zelfs in deze strategische sector wordt getracht elke vorm van overheidsoptreden en –regulering te weren. Op die manier wordt de deur geopend naar monopolievorming, want dat is waar deze onaantastbare vrije mededinging keer op keer op uitdraait.

Onder het voorwendsel dat hiermee de kansen voor het bedrijfsleven in het internationaal luchtvervoer worden vergroot, komen de overeenkomsten tegemoet aan de belangen van multinationals uit de sector, ten koste van nationale maatschappijen en hun respectieve strategische belangen, met inbegrip van openbare luchtvaartmaatschappijen, zoals het geval is met TAP in Portugal.

Dit betekent dat zowel werknemers als passagiers erop achteruit gaan. Werknemers gaan erop achteruit omdat de liberalisering dumping door multinationals bevordert, wat leidt tot arbeidsonzekerheid vanwege de verslechtering van de arbeidsomstandigheden. En passagiers verliezen omdat de maatschappijen de luchtvaartveiligheid zullen laten afhangen van kosten-batenoverwegingen.

Dit is niets nieuws. De situatie in andere sectoren zoals het spoorwegvervoer, dat een verregaande liberalisering heeft doorgemaakt, bewijst duidelijk wat de gevolgen zijn van de toepassing van de grondbeginselen van de vrije markt.

 
  
MPphoto
 

  Siim Kallas, vicevoorzitter van de Commissie. (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik dank de geachte afgevaardigden hartelijk voor hun opmerkingen. Natuurlijk vormen de overeenkomst en het onderhandelingsproces met de Verenigde Staten de meest ingewikkelde kwestie. Ik kan u verzekeren dat deze overeenkomst verre van het einde betekent. Zij is één onderdeel van het proces en we blijven zeker met de Verenigde Staten onderhandelen, al moet ik onderstrepen dat de Verenigde Staten een heel lastige partner zijn. Zoals velen van u hebben gezegd, zijn de EU en de Verenigde Staten verantwoordelijk voor 60 procent van de luchtvaart in de wereld. Wat we gezamenlijk besluiten definieert dan ook het hele kader en de hele omgeving van de mondiale luchtvaart, dus is onze samenwerking ook extreem belangrijk voor de hele wereld. Verder moet heel duidelijk worden gemaakt dat de Amerikanen dezelfde parlementaire procedures kennen: zij hebben het Congres, waarmee juist vanwege protectionistische sentimenten heel moeilijk zaken kan worden gedaan, maar toch werken we samen aan de ontwikkeling van onze betrekkingen.

Ik ga over een paar weken naar Washington en we hebben afgesproken dat we in vijf richtingen gaan werken: ten eerste veiligheid, ten tweede beveiliging, ten derde technologische samenwerking (we hebben in Boedapest een belangrijke overeenkomst inzake de interoperabiliteit van verkeersbeheersystemen ondertekend, uiterst belangrijk voor Europa om zijn concurrentievoordeel niet te verliezen), ten vierde het milieu en ten vijfde de commerciële aspecten of zakelijke kansen.

Wat de zakelijke kansen betreft: zoals u weet en zoals gezegd is, bestaan er belachelijke beperkingen op eigendomsrechten. Maar het moet ook duidelijk zijn dat we de Verenigde Staten niet tot overgave kunnen dwingen; we moeten onderhandelen en dat is soms niet zo voor de hand liggend. We moeten onderhandelen en rekening houden met hun punten van zorg. Het ziet er erg veelbelovend uit, maar we kunnen beslist geen commerciële strijd en zeker geen technologische confrontatie winnen: zo'n confrontatie kan heel gevaarlijk zijn en moet worden vermeden.

We hebben ons dus, zoals gezegd, in oktober verplicht om in deze vijf richtingen verder te gaan en de volgende overeenkomsten zullen zeker volgen. We zullen met het nieuwe Amerikaanse Congres de openstelling van de markt trachten te bevorderen, wat de moeilijkste opgave zal zijn, zoals een aantal van u al heeft gezegd.

Ik wil ook nog zeggen dat de overeenkomst met Vietnam weliswaar natuurlijk veel kleiner in omvang is dan de overige overeenkomsten, maar dat het heel belangrijk is dat we een luchtvaartruimte scheppen waarin dezelfde regels gelden en worden nageleefd. Dit is precies waarvoor deze overeenkomsten bedoeld zijn, met name door – een moeilijk element in onderhandelingen met derde landen – de erkenning van EU-vervoersondernemingen. U weet dat dit altijd een heel gevoelig onderwerp is geweest, maar met deze overeenkomsten met derde landen scheppen we ook betere mogelijkheden voor Europese luchtvaartmaatschappijen.

Dank u voor uw opmerkingen. Ik beloof dat we u op de hoogte houden van alle toekomstige ontwikkelingen. We hebben in de TRAN-commissie verscheidene discussies gevoerd over de thema's van deze onderhandelingen en de verdere ontwikkeling, en ook hier moet worden onderhandeld met lastige partners. Dat is de eeuwige waarheid van alle onderhandelingen maar het beeld is niet zo heel somber. We hebben een heleboel bereikt, ook bij de Verenigde Staten, met de erkenning van EU-vervoersondernemingen en verscheidene andere zaken. Ik kan u in dat verband verzekeren dat ik opnieuw zal spreken met de leiders van het Amerikaanse vervoersbeleid; er is een zekere bereidheid om samen te werken en manieren te vinden om onze tegenstrijdige problemen op te lossen.

 
  
MPphoto
 

  Artur Zasada, rapporteur. − (PL) Mevrouw de Voorzitter, ik wil alle collega’s van harte bedanken voor het uiteenzetten van hun standpunten over de luchtvervoersovereenkomst tussen de Verenigde Staten en de Europese Gemeenschap. Ik accepteer dat de overeenkomst niet perfect is. Dit protocol is een volgende stap in de goede richting, maar er is nog een lange weg te gaan. We waren om procedurele redenen niet in staat om dit document te wijzigen. Als we ervoor gekozen hadden om de overeenkomst te verwerpen, zouden alle voordelen verloren zijn gegaan die we tijdens de twee vorige onderhandelingsrondes in de wacht hadden gesleept.

In mijn verslag doe ik een oproep om een aantal wijzigingen door te voeren. Deze wijzigingen zouden een centrale plaats moeten krijgen in de werkzaamheden van het Gemengd Comité of zouden als basis moeten dienen voor een derde onderhandelingsronde. Ik vraag met name dat de verkeersrechten verder worden geliberaliseerd, dat er bijkomende kansen voor buitenlandse investeringen worden gecreëerd, dat er een veel ambitieuzer standpunt over milieubescherming wordt ingenomen en dat werk wordt gemaakt van een betere coördinatie van het beleid inzake passagiersrechten, teneinde een zo hoog mogelijk beschermingsniveau voor de passagiers te waarborgen.

Dames en heren, mijn werk met betrekking tot dit document is nog niet klaar. Ik ben van plan om nauwlettend toe te zien op de activiteiten van het Gemengd Comité dat is opgericht om te verzekeren dat de bepalingen van de overeenkomst naar behoren ten uitvoer worden gelegd of zelfs worden uitgebreid. Ik zal alles in het werk stellen om ervoor te zorgen dat er namens het Europees Parlement een permanente waarnemer zal zetelen in het Gemengd Comité. Wanneer blijkt dat het Comité niet aan onze verwachtingen voldoet, moet het Parlement de Commissie oproepen om een derde onderhandelingsfase op te starten.

Tot slot wil ik uiteraard alle schaduwrapporteurs nog hartelijk bedanken voor hun opmerkingen en hulp bij het opstellen van dit verslag.

 
  
MPphoto
 

  Silvia-Adriana Ţicău, rapporteur. – (RO) Mevrouw de Voorzitter, de luchtvervoersovereenkomst tussen de Europese Unie en Canada kan worden omschreven als de meest ambitieuze luchtvervoersovereenkomst die de Europese Unie ooit met een grote wereldpartner heeft gesloten.

Zij zal de verbindingen tussen de markten van beide landen en de verbindingen tussen mensen aanmerkelijk verbeteren en tevens nieuwe mogelijkheden voor de luchtvaartsector scheppen door een geleidelijke liberalisering van de regels inzake buitenlandse eigendom. De overeenkomst is met name ambitieuzer dan de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten op het gebied van verkeersrechten, eigendom en controle, zelfs na de voorlopige toepassing van het wijzigingsprotocol, dat daarom fase twee vormt.

Volgens een door de Commissie uitgevoerde studie zou een open overeenkomst met Canada in haar eerste halfjaar een half miljoen extra reizigers opleveren en zouden binnen enkele jaren naar verwachting 3,5 miljoen nieuwe reizigers hun voordeel kunnen doen met de nieuwe mogelijkheden die zo'n overeenkomst zou kunnen bieden.

De overeenkomst zou consumenten voordelen opleveren ter waarde van ten minste 72 miljoen euro in de vorm van lagere tarieven en zou bovendien nieuwe werkgelegenheid scheppen.

Mevrouw de Voorzitter, wij juichen de ambitieuze aard van deze overeenkomst toe. Zij moet als doel en model dienen voor andere onderhandelingen die momenteel gaande zijn.

Concluderend beveel ik het Parlement aan om in te stemmen met de luchtvervoersovereenkomst tussen de EU en Canada.

 
  
MPphoto
 

  Dominique Riquet, rapporteur. − (FR) Mevrouw de Voorzitter, ik zal het heel kort houden, want – zoals commissaris Kallas al stelde – de overeenkomst met Vietnam is een eenvoudige overeenkomst, waar iedereen achter staat, die geen moeilijkheden heeft opgeworpen voor ons eigen verslag en die als grote verdienste heeft dat het Vietnamese luchtruim wordt opengesteld voor alle Europese belanghebbenden op basis van wederkerigheid met een land dat een ander economisch model hanteert.

Deze overeenkomst moet, denk ik, ook beschouwd worden als belangrijk in geografisch opzicht, omdat we toegang krijgen tot het Oosten en de landen van Zuidoost-Azië. Ik denk dan ook niet dat er nog meer over gezegd hoeft te worden dan dat ik blij ben dat we deze overeenkomst, die het verkeer tussen Vietnam en Europa weer iets meer openstelt, hebben weten te bereiken.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. De gecombineerde behandeling is gesloten.

De stemming vindt vandaag om 11:30 uur plaats.

Schriftelijke verklaringen (artikel 149)

 
  
MPphoto
 
 

  Nuno Teixeira (PPE), schriftelijk. – (PT) De laatste jaren heeft de Europese Unie meermaals onderhandelingen gevoerd en overeenkomsten gesloten met andere landen op het gebied van de luchtvaart.

Volgens het Europees Hof van Justitie zijn de traditionele bepalingen die in de bestaande bilaterale overeenkomsten zijn vervat onverenigbaar met het EU-recht, aangezien zij leiden tot discriminatie van communautaire luchtvaartmaatschappijen die op het grondgebied van een lidstaat zijn gevestigd, maar die in handen zijn van en gecontroleerd worden door onderdanen van andere lidstaten. Aangezien deze overeenkomsten in strijd zijn met het beginsel van vrijheid van vestiging, zoals bepaald in artikel 49 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, heeft de Europese Unie een praktijk voor het onderhandelen over en het sluiten van overeenkomsten tussen de Europese Unie, enerzijds, en derde landen, anderzijds, op het gebied van de luchtvaart op gang gebracht die thans verder ontwikkeld wordt. De hoofdelementen en voornaamste zorgpunten van deze overeenkomsten zijn veiligheid, passagiersrechten, wederzijdse erkenning van certificaten en samenwerking bij de regelgeving.

In dit verband zij gewezen op de beperkte rol van het Parlement met betrekking tot deze dossiers. Sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon is het advies van het Parlement weliswaar bindend, maar dat geldt uitsluitend voor de reeds ondertekende slottekst, waarvoor het geen inhoudelijke suggesties of wijzigingen kan aandragen.

 
  
MPphoto
 
 

  Judith A. Merkies (S&D), schriftelijk. De PvdA Eurodelegatie acht deze tweedefaseovereenkomst zeker niet perfect, maar is van mening dat ze op belangrijke vlakken vooruitgang boekt. Bovendien wordt ermee voorkomen dat de Verenigde Staten, bij afwezigheid van en dergelijke overeenkomst, de opschortingsclausule in werking stelt. Opschorting zou ertoe kunnen leiden dat Europese passagiers en luchtvaartmaatschappijen niet meer kunnen profiteren van de aanzienlijke voordelen die zij sinds maart 2008 en dankzij dit protocol genieten. Voordelen en positieve aspecten zijn onder andere afspraken betreffende arbeidsnormen voor luchtvaartpersoneel, delen van goede praktijken met betrekking tot lawaaibestrijding, versterkte samenwerking op het vlak van milieu, etc. De PvdA Eurodelegatie houdt wel aan de noodzaak een gedegen debat te blijven voeren over veiligheidsvereisten (zoals het gebruik van scanners) en de gevolgen voor de privacy en gezondheid van passagiers van zulke vereisten. Daarnaast wijst ze ook op de noodzaak de persoonlijke levenssfeer van Europese en Amerikaanse burgers centraal te stellen en te eerbiedigen wanneer persoonsgegevens van passagiers tussen de EU en de VS worden uitgewisseld. Het is van groot belang dat het Europees Parlement bij deze onderhandelingen betrokken wordt en blijft en dat Europese regelgeving niet uitgehold wordt.

 
  
MPphoto
 
 

  Kinga Gál (PPE) , schriftelijk. – (HU) Het is belangrijk om de bezorgdheden van Europese burgers omtrent eerbiediging van hun rechten op bescherming van hun gegevens, serieus te nemen. We hechten veel belang aan een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten in het kader van de bescherming van gegevens bij samenwerking op het vlak van criminaliteit en justitie. We zijn erg tevreden dat de Hongaarse voorzitter actief betrokken is bij de bescherming van de gegevens. We moeten in het bijzonder nota nemen van de conclusies van de Raad over de bescherming van de gegevens die in de bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken in februari werden aangenomen. We kijken uit naar de voorstellen van de Commissie die zullen verzekeren dat de veiligheid van onze gegevens wordt beschermd en gerespecteerd.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid