De Voorzitter. – Aan de orde is verslag over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende Europese statistieken over toerisme [COM(2010)0117 - C7-0085/2010- 2010/0063(COD)] - Commissie vervoer en toerisme. Rapporteur: Brian Simpson (A7-0329/2010).
Brian Simpson, rapporteur. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, ten eerste wil ik alle schaduwrapporteurs bedanken voor hun werkzaamheden voor een verslag dat eigenlijk nogal technisch is. Het voorstel voor statistieken over toerisme van de Commissie heeft ons een goede gelegenheid geboden het bestaande wettelijke kader voor het verzamelen van statistische gegevens over toerisme in Europa te herzien. Dat is vooral relevant op dit moment, nu alle ogen gericht zijn op de ontwikkeling van een strategie voor het Europees toerismebeleid op grond van de nieuwe bevoegdheden van de EU op dit gebied. De actualisering van onze database met statistieken over toerisme kan op zijn beurt weer een belangrijke rol spelen door beleidsmakers een goede basis te verschaffen om hun toerismebeleid met succes uit te voeren.
De invalshoek die ik bij het formuleren van het standpunt van het Parlement nam en die gesteund werd door onze schaduwrapporteurs, was dan ook een nadrukkelijke ondersteuning van het doel om de volledigheid, relevantie en vergelijkbaarheid van de statistieken die op dit gebied beschikbaar zijn te verbeteren, en de statistieken meer te laten aansluiten op nieuwe trends in de toeristische sector, zodat ze bijvoorbeeld de stijging van boekingen via het internet en van korte vakanties weerspiegelen. We zijn het er allemaal over eens dat de verbetering van het concurrentievermogen van het toerisme in de EU een manier is om ervoor te zorgen dat Europa bezoekers blijft trekken. Daarom is het belangrijk om de statistieken die we verzamelen gelijke tred te laten houden met de veranderingen die nu eenmaal inherent zijn aan de sector, en dat ze de huidige en potentiële trends in die sector identificeren en vraag en aanbod bijhouden. Zodoende kunnen de verzamelde statistieken een nuttig ondersteunend middel vormen voor de besluitvormers in de toeristische sector.
Aan de ene kant is het ook belangrijk ervoor te zorgen dat de geactualiseerde statistieken zo volledig mogelijk zijn, en dat ze een goed overzicht bieden van het toerisme in heel Europa, terwijl we er aan de andere kant aan moeten denken respondenten niet al te veel te belasten. Om die reden wilde ik graag een definitieve overeenkomst hebben over het verzamelen van binnenkomende gegevens over dagtochten, en die hebben we nu gekregen, want dagtochten beslaan een groot deel van de toeristische activiteiten.
Het Parlement heeft er ook op aangedrongen dat in de verordening het verzamelen wordt opgenomen van gegevens over punten die tot dusver niet als relevant voor statistieken over toerisme werden gezien, maar waarvan we het nodig vonden ze op te nemen omdat ze deel uitmaken van de erkenning dat toerisme een belangrijk effect heeft op de maatschappij, op de economie en op het milieu. In dit opzicht vond ik het verzamelen van gegevens over werkgelegenheid en uitgaven die een effect hebben op de economie – de zogenoemde toerisme-satellietrekeningen – vooral relevant, en we hebben er erg op aangedrongen dit als onderdeel van de verordening op te nemen.
In de definitieve overeenkomst met de Raad is nu een bepaling opgenomen over het opstellen van modelstudies waarmee de lidstaten het effect van toerisme op de economie en de werkgelegenheid kunnen laten zien, en ik hoop dat dit zal bijdragen tot een beter begrip van de ware omvang en waarde van onze toeristische industrie. In de definitieve overeenkomst worden ook modelstudies opgenomen die het effect van toerisme op het milieu tonen. Dit is een interessante insteek, gezien de noodzaak van een duurzame aanpak van toerisme.
De opname van gegevens over toegankelijkheid tot toeristische accommodatie voor personen met verminderde mobiliteit, die het enige echte struikelblok vormde dat we met de Raad hadden, zijn nu ook als belangrijk punt opgenomen. Na aandringen van het Parlement om dit punt op te nemen, zwichtte de Raad uiteindelijk en stemde toe dat het werd opgenomen als onderdeel van de basisinformatie die van logiesverstrekkende bedrijven wordt verzameld.
Tezamen met de akkoorden die we hebben bereikt over beperking van de delegatie van bevoegdheden aan de Commissie – waar ik ook bezorgd over was – ben ik zeer verheugd dat er overeenstemming in eerste lezing met de Raad is gevonden. Ik hoop dat het Parlement bij de voltallige stemming op woensdag de overeenkomst in groten getale zal steunen.
Cecilia Malmström, lid van de Commissie. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, in deze tijden van bezuinigingsmaatregelen doet ook de Commissie aan rationalisatie.
Mijnheer Simpson, u als rapporteur zei dat dit een technisch verslag is, en dat klopt ook, maar het is wel een belangrijk verslag. Het doel van het voorstel van de Commissie was om het bestaande kader voor Europese statistieken over toerisme te actualiseren en optimaliseren. Zowel makers als gebruikers van statistieken over toerisme hebben om deze aanpassing verzocht. Het uiteindelijke doel is dus om aan de hand van een gemeenschappelijk kader maandelijkse en jaarlijkse Europese statistieken te bieden over de vraag en het aanbod in het toerisme.
Het voorstel vormt een zeer goed evenwicht tussen de behoefte aan gegevens enerzijds en beperking van de belasting van respondenten en administrateurs anderzijds. Om dit te bereiken is de mogelijkheid opgenomen om sommige onderdelen van de gegevens op optionele basis of om de drie jaar te verzamelen, om het van kracht worden van sommige bepalingen uit te stellen tot een later stadium en om de kleinste bedrijven uit te sluiten.
Na een informele trialoog op 12 januari 2011 en verdere discussies is er – zoals u zei, rapporteur – tussen het Parlement en de Raad een compromistekst overeengekomen. De Raad stemde met name in met een aanvullend verzoek vanuit het Parlement om de variabele betreffende de toegankelijkheid tot toeristische accommodatie voor personen met verminderde mobiliteit in de verordening op te nemen.
Alle amendementen in het verslag en de compromistekst zijn voor de Commissie aanvaardbaar. Daarom dank ik u, mijnheer Simpson, de schaduwrapporteurs en de leden van de Commissie vervoer en toerisme voor uw opbouwende werkzaamheden voor het voorstel. Na een succesvolle samenwerking tussen alle drie de instellingen hebben we volgens mij nu ons doel bereikt, en dat bestaat uit een gemeenschappelijk kader voor de systematische ontwikkeling, totstandbrenging en verspreiding van Europese statistieken over toerisme.
Carlo Fidanza, namens de PPE-Fractie. − (IT) Mijnheer de Voorzitter, commissaris, dames en heren, op de allereerste plaats wil ik de rapporteur bedanken voor zijn inzet en zijn capaciteit politieke standpunten bij elkaar te brengen.
De Fractie van de Europese Volkspartij (Christendemocraten) zal vol overtuiging het met de Raad bereikte compromis steunen. Deze verordening vervangt de richtlijn die sinds 1995 van kracht is. Die richtlijn spoort wat betreft een aantal kernzaken niet meer met de realiteit van vandaag. Ik denk daarbij aan nieuwe behoeften en gewoontes van de toerist, de noodzaak tijdiger te kunnen beschikken over gegevens en de eis dat statistische gegevens beter vergelijkbaar en vollediger zijn.
De eindtekst bevat alle politieke prioriteiten die onze fractie tijdens de onderhandelingen heeft gesteund: in het bijzonder een betere definitie van de onderdelen van de verordening die met gedelegeerde handelingen kunnen worden gewijzigd; het opnemen van een definitie van ‘dagtocht’, wat essentieel is om ook gegevens te kunnen verzamelen over toeristen die niet overnachten en waarmee we tevens het congrestoerisme in kaart kunnen brengen; betere definities van de te verzamelen gegevens − wat aanvaard is door de Raad, zij het op vrijwillige basis − zoals uitgaven van de toerist gedurende de reis voor eten en drinken in cafés en restaurants, die een aanzienlijk deel van onze toerisme-industrie vertegenwoordigen; en gegevens inzake de toegankelijkheid voor personen met verminderde mobiliteit. De rapporteur heeft er al terecht op gewezen dat voor de delegatie van het Parlement dat een essentieel punt was.
Tot slot wil ik opmerken dat deze verordening een belangrijke schakel is in het kader van een nieuwe Europese strategie voor het toerisme waar alle instellingen op dit moment over discussiëren. Daarmee zullen we een geactualiseerd rechtskader krijgen dat in overeenstemming is met de marktontwikkelingen, duidelijker en samenhangender is wat betreft de verzameling van gegevens over toerisme en efficiënter als monitoringinstrument van de sector om meer inzicht te krijgen in de behoeften van de consument.
Tot slot bedank ik nogmaals de heer Simpson, de Commissie voor haar initiatief en de Raad voor de uitstekende bemiddeling.
Silvia-Adriana Ţicău, namens de S&D-Fractie. – (RO) Mijnheer de Voorzitter, ik wil collega Brian Simpson gelukwensen met dit verslag over de Europese verordening die een gemeenschappelijk kader vaststelt voor de ontwikkeling, samenstelling en verspreiding van Europese statistieken over toerisme. De lidstaten verzamelen, compileren, verwerken en verstrekken geharmoniseerde statistieken over vraag en aanbod in het toerisme. De meeste bedrijven in de toeristische sector zijn kleine en middelgrote bedrijven. Hun strategische belang blijft niet beperkt tot de economische waarde, we moeten vooral het aanzienlijke potentieel erkennen voor het creëren van arbeidsplaatsen.
Volgens de gegevens van Eurostat voor 2007 kan een op de drie Europese families niet meer jaarlijks een week vakantie betalen. De economische crisis heeft gezorgd voor een toename van het aantal Europese burgers die blootstaan aan het risico op armoede. Daarmee is impliciet het aantal mensen dat een week vakantie per jaar kan nemen nog verder gedaald. Ik ben zodoende van mening dat de statistieken over toerisme nodig en relevant zijn, ook voor het beoordelen van de sociale dimensie van deze sector. Het sociale toerisme doet het aantal Europese toeristen groeien, draagt bij aan het tegengaan van het seizoensgebonden karakter, het consolideren van het begrip Europees burgerschap en bevordering van regionale ontwikkeling. De statistische gegevens over het sociale toerisme zouden de Commissie en de lidstaten in staat stellen om de specifieke behoeften van de verschillende sociale groepen vast te stellen en passende programma’s te ontwikkelen.
Bij het uitwerken van de Europese statistieken op basis van deze verordening moeten de nationale statistische autoriteiten ook gegevens leveren over de door iedere lidstaat gebruikte fondsen voor het toerisme, met name de Europese fondsen.
Niet in de laatste plaats ben ik van mening dat ook gegevens over het aangenomen personeel moeten worden opgenomen, het seizoensgebonden karakter van het dienstverband, de beroepsopleiding en kwalificaties en gegevens over de bestaande arbeidsomstandigheden. Zonder goed opgeleid personeel kunnen we geen toerisme van hoge kwaliteit hebben.
Giommaria Uggias, namens de ALDE-Fractie. − (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, op de eerste plaats wil ik de voorzitter van de Commissie vervoer en toerisme, Brian Simpson, feliciteren met de manier waarop hij de werkzaamheden van de commissie en de behandeling van dit dossier heeft geleid. Ik wil hem vooral complimenteren met het feit dat hij erin geslaagd is de onderhandelingen over de verordening tot een goed einde te brengen, waardoor het voorstel hopelijk in eerste lezing kan worden goedgekeurd. Hierbij kan ik al laten weten dat de Fractie Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa (ALDE) voor zal stemmen.
Deze verordening vervangt een richtlijn en heeft tot doel een gemeenschappelijk kader te creëren voor het verzamelen van statistische gegevens over toerisme in al zijn fasen (van verzameling tot compilatie, verwerking en verstrekking van gegevens), waardoor we de economische activiteiten in verband met het toerisme optimaal in kaart kunnen brengen.
Mijnheer de Voorzitter, we moeten wel duidelijk stellen dat in vergelijking met de richtlijn van 1995 (de voorloper van deze verordening) de toerismesector grote ontwikkelingen heeft doorgemaakt en dat in de nabije toekomst deze sector de hele Europese economie goede vooruitzichten kan bieden.
Ik was voor dit dossier de schaduwrapporteur van de ALDE-Fractie. Zoals ik al eerder heb gezegd zal de ALDE-Fractie voor stemmen. Ik geloof dat het verslag-Simpson vooral waardering verdient voor het begrip satellietrekeningen, dat wil zeggen de goedkeuring van proefprojecten waarmee de economische effecten voor de afzonderlijke economische sectoren kunnen worden gemeten, de regeling van dagtochten, het vijfjaarlijkse evaluatieverslag en de mogelijkheid, of liever de noodzaak, om elke vijf jaar een rapport op te stellen over de evaluatie van de statistieken.
Ik rond af met de opmerking dat we hier te maken hebben met een schakel in de keten van nieuwe bevoegdheden die voortvloeien uit het Verdrag van Lissabon. Ik denk dat we deze keer effectief gebruik maken van de bevoegdheden van het Parlement. Ik verwacht dat we dat ook zullen doen bij het volgende dossier, waar nu aan gewerkt wordt en dat binnenkort in de plenaire vergadering zal worden behandeld.
Nikolaos Salavrakos, namens de EFD-Fractie. – (EL) Mijnheer de Voorzitter, het is bekend dat de Europese Unie als toeristische bestemming wereldwijd op de eerste plaats staat. Vier procent van het bbp van de Europese Unie wordt door het toerisme gegenereerd, twee miljoen ondernemingen houden zich ermee bezig en het is goed voor ongeveer acht miljoen arbeidsplaatsen.
Daarom is het verslag van de heer Simpson inzake het voorstel voor een richtlijn voor herziening van de wettelijke basis van de Europese statistieken over toerisme ook belangrijk en komt het op een cruciaal moment voor de toekomst van het toerisme, aangezien de economische crisis en de recente oorlogshandelingen in het Middellandse-Zeegebied weliswaar een bedreiging vormen voor het toerisme, maar tegelijkertijd condities scheppen waaronder het toerisme voor veilige bestemmingen in Europa kiest.
Wij verzoeken de Commissie om niet alleen statistische gegevens te verzamelen, maar alle maatregelen te nemen die het toerisme en de vele daarmee samenhangende sectoren aangaan, zodat we het product toerisme uiteindelijk kunnen opwaarderen. In Griekenland is het toerisme een pijler van de economie, het vertegenwoordigt ongeveer 7 procent van het bbp en levert 700 duizend banen op.
Jim Higgins (PPE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, om in welke bedrijfssector dan ook verstandige beslissingen te nemen moeten we uitgerust zijn met zo veel mogelijk informatie- en statistisch materiaal en moeten we ervoor zorgen dat regio's hun geld op de juiste manier besteden door een product te ontwikkelen dat een enorm potentieel heeft.
Ik ben verheugd over dit verslag. Statistieken zijn absoluut van levensbelang. Ze hebben echter geen nut als we ze niet kunnen vergelijken, en dit verslag van Brian Simpson komt een behoorlijk eind in de buurt van de garantie dat de gegevens die nu worden verzameld en in de toekomst zullen worden verzameld, goed toegankelijk zijn en gemakkelijk op een positieve manier ten bate van de sector zelf kunnen worden ingezet.
Ik juich de werkzaamheden van de heer Simpson toe, terwijl hij – zoals hij zei – unaniem wordt gesteund door de Commissie vervoer en toerisme, en een groot aantal leden van die commissie is hier momenteel aanwezig. Ik deel overigens ook zijn bezorgdheid over het aantal gedelegeerde bevoegdheden dat de Commissie wil hebben. Ik zou veel liever zien dat wijzigingen in de basiselementen van dit kader onder de gebruikelijke wettelijke procedures worden besloten. Wij zijn Parlementsleden uit de verschillende lidstaten; wij houden de vinger aan de pols; wij weten precies wat de situatie in onze lidstaten is; en zonder enige oneerbiedigheid ten opzichte van de Commissie, wil ik stellen dat wij degenen zijn die uiteindelijk weten wat het product inhoudt en welk potentieel het heeft.
Tot 2004 hadden we regionale ontwikkeling, vervoer en toerisme allemaal onder één noemer. In 2004 werden die onderwerpen over verschillende commissies verdeeld, en nu hebben we vervoer en toerisme in de ene commissie en regionale ontwikkeling in een andere.
Wat vervoer en toerisme betreft is toerisme nog steeds heel erg het ondergeschoven kind. Toerisme heeft een gigantisch potentieel. Het is een gebied dat zich tot iets veel groters kan ontwikkelen dan waar we het nu over hebben. Onze collega hier noemde 4 procent van het bruto binnenlands product. Maar als we er goed naar kijken, zien we bijvoorbeeld dat Europa de topbestemming van de hele wereld is, en in 2008 40 procent van alle bezoekers over de hele wereld gezien voor zijn rekening nam. Het toerisme levert per jaar 9,7 miljoen banen op.
Dus waar we hier over praten, is een mozaïek van verschillende landen, verschillende culturen, met een enorm potentieel. Dit is alleen nog maar een pril beginnetje; we zijn er nog maar net mee gestart dat potentieel aan te breken, en moeten de zaak hiervandaan vooruit stuwen. Als we voortgang willen boeken en het toerisme willen ontwikkelen, hebben we bovenal zo'n verslag nodig als Brian Simpson heeft opgesteld, en daar moeten we mee aan de slag.
Inés Ayala Sender (S&D). – (ES) Mijnheer de Voorzitter, ik wil de rapporteur, de heer Simpson, van harte gelukwensen met de overeenstemming die hij bereikt heeft op een gebied dat zo technisch is als dat van de statistieken over het toerisme, en die hij per alinea heeft moeten bevechten.
Niettemin, mijnheer de Voorzitter, is dit een sector die meer dan 2 miljoen bedrijven telt, waaronder natuurlijk vele kleine en middelgrote bedrijven, die bijna tien miljoen banen verschaffen; een sector die enorm arbeidsintensief is en waarin de menselijke hulpbronnen en de kwaliteit daarvan essentiële factoren zijn; een sector ook die goed is voor 5 procent van het bruto binnenlands product van de Europese Unie.
In werkelijkheid hebben we het over een van de belangrijkste sectoren van de Europese economie, want de Europese Unie is de voornaamste toeristische bestemming in de wereld. Kortom, de Europese Unie speelt een leidende rol die tot op heden te zeer is overgelaten aan de grillen van de markt en de omstandigheden, met alle grote verschillen en verspilling van dien.
Het Verdrag van Lissabon heeft ons eindelijk de wettelijke grondslag verschaft die we nodig hadden voor een nieuw toeristisch beleid in de Europese Unie, waartoe het Europees Parlement al langer had opgeroepen op grond van een reeks proefprojecten en voorbereidende projecten
In de mededeling van de Commissie van het vorig jaar zijn de nieuwe doelstellingen aangegeven voor die bevoegdheden, alsook de noodzaak om de toeristenbranche te versterken door een betere coördinatie en complementariteit met de lidstaten.
Om dat te bereiken, waren betere, vergelijkbare, gedetailleerde, actuele en betrouwbare gegevens nodig, en het is om die reden dat die nieuwe koersen en vereisten geformuleerd zijn in het verslag van de heer Simpson. Hierin worden de criteria verruimd om de grote diversiteit van het toerisme vast te stellen, niet alleen vakantietoerisme maar ook sociaal toerisme, enzovoorts. Verder wordt de noodzaak benadrukt om de toegankelijkheid voor mensen met een beperkte mobiliteit tot een meer zichtbaar vraagstuk te maken, met inbegrip van de milieufactor, en wordt de weg geopend naar het in aanmerking nemen van toeristische satelllietrekeningen, om een veel betrouwbaarder economisch beeld te krijgen. In het verslag zijn ook nieuwe aspecten en criteria opgenomen, zoals dagtochten of gegevens inzake de horeca, die zo belangrijk zijn voor een land als Spanje dat zo op toerisme gericht is.
Al die nieuwe gegevens zullen bijdragen tot een veel grotere kennis van deze sector die zo’n intensieve bron is voor het creëren van de werkgelegenheid die we nodig hebben. Met deze nieuwe statistieken zijn we dus beter geplaatst om de uitdagingen aan te gaan van de modernisering en de toekomst van een sector die het fundament dient te zijn van een groot deel van Europa 2020, vooral als intensieve bron voor het creëren van arbeidsplaatsen, die van hoge kwaliteit zouden moeten zijn.
VOORZITTER: LÁSZLÓ TŐKÉS Ondervoorzitter
Voorzitter – Hartelijk dank. Nu geef ik het woord aan mevrouw Meissner. U hebt één minuut.
Gesine Meissner (ALDE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, allereerst wil ik de heer Simpson bijzonder hartelijk danken. Binnen de Commissie vervoer en toerisme weten we al dat als onze voorzitter een verslag opstelt, wij daar eigenlijk niets op aan te merken hebben. Hij neemt altijd een groot aantal aspecten in aanmerking en het enige wat wij dan nog kunnen zeggen is: uitstekend, Brian, daar kunnen we mee instemmen.
In dit geval is reeds verscheidene malen opgemerkt dat het een technisch verslag is. Dat klinkt zo saai, maar mijns inziens is het allesbehalve saai. Het is weliswaar technisch, maar het beschrijft toerisme, dat werkelijk een enorm belangrijk economisch doel is voor ons hier in Europa. Het is reeds opgemerkt dat 40 procent van alle mensen over de hele wereld naar Europa reist. Europa is met andere woorden een belangrijke toeristische regio en het is derhalve uiteraard van doorslaggevend belang om te weten waarom deze mensen naar Europa komen.
Als wij met onze nieuwe bevoegdheid volgens het Verdrag van Lissabon een nieuw Europees kader willen ontwikkelen, moeten wij over alle gegevens beschikken en deze op geharmoniseerde wijze kunnen uitwisselen. Dat is het doel van dit verslag. Het geeft bovendien een overzicht van de nieuwe ontwikkelingen, bijvoorbeeld op het gebied van dagtochten of fietstoerisme. Wij willen tevens ons industrieel erfgoed hierin opnemen. Dit alles moet in de toekomst in aanmerking worden genomen, zodat wij daadwerkelijk weten hoe wij onze doelstellingen kunnen vaststellen. Om die reden hartelijk dank - het is een goed verslag en het kan naar mijn mening op onze steun rekenen.
Georges Bach (PPE). - (FR) Mijnheer de Voorzitter, commissaris, ik denk dat we het er allemaal over eens zijn hoe belangrijk toerisme is. Het speelt niet alleen een zeer grote rol voor de burgers in Europa, maar ook voor de kleine en middelgrote bedrijven.
Statistische gegevens zijn van essentieel belang. Alleen door een betrouwbare en volledige databank op te zetten kunnen we een beleid maken dat het mogelijk maakt om het potentieel van het toerisme optimaal te benutten. Ik feliciteer de rapporteur met het werk dat hij heeft verricht en mijn collega, de heer Fidanza, heeft zojuist het standpunt van de Fractie van de Europese Volkspartij (Christendemocraten) bekendgemaakt.
Zelf wil ik het alleen over drie vrij algemene punten hebben. Ten eerste ben ik van mening dat we de nieuwe politieke middelen die ons door het Verdrag worden geboden in de praktijk moeten brengen en een meerwaarde moeten creëren voor de lidstaten.
Ten tweede is het, gezien het feit dat de verschillende financiële middelen van de Europese Unie steeds meer onder druk komen te staan, heel belangrijk om de resultaten van de verschillende lidstaten met elkaar te vergelijken en te kiezen voor de beste praktijken om zo tot een bepaalde mate van harmonisatie te komen waarbij iedereen gebaat is.
Ten derde moeten er toerisme-satellietrekeningen worden opgesteld, zoals die ook al jaren bestaan in Canada en die het mogelijk zouden maken om een nog beter beeld te verkrijgen van de effecten van toerisme op de economie, de werkgelegenheid, het milieu, enzovoort, en om zo antwoord te geven op tal van vragen over alle politieke aspecten die met het toerisme te maken hebben.
Rareş-Lucian Niculescu (PPE). - (RO) Mijnheer de Voorzitter, ik betreur het dat er geen officiële statistieken zijn over plattelands- en agrotoerisme. De enige beschikbare gegevens zijn gebaseerd op schattingen. Daarom verwelkom ik de maatregelen die de Europese Commissie wil nemen voor het opzetten van een sociaaleconomische kennisbasis over toerisme. Daarnaast benadruk ik het belang van het platform ICT en toerisme dat de Commissie heeft voorgesteld, maar ik ben van mening dat er meer intensieve inspanningen nodig zijn voor het uitrusten van landelijke gebieden met de nieuwste ICT-infrastructuur, bijvoorbeeld breedbandinternet.
Bij het plattelandstoerisme en het agrotoerisme gaat het om meer dan 500 000 overnachtingsplaatsen met meer dan zes miljoen bedden. Deze twee sectoren hebben in de afgelopen jaren een gemiddelde jaarlijkse groei van 10-15 procent gekend, en daarmee een essentiële bijdrage geleverd aan de verbetering van de levenskwaliteit in landelijke gebieden en aan het diversifiëren van de plattelandseconomie.
Jörg Leichtfried (S&D). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, uit respect voor de rapporteur zal ik het in het Engels proberen, en ik hoop dat mijn Engels goed genoeg is!
Als we aan toerisme denken, is het erg belangrijk te erkennen wat een gigantische economische factor toerisme al in de Europese Unie is. Het is ook een gigantische factor voor de werkgelegenheid, vooral voor kleine en middelgrote bedrijven, die veel zaken doen binnen het toeristische gebeuren.
We moeten bovendien erkennen dat toerisme niet alleen maar positieve kanten heeft, maar ook problemen veroorzaakt – problemen in verband met vervoer, overvolle stranden, enzovoort. Om deze zaken op te lossen hebben we goede statistieken, goede gegevens nodig. Dit verslag helpt ons daarmee. Het is een zeer goed verslag, en iedereen zou het moeten steunen.
Inés Ayala Sender (S&D). – (ES) Mijnheer de Voorzitter, ik wil alleen de woorden van de heer Leichtfried enigszins tegenspreken, om dit debat een beetje pittiger te maken.
Ik begrijp de heer Leichtfried als hij zegt dat het toerisme zorgt voor vervoersproblemen. Ik geloof dat wat het vervoer feitelijk doet, is het toerisme verbeteren en bevorderen en daarom zouden we hiermee, juist nu we bezig zijn met het herzien van de trans-Europese vervoersnetwerken in Europa, terdege rekening moeten houden, omdat immers gebleken is dat een beter, vlotter lopend vervoer, met een groter vermogen en een geringer milieu-effect, van essentieel belang is voor de toeristensector.
Daarom hoop ik dat de financiering van de trans-Europese netwerken en de gegevens die ons dat zal opleveren, in de toekomst ook zullen bijdragen tot een groter vermogen van de toeristensector in Europa.
Andreas Mölzer (NI). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, het zou mooi zijn als vragen met betrekking tot de redenen voor succes als toeristische bestemming - met andere woorden waarom een bestemming populair is, terwijl andere bestemmingen het aantal toeristen zien teruglopen - met behulp van degelijke statistische informatie konden worden beantwoord. Dat is echter een wens die wellicht niet in vervulling zal gaan. Te veel onzekere factoren, zoals bepaalde weersomstandigheden, maken prognoses voor toerisme een kansspel.
Er kan niet eens met zekerheid worden gezegd of het openen van nieuwe luchtverbindingen leidt tot een toename van het aantal overnachtingen, of dat nieuwe luchtverbindingen omgekeerd een gevolg zijn van de toenemende vraag door reizigers. Een beperkte beschikbaarheid en vergelijkbaarheid van toeristische gegevens is echter ook een probleem voor stedenbouwkundige planning. Als het aantal bezoekers naar verwachting zal stijgen, is het uiteindelijk immers van belang om dit organisatorisch in goede banen te leiden teneinde negatieve bijkomstige gevolgen voor de lokale bevolking te voorkomen.
Flexibele werktijden en veiligheid hebben evenveel invloed op toerisme als maatschappelijke ontwikkelingen. De doorslaggevende factoren zullen echter de wereldeconomie en wellicht de olieprijzen zijn. Zelfs de beste Europese toeristische statistische informatie kan daar weinig aan veranderen.
Elena Băsescu (PPE). - (RO) Mijnheer de Voorzitter, het verslag van de heer Simpson is een belangrijke stap voor het statistisch kader voor het Europese toerisme. Het toerisme heeft veel potentieel en draagt zo bij aan de werkgelegenheid en de economische groei. Een efficiëntere gegevensverwerking en een betere vergelijkbaarheid van de ingezonden statistieken zijn noodzakelijk.
Om de concurrentie in het toerisme wereldwijd het hoofd te bieden, heeft Roemenië een professionele strategie ontwikkeld om zich te onderscheiden van andere toeristische bestemmingen. De strategie baseert zich op het merk Roemenië, een concept waarmee wij de potentiële toeristen onze authentieke tradities en betoverende landschappen presenteren.
Ik onderstreep dat de ontwikkeling van het toerisme daarnaast kan bijdragen aan vermindering van de ongelijkheden tussen de regio’s in Zuidoost-Europa. Het accent moet dus liggen op diversiteit.
Janusz Władysław Zemke (S&D). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, ik wil erop wijzen dat het Europees Parlement zich spijtig genoeg zelden met kwesties rond toerisme bezighoudt. Als we de werkzaamheden van de Commissie vervoer en toerisme van naderbij bekijken, kunnen we vaststellen dat de commissie zich 95 procent van de tijd bezighoudt met vervoerkwesties en slechts 5 procent van de tijd met toerisme. Hoewel ik het verslag van Brian Simpson volledig steun, heb ik nog een verzoek: als we willen spreken over statistieken, dan is het erg belangrijk dat we geen appelen met peren vergelijken. In een volgende fase van ons werk moeten we normen vaststellen voor specifieke gebieden, bijvoorbeeld voor hotels. Als een hotel twee, drie of vier sterren heeft, moet dit duidelijk worden geformuleerd.
Cecilia Malmström, lid van de Commissie. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil tegen de heer Simpson zeggen dat het aantal sprekers over een heel technisch verslag wel aantoont wat een belangrijk werk hij heeft verricht en hoe belangrijk dit is.
Ook al is dit een heel technische verordening, toch moesten wij die zeker herzien, want dat is heel belangrijk. Hiermee ontstaat ook de mogelijkheid om een robuust, analytisch kader op te stellen, zodat wij weloverwogen beleidsbeslissingen kunnen nemen over alle aspecten van het toerisme die hier vandaag zijn genoemd en nog veel meer. Naarmate het toerisme zich verder ontwikkelt, moeten wij natuurlijk ook de cijfers aanpassen.
De drie instellingen hebben een gezamenlijk voorstel opgesteld, waarin een goed evenwicht is gevonden tussen enerzijds het verkrijgen van de noodzakelijke informatie, maar anderzijds ook de noodzaak om rekening te houden met de belasting voor de respondenten. Ik wil de heer Simpson gelukwensen met zijn verslag en ik dank het Parlement voor dit debat.
Brian Simpson, rapporteur. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik heb met belangstelling geluisterd naar wat de afgevaardigden hebben gezegd. Ik wil in het bijzonder ingaan op het punt dat naar voren werd gebracht over het feit dat slechts 5 procent van de werkbelasting van de Commissie vervoer en toerisme de toeristische sector betreft. Dat is in een aantal opzichten waar, maar dat komt niet doordat dit Parlement niet meer zou willen doen aan de toeristische sector. Het komt doordat de Raad en de lidstaten ons niet meer willen laten doen aan de toeristische sector. Als er dus in dat opzicht met een beschuldigende vinger moet worden gewezen, dan moet dat wel duidelijk in de richting van de Raad.
Met dit verslag hebben wij een kader dat ons de benodigde informatie geeft waarmee mensen in de praktijk, de mensen op de werkvloer, ons toeristische product hier in de Europese Unie verder kunnen ontwikkelen. Wij hebben een heel gevarieerde toeristische sector, van prachtige natuurgebieden tot zonnige stranden tot ons rijke industriële en culturele erfgoed, en u weet hoezeer het industriële erfgoed mij ter harte gaat.
Europa heeft veel te bieden aan bezoekers, of zij nu van buiten of van binnen de Europese Unie komen. Ik denk dat dit verslag ons de mogelijkheid geeft om een fantastisch product neer te zetten, waar mensen in hun vrije tijd naar toe kunnen komen en waarvan zij kunnen genieten.
Ik dank alle collega’s en de Commissie voor hun harde werk en hun vriendelijke woorden. Een dergelijke samenwerking maakt het leven van een rapporteur een stuk gemakkelijker. Ik weet niet of het voortreffelijk is. Dat is niet een woord dat ik snel met mijzelf associeer, maar ik zal het accepteren. Ik kan u verzekeren dat ik, als voorzitter van de Commissie vervoer en toerisme, uitzie naar een zeer succesvolle afronding van deze zaak.
Jörg Leichtfried (S&D). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, ik weet niet zeker op grond van welk artikel ik nu het woord moet voeren. Tijdens het vorige debat klaagde ik over het feit dat de Raad afwezig was. We moeten echter niet alleen klagen, maar het ook uitspreken als dingen goed gaan. Ik wilde slechts attenderen op de wijze waarop de commissaris vandaag is opgetreden en op het feit dat haar bijdragen kort, bondig en inhoudelijk deskundig waren - menigeen van haar collega's zou er goed aan doen haar voorbeeld te volgen van hoe men hier in dit Huis moet optreden.
De Voorzitter. – Het debat is gesloten.
De stemming vindt op woensdag 6 april 2011 plaats.
Schriftelijke verklaringen (artikel 149)
Sergio Berlato (PPE), schriftelijk. – (IT) Toerisme is een belangrijke economische bedrijvigheid van de Unie en kan zorgen voor veel werkgelegenheid en economische groei. De sector telt ongeveer 1,8. miljoen kleine en middelgrote bedrijven en het aandeel van de Europese toerismesector in het bbp van de EU bedraagt naar schatting meer dan 5 procent. Het systeem voor statistieken met betrekking tot toerisme is op dit moment geregeld in Richtlijn 95/57/EG betreffende de verzameling van statistische informatie op het gebied van toerisme. Ik meen dat statistieken niet alleen nuttig zijn voor de monitoring van het toerismebeleid op zich maar ook voor het bredere kader van het regionale beleid en duurzame ontwikkeling. De afgelopen decennia is de sector geconfronteerd met belangrijke uitdagingen, zoals de toenemende wereldwijde concurrentie, demografische trends, milieueisen, seizoensgebonden spreiding van het toeristisch verkeer en het toenemend gebruik van nieuwe informatie- en communicatietechnologieën door klanten. De erkenning van de fundamentele rol van statistieken bij het ontwikkelen van een efficiënter toerismebeleid op Europees, nationaal, regionaal en lokaal niveau moet mijns inziens het algemene doel dienen het toerisme in de EU te versterken door middel van gecoördineerd optreden op EU-niveau in aanvulling op initiatieven van de lidstaten.
Vilija Blinkevičiūtė (S&D) , schriftelijk. – (LT) Het Europees toerisme bevond zich onlangs in een moeilijke economische situatie en dit werd nog eens versterkt door de vulkaanuitbarsting in IJsland afgelopen jaar, omdat de onderbreking in het vliegverkeer door vulkaanaswolken van grote invloed is geweest op het luchtvervoer in Europa en vliegtuigmaatschappijen, reisbureaus, touroperators en ook de toeristen zelf aanzienlijk heeft ontwricht. Het is daarom uitermate belangrijk om een nieuw beleidskader voor toerisme in Europa te bevorderen en te definiëren. Daarnaast ziet deze sector zich geconfronteerd met toenemende moeilijkheden en nieuwe uitdagingen, zoals concurrentie, demografische trends, klimaatverandering en milieueisen, en de seizoensgebonden spreiding van het toeristisch verkeer, dat zowel op het niveau van de Europese Unie als van de lidstaten opgepakt moet worden. Het is belangrijk om de aandacht te vestigen op het feit dat toerisme een belangrijke economische activiteit is met een verstrekkend positief effect op economische groei en werkgelegenheid in Europa. Daarom is het noodzakelijk om het rechtskader voor Europese statistieken over toerisme te actualiseren en te optimaliseren en we moeten het toerisme in de Europese Unie bevorderen door middel van specifieke voorstellen en initiatieven in aanvulling op de programma´s van de lidstaten. Toerisme maakt ook in toenemende mate een belangrijk onderdeel uit van de levens van Europese burgers die steeds meer reizen, zij het voor plezier of voor zaken. Verder raakt deze sector het cultureel en natuurlijk erfgoed en tradities en hedendaagse culturen binnen de Europese Unie. Daarom is het belangrijk een nieuw kader voor optreden te definiëren om het concurrentievermogen en de capaciteit voor duurzame groei van deze sector te vergroten.
Ian Hudghton (Verts/ALE), schriftelijk. – (EN) Het is heel toepasselijk dat wij over een verslag over toerisme stemmen op 6 april, de datum die bekend staat als Tartan Day. Tartan Day is de dag waarop Schotland op feestelijke wijze contact onderhoudt met Schotten in de diaspora in Noord-Amerika en waarop wij onze Noord-Amerikaanse vrienden aanmoedigen om ons te komen opzoeken. Het is de dag waarop jaarlijks de ondertekening van de onafhankelijkheidsverklaring van Schotland, de “Declaration of Arbroath”, wordt herdacht. In dat eeuwenoude document staan heel goed de beginselen samengevat waardoor ik mij hier bij al mij werk laat leiden: “Het is waarlijk niet alleen vanwege roem, noch vanwege rijkdom, noch vanwege eer dat wij vechten, maar voor vrijheid, daarvoor alleen, want dat is iets dat geen eerbaar man opgeeft anders dan door zijn leven te geven”.
Petru Constantin Luhan (PPE), schriftelijk. – (RO) Momenteel wordt steeds meer gesproken over een stijging van de wereldwijde concurrentiekracht van de EU. Het toerisme is een van de meest belangrijke sociaaleconomische activiteiten, die ongeveer 5 procent van het bbp van de Europese Unie opbrengt. Voor het ontwikkelen van een duurzaam, verantwoordelijk en kwalitatief hoogstaand toerisme is het hard nodig om het juridisch kader met betrekking tot de relevante Europese statistieken te actualiseren en te optimaliseren. Door een betere kwaliteit van de statistische rapportages, op basis van vergelijkbare en betrouwbare gegevens zullen we profiteren van een solide basis in het besluitvormingsproces voor het uitwerken van gemeenschappelijk beleid en financiële instrumenten. Ik ben van mening dat we ons uiterste best moeten doen om de eerste toeristische bestemming ter wereld te blijven. Daarvoor moeten we alle financieringsmogelijkheden maximaal benutten. Zodoende vraag ik de Commissie om gemeenschappelijke instrumenten en ondersteuningsprogramma’s te ontwikkelen, die speciaal zijn ontworpen voor de ontwikkeling van het Europese toerisme conform de Europa 2020-strategie.
Bogdan Kazimierz Marcinkiewicz (PPE), schriftelijk. – (PL) Ik vind dat het huidige systeem voor statistieken over toerisme niet tegemoetkomt aan de nieuwe vereisten, de zich snel ontwikkelende markt voor toeristische diensten en het feit dat de gewoontes van de toeristen veranderen. Het is daarom een goede zaak dat in het verslag ook vormen als korte reizen of het gebruik van internet om een reis te boeken zijn opgenomen. De actualisering en optimalisering van het wetgevend kader voor de verzameling van statistische gegevens over het toerisme in de Europese Unie is daarom bijzonder belangrijk. Statistieken over toerisme en sociaaleconomische indicatoren geven een beeld van de invloed van het toerisme op de huidige economische situatie in Europa. Het is ook van cruciaal belang dat er wordt voorgesteld om een voorschrift in te voeren betreffende de plicht om gegevens te verzamelen over de toegankelijkheid van de toeristische infrastructuur voor personen met beperkte mobiliteit.
Bogusław Sonik (PPE), schriftelijk. – (PL) Als vicevoorzitter van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid wil ik benadrukken hoe belangrijk de toeristische sector is voor de economische, sociale en culturele ontwikkeling van Europa. De Europese statistieken op dit gebied kunnen samen met aandacht voor het milieu een belangrijke rol spelen in de planning van het Europese beleid voor toerisme. Correct verwerkte en betrouwbare gegevens zijn noodzakelijk om het actiekader zo te plannen dat de voordelen maximaal worden benut en de ecologische bedreigingen worden beperkt. Ik ben van mening dat we ons onder andere moeten concentreren op het verzamelen van gegevens over de ontwikkeling en situatie van plattelandstoerisme en ecologische toerisme. Om deze unieke sector dynamisch te ontwikkelen is ook een pan-Europese uitwisseling van goede praktijken noodzakelijk. Zowel de Europese besluitnemers als ondernemers hebben recente en betrouwbare gegevens over technologische veranderingen en nieuwe trends in het consumentengedrag nodig om aan deze verwachtingen tegemoet te komen. We moeten eraan herinneren dat er met het Verdrag van Lissabon aan het Europees Parlement nieuwe bevoegdheden zijn toegekend met de bedoeling om acties op het gebied van toerisme te stimuleren. Hierdoor heeft het Parlement een invloed op de herziening van de wetgeving voor deze sector. Ik hoop dat dit zal leiden tot een constructieve voortgang van de werkzaamheden ten behoeve van een duurzaam beleid voor toerisme.
Dominique Vlasto (PPE), schriftelijk. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, het toerisme is met het Verdrag van Lissabon volledig een verantwoordelijkheid van de Gemeenschap geworden en daarom moeten wij de leiding hier op ons nemen. Met dit voorstel voor een verordening kunnen we de middelen weer actualiseren die de zichtbaarheid van Europa verbeteren en de aantrekkelijkheid van Europa versterken als toeristische trekpleister bij uitstek. Door het toerisme te stimuleren, zowel voor vrijetijdsbesteding als op zakelijk gebied, helpen wij mee om de groei weer op gang te brengen en te ondersteunen en om werkgelegenheid te creëren. Zo kunnen wij beschikken over betrouwbare en efficiënte databanken ten dienste van de overheid en de zakelijke spelers in de sector, waardoor we het toerismeaanbod kunnen afstemmen op de verwachtingen van de toerist, in een tijd waarin de gewoontes van de consument veranderd zijn en de concurrentie steeds sterker wordt in deze economisch aantrekkelijke en banenscheppende industrie. Daardoor zullen wij nauwkeurige en waardevolle gegevens verkrijgen voor de discussies die we zullen voeren en voor de richtsnoeren die wij zullen uitwerken voor het Europees toerismebeleid. Om die redenen sta ik achter dit voorstel. Dank u wel.