Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2011/2042(BUD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A7-0058/2011

Ingediende teksten :

A7-0058/2011

Debatten :

PV 24/03/2011 - 5
CRE 24/03/2011 - 5

Stemmingen :

PV 24/03/2011 - 6.11
CRE 24/03/2011 - 6.11
Stemverklaringen
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2011)0114

Volledig verslag van de vergaderingen
Donderdag 24 maart 2011 - Brussel Uitgave PB

5. Voorbereiding van de begroting 2012 (debat)
Video van de redevoeringen
Notulen
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Aan de orde is het verslag over algemene richtsnoeren voor het opstellen van de begroting voor 2012 [2011/2042(BUD)] - Begrotingscommissie. Rapporteur: Francesca Balzani (A7-0058/2011).

 
  
MPphoto
 

  Francesca Balzani, rapporteur. – (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, het document waar wij ons vandaag over buigen gaat niet alleen over de prioriteiten van de volgende Europese begroting, maar is vooral een strategisch document over de nieuwe rol van de Europese begroting in het kader van een sterker economisch bestuur.

Dit is het eerste jaar van het Europees semester, dat is ontworpen voor een optimale coördinatie tussen de begroting van de Unie en de begrotingen van de lidstaten, voor een maximale synergie en voor een maximale complementariteit. Dit alles betekent fundamenteel één ding: de begrotingen van de lidstaten afstemmen op de belangrijkste doelstellingen van de Europese begroting. Vandaag zijn die belangrijkste Europese doelstellingen zonder enige twijfel de doelstellingen van de Europa 2020-strategie, een grote en ambitieuze strategie, met vijf zeer belangrijke targets en zeven brede kerninitiatieven. Dit zijn belangrijke doelstellingen, en ze zijn breed maar ook zeer specifiek.

De eerste doelstelling is van cruciaal belang: meer en betere werkgelegenheid in Europa, door middel van de juiste investeringen. We hebben dus een belangrijke prioriteit voor de begroting van 2012: geen tijd verliezen bij het uitvoeren van de 2020-strategie, te beginnen bij die eerste doelstelling: meer werk in Europa. Het is dus cruciaal en dringend noodzakelijk te beginnen de dimensie van de 2020-strategie binnen onze begroting vast te stellen.

Hiervoor zijn twee dingen van cruciaal belang: we moeten plannen, en naar de toekomst kijken. Plannen betekent mathematische benaderingen van de begroting uitsluiten, want die hebben geen zin! Een algemene, mathematische verhoging zonder onderscheid is nutteloos! In plaats daarvan moeten we precies bekijken welke programma’s en handelingen nuttig zijn voor de 2020-strategie. Naar de toekomst kijken betekent fundamenteel één ding: naast betalingen ook veel aandacht besteden aan vastleggingen, want vastleggingen zijn het instrument waarmee we de houdbare financiële toekomst van onze Unie kunnen realiseren.

Er is nog een zeer belangrijk onderwerp: dat van de flexibiliteit. De programmeringsperiode loopt ten einde en de begroting is dus bijzonder rigide. Ik geloof daarom dat het werkelijk belangrijk is om van het begin af aan alle beschikbare flexibiliteitinstrumenten als fundamenteel en onmisbaar te beschouwen voor de begroting die we gaan vaststellen, als we willen dat het niet alleen mogelijk en cruciaal is dat we een eerste stap zetten richting de 2020-strategie – die absoluut niet mag mislukken, zoals we in het verleden hebben gezien – maar dat die stap ook nuttig en doeltreffend zal zijn.

Ik ben ervan overtuigd dat al deze belangrijke doelstellingen alleen behaald kunnen worden als we samen, geduldig, vanaf het begin, een hernieuwd klimaat voor institutionele samenwerking creëren. Institutionele samenwerking is een van de grote uitdagingen van het Verdrag van Lissabon waar we altijd onvoorzichtig over praten. Institutionele samenwerking betekent echt een klimaat van hernieuwde gelijkheid vinden om samen te werken aan dit gevoelige onderwerp, de begroting, die niet alleen een van de meeste strategische maar ook een van de meest concrete en praktische instrumenten is om aan de toekomst te werken.

 
  
MPphoto
 

  Janusz Lewandowski, lid van de Commissie. (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik ben blij met het standpunt van het Parlement over de prioriteiten van de begroting voor 2012, zoals weergegeven in de voorgestelde richtsnoeren. De Commissie zal uiteraard, in overeenstemming met haar initiatiefrecht, rekening houden met de richtsnoeren van het Parlement en ook de richtsnoeren van de Raad beoordelen. Aan de andere kant moeten we rekening houden met de actuele gegevens die afkomstig zijn van de 27 lidstaten. We zullen onze diensten een zorgvuldige toetsing en evaluatie van die elementen laten uitvoeren om voor 20 april vorm te kunnen geven aan de ontwerpbegroting.

Dit is nu de tweede test van de jaarlijkse procedure uit hoofde van het Verdrag van Lissabon. De context van financiële consolidatie is voor iedereen zonneklaar. Ik denk dat het in zo'n context verantwoord is om rekening te houden met en in te gaan op alle financiële begrotingsverplichtingen van de Europese Unie, maar ook de bezuinigingscontext die in de lidstaten aan de orde van de dag is, niet uit het oog te verliezen. Op dit ogenblik geldt meer dan ooit dat niemand kan ontkennen dat de begroting gebaseerd moet zijn op de beginselen van rigoureus en solide budgetteren. Het is nog nooit zo belangrijk geweest om besparingen te vinden, al moeten we het instrument van de Europese begroting ook gebruiken om Europa in de situatie na de crisis te helpen.

Met deze overwegingen in gedachten wil ik wijzen op twee verschillen tussen de nationale begrotingen en de Europese begroting. Nationale begrotingen hebben vooral betrekking op sociale overdrachten, op consumptie. De Europese begroting draait om investeringen met versterkende effecten. Daarom kan zij groei en werkgelegenheid bevorderen. Verder getuigt het niet van goed of solide budgetteren als we de in vorige jaren overeengekomen financiële toezeggingen niet nakomen. Met beide aspecten moet rekening worden gehouden bij de opstelling van de definitieve ontwerpbegroting voor 2012.

Zoals in de brief van de Commissievoorzitter is vermeld en zoals ook de rapporteur, mevrouw Balzani, duidelijk heeft verklaard, moeten we zorgen voor voldoende middelen voor de uitgaven op grond van de 2020-strategie. We moeten inderdaad de nationale en Europese begrotingsinspanningen coördineren, maar aan de andere kant moeten we bijzonder rigoureus zijn als het om administratieve uitgaven gaat – vandaar het streven van de Commissie naar minder dan 1 procent administratiekosten. Dat betekent besparingen op contractuele verbintenissen en besparingen op gebieden zoals conferenties, missiekosten, vergaderingen en informatietechnologie.

Indachtig wat er vorig jaar gebeurd is, hopen we dat de procedure ditmaal soepeler verloopt op basis van de ervaringen van 2011. Ik zie daarom uit naar onze eerste trialoogvergadering op 30 maart. Dan zullen we klaar zijn voor de presentatie van onze ontwerpbegroting voor 2012.

 
  
MPphoto
 

  Giovanni La Via , namens de PPE-Fractie. – (IT) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, dames en heren, de richtsnoeren waarover we binnenkort zullen stemmen zijn de eerste stap naar de Europese begroting van 2012. De Europese Volkspartij heeft vanaf het begin haar steun gegeven aan een voorlopig verslag met daarin een aanduiding van de prioriteiten van het Parlement voor de komende begroting, om aan de Commissie te presenteren, zoals de Raad dat ook heeft gedaan.

Onze bijdrage heeft meegeholpen aan een verbreding van de prioritaire beleidsgebieden, en de evenwichtige basis van de rapporteur, mevrouw Balzani, gesteund, door enkele sterke en onderscheidende prioriteiten toe te voegen die kenmerkend zijn voor de tradities van de Europese Volkspartij, namelijk de groei en ontwikkeling van Europa, samen met onderzoek en innovatie.

Naar mijn mening is dit precies het beleid waarin we moeten investeren voor de toekomst van de Unie, en dat het Parlement moet benadrukken in afwachting van de presentatie van het voorontwerp van de begroting door de Commissie. Verder hebben wij erop aangedrongen dat het concept van verantwoordelijkheid het kernpunt van de begroting voor 2012 moet worden, zoals ook commissaris Lewandowski kortgeleden terecht heeft opgemerkt. Daarmee willen we niet zeggen dat we tot nu toe niet verantwoordelijk met de begroting hebben gewerkt, maar we onderstrepen dat we door de crisis vandaag, nog meer dan gisteren, verantwoordelijk te werk moeten gaan.

Ik acht het tot slot noodzakelijk te verwijzen naar wat er gebeurt en wat er is gebeurd in veel Noord-Afrikaanse landen, om te laten zien dat wij een aanpak voor de middellange termijn afwijzen, aangezien daarmee niet goed om kan worden gegaan met onvoorziene gebeurtenissen of nieuw beleid. Voor wat betreft de technische kant van de stemming lijkt het mij verstandig de tekst van de Begrotingscommissie grotendeels onveranderd te laten. Ik sta versteld van het voorstel van de GUE-Fractie om de belasting op financiële transacties toe te voegen, want los van het nut daarvan zie ik niet wat die met de begroting voor 2012 te maken heeft.

 
  
MPphoto
 

  Göran Färm, namens de S&D-Fractie. – (SV) Mevrouw de Voorzitter, ik wil ten eerste mevrouw Balzani van harte bedanken. Zij heeft een bijzonder verstandig uitgangspunt gekozen voor haar verslag. Het is een kort, concreet en constructief verslag dat zich duidelijk op de belangrijkste kwesties toespitst. Wat zijn nu de belangrijkste kwesties? Het gaat erom aan te tonen dat de Europa 2020-strategie geen loze woorden zijn maar een serieuze poging om de EU een tastbare rol te laten spelen voor groei en banen.

De EU-begroting is omstreden, hoewel deze feitelijk zeer klein is – ongeveer 1 procent van het bbp of iets meer dan 2 procent van de totale overheidsuitgaven. Ze kan echter een strategische rol spelen met betrekking tot investeringen in projecten die de lidstaten niet zelf kunnen bekostigen of die solidariteit in Europa vereisen. Het gaat daarbij om onderzoek en ontwikkeling, om infrastructuur voor vervoer en energie en om het kunnen verwezenlijken van het potentieel van de interne markt – een goed functionerende arbeidsmarkt in de EU en een echte basis voor groei en concurrentievermogen.

Maar die gemeenschappelijke projecten kosten geld. Daarom is het nu, vooral voor de lidstaten en de Raad, tijd om kleur te bekennen. Moet de Europa 2020-strategie realiteit worden of zal ze hetzelfde lot beschoren zijn als de Lissabonstrategie – goede ideeën die in een bureaulade begraven liggen? Ik denk dat de begroting 2012 cruciaal zal zijn voor het beantwoorden van die vraag.

 
  
MPphoto
 

  Carl Haglund, namens de ALDE-Fractie. – (SV) Mevrouw de Voorzitter, ik zou om te beginnen de rapporteur willen bedanken voor haar uitstekende werk. In deze tijden is het geen gemakkelijke taak om begrotingsprioriteiten vast te leggen. Het verheugt mij ook dat we ons voor de begroting van volgend jaar laten leiden door de Europa 2020-strategie. Zoals al eerder is gezegd, kunnen we het ons niet veroorloven om met de uitvoering van de Europa 2020-strategie te wachten tot 2014, wanneer het volgend meerjarig financieel kader in werking treedt.

De Commissie heeft de belangrijke verantwoordelijkheid om deze zomer in haar ontwerpbegroting voorstellen te doen. Tot dusver hebben we niet in de mate van het nodige middelen kunnen uittrekken voor de Europa 2020-strategie. Het risico bestaat dat het precies op die manier zal lopen als waar de heer Färm voor waarschuwde: dat de strategie dode letter blijft en in een bureaulade blijft liggen, wat we natuurlijk niet willen.

Mijn fractie diende een aantal amendementen in op het verslag en we zijn bijzonder tevreden met de manier waarop ze in het voorstel zijn verwerkt. Daar wil ik de rapporteur graag voor bedanken. Aan de Raad moet ik zeggen dat wij in het Europees Parlement zeker reden hebben om een kritische blik te werpen op onszelf en op de manier waarop we de begroting 2011 aanpakken. We zijn erin geslaagd om een conflict te creëren dat onszelf en de politici in de Raad zeker tot nadenken stemt.

We moeten nadenken over de manier waarop we de middelen die we hebben, zo goed mogelijk kunnen gebruiken. Misschien moeten we ook nadenken over besparingen in de EU-begroting. Tezelfdertijd mogen we niet vergeten dat de Unie een grote hoeveelheid taken heeft gekregen die uitgevoerd dienen te worden. Die voeren zichzelf niet uit. Soms heb ik het gevoel dat de Raad denkt dat sommige dingen vanzelf gebeuren zonder dat daarvoor andere prioriteiten moeten worden vastgelegd of zonder dat daarvoor middelen moeten worden geoormerkt, maar dat is helaas niet het geval. Ik zie uit naar een constructief voorstel van de Commissie dat ons kan helpen om een meer constructieve toon te vinden in de onderhandelingen over de begroting 2012.

 
  
MPphoto
 

  James Elles, namens de ECR-Fractie. (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik feliciteer de rapporteur met haar verslag. Ik vind het, anders dan de andere richtsnoeren die we vele jaren lang in dit Huis besproken hebben, een gefocust document dat zich niet verliest in een heleboel verschillende details, die uiteraard later in de begrotingsprocedure aan de orde moeten komen.

Ten eerste wil ik zeggen dat we in mijn fractie absoluut rekening willen houden met wat er elders in de Europese Unie gebeurt en ons niet tot de 'zone Brussel' willen beperken. Daarom is de tekst die u in paragraaf 21 hebt opgenomen – waar u stelt dat we mogelijke negatieve prioriteiten en bezuinigingen door de instellingen moeten vaststellen en dat de gespecialiseerde commissies politieke prioriteiten moeten kunnen vaststellen – zeer belangrijk, al is er in dit opzicht tot nu toe nog maar heel weinig werk verzet.

In samenhang met de volkomen begrijpelijke wens om over meer middelen te beschikken voor de Europa 2020-strategie en de vlaggenschipinitiatieven, zouden we niet alleen maatregelen moeten vaststellen die geld kosten, maar ook de interne markt moeten versterken. Het gaat niet alleen om geldmiddelen. Wanneer we geldmiddelen nodig hebben, moeten we bedenken waar we elders in de begroting besparingen kunnen genereren, zoals we dat proberen in het Parlement en de andere instellingen. Ons standpunt is dat als je meer geld wilt, je dat kunt krijgen uit besparingen elders. Dit moet ook een belangrijk element zijn van onze begrotingsaanpak voor 2012.

Ten slotte daarom dit: met het oog op de verantwoordelijkheid die we moeten nemen in deze tijd van bezuinigingen, meent mijn fractie dat we moeten streven naar een bevriezing van de uitgaven voor 2012 als we kortingen op bestaande uitgaven mogelijk willen maken die nodig zijn om nieuwe uitgaven te kunnen doen.

 
  
MPphoto
 

  Helga Trüpel, namens de Verts/ALE-Fractie. – (DE) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer Lewandowski, dames en heren, wij van de Fractie De Groenen/Vrije Europese Alliantie zijn ook van mening dat we moeten reageren als de begrotingsmiddelen krap zijn en er bezuinigd moet worden, omdat we de schuldenniveaus van de lidstaten moeten verlagen. Dit is niet het geval op Europees niveau omdat wij gelukkig geen schulden mogen maken. De politiek slimme oplossing is nu juist om niet alleen schulden te verlagen maar ook om een evenwicht te bereiken zodat het mogelijk is om te investeren in projecten voor de toekomst teneinde de nationale economie niet verder op het spel te zetten. Het vinden van deze balans moet een van de richtsnoeren zijn voor de Europese begroting 2012. Bovendien zijn we de afgelopen jaren in de Europese begroting verplichtingen aangegaan die uit de structuurfondsen komen en die het komende jaar en in de jaren hierna gefinancierd zullen moeten worden.

Ik denk dat we de aanpak van mevrouw Balzani heel serieus moeten nemen. Deze heeft betrekking op de belangrijkste terreinen van de Europa 2020-strategie die bepaalt welke koers Europa gaat varen. We eisen op Europees niveau meer geld voor het bestrijden van de klimaatverandering, een snellere overstap naar hernieuwbare energiebronnen en meer geld voor onderwijs en onderzoek. We moeten blijven vasthouden aan deze kwesties en we mogen deze niet in gevaar brengen.

Ik denk ook dat het mechanisme van het Europees semester correct wordt gebruikt teneinde te verzekeren dat de lidstaten en de Europese begroting, met andere woorden 28 begrotingen in totaal, vasthouden aan de doelstellingen van de Europa 2020-strategie. Waaraan moeten we meer geld uitgeven? Als we kijken naar de hopelijk democratische omwenteling in de Arabische landen hebben wij Europeanen er belang bij om de burgermaatschappij, democratische structuren en verandering in de richting van een parlementaire democratie in deze landen te ondersteunen en daarvoor hebben we flexibele middelen nodig teneinde democratie in de hele wereld te bevorderen in ons welbegrepen eigenbelang.

Als lid van de Fractie De Groenen/Vrije Europese Alliantie wil ik heel specifiek vragen op welke terreinen wij kunnen bezuinigen, vooral gezien de recente gebeurtenissen in Japan. Mijn fractie is van mening dat we kunnen bezuinigen op de kernfusiereactor ITER. We weten niet wat we moeten doen met het nucleaire afval van dit project. Waarom geven we zoveel geld uit aan de lancering van dit project in plaats van het geld te bestemmen voor Euratom zodat we kernenergie vaarwel kunnen zeggen en hernieuwbare energiebronnen veel sneller kunnen introduceren? Als we kijken naar de Verenigde Naties en naar het klimaatbeleid weten we allemaal dat we de manier waarop we energie opwekken, moeten veranderen. De Europese begroting 2012 moet op dit terrein ook een bijdrage leveren. Ik hoop dat we de kracht zullen hebben om dit soort kwalitatieve veranderingen uit te voeren in het volgende meerjarige financiële kader.

 
  
MPphoto
 

  Miguel Portas, namens de GUE/NGL-Fractie.(PT) Mevrouw de Voorzitter, terwijl wij hier discussiëren over de richtsnoeren voor de volgende begroting, geven buiten tienduizenden werknemers ons een zeer duidelijke boodschap af. Zij vertellen ons dat het bezuinigingsbeleid van de Europese Unie de economie doodt en de verworvenheden en de levensomstandigheden van de Europese burgers vernietigt. Zij vertellen ons dat het opgelegde model voor economische coördinatie gegrondvest is op boetes en sancties die geen garanties bieden voor duurzame groei en het scheppen van werkgelegenheid, integendeel.

Zij vertellen ons dat het europact dat de regeringen vandaag aannemen een pact is tegen lonen en pensioenen. Het is een pact dat de werknemers opnieuw laat opdraaien voor de kosten van de crisis, ofschoon de oorzaak van de crisis niet bij hen ligt.

Ik ben van oordeel dat wij naar dit protest moeten luisteren, aangezien het met betrekking tot de Europese begroting een belangrijke kwestie aansnijdt, namelijk de plaats van de overheidsfinanciering in het debat over het economisch beleid. Wij hebben de conservatieven horen zeggen dat wij een “nulbegroting” nodig hebben, met een “nulgroei”. Wij hebben verschillende regeringen horen verklaren dat wij in naam van het bezuinigingsbeleid een Europese begroting met een “nulgroei” nodig hebben.

Dit antwoord is fout en daarover gaat het belangrijke debat dat wij hier vandaag houden. Het antwoord is fout om een zeer eenvoudige reden: het gaat niet op om steeds strengere bezuinigingsmaatregelen op nationaal niveau uit te vaardigen en tegelijkertijd te beweren dat wij vanwege dat bezuinigingsbeleid steeds zwakkere Europese begrotingen nodig hebben.

Deze redenering leidt onvermijdelijk tot het volgende resultaat: minder overheidsinvesteringen op zowel nationaal als Europees niveau. En ook tot meer werkloosheid en meer sociale regressie. Dat is het cruciale debat dat wij tijdens de besprekingen over de begroting voor 2012 moeten voeren. Het gaat in tegen degenen die denken dat de crisis kan worden opgelost door de ongelijkheid te doen toenemen en van de recessie zelf een beleid te maken. Dat is wat mijn fractie wil voorkomen. Wij zullen ons van stemming over dit verslag onthouden, want ofschoon het vol goede intenties is, biedt het geen duidelijk antwoord op deze uitdaging, en de arbeidswereld verlangt van ons dat wij deze uitdaging aangaan.

 
  
MPphoto
 

  Marta Andreasen, namens de EFD-Fractie. (EN) Mevrouw de Voorzitter, het fundamentele zwakke punt van dit verslag is dat het geheel voorbijgaat aan de opmerkingen die de Europese Rekenkamer in haar jaarverslagen heeft gemaakt. We mogen niet vergeten dat de enige beschikbare informatie betrekking heeft op de integriteit en doelmatigheid waarmee de middelen van de Europese Unie zijn besteed. De poging om een verhoging van de begroting te rechtvaardigen omdat de Europa 2020-strategie ons uit de crisis zal helpen, ontbeert elke geloofwaardigheid als we terugkijken op de volledige mislukking van de Lissabon-strategie.

Het dreigement – en het is een dreigement – dat een beperking van de hoogte van de begroting van de Europese Unie een schadelijke uitwerking zal hebben op de Europese solidariteit en de vreedzame economische ontwikkeling in de lidstaten, is niet alleen te makkelijk maar getuigt ook van een verpletterende onwetendheid van het effect van de crisis op de Europese burgers. Namens de Britse belastingbetalers doe ik een beroep op David Cameron om geen bevriezing maar een aanzienlijke verlaging van de begroting voor 2012 te eisen. Gezien zijn prestaties tot nu toe, verwacht ik daar overigens niet veel van.

 
  
MPphoto
 

  Angelika Werthmann (NI).(DE) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, ik wil mijn mening geven over drie punten uit het verslag van mevrouw Balzani. Het eerste is dat het verslag over de begroting van 2012 uitgaat van een verbeterde economische governance tussen de EU, het Europese semester en de doelstellingen van de Europa 2020-strategie voor het vergroten van groei en werkgelegenheid. In de begroting van volgend jaar zal vooral steun zijn voor twee hoofddoelstellingen van de strategie: verbetering van onderwijs en bevordering van sociale integratie, voor mij twee kernaspecten als het gaat om de vraag in hoeverre Europa is voorbereid op de toekomst.

Ten tweede onderstreept het verslag de noodzaak van het verbeteren van de synergetische effecten tussen Europese en nationale publieke investeringen teneinde de politieke doelstellingen van de EU doelgerichter te realiseren. We moeten meer coördinatie, een betere afstemming en een focus op zinnige, gemeenschappelijke doelstellingen aanmoedigen teneinde het waarschijnlijker te maken dat de hoofddoelstellingen met succes kunnen worden bereikt.

Mijn derde punt heeft betrekking op klimaatverandering en energiedoelstellingen. In het licht van de ramp in Japan moeten we alles in het werk stellen om de introductie van hernieuwbare energiebronnen te versnellen. Een actief klimaatbeleid en het creëren van groene banen zal ons niet alleen helpen bij het bereiken van onze klimaatdoelstellingen, maar ook een positieve bijdrage leveren aan het sociale beleid.

Als laatste belangrijke punt wil ik het Parlement eraan herinneren dat de EU-begroting geen tekort mag hebben, en dus is een juiste tenuitvoerlegging essentieel, en dat het slechts 2 procent van het totaal aan openbare uitgaven mag uitmaken.

 
  
MPphoto
 

  Salvador Garriga Polledo (PPE). - (ES) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer de commissaris, geachte collega's, ik wil om te beginnen mijn dank uitspreken aan de rapporteur, mevrouw Balzani, voor de getoonde flexibiliteit.

Dat zeg ik omdat men dit debat over de algemene begrotingsrichtsnoeren aanvankelijk helemaal niet wilde houden. Het is goed dat wij dit debat nu toch voeren, omdat de aandacht wordt gevestigd op de prioriteiten waarmee het Parlement de begrotingsonderhandelingen ingaat die de komende maanden worden gevoerd.

Ik wil wijzen op twee essentiële punten. Het eerste is soberheid. Soberheid is geen beginsel maar een instrument. Het is een instrument om te komen tot een begroting die echt geloofwaardig is en ons niet brengt in een situatie zoals die nu in veel landen bestaat: meer uitgeven dan mogelijk, met als gevolg ernstige politieke problemen op het moment dat de begroting moet worden afgesloten.

Ik ben ook van mening dat wij bij de jaarlijkse begrotingsprocedure geen kwesties moeten inbrengen die in essentie in het meerjarig financieel kader moeten worden vastgelegd. Dan doel ik bijvoorbeeld op de belasting van financiële transacties. Dat valt binnen een veel algemener financieel kader. Pogingen om het debat hierover op kunstmatige wijze in de procedure voor de jaarbegroting te brengen, leiden er alleen maar toe dat wij de onderhandelingen met de Raad met een verkeerde strategie ingaan.

De ervaring van vorig jaar leert wat er gebeurt wanneer in een procedure voor de jaarbegroting die in een enkele lezing wordt afgehandeld, maatregelen of ideeën worden ingevoerd die in essentie in een algemener kader thuishoren: mislukking, blokkade en vervolgens een situatie zoals die waarin wij ons vandaag bevinden: een bedrag aan betalingskredieten waarvan de commissaris heel goed weet dat het onvoldoende is om de kortetermijnbehoeften van de Europese Unie voor de komende maanden te kunnen dekken.

 
  
MPphoto
 

  Jens Geier (S&D).(DE) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer Lewandowski, dames en heren, we debatteren deze ochtend over de noodzaak om te bezuinigen gezien de schuldencrisis in de lidstaten. Mevrouw Trüpel en anderen hebben er terecht op gewezen dat deze schuldencrisis ons alleen indirect raakt omdat er op Europees niveau geen schulden mogen worden gemaakt.

Hoe kunnen we echter bezuinigen in de Europese Unie als het volume van de Europese uitgaven slechts 2 procent van het totaal aan publieke uitgaven van alle 27 lidstaten bedraagt? Ik geloof dat het helemaal niets te maken heeft met bezuinigingen. Het gaat in plaats daarvan om symbolen – symbolen die de lidstaten ons op zo'n manier toespelen alsof het geld dat voor de Europese begroting naar Brussel wordt overgemaakt in feite in een diep, zwart gat verdwijnt. Hierbij wordt volledig voorbijgegaan aan het feit dat de middelen die naar de Europese begroting gaan, eigenlijk ook weer terugvloeien naar de lidstaten. Natuurlijk gaan ze niet terug in de verhouding 1:1, want Europa is geen spaarbank, en we streven natuurlijk naar een solidair beleid dat degenen in de Europese Unie ondersteunt die minder ver ontwikkeld zijn. Het is bijvoorbeeld in mijn deelstaat Noordrijn-Westfalen in Duitsland zo dat alle arbeidsmarktinstrumenten die daar nu worden geïmplementeerd, medegefinancierd worden door het Europees Sociaal Fonds. Als we deze middelen schrappen, zal er ook minder arbeidsmarktbeleid zijn. Dat kan niet het doel zijn van de sociaaldemocraten.

Laten we toch eens kijken hoe de lidstaten Europees geld besteden. In het jaarverslag van de Europese Rekenkamer staat dat er tekortkomingen zijn in de manier waarop de toezichtsystemen en de controles op de uitgave van Europese middelen functioneren. Er staat in dat het verhalen van verkeerd geïnvesteerd geld in de lidstaten in de miljarden loopt. Er staat ook in dat de Commissie er nu dankbaar toe overgaat om betalingen stop te zetten in gevallen waar sprake is van een gebrekkig beheer van Europese programma's. Dat gebeurt bijvoorbeeld ook in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk.

De Raad, die hier niet aanwezig is, vertegenwoordigt de lidstaten die ik dringend oproep om hun beheer van EU-begrotingsmiddelen te verbeteren. Door de toename in efficiëntie die dit mogelijk maakt, zouden we de wijze waarop we EU-middelen uitgeven, aanzienlijk kunnen verbeteren – niet door meer geld uit te geven maar door de manier waarop we het uitgeven te verbeteren. De lidstaten kunnen hier een rol in spelen teneinde hun wil om te bezuinigen te onderstrepen.

 
  
MPphoto
 

  Anne E. Jensen (ALDE). - (DA) Mevrouw de Voorzitter, ik zou graag mevrouw Balzani willen bedanken. Ik ben van mening dat er een zeer interessante, maar ook heel moeilijke taak voor u ligt met de onderhandelingen over deze begrotingen en dat komt doordat de begroting krap is. Het zevenjarige kader voor de begroting van de EU is zo opgezet dat het kader met name op landbouwgebied steeds krapper wordt in de loop van de periode van zeven jaar. We hebben ongebruikte landbouwmiddelen in feite bijna als een manier om nieuwe initiatieven te financieren kunnen benutten, zoals bijvoorbeeld de energie-investeringen binnen het herstelpakket en het satellietnavigatiesysteem Galileo. Het wordt dus steeds moeilijker om de samenhang te bewaren. Ik ben het niet met de Fractie De Groenen/Vrije Europese Alliantie eens dat we geen geld moeten vinden voor het fusie-energiesysteem ITER. Dit is belangrijk onderzoek, niet in het minst gezien de gebeurtenissen in Japan en de behoefte om onafhankelijkheid van fossiele energie te garanderen, dus ligt ook daar een zware taak. We moeten in 2012 geld vinden voor het fusie-energieproject.

Het verheugt me dat de commissaris benadrukt dat de begroting van de EU niet hetzelfde is als nationale begrotingen. Het is een projectbegroting en de EU moet in staat zijn haar rekeningen te voldoen. We moeten betalen wat we beloofd hebben te betalen. In dit verband hoop ik dat de commissaris gelijk heeft en dat we deze keer inderdaad soepelere begrotingsonderhandelingen zullen hebben. Dit vereist dat de Raad op een intelligentere en minder domme manier optreedt, dat wil zeggen ons een zeer definitief bedrag doorgeeft voor de betalingen, maar tegelijk concreter ingaat op wat de reële behoeften zijn.

Als laatste, maar niet in het minst, wil ik de commissaris danken voor zijn aankondiging dat we moeten bezuinigen op de administratieve uitgaven, omdat dit een gebied is waar we daadwerkelijk op de korte termijn geld kunnen besparen. Ik vind het prima dat hij het initiatief heeft genomen door te zeggen dat de Commissie voor administratieve uitgaven de nullijn hanteert. Dat zou ook in andere instellingen gedaan moeten worden en ik ben van mening dat we dit serieus moeten nemen, ook in het Parlement.

 
  
MPphoto
 

  Hynek Fajmon (ECR).(CS) Mevrouw de Voorzitter, de begroting van de Europese Unie voor het jaar 2012 moet een voortzetting zijn van de traditie van evenwichtige begrotingen. We mogen anderzijds niet blijven bakkeleien zoals bij de goedkeuring van de begroting voor het jaar 2011. We mogen de vorming van een voorlopige begroting niet toelaten. Dat zou zeer nadelige gevolgen hebben voor de Europese economie. Om onenigheden te voorkomen en de begroting snel goed te keuren moeten we een verstandige begroting voorstellen. Dat betekent in deze tijd van aanhoudende economische crisis een zuinige begroting. Het publiek in de lidstaten verwacht dat in een tijd van bezuinigingen ook de Europese Unie goed en zuinig met haar middelen omgaat. Als we dat niet in gedachten houden, zullen we onze geloofwaardigheid verliezen.

 
  
MPphoto
 

  João Ferreira (GUE/NGL).(PT) Mevrouw de Voorzitter, wij nemen het woord in dit debat om aan te tonen dat er een alternatief bestaat voor de consensus tussen rechts en de sociaaldemocraten die ons met deze crisis heeft opgezadeld. Precies daarom biedt deze consensus geen enkele kans op beheersing van de crisis. Het mogelijke en noodzakelijke alternatief vergt een diepgaande wijziging van het Europese begrotingsbeleid, waarbij de middelen en de doelstellingen van dit beleid grondig herzien moeten worden.

Op een moment dat de ongelijkheden tussen de verschillende lidstaten steeds groter worden, moet de EU-begroting streven naar reële convergentie door te waarborgen dat het huidige potentieel van elk land ten volle wordt benut en bij te dragen tot het scheppen van werkgelegenheid met rechten, de uitbanning van armoede en sociale uitsluiting en de instandhouding van het milieu. De Europese begroting moet een instrument zijn dat ten dienste staat van daadwerkelijke economische en sociale cohesie.

Wij verwerpen een begroting die ten dienste staat van de commercialisering van steeds meer aspecten van het sociale leven, de liberalisering van steeds meer economische sectoren en een toenemende arbeidsonzekerheid, zoals bepleit in de Europa 2020-strategie. Deze koers zal de bestaande economische, sociale, regionale en nationale ongelijkheden en verschillen aanscherpen en de structurele werkloosheid bevorderen.

Daarom komen wij met een nieuwe Europese strategie voor solidariteit en duurzame ontwikkeling op basis van een nieuwe reeks beleidsmaatregelen op economisch, sociaal en milieugebied, ondersteund door de Europese begroting, zoals wij in onze amendementen op dit verslag hebben uiteengezet. De EU-begroting moet tevens ten dienste staan van een beleid dat echt gericht is op ontwikkeling, samenwerking en vrede. Ze mag geen instrument zijn voor externe interventie, inmenging, militarisme en oorlog, terreinen die steeds meer begrotingsmiddelen opslorpen.

Daarom zijn wij van oordeel dat Europa dringend een andere koers moet varen, en dat die nieuwe koers ook in de begrotingsopties tot uiting moet komen.

 
  
MPphoto
 

  Claudio Morganti (EFD). (IT) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, dit verslag – dat de ideeën van het Parlement over de begroting van 2012 in kaart moest brengen – lijkt mij nogal betekenisloos. Het bevat alleen een aantal vage beweringen en het is voor mij dus niet duidelijk wat de echte prioriteiten van het Parlement zijn bij het opstellen van de nieuwe begroting.

De Europa 2020-strategie wordt bijvoorbeeld meermaals genoemd. Dat is een ambitieuze, dure en misschien te brede strategie. Maar wat zijn dan tenminste de prioriteiten ervan? De lidstaten moeten zelf rekening houden met beperkte begrotingen en de gevolgen van de crisis, want we mogen niet zo naïef zijn te denken dat we op Europees niveau veel uit kunnen halen. Daarom had ik liever minder woorden en goede bedoelingen gezien, maar wel een klein aantal duidelijke, beperkte handelingsgebieden. Ik ben me ervan bewust dat dit verslag over algemene oriëntaties gaat, maar zoals het nu wordt gesteld is het naar mijn mening vrijwel nutteloos en enkel goed voor zichzelf.

 
  
MPphoto
 

  Lucas Hartong (NI). - Voorzitter, de socialistische collega Balzani toont met haar verslag vooral het volgende feit aan: de EU zorgt niet goed voor haar burgers, maar vooral goed voor zichzelf. De socialistische en christen-democratische regentenkliek zorgt ervoor dat er steeds een meerderheid in het Parlement is om nog meer geld te verspillen.

Lekker 3 000 euro per Parlementslid erbij voor medewerkers, een mooi extra baantje bij het Huis voor Europese geschiedenis - voor hen die zo gelukkig zijn om over de juiste relaties te beschikken -, een totaal overbodig en schrikbarend duur Europees tv-kanaal, een satellietprestigeproject genaamd Galileo, want steeds meer uitloopt op een financiële ramp. Afijn, het is duidelijk ... en dan nog het lef hebben om te spreken van duurzaamheid en verantwoordelijkheid. Van het laatste is geen sprake. Het eerste is er vooral in de vorm van duurheid.

Voorzitter, ik hou het kort en duidelijk: de prullenbak in met dit onzinnige verslag. Dit is absoluut niet waar de burgers van Europa op zitten te wachten. Er spreekt geen enkele ambitie uit om te bezuinigen en het leidt bovendien alleen maar tot verspilling van meer geld. Ik dacht dat wijsheid met de jaren kwam, maar helaas in dit Parlement niet.

 
  
MPphoto
 

  László Surján (PPE). (HU) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren. Na de voorbije toespraken stel ik voor dat we een poging doen om terug te keren naar de essentie. De verslaggever zat in een moeilijke positie tijdens haar voorbereiding. We kunnen toch nog niet op een zinnige manier spreken over bedragen als de Commissie ons nog beeld heeft gegeven van de grenzen die aan de begroting voor volgend jaar zullen worden gesteld. Maar we kunnen wel over beginselen spreken. In dat opzicht heeft de verslaggever het probleem wel op een geschikte manier benaderd. Ze heeft namelijk getracht om de beleidsgebieden van 2020 in de begroting te integreren. Langs de andere kant zijn enkele kritische commentaren in verband met het lege materiaal wel gerechtvaardigd, aangezien ze op dit moment niet betrokken wenst te worden in de beleidsgebieden, en ze evenmin wil spreken over hun hoofdlijnen en doelstellingen.

Ik ben van mening dat we het erover eens kunnen zijn dat we net als de vorige jaren erg veel belang hechten aan de cohesie. Dat beleidsgebied kan enkel nu in beweging komen, aan het einde van de cyclus, en daar zullen ook de grootste aanvragen voor betalingen verschijnen. In tegenstelling tot anderen wil ik graag benadrukken dat die betalingen niet voor zichzelf zijn en dat het geld niet zomaar moet worden gespendeerd. Het is van groter belang dat het geld gebruikt wordt op manieren die Europa de kans geven om te groeien, en voor minder ontwikkelde gebieden, om hen zo de kans te geven om op te klimmen. Als ze dat niet doen, doen ze het verkeerde. Het Parlement moet maatregelen treffen tegen iedere vorm van nutteloze uitgaven en prestigieuze uitgaven. Ik geloof dat de Begrotingscommissie samen met de andere commissies dat tweeledige gevecht vrij goed aanpakt. Bedankt voor uw aandacht.

 
  
MPphoto
 

  Estelle Grelier (S&D). - (FR) Mevrouw de Voorzitter, ik wil onze rapporteur, mevrouw Balzani, complimenteren voor de samenhang in haar ontwerpresolutie over de algemene richtsnoeren voor de begroting voor 2012. Dit voorstel brengt een heldere politieke boodschap over. Omdat het Parlement zich ten volle bewust is van de budgettaire beperkingen van de Europese Unie, roept het hier en nu op tot de vaststelling van een begroting voor 2012 die past bij de politieke, economische en sociale uitdagingen van nu.

In een tijd waarin de lidstaten over niets anders praten dan het uitvoeren van extra bezuinigingsmaatregelen, wil het Parlement, in elk geval aan deze zijde van de zaal, blijk geven van zijn betrokkenheid bij de duizenden werknemers die vandaag door de straten van Brussel lopen om hun afkeuring kenbaar te maken over deze economisch discutabele en sociaal onrechtvaardige maatregelen, die alleen maar kunnen leiden tot hogere structurele werkloosheid in Europa.

Doordat in 2012 voor het eerst gezorgd wordt voor een duidelijke samenhang tussen de communautaire begroting en de doelstellingen van de Europa 2020-strategie, kunnen werkgelegenheid en groei weer centraal komen te staan in het communautaire beleid, waarbij ik er nog maar eens aan herinner dat dit onze prioriteiten zijn, aangezien '75 procent van de beroepsbevolking aan het werk' een van de doelstellingen van de Europa 2020-strategie is.

Maar laten we ons geen illusies maken! Anders dan de heer Lewandowski vooruitlopend op het standpunt van de Parlementsleden heeft gezegd in de Franse pers, zal dit een lange en moeizame begrotingsprocedure worden. De lidstaten hebben al blijk gegeven van hun kortetermijnvisie op de begroting, door zuinigheid te prediken en op te roepen tot een lagere financiële bijdrage aan de Gemeenschap. Zij zien de Europese Unie en haar beleid en optreden niet als iets wat meerwaarde brengt of als een bondgenoot voor ambitieus beleid, maar als een extra kostenpost. Maar laten we ons niet vergissen! Ook de begrotingsprocedure voor 2012 zal ons een inkijkje bieden in wat er momenteel gaande is om het toekomstige meerjarig financieel kader vast te stellen.

Met een begroting van slechts 2 procent van de overheidsuitgaven in de Europese Unie zal het moeilijk worden om in alle sectoren ambitieus beleid te ontwikkelen. Er vinden nu al heftige debatten plaats om uit te vinden wie, van het GLB en van het cohesiebeleid, uitgekleed zal worden. Dit is burgers tegen elkaar opzetten, terwijl het ons juist tot eer zou moeten strekken om hen te verenigen. Daarom, commissaris, herhaal ik het belang van uw mededeling over de inzet van eigen middelen.

 
  
MPphoto
 

  Gerben-Jan Gerbrandy (ALDE). - Voorzitter, als je een huis laat bouwen, komen de hoogste rekeningen in de eindfase. Dat weet je van tevoren, en daarmee ben je in het begin akkoord gegaan. Hetzelfde gebeurt in Europa. Aan het eind van de meerjarenbegrotingen komen de hoogste rekeningen en ook dat weet je van tevoren.

Verzet tegen het betalen van deze rekeningen vanuit verschillende lidstaten, zoals uit de mijne, Nederland, is dus niets anders dan een reactie van een onbetrouwbare overheid. Het is hetzelfde als wanneer iemand die zijn huis laat bouwen akkoord gaat met de offerte en de eindafrekening weigert te betalen. Natuurlijk kun je in de eindfase op zoek gaan naar bezuinigingen, en dat moeten wij in Europa ook doen. Mevrouw Balzani wijst met name in paragraaf 21 terecht op dat feit. Maar die eindafrekening zal hoe dan ook betaald moeten worden. Je daartegen verzetten, maakt je niet alleen onbetrouwbaar, maar voedt ook nog eens de anti-Europese gevoelens in Europa.

 
  
MPphoto
 

  Edit Herczog (S&D). (HU) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren. De begroting voor 2012 is de zesde van de zeven begrotingen in het kader van het huidige meerjarig financieel kader. De twee takken van de begrotingsautoriteit hebben derhalve een duidelijk beeld van de tekortkomingen en de positieve ontwikkelingen die de bestaande meerjaarsprogramma’s met zich meebrengen. De kredieten van 2012 moeten ervoor zorgen dat de doelstellingen en prioriteiten van de EU kunnen worden bereikt in het licht van de 2020-strategie. Dat is omdat Europa op die manier nog sterker uit de crisis zal komen. De bevordering van werkgelegenheid, innovatie, onderzoek en ontwikkeling, de vereenvoudiging van doelstelling omtrent energiestrategie en sociale insluiting, met name door vermindering van armoede.

De 2020-strategie kan uiteraard alleen geloofwaardig zijn als die adequaat wordt gefinancierd. We willen u eraan herinneren dat het Parlement die belangrijke politieke aandachtspunt vele malen aan de orde heeft gesteld. Nu moeten wij de lidstaten en de Raad oproepen om verantwoordelijke en beslissende stappen te ondernemen. We moeten niet tevreden zijn met een minder Europa in een wereld waar natuurrampen en economische crisissen zonder waarschuwing de levens van miljoenen mensen kunnen verwoesten. De impact van zulke rampen beperkt zich niet tot een land, een volk of een religieuze groepering, maar heeft een effect op volledige streken, zelfs over oceanen. We hebben een groter Europa nodig, waarin de middelen van de Gemeenschap beter worden besteed. Bedankt voor uw aandacht.

 
  
MPphoto
 

  Monika Hohlmeier (PPE).(DE) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, tegen de achtergrond van de begroting 2012 vinden we een moeilijke economische en financiële situatie in de 27 lidstaten. Om die reden zullen we ons zeker niet alles kunnen permitteren wat we graag zouden willen. Ik geloof dat het verslag van mevrouw Balzani een werkbaar compromis is. Ik heb echter wel een paar kanttekeningen.

Naar mijn mening betekent meer geld niet noodzakelijkerwijs meer solidariteit en meer Europa. Belangrijk is het verbeteren van de kwaliteit van wat we krijgen in ruil voor het uitgegeven geld en daarenboven de garantie dat de doelstellingen die wij onszelf hebben gesteld, ook echt worden bereikt in plaats van dat het geld gewoon alleen maar wordt uitgegeven. Ook moeten we altijd met een kritisch oog kijken naar de vraag van potentiële nieuwe eigen middelen. Deze eigen middelen mogen niet leiden tot een extra last voor burgers of bedrijven, die concurrerend moeten en zouden moeten zijn met de rest van de wereld.

Ik denk ook dat het belangrijk is dat wij niet altijd hameren op het feit dat de EU-begroting slechts 2 procent bedraagt, omdat veel landen uiteindelijk de betreffende Europese middelen meefinancieren, zodat hier natuurlijk een veel groter financieel volume beschikbaar wordt gesteld op basis van de EU-programma's. Ik denk dat het vooral belangrijk is dat wij vooruitgang boeken op het gebied van onderzoek, onderwijs, duurzaamheid en versterking van de economische groei. In het licht hiervan denk ik dat het ook belangrijk is dat grootschalige projecten als ITER – en ik dank mevrouw Jensen in dit verband voor haar opmerking – volledig en duidelijk gefinancierd en duidelijk beheerd worden, omdat anders de Amerikanen, die momenteel hetzelfde project implementeren, een flinke voorsprong op ons zullen krijgen, en wij Europeanen moeten niet altijd genoegen nemen met de tweede plaats.

 
  
MPphoto
 

  José Manuel Fernandes (PPE).(PT) Mevrouw de Voorzitter, ofschoon ik het werk van de heer Balzani verwelkom, heb ik toch een paar bedenkingen. Ik ben van oordeel dat de algemene aanpak die hij bepleit te algemeen is. Het verslag heeft meer weg van een resolutie voor een Europa 2020-strategie dan van richtsnoeren voor 2012.

In 2011 lag de nadruk op jongeren en met deze richtsnoeren zal dat in 2012 niet langer het geval zijn. Wij hebben echter nog tijd. Het woord “jongeren” wordt in deze algemene richtsnoeren geen enkele keer genoemd. Bovendien heeft de enorme aandacht voor de Europa 2020-strategie – die overigens mijn steun geniet – tot gevolg dat onder meer het cohesiebeleid vergeten wordt. Er wordt op geen enkel moment van dit beleid gewag maakt. Het cohesiebeleid is nochtans buitengewoon belangrijk en het mag niet verworden tot een aanpassingsmaatregel of een maatregel of beleid dat benadeeld wordt, bijvoorbeeld doordat middelen van het cohesiebeleid worden gebruikt voor de Europa 2020-strategie.

Het cohesiebeleid, dat wij van uitzonderlijk belang achten, wordt geen enkele keer genoemd. Er is nog tijd om deze dwaling, laat ik het zo maar noemen, recht te zetten. Er is nog tijd, dunkt me, om deze twee punten te verhelpen.

 
  
MPphoto
 

  Barbara Matera (PPE). (IT) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, dames en heren, allereerst wil ik de rapporteur bedanken voor het werk dat zij heeft verricht. De begrotingen van 2012 en 2013 zullen consolidatiebegrotingen zijn, gericht op een weergave van de uitgavenvermindering van de lidstaten, en bedoeld als ijkpunt voor de in het volgende financiële kader vast te stellen bedragen.

De bijdrage van de PPE binnen de richtlijnen voor de begroting voor 2012 is gebaseerd op het beginsel van verantwoordelijkheid, hetgeen betekent nastreven van de doelstellingen op het gebied van economie, efficiëntie en doeltreffendheid, met een minimum aan beschikbare middelen.

De 2020-strategie is gericht op belangrijke prioriteiten, die aanvankelijk niet in het verslag-Balzani waren opgenomen, namelijk onderzoek, innovatie, ontwikkeling en groei, maar die door de PPE met kracht worden benadrukt. De prioriteiten van de Unie hebben een toereikende financiering nodig. Het is dus van belang om flexibiliteit tussen de uitgavenposten te garanderen, om de moeilijkheden die door de crisis zijn ontstaan beter te kunnen compenseren en een voorstel te doen voor een begrotingskader dat eigen middelen bevat.

Ik ben er echter op tegen dat die middelen worden verzameld door middel van belasting op financiële transacties, zoals de GUE-Fractie voorstelt. Ik zie liever dat de Commissie zich verdiept in een technische aanpak van deze extreem belangrijke kwestie, om de toegevoegde waarde van Europa te bevestigen en versterken.

 
  
MPphoto
 

  Vladimír Maňka (S&D). - (SK) Mevrouw de Voorzitter, de Europese Unie heeft zich voor de periode tot 2020 vijf meetbare kerndoelen gesteld. De lidstaten hebben deze doelstellingen zelf onderschreven. Ze geven de richting aan die we moeten aanhouden. Het succes van Europa hangt af van de mate waarin we deze doelen bereiken.

Het is afhankelijk van het verantwoordelijke gedrag van de individuele lidstaten of de werkgelegenheid zal toenemen, of we het aantal vroegtijdige schoolverlaters naar beneden kunnen krijgen, of we de streefcijfers voor het aantal jonge mensen met een universitaire opleiding behalen, of we het aantal met armoede bedreigde mensen kunnen terugdringen en of we het klimaat beschermen.

Hoewel er in de Europese Unie overeenstemming heerst over de gemeenschappelijke procedures heeft de regering van mijn land besloten te korten op de operationele programma’s om daar snelwegen mee te financieren. Daarover wordt onderhandeld met de Commissie. Commissaris, ik wil u vragen of de Commissie als geheel en u persoonlijk het ermee eens zijn dat lidstaten in deze eerste etappe van de verwezenlijking van de Europa 2020-strategie een weg inslaan die recht tegen de gemeenschappelijke doelen indruist?

 
  
MPphoto
 

  Monika Flašíková Beňová (S&D). - (SK) Mevrouw de Voorzitter, de begroting is een sleutelinstrument in de Europese integratie en daarom is het belangrijk hoe we de begroting opstellen.

Juist in een tijd van crisis kan de begroting van de Europese Unie zorgen voor matiging van het restrictieve begrotingsbeleid van de nationale regeringen en het toewijzen van financiën voor gewenste investeringsprojecten op de lange termijn. Tegen deze achtergrond ben ik blij dat in het verslag wordt ingestemd met het plan om projectobligaties in te voeren, bijvoorbeeld op het gebied van de infrastructuur. Ik wil er echter op wijzen dat ze niet moeten worden gezien als alternatief voor euro-obligaties. Euro-obligaties zie ik als een apart onderwerp en ik ben het eens met de invoering ervan, omdat dat een logische voortzetting en verdieping van het integratieproces zal zijn.

Een tegenovergestelde ontwikkeling, dat wil zeggen desintegratie, zouden we bereiken door bijvoorbeeld te snoeien in de begroting van de Europese Unie. Afgezien van de onvoordelige economische gevolgen zou dit ook de solidariteit tussen de lidstaten ondermijnen. Het egoïstische en kortzichtige onderscheid tussen netto betalers en netto ontvangers is een ontkenning van de diepere en belangrijkere context van de Europese integratie, waarvan alle lidstaten evenveel kunnen profiteren. Ik vind dat we de discussies over de begroting van de Europese Unie vanuit dat perspectief moeten benaderen.

 
  
MPphoto
 

  Jaroslav Paška (EFD). - (SK) Mevrouw de Voorzitter, mede met het oog op de toekomst hebben we het over de kerndoelen van de begroting voor het jaar 2012 en daarom vind ik dat we ook naar mogelijkheden moeten zoeken om in de toekomst te bezuinigen.

Ik vind het erg belangrijk stil te staan bij het regelmatige reizen van alle Parlementsleden naar Straatsburg dat twaalf keer per jaar plaatsvindt. Ik heb de indruk dat we onze burgers daarmee irriteren, omdat de belastingbetalers de niet geringe kosten voor ons gereis moeten opbrengen. We zouden daarom de mogelijkheid moeten overwegen om deze kostenpost in de toekomst te reduceren of helemaal te schrappen, als dat niet lukt in 2012, dan in elk geval op de langere termijn.

Een andere bezuinigingsmogelijkheid waar we het volgens mij over moeten hebben betreft de kosten voor het oprichten van een museum van de Europese Unie of van Europa, dat we volgens mij ook enige tijd kunnen uitstellen, totdat het beter gaat in de Europese Unie. In deze periode, vooral in 2012, zouden we deze middelen goed kunnen gebruiken voor andere activiteiten, voor het bereiken van de doelstellingen voor 2012. Tegelijkertijd moeten we natuurlijk onze efficiëntie verhogen.

 
  
MPphoto
 

  Monika Smolková (S&D). - (SK) Mevrouw de Voorzitter, allereerst wil ik de rapporteur prijzen om haar werk, omdat ze in het verslag vaak de vinger op de zere plek legt.

De EU-begroting voor het jaar 2012 en volgende jaren zou ambitieus moeten zijn als we de doelstellingen van de Europa 2020-strategie willen bereiken, de crisis overwinnen en wereldwijd concurreren. Ik sta achter het voorstel van de begrotingscommissie om een bijeenkomst met de nationale parlementen te organiseren om de begrotingen van de lidstaten en de Europese Unie voor het jaar 2012 in grote lijnen te bespreken. Tijdens deze bijeenkomst zou moeten worden benadrukt dat de begroting van de Europese Unie geen tekort mag hebben, dat de begroting slechts 2 procent van de totale overheidsuitgaven van de Europese Unie beslaat en dat er fundamentele verschillen zijn tussen de begrotingen van de lidstaten en de begroting van de Europese Unie. De begroting van de Europese Unie dekt voor een groot deel de investering in de toekomst van Europa.

Vooral de Raad zou zich hiervan bewust moeten zijn, omdat we de vertegenwoordigers van Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië al hebben horen praten over pogingen om de begroting van de Europese Unie te bevriezen, waardoor de groei van Europa beslist zou worden afgeremd.

 
  
MPphoto
 

  Janusz Lewandowski, lid van de Commissie. (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik zal op slechts drie punten ingaan. Wat betreft de aanpassing van de 2020-strategie, een duidelijk punt in de richtsnoeren van mevrouw Balzani: in de huidige begroting voor 2011 kan 41 procent van de uitgaven worden toegeschreven aan de doelen van de 2020-strategie.

In 2012 wordt voor deze strategie dezelfde inspanning geleverd maar moeten we de aanpassing doorvoeren binnen het kader dat we een aantal jaren geleden zijn overeengekomen, het kader voor 2007-2013. Onze bewegingsruimte wordt uiteraard beperkt door het feit dat de aanpassing moet plaatsvinden in het kader van deze meerjarige overeenkomst uit 2006.

Ten tweede mijn reactie op de heer Elles – maar niet alleen op hem, want dezelfde opmerking over negatieve prioriteiten is ook gemaakt door de heer Geier en mevrouw Hohlmeier. Ik ben bang dat dit verhaal over de begroting voor 2012 waar is. Zo moet het zijn. Meer dan ooit moeten we deze keer naast de positieve prioriteiten ook bekijken wat niet succesvol is. We onderzoeken wat niet succesvol is, wat niet behoorlijk is geadministreerd, om besparingsmogelijkheden te vinden. We denken ditmaal evenzeer aan positieve als aan negatieve prioriteiten. Voor de administratie is bezuinigen absoluut noodzakelijk.

Mijn antwoord aan de heer Herczog over geldverspilling is dat administratiekosten slechts 5,7 procent van de totale begroting van de Europese Unie uitmaken. Dit percentage is lager dan in de gemeente Rotterdam en vele andere Nederlandse steden die bekendstaan om hun zuinige begrotingsaanpak.

In reactie op mevrouw Andreasen: zij had het niet alleen over een bevriezing van de begroting. Zij had het over een verlaging. Onze begroting, de Europese begroting, die geen tekort vertoont, kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor het wanbeheer van de openbare financiën in veel lidstaten. Dat is logisch, zoals de heer Gerbrandy zo duidelijk onder woorden heeft gebracht. De logica draait om de lange looptijd van programma's. Dat is niet verrassend. Het gaat om onze geloofwaardigheid. De Europese begroting heeft haar eigen geloofwaardigheid die draait om toezeggingen en voltooide projecten die hun geld opbrengen. Zelfs in tijden van bezuinigingen moet je je elektriciteitsrekening betalen.

Het gaat in feite om onze geloofwaardigheid. Het gaat om samenhang. Het is eigenlijk een investering en als zodanig waarschijnlijk ook een antwoord op een aantal eisen van hen die op dit moment voor het Parlement en het Berlaymontgebouw aan het demonstreren zijn.

 
  
MPphoto
 

  Francesca Balzani , rapporteur. – (IT) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, tijdens de interventies is het woord ‘verantwoordelijkheid’ vaak gevallen. Er is echter één verantwoordelijkheid die ik beschouw als een prioriteit voor de instellingen: het is voor alles onze verantwoordelijkheid om onze plannen uit te voeren, zodat onze burgers niet alleen met onze beloften blijven zitten! Het is onze verantwoordelijkheid de daad bij het woord te voegen!

Vandaag zijn de belangrijkste projecten die van de 2020-strategie. Het eerste doel, ‘meer werk’, is niet alleen zeer ambitieus, maar ook zeer precies, en de resultaten zullen duidelijk meetbaar zijn met de werkloosheidsstatistieken. Het lijkt mij een zeer specifieke en ambitieuze doelstelling, en het lijkt me cruciaal dat we aan de slag gaan om die te behalen.

Zolang we de 2020-strategie te breed en te ambitieus vinden om in een praktische tekst als de begroting te proppen, denk ik dat we het risico dat dit op een nieuwe mislukking uitloopt, alleen maar vergroten. Dat is precies wat we allemaal willen vermijden, de Commissaris als eerste, als ik me de eerste mededeling over de 2020-strategie goed herinner.

Maar er is nog een belangrijke zaak: bezuinigen is geen beleid of instrument, maar een omstandigheid; een omstandigheid waarop we moeten reageren, en niet alleen door de uitgaven te beperken, maar ook met dat uitzonderlijke instrument, dat fundamenteel verschilt van de nationale begrotingen, namelijk de Europese begroting. Dit instrument biedt ons de mogelijkheid dit jaar iets nieuws te doen.

En daar is het Europees semester voor bedoeld, niet alleen om de eerste zes maanden van het jaar te verzwaren! Het stelt ons in staat om een mondiale/globale strategie te ontwerpen, en synergieën te creëren. Synergieën creëren tussen de begrotingen van de lidstaten en onze begroting is een bijzonder Europees systeem om meer waarde te geven aan de publieke middelen en om een echte methode te ontwikkelen, om deze lange en ambitieuze 2020-strategie een Europese werkelijkheid te maken.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Het debat is gesloten.

De stemming vindt om 11.30 uur plaats.

Schriftelijke verklaringen (artikel 149)

 
  
MPphoto
 
 

  Ilda Figueiredo (GUE/NGL), schriftelijk.(PT) Helaas wordt in dit verslag gepleit voor “een begroting voor 2012 in het kader van een versterkt Europees economisch bestuur, het Europees semester en de doelstellingen van Europa 2020”. Het gaat met andere woorden om een begroting die bijdraagt tot de versterking van het neoliberalisme, het militarisme en het federalisme in de Europese Unie via de aanneming van volkomen antisociale en antidemocratische maatregelen, de aanscherping van het Stabiliteitspact, het opleggen van brutale sancties aan de lidstaten en het voortdurend uitoefenen van controle op alle nationale macro-economische activiteit. Bovendien is dit voorstel gericht op een begroting die liberaliseringsmaatregelen, arbeidsonzekerheid en het afbouwen van rechten en overheidsdiensten in de hand werkt.

Daarom hebben wij een groot aantal amendementen ingediend die niet alleen ten doel hebben verzet aan te tekenen tegen deze aanpak, maar die tevens voorzien in richtsnoeren voor een mogelijk en noodzakelijk alternatief. Deze voorstellen zijn van cruciaal belang om bij te dragen aan een verbetering van de bestaande werkloosheid, armoede en ongelijkheden die steeds schrijnender worden onder invloed van het kapitalisme, waarvan de Europese Unie een instrument is. Er is een andere Europese begrotingsvisie nodig om het hoofd te kunnen bieden aan de economische en sociale crisis en daarbij moeten de neoliberale koers, het zogeheten economisch bestuur en het toenemende militarisme overboord worden gezet.

 
  
MPphoto
 
 

  Jiří Havel (S&D), schriftelijk. (CS) Mevrouw Balzani heeft in haar verslag over algemene richtsnoeren voor het opstellen van de begroting voor 2012 de vijf kerndoelen van de EU-begroting uiteengezet. Ik ben het geheel met haar eens dat de Europa 2020-strategie Europa moet helpen zich te herstellen van de crisis en er sterker uit te voorschijn te komen door middel van het creëren van arbeidsplaatsen op grond van de genoemde kerndoelen, namelijk bevordering van werkgelegenheid, betere voorwaarden voor en meer overheidsinvesteringen in innovatie, onderzoek en ontwikkeling, verwezenlijking van onze klimaat- en energiedoelstellingen, verhoging van het onderwijsniveau en bevordering van sociale insluiting, met name door vermindering van de armoede in Europa. Om er echter in te slagen deze strategie daadwerkelijk te verwezenlijken moeten we er voldoende financiële middelen voor uittrekken zonder grote compromissen en bezuinigingen. Het huidige meerjarig financieel kader biedt nu al weinig manoeuvreerruimte en daarom ben ik het eens met de rapporteur dat verdere pogingen om te snoeien in begrotingskredieten die een rol spelen bij het bereiken van de kerndoelen op het moment niet op zijn plaats zijn. Ik deel de gedachte van de rapporteur dat het bereiken van de kerndoelen als katalysator kan fungeren voor het stimuleren van investeringen, groei en werkgelegenheid in heel Europa. Ik sta in het algemeen achter de voorgestelde richtsnoeren en wil u aanraden voor dit verslag te stemmen.

 
  
MPphoto
 
 

  Ian Hudghton (Verts/ALE), schriftelijk. – (EN) In heel Europa moeten regeringen en openbare autoriteiten manieren vinden om geld te besparen en soberheid te tonen. Mijn eigen land, Schotland, werd dubbel getroffen – de wereldwijde recessie werd nog verergerd door het wanbestuur van de regeringen in Londen, die altijd bereid zijn de hulpbronnen van Schotland te plunderen, maar weigeren de Schotse bevolking zeggenschap te geven over hun eigen zaken. De Schotse regering heeft daardoor extra hard moeten werken om de essentiële overheidsdiensten van Schotland in stand te kunnen houden. In deze economische omstandigheden is het volkomen onrealistisch als deze vergadering oproept tot een verhoging van de begroting – de overheidsdiensten van Europa moeten voorrang krijgen op het werk van de EU-instellingen.

 
  
  

(De vergadering wordt om 10:55 uur onderbroken en om 11:35 uur hervat)

 
  
  

VOORZITTER: STAVROS LAMBRINIDIS
Ondervoorzitter

 
Juridische mededeling - Privacybeleid