De Voorzitter. - Aan de orde is het verslag over de prioriteiten en het ontwerp van een nieuw beleidskader van de EU voor de bestrijding van geweld tegen vrouwen [2010/2209(INI)] - Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid. Rapporteur: Eva-Britt Svensson (A7-0065/2011).
Eva-Britt Svensson, rapporteur. − (SV) Mijnheer de Voorzitter, allereerst wil ik de schaduwrapporteurs en de collega’s van de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid bedanken voor hun sterke betrokkenheid bij de bestrijding van geweld tegen vrouwen.
Met het oog op de stemming van morgen en om het debat te beginnen had ik het aantal vrouwen kunnen noemen dat hiermee wordt geconfronteerd en het aantal vrouwen dat is vermoord als gevolg van dit dodelijke geweld. Dat ga ik niet doen, maar ik zal proberen met het oog op de stemming een paar beelden van dit geweld te schetsen zodat elk lid het gevoel heeft juist nu de mogelijkheid te hebben dit geweld te bestrijden door morgen voor het verslag te stemmen.
Stel u een moeder voor die haar kinderen een verhaaltje voor het slapen voorleest. Plotseling wordt de deur opengerukt en haar man, de vader van de kinderen, staat in de deuropening. Zowel de kinderen als hun moeder begrijpen direct wat er gaat gebeuren. De kinderen trekken het dekbed over hun hoofd, houden hun handen voor hun oren, doen hun ogen dicht, proberen buiten te sluiten wat er ongetwijfeld gaat komen. Ze horen hun vader schreeuwen, ze horen hoe hij hun moeder trapt en slaat en ze horen het kreunen van hun moeder. Dat is één beeld van dit geweld.
Een ander beeld: een vrouw die een aantal jaren heeft geleefd met dreigementen, vernederingen en mishandeling, besluit eindelijk haar partner te verlaten om een nieuw leven voor zichzelf en haar kinderen op te bouwen. Ze vlucht en heeft het geluk een opvanghuis te vinden. Na een paar dagen brengt zij haar kinderen naar de crèche. Haar man wacht haar buiten op en steekt haar neer – ze sterft. Weer een slachtoffer van het dodelijke geweld dat vrouwen treft. Dat is een geweld dat vrouwen treft, juist omdat we vrouwen zijn. Het dodelijke geweld tegen vrouwen, zoals dit door het laatste beeld wordt geschilderd, vindt plaats wanneer de vrouw eindelijk heeft besloten een einde aan de relatie te maken. Het gevaarlijkste wat een vrouw kan doen is een scheiding aanvragen van een man die denkt dat ze zijn eigendom is. Ze bevindt zich in een zeer risicovolle situatie als de man begrijpt dat hij bezig is de controle, de macht over haar te verliezen.
Nog meer beelden: een jong meisje is op weg naar huis na een bioscoopbezoek. Ze zegt haar vriendin gedag en roept “tot morgen”. Ze moet nog een klein eindje lopen. Ze hoort zware stappen achter zich, maar ze kan alleen maar registreren dat iemand haar volgt. Ze wordt overvallen en verkracht. Ze overleeft het, maar moet er de rest van haar leven mee leven.
Andere problemen zijn onder meer de verminking van vrouwelijke genitaliën.
De Commissie heeft in haar actieplan voor de uitvoering van het Programma van Stockholm aangegeven dat ze gedurende 2011-2012 een mededeling over dit geweld zal presenteren en dat deze mededeling zal worden gevolgd door een actieplan op EU-niveau. Ik verwelkom dat en kijk uit naar een dergelijk actieplan.
Zolang vrouwen worden getroffen door geweld dat gebaseerd is op geslacht – alleen omdat we vrouwen zijn – kunnen we onze maatschappij niet geëmancipeerd noemen. Het leven van vrouwen en de verschillende keuzes die zij in het leven maken, worden beperkt door dit geweld en door het besef hoe uitgebreid dit geweld is in de samenleving.
Vrouwen zijn slachtoffer van dit op geslacht gebaseerde geweld, maar ik wil ter afsluiting ook opmerken dat we soms moeten ophouden deze vrouwen alleen als slachtoffer te zien. Het zijn vaak sterke vrouwen die er met steun vanuit de samenleving in slagen een goed leven voor zichzelf en hun kinderen op te bouwen. Nu is het aan ons in het Europees Parlement om te laten zien dat we deze vrouwen steunen.
Cecilia Malmström, lid van de Commissie. − (EN) Hartelijk dank, mevrouw Svensson, voor uw zeer ontroerende inleiding op dit buitengewoon belangrijke onderwerp. De bestrijding van geweld tegen vrouwen heeft voor de Commissie een zeer hoge prioriteit, zoals blijkt uit de strategie voor gendergelijkheid. U laat zien dat het probleem van geweld tegen vrouwen in Europa nog steeds levensgroot is, en daarom werken wij aan gerichte maatregelen om dit probleem aan te pakken.
Wij zullen een heldere en samenhangende beleidsreactie ontwikkelen om dit probleem in Europa aan te pakken. Ik ben ingenomen met uw verslag, mevrouw Svensson, en ik ben ook blij met dit belangrijke initiatief. Dat geeft ons de mogelijkheid om samen te werken, ideeën uit te wisselen en synergieën te scheppen tussen wat de Commissie doet en wat het Europees Parlement doet, teneinde toekomstige actie op dit terrein te formuleren.
Sommige punten die u in het verslag aan de orde stelt, worden feitelijk al aangepakt in lopende en geplande acties van de Commissie om geweld tegen vrouwen te bestrijden. Om het effect daarvan zo groot mogelijk te maken, richten wij ons op concrete maatregelen op een terrein waarop wij krachtens het Verdrag van Lissabon al een duidelijke rechtsgrondslag hebben om actie te ondernemen. Zo zullen wij in het aangekondigde pakket maatregelen voor betere rechten voor slachtoffers met name aandacht schenken aan de bescherming van bijzonder kwetsbare slachtoffers zoals vrouwen, maar ook kinderen. Dit pakket zal volgende maand worden gepresenteerd.
Ieder slachtoffer van een misdrijf heeft hulp nodig in de periode na het misdrijf en bij de eventuele procedures die erop volgen. Vrouwen zijn natuurlijk vooral ook kwetsbaar als zij het slachtoffer zijn geworden van geweld in hun eigen huis: verkrachting of seksueel misbruik, stalken of andere vormen van gendergerelateerd geweld. Wanneer zij in contact komen met mensen en met het rechtssysteem, moeten zij met respect en kennis van zaken worden behandeld. Deze vrouwen hebben ook gespecialiseerde hulp en bescherming nodig, en zij moeten toegang krijgen tot de rechter en tot schadeloosstelling.
Het huidige rechtskader in de EU voorziet niet in een minimumkwaliteit voor de behandeling van slachtoffers in heel Europa, ongeacht de plaats waar zij slachtoffer zijn geworden. Daarom is de Commissie van plan maatregelen te treffen om de positie van slachtoffers in Europa te versterken. Als een eerste stap komen wij dan ook met een pakket wetgevingsmaatregelen inzake de rechten, bescherming en ondersteuning van slachtoffers van misdrijven en de wederzijdse erkenning van beschermingsmaatregelen. Hierin zal speciaal aandacht worden besteed aan kwetsbare slachtoffers zoals slachtoffers van seksueel en huiselijk geweld.
De Commissie zal ook voorzien in de wederzijdse erkenning van beschermingsmaatregelen, wat speciaal ten goede zal komen aan slachtoffers van herhaald geweld door een echtgenoot, partner of direct familielid. Met deze maatregelen zal de Commissie ervoor zorgen dat in Europa geen enkele vrouw die de grens overgaat en die onder een beschermingsmaatregel valt - of het nu gaat om een administratieve, burgerlijke of strafmaatregel – in de kou zal komen te staan.
Met ons pakket maatregelen stellen wij een algemeen kader vast, dat vervolgens in de loop van dit mandaat verder zal worden ingevuld met andere instrumenten die gericht zijn op de specifieke behoeften van bepaalde groepen slachtoffers. Zo wil de Commissie strengere actie ondernemen tegen genitale verminking, zoals u in uw verslag ook noemt.
Parallel met onze acties op het gebied van het strafrecht, zullen wij er ook aan werken dat vrouwen beter voor zichzelf leren opkomen, aan bewustwording en aan het verzamelen en analyseren van statistieken over geweld tegen vrouwen. De Commissie zal daarbij uitgaan van het werk van het Europees Instituut voor Gendergelijkheid, dat gegevens en cijfers betreffende dit onderwerp zal verzamelen en analyseren.
Tot slot wil ik onderstrepen dat de Commissie momenteel belangrijke financiële steun verleent om geweld tegen vrouwen te voorkomen en te bestrijden, met name in het kader van het programma Daphne III en via het werk van Europese ngo’s en overheidsinstanties.
Teresa Jiménez-Becerril Barrio, namens de PPE-Fractie. – (ES) Mijnheer de Voorzitter, meestal als ik in dit Parlement het woord heb gevoerd, was dat om het geweld tegen vrouwen aan de kaak te stellen, en nu sta ik hier weer om dat te bestrijden.
Ik moet zeggen dat ik daar niet alleen niet moe van word maar dat ik het ook essentieel vind om deze schending van de mensenrechten publiekelijk aan de orde te blijven stellen, omdat je geen enkele zaak kunt verdedigen als je geen klankbord hebt. Bovendien is dit Parlement de beste luidspreker die ik tot mijn beschikking heb om het op te nemen voor al die vrouwen die dagelijks onder mishandelingen te lijden hebben en die ons als wetgevers nodig hebben om de lidstaten ertoe te dwingen de plegers van het geweld te bestraffen op een wijze die strookt met de ernst van het misdrijf, en ook om hulp te bieden aan de slachtoffers.
Als naar schattingen een op de vier Europese vrouwen op zijn minst eenmaal in haar leven met gendergeweld te maken heeft gehad, en eenzelfde percentage kinderen, dan kunnen we toch niet anders dan om meer betrokkenheid vragen, zoals door de Commissie in haar actieplan erkend is. Ik denk dat we hierop moeten blijven hameren, steeds maar weer, om de slachtoffers te beschermen, zoals we gedaan hebben met het Europese bevel voor de bescherming van slachtoffers, waarvoor ik rapporteur was, en dat naar ik hoop zo snel mogelijk zal worden toegepast.
Dit verslag heeft van meet af aan kunnen rekenen op een brede consensus en op brede steun. Daaruit blijkt dat als we huiselijk geweld aanpakken, waardoor alle leden van het gezin getroffen worden, met inbegrip van kinderen, ouderen, vrouwen en mannen, dit geen gelegenheid mag bieden voor politiek opportunisme, daar het ons allen tot eer strekt als we de oplossing van deze sociale wantoestand dichterbij weten te brengen.
Het eerste wat we moeten doen, is onze mond opendoen, en het tweede is actie ondernemen, want ofschoon we al tientallen jaren over gendergeweld praten, zijn we niet in staat geweest om het aantal doden te beperken. Er moet iets zijn wat we fout doen, en daarom is het nu tijd om alle mooie woorden te laten voor wat ze zijn en over te gaan op daden. We moeten meer concrete hulp bieden en de wetten ten uitvoer leggen die nodig zijn om vrouwen een waardig en veilig leven te geven.
Ik wil dat alle slachtoffers weten dat ik hier altijd voor hen zal zijn om namens hen te spreken, totdat we er allemaal samen in slagen om die vreselijke vijand te verslaan, die het leven van zovele onschuldigen op zo treurige wijze ten einde brengt.
Wat ik zeg, is dat het afgelopen moet zijn. Het mag niet langer doorgaan. Ik verzoek u allen om hetzelfde te zeggen.
Britta Thomsen, namens de S&D-Fractie. – (DA) Mijnheer de Voorzitter, een vierde van alle vrouwen in Europa heeft te maken gehad met geweld. Meer dan een tiende is het slachtoffer geweest van seksueel geweld en ook onze kinderen lijden onder geweld. 26 procent van de kinderen heeft naar eigen zeggen in hun jeugd te maken gehad met fysiek geweld.
Deze cijfers duiden erop dat Europa een ernstig probleem heeft, dat optreden vereist. We kunnen hiervoor niet langer onze ogen sluiten en ik kan eenvoudigweg niet nog meer verhalen verdragen van vrouwen bij wie door hun man zuur in het gezicht wordt gegooid of van vrouwen die aangevallen en verminkt worden. Ik heb de meest hartverscheurende verhalen gehoord van een groot aantal vrouwen en ieder van deze verhalen op zich is ook een schandvlek in de geschiedenis van de EU.
De EU moet nu optreden en een einde maken aan dit geweld. Daarom is dit verslag over geweld tegen vrouwen, dat we vandaag behandelen, zo belangrijk. We geven naar de buitenwereld toe het signaal af dat het Europees Parlement gendergerelateerd geweld beschouwt als een schending van fundamentele mensenrechten.
Daarom moet de Commissie nu reageren. We hebben behoefte aan een richtlijn en we willen een richtlijn die een einde maakt aan geweld tegen vrouwen. Een gecoördineerde benadering die in meerdere opzichten effect heeft, is immers noodzakelijk om het geweld een halt toe te roepen. We moeten zowel de slachtoffers veiligheid en de best mogelijke bescherming bieden als ervoor zorgen dat niemand in Europa ongestraft wegkomt met geweld tegen vrouwen. Daarbij is het belangrijkste dat we al het mogelijke doen op het gebied van preventie. Geweld is geen privéaangelegenheid. We kunnen alleen door politiek optreden een einde maken aan dit geweld.
Antonyia Parvanova, namens de ALDE-Fractie. – (EN) Dank u wel, mijnheer de Voorzitter, Laat ik eerst de rapporteur bedanken voor het geweldige werk dat is verricht, en ik dank ook al mijn collega’s voor hun vastbeslotenheid om de strijd tegen gendergerelateerd geweld niet op te geven.
Dit verslag laat zien dat het Europees Parlement onmiddellijke actie om geweld tegen vrouwen te bestrijden niet alleen nodig, maar ook dringend noodzakelijk acht. De Commissie moet erkennen dat alle argumenten erop wijzen dat Europese maatregelen en instrumenten moeten worden ingevoerd. Wij weten dat er op het punt van de wetgeving ter bestrijding van geweld tegen vrouwen binnen de Unie enorme verschillen bestaan tussen de verschillende lidstaten.
Vorig jaar toonde een haalbaarheidsstudie door het directoraat-generaal Justitie aan dat er verschillen bestaan in de toegang tot beschermingsmaatregelen, de beschikbaarheid van hulpverleningsinstanties en de deskundigheid en capaciteit van de verantwoordelijke ambtenaren. Wij hebben voorbeelden gezien van een grote inzet om alle vormen van geweld uit te bannen en om een doelmatig Europees beleidskader te creëren, met name in het Vrouwenhandvest dat u vorig jaar hebt gepresenteerd en in de mededeling betreffende de tenuitvoerlegging van het Programma van Stockholm. Niettemin hebben veel lidstaten verzuimd om doelmatige wetgeving in te voeren om vrouwen tegen alle vormen van geweld en discriminatie te beschermen, en nu blijkt dat de kernwaarden van onze Unie voor de helft van haar burgers niet gelden.
Daarom doen wij nu een beroep op de Commissie om met een gericht wetgevingsvoorstel te komen. Er moeten minimumeisen worden opgesteld en opgenomen in een wet die deel moet uitmaken van een alomvattende strategie om alle vormen van gendergerelateerd geweld aan te pakken. Deze strategie en dit beleidsinitiatief moeten worden aangevuld met breed opgezette bewustwordingsactiviteiten. Ik denk in het bijzonder aan een Europees Jaar voor de bestrijding van alle vormen van geweld tegen vrouwen. Hiervoor verzamelen wij momenteel handtekeningen van burgers.
Tot slot verwachten wij, nu we onze basisbeginselen zoals vastgelegd in het Verdrag hebben hervonden, en wij de door u gedane toezegging hebben gehoord, vandaag een helder antwoord op de vraag hoe en wanneer de Commissie doeltreffende maatregelen op EU-niveau denkt te gaan voorstellen.
Marije Cornelissen, namens de Verts/ALE-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik ben blij dat de bestrijding van gendergerelateerd geweld prioriteit heeft voor zowel de Europese Commissie als het Europees Parlement. Dat geeft ons een gemeenschappelijk doel om de komende jaren werkelijk vooruitgang te boeken.
Ik hoop dat dit verslag als een belangrijke bijdrage aan het door de Commissie beloofde pakket maatregelen ten behoeve van slachtoffers zal worden beschouwd, en dat het pakket maatregelen ten behoeve van slachtoffers op zijn beurt een van de onderdelen zal zijn van een Europese alomvattende strategie die hulp aan slachtoffers, maar ook andere aspecten van de strijd tegen geweld omvat. Zo moet er bijvoorbeeld een minimumniveau voor hulpverleningsvoorzieningen komen. Iedere vrouw moet toegang hebben tot opvanghuizen, gratis rechtshulp en psychologische hulp. Wij moeten bijvoorbeeld bescherming bieden aan migrantenvrouwen die geen onafhankelijke verblijfsvergunning hebben en daardoor extra kwetsbaar zijn.
Dit verslag bevat veel belangrijke aspecten en wij, als Groenen, hopen dat wij voor dit verslag zullen kunnen stemmen. Indien echter overweging J en paragraaf 19 gehandhaafd blijven, waarin prostitutie een schending van de mensenrechten wordt genoemd, zonder dat zelfs maar onderscheid wordt gemaakt tussen vrijwillige en onvrijwillige prostitutie, zullen wij ons van stemming moeten onthouden. Ik hoop dat het zover niet zal komen en dat er een krachtig en breed gedragen verslag komt dat wij als onze bijdrage aan de Commissie en de lidstaten kunnen aanbieden.
Andrea Češková, namens de ECR-Fractie. – (CS) Geachte Voorzitter, ik ben ingenomen met dit initiatiefverslag van het Europees Parlement en ben van mening dat de lidstaten dusdanige wetten moeten invoeren dat het geweld tegen vrouwen een halt toegeroepen wordt. Huiselijk geweld is een uiterst ernstige vorm van geweld tegen vrouwen en is allesbehalve een privéaangelegenheid van het gezin. De ECR-Fractie heeft beloofd gezinnen en met name kinderen te zullen steunen. Dat brengt ons direct bij huiselijk geweld, omdat het catastrofale gevolgen heeft voor alle gezinsleden, kinderen in het bijzonder. Kinderen die herhaaldelijk getuige zijn geweest van huiselijk geweld, beschouwen geweld vaak als een normale vorm van gedrag. Dat maakt het uiterst waarschijnlijk dat zij dit gedrag ook op school gaan tonen of later als ze volwassen zijn.
Geweld tegen vrouwen is een afspiegeling van de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen en versterkt deze nog eens verder. Op die manier is het vaak een belangrijke factor bij de bepaling van de positie van de vrouw in de samenleving. Vrouwen die het slachtoffer zijn van huiselijk geweld, komen vaak ook in een economisch afhankelijke positie terecht en staan bloot aan de hevige psychische druk van de dader. Er dient dan ook veel aandacht uit te gaan naar dit probleem om de individuele gevallen ervan aan het licht te brengen en de slachtoffers ervan, vrouwen en kinderen, te kunnen helpen. De samenleving dient dan ook beter bewust te worden gemaakt van deze vorm van geweld. Er dient een brede maatschappelijke discussie te worden opgestart over dit probleem, in combinatie met een preventieve voorlichtingscampagne. Want de vrouwen in kwestie durven vaak uit angst voor ernstige gevolgen voor henzelf en hun kinderen niet met hun ervaringen naar buiten te komen. In verband hiermee ben ik voorstander van de invoering van een Europees beschermingsbevel. Indien het van een solide rechtsgrond wordt voorzien, is het op Europees niveau mogelijk om slachtoffers van huiselijk geweld en ook anderen uit de problemen te helpen.
Ilda Figueiredo, namens de GUE/NGL-Fractie. – (PT) Mijnheer de Voorzitter, dit is een belangrijk verslag, waarin een nieuwe aanpak voor een geïntegreerd beleid ter bestrijding van gendergerelateerd geweld wordt voorgesteld. De aanpak omvat concrete maatregelen als strafrechtelijke procedures en acties voor preventie en bescherming. Daarbij wordt de aandacht gevestigd op de noodzaak voorwaarden te garanderen voor de emancipatie van vrouwen en derhalve onzeker werk, werkloosheid en armoede te bestrijden, zodat vrouwen vrijelijk voor hun eigen bestaan kunnen kiezen. Op dit moment is dat helaas niet het geval, waardoor vrouwen vaak in een afhankelijke positie terechtkomen en in de prostitutie belanden of slachtoffer worden van huiselijk geweld. Onder andere omstandigheden zouden die vrouwen een dergelijke afhankelijkheidsrelatie niet tolereren.
Daarom is het nu tijd de daad bij het woord te voegen en een eind te maken aan dit geweld, dat ongetwijfeld een van de ernstigste schendingen van de rechten van de mens is. We mogen dit geweld, dat ook een sterke negatieve invloed heeft op kinderen en dat in tijden van economische en sociale crises dreigt te verergeren, niet langer tolereren. Daarom roepen wij de Commissie op om zo snel mogelijk te handelen en de lidstaten om concrete maatregelen te nemen om de rechten van vrouwen te verdedigen en vrouwen te beschermen tegen geweld.
Barbara Matera (PPE). - (IT) Mijnheer de Voorzitter, commissaris, dames en heren, de bestrijding van alle vormen van geweld tegen vrouwen is een van de prioriteiten van het Hongaarse voorzitterschap van de Europese Unie.
Ik vraag dan ook om het nemen van langetermijnmaatregelen op politiek, sociaal en juridisch terrein zodat gendergerelateerd geweld kan worden uitgebannen en echte gelijkheid tussen man en vrouw kan worden bereikt. Samen met andere collega’s van het Parlement heb ik het initiatief genomen voor een “Europees Jaar tegen geweld jegens vrouwen” dat tot doel heeft de Europese burgers van dit probleem bewust te maken.
Ik denk dat de onderkenning van het probleem door de Europese Commissie en het opnemen in het actieplan 2010-2015 van alle mogelijke middelen om gendergerelateerd geweld te bestrijden, belangrijke stappen zijn die vertaald moeten worden in concrete acties. We verkeren nog in afwachting van de presentatie van het strategisch plan dat de Commissie voor dit jaar heeft aangekondigd. Dat plan zou een pakket wetgevende en praktische maatregelen moeten omvatten waarmee slachtoffers van geweld door de nationale strafrechtstelsels adequate bescherming kan worden geboden.
Naar schatting heeft in Europa 20 à 25 procent van de vrouwen minstens eenmaal in hun leven te maken gehad met geweld. Bovendien heeft naar schatting een half miljoen vrouwen in Europa genitale verminking ondergaan. Die cijfers vertonen helaas een stijgende tendens en zijn zonder meer alarmerend en zorgwekkend. In verband daarmee is snel optreden van de Europese instellingen geboden.
Geweld tegen vrouwen heeft nadelige gevolgen voor het hele gezin. Moeders zijn niet langer in staat hun kinderen zelfvertrouwen bij te brengen en kinderen worden indirecte slachtoffers van geweld. Monitoring van geweld tegen vrouwen is erg moeilijk omdat vrouwen als ze slachtoffer zijn zich vaak schamen en bang zijn aangifte te doen van dat geweld bij de autoriteiten.
Dat maakt het optreden van de instanties moeilijker maar tegelijkertijd nog noodzakelijker. Daarom zeg ik samen met mijn collega, mevrouw Jiménez-Becerril Barrio, “stop het geweld tegen vrouwen nu!”.
Edite Estrela (S&D). - (PT) Mijnheer de Voorzitter, als schaduwrapporteur feliciteer ik de rapporteur met haar uitstekende werk dat mijn fractie steunt. Hier is al gezegd dat geweld tegen vrouwen een ernstige schending van de mensenrechten vormt. Wij weten dat slachtoffers van dit geweld veel van hun fundamentele rechten moeten opgeven en kwetsbaar zijn voor nieuw misbruik.
Niet zo lang geleden heb ik een bezoek gebracht aan een blijf-van-mijn-lijfhuis in mijn land, Portugal, en daar met een aantal van die vrouwen gesproken. Enkele vrouwen vertelden mij over een leven vol leed en dat zij alleen door druk van hun kinderen de moed hadden kunnen opbrengen om aangifte te doen tegen de daders. Andere vrouwen vertelden mij dat hun inmiddels volwassen kinderen aangifte hadden gedaan omdat zij niet de moed hadden het zelf te doen. Het is echter onaanvaardbaar dat zij, de slachtoffers, hun huis moeten verlaten en hun kinderen uit hun eigen omgeving moeten weghalen, terwijl de daders gewoon in hun huis kunnen blijven wonen.
Ik denk dat we de wetgeving moeten wijzigen, zodat vrouwen worden gerespecteerd en niet langer slachtoffer zijn van geweld en situaties die voor ons allemaal negatieve effecten hebben. Volgens mij is dit geweld ook een aanslag op onze democratie want deze vrouwen worden beroofd van hun rechten als burgers. Laten wij vrouwen daarom met zijn allen ten strijde trekken tegen deze plaag.
Janusz Wojciechowski (ECR). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, als we bespreken hoe we geweld tegen vrouwen kunnen bestrijden, concentreren we ons hoofdzakelijk op geweld binnen gezinnen of in persoonlijke relaties. Dit soort geweld is ongetwijfeld een verwerpelijke daad en de lidstaten moeten het bestrijden met strenge wettelijke maatregelen. Wat deze kwestie betreft, ga ik akkoord met de geest van het verslag van mevrouw Svensson.
Ik wil in dit debat echter nog de aandacht vestigen op een ander soort geweld, waarmee vrouwen vaak te maken hebben. Ik heb het over geweld van de kant van de staat, waarbij kinderen bij hun moeders worden weggenomen, en dit gebeurt steeds vaker. Er bestaat geen erger geweld tegen vrouwen dan het wegnemen van hun kinderen, en dat gebeurt vaak om volledig onbeduidende redenen. Ik ken dramatische voorbeelden uit Polen waarbij kinderen bij hun moeder zijn weggenomen, bijvoorbeeld het geval waarbij de rechtbank voor familiezaken een tienjarig zoon bij zijn moeder wegnam omdat de moeder werd beschuldigd dat ze te veel bad. Het gebeurt ook dat kinderen worden weggenomen omdat de ouders arm zijn. In plaats van het gezin te helpen, worden de kinderen in een pleeggezin of in een kindertehuis geplaatst. Er zijn ook dramatische gevallen waarbij kinderen bij de moeder worden weggenomen als gevolg van conflicten tussen de ouders. Vaak vinden er dramatische scènes plaats, wanneer kinderen door de politie, door sociale werkers of door gerechtelijke ambtenaren bij hun moeder worden weggehaald.
In Europa observeren we een ontwaarding van het gezin en een steeds grotere tussenkomst van de staat in het gezinsleven. Dit leidt vaak tot door de staat goedgekeurde vormen van geweld, geweld dat niet enkel de ouders leed aandoet, maar in de eerste plaats de kinderen. Het wegnemen van een kind bij de moeder en het wegnemen van de moeder van een kind – want dit geldt in beide richtingen – moet worden voorbehouden voor extreme situaties, waarbij het kind het slachtoffer is van kindermishandeling of geweld. Kinderen mogen in geen geval worden weggenomen wegens armoede. Gezinnen en vrouwen binnen gezinnen moeten zo veel mogelijk worden geholpen, maar er moet vermeden worden dat familiebanden worden verbroken, want in zulke gevallen is het medicijn vaak erger dan de ziekte.
Joanna Katarzyna Skrzydlewska (PPE). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, ik zie met genoegen dat het Europees Parlement tijdens deze vergaderperiode het verslag zal goedkeuren, waarin een brede aanpak van geweld tegen vrouwen wordt uitgestippeld. Ik denk dat zo’n ruime definitie van geweld tegen vrouwen de bestrijding van dit negatieve verschijnsel zal bevorderen. Alleen geïntegreerde maatregelen op verschillende vlakken – op politiek, sociaal, wetgevend en educatief vlak – kunnen voelbare resultaten met zich meebrengen. We wachten echter nog steeds op een voorstel voor een richtlijn die zich uitsluitend concentreert op de bestrijding van geweld, en ik hoop dat dit voorstel binnenkort door de Europese Commissie zal worden voorgelegd.
Ik wil graag eindigen met twee opmerkingen. Het is uitzonderlijk belangrijk dat geweld tegen vrouwen eindelijk als een verwerpelijke daad wordt beschouwd, niet alleen vanuit het perspectief van de vrouw zelf of vanuit het perspectief van het gezin als sociale eenheid, maar ook omdat we ons bewust zijn van de kosten die de hele maatschappij hierdoor draagt, en dat is steeds vaker het geval. Ten tweede moeten we ons tijdens ons debat over dit probleem niet alleen concentreren op de bestrijding van geweld, maar ook op de verschillende dimensies van dit soort gedragingen. We moeten vechten tegen stereotypes en de sociale acceptatie van geweld tegen vrouwen verwerpen, en ook proberen om de opvoeding van onze kinderen zo te veranderen dat de volgende generatie jonge mensen echte gelijkberechtiging van mannen en vrouwen erkent en toepast.
Ik wil mevrouw Svensson feliciteren met het verslag, waarin het belangrijke en sociaal gevoelige thema van geweld tegen vrouwen wordt besproken. Ik ben ervan overtuigd dat de woorden van vandaag zullen worden gevolgd door daden en dat we niet enkel zullen spreken over geweld tegen vrouwen, maar dat we ook maatregelen zullen nemen om hen te beschermen. Dank u.
Emine Bozkurt (S&D). - De Commissie heeft in het Programma van Stockholm aangegeven alle mogelijke middelen in te zullen zetten om geweld tegen vrouwen te bestrijden. Er is echter op dit moment nog geen alomvattende strategie, terwijl haast geboden is.
Veiligheid is een belangrijk goed, zeker voor de meest kwetsbaren onder ons. Dit geldt ook voor een grote groep vrouwen waarbij uithuwelijking, eremoorden en genitale verminkingen nog steeds voorkomen. Deze schadelijke traditionele praktijken treffen dagelijks vele meisjes en vrouwen in Europa. Er zijn adequate middelen nodig om dit geweld aan te pakken. Daarvoor is onderzoek nodig, daarvoor is speciale aandacht nodig voor de slachtoffers van dergelijke praktijken.
Daarom moet de Commissie zo snel mogelijk een Europese strategie opstellen om geweld tegen vrouwen te bestrijden, een strategie met speciale aandacht voor traditionele schadelijke praktijken. Liever vandaag dan morgen en niet pas in 2012 of 2013. Het is dan ook onacceptabel dat een belangrijk middel zoals het Europees beschermingsbevel nog steeds niet tot stand is gekomen. Iemands veiligheid kan niet en mag niet ophouden bij de grens.
Tadeusz Cymański (ECR). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, aansluitend bij de opmerkingen van de vorige sprekers en het verslag van mevrouw Svensson moeten we in de eerste plaats nogmaals benadrukken dat geweld tegen vrouwen nog steeds in onze maatschappij aanwezig is. Een van de hoofdredenen waarom dit verschijnsel nog steeds bestaat, is de lagere materiële status van vrouwen en hun economische discriminatie in het beroepsleven, de beperkte toegang tot de arbeidsmarkt en de lagere lonen en sociale uitkeringen. Het zijn de vrouwen die de gevolgen van hun moederschap en de last van de opvoeding van hun kinderen dragen. De sociale zekerheid op dit gebied laat in vele Europese landen te wensen over.
Tijdens haar beroepsleven en in het bijzonder nadat ze met pensioen is gegaan, is de vrouw aangewezen op de goede wil van haar echtgenoot en de socialezekerheidssystemen. Deze situatie is uiterst onrechtvaardig en er moet algemeen tegen worden gereageerd. Daarom is de eis zo belangrijk dat de vrouw volledig wordt betaald voor de tijd die ze aan haar moederschap en de opvoeding van haar kinderen besteedt. Dit is vandaag vooral belangrijk omdat Europa met een demografische crisis te kampen heeft.
Maatregelen ten behoeve van gelijke economische kansen voor vrouwen kunnen helpen om het verschijnsel van geweld tegen vrouwen te elimineren of te beperken. Het feit dat vrouwen economisch afhankelijkheid zijn van mannen, is een van de vele oorzaken van passiviteit, onderdanigheid en ook in zekere zin aanvaarding van het verschijnsel van geweld. Het is de hoogste tijd om dit een halt toe te roepen. Het Europees Parlement heeft vele mogelijkheden om deze situatie te verbeteren, in het bijzonder in landen waar de situatie van de vrouw als gevolg van de grote armoede bijzonder moeilijk is. Dit is een belangrijke boodschap en we zijn de initiatiefnemers van het verslag dankbaar dat ze dit probleem hebben onderkend en actief maatregelen willen nemen om het op te lossen.
Edit Bauer (PPE). - (HU) Voorzitter, dank u wel. Ook ik wil de rapporteur graag bedanken voor haar verslag, want ik denk dat het hier om een zeer belangrijk maatschappelijk probleem gaat. We zijn er in Europa aan gewend dat dingen pas in beweging komen als ze in economisch opzicht belangrijk zijn. Daarom wil ik specifiek benadrukken dat geweld tegen vrouwen in Europa volgens het rapport jaarlijks miljarden aan schade aanricht. Geweld treft iedereen: armen, rijken, lager opgeleiden en mensen met een universitair diploma. Daar komt nog bij dat jaarlijks honderden vrouwen het slachtoffer worden van huiselijk geweld.
Er is in Europa nog een vorm van geweld verschenen, die, zoals hier al gezegd is, niet eerder voorkwam. Genitale verminking bij vrouwen en ook eerwraak eisen hun slachtoffers binnen Europa. Vanzelfsprekend wensen wij dat er een Europese norm komt ter bestrijding van het geweld tegen vrouwen. Wij weten echter heel goed dat dit wegens het ontbreken van een rechtsgrond nagenoeg onmogelijk is. Het is echter wel mogelijk om een gemeenschappelijke Europese strategie op te stellen. En zelfs als wij de rechtssystemen niet kunnen harmoniseren, is het duidelijk dat de uitwisseling van goede praktijken op dit gebied een stap in de goede richting is. Het verslag wijst er ook op dat er gewelddaden zijn die door bepaalde rechtssystemen niet worden gezien als gewelddaad. Ik geloof dat wij in de toekomst door samenwerking een zekere vooruitgang kunnen boeken, maar deze samenwerking zal met name effectief worden als er een Europese strategie is. Deze is buitengewoon hard nodig. Dank u wel.
Silvia Costa (S&D). - (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, ik dank de rapporteur, mevrouw Svensson. Het is bekend dat geweld tegen vrouwen en kinderen in heel Europa toeneemt. Daarom dringen we er bij de Commissie op aan dat zij, zoals beloofd, een voorstel indient voor een alomvattende strategie voor de bestrijding van geweld tegen vrouwen. Daarmee bedoel ik dat die strategie huiselijk geweld en genitale verminking moet omvatten, maar ook bepaalde vormen van geweld die meer verborgen blijven. Ik denk aan ernstige vormen van discriminatie en intimidatie op de werkplek waarmee zwangere vrouwen of vrouwen die van plan zijn te trouwen, bij voorbaat wordt gevraagd ontslag te nemen. Dat gebeurt in mijn land maar in tegenstelling tot het verleden vormt dat soort gedrag geen misdrijf meer. Voorts denk ik aan het daadwerkelijk aanzetten tot geweld via de media en de reclame.
Na de richtlijn ter voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de door commissaris Malmström aangekondigde richtlijn betreffende de bescherming van slachtoffers, kunnen we volgens mij stellen dat het Verdrag van Lissabon de basis heeft gelegd voor een grotere mate van harmonisatie van de regelgeving betreffende de wijze waarop de lidstaten het belang erkennen van het definiëren van geweld tegen vrouwen en kinderen als specifieke geweldsmisdrijven. In dat kader dienen er ook minimumnormen te worden vastgelegd voor advisering, rechtsbijstand en bescherming van vrouwen en kinderen, ook in samenwerking met non-gouvernementele organisaties. Daarnaast moeten er continu statistieken worden bijgehouden die met elkaar vergelijkbaar zijn, samen met effectbeoordelingen van de preventie- en bestrijdingsmaatregelen van de lidstaten om het geweld tegen vrouwen terug te dringen.
Ik denk dat er in dat opzicht in het Parlement een gemeenschappelijke wil bestaat – ook ik heb de schriftelijke verklaring ondertekend – om in heel Europa een Jaar voor de bestrijding van geweld tegen vrouwen uit te roepen. In dat verband kan het Parlement een zeer krachtige en gezaghebbende stem laten horen.
Regina Bastos (PPE). - (PT) Mijnheer de Voorzitter, commissaris, dames en heren, we zijn natuurlijk allemaal van mening dat geweld tegen vrouwen een ernstige schending van de mensenrechten is. Het is een oud en wereldwijd probleem dat landen ongeacht hun cultuur, geografische ligging en ontwikkelingsgraad treft. Het verschijnsel komt vaak voor in dysfunctionele gezinnen en in gezinnen in de zwakkere sociaaleconomische lagen van de bevolking. Het is echter ook een verschijnsel dat in allerlei families voorkomt, ongeacht het opleidingsniveau of de economische en sociale positie.
Naar schatting heeft in Europa 20 procent van de vrouwen ten minste eenmaal in hun volwassen leven te maken gehad met fysiek geweld. Het is daarom prioritair vrouwen die het slachtoffer zijn van geweld, steun te garanderen. Met het oog daarop bevat dit verslag een reeks initiatieven: onder meer rechtsbijstand voor de slachtoffers, beter en doeltreffender strafrechtelijk onderzoek, blijf-van-mijn-lijfhuizen voor de slachtoffers (een zeer belangrijke maatregel), het invoeren van een alarmnummer voor noodgevallen en afschrikwekkende sancties die in verhouding staan tot de ernst van het misdrijf.
De schade voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid van de slachtoffers is ontzettend groot, maar ook de kosten voor de samenleving zijn hoog. Daarom moeten voor de bestrijding van dit verschijnsel politieke en sociale middelen worden ingezet, want per slot rekening gaat het om het garanderen van gelijkheid en ontwikkeling. Wij juichen het organiseren van een Europees Jaar tegen geweld jegens vrouwen dan ook toe, daar dat jaar ertoe kan dienen de Europese burgers bewust te maken van deze verschrikkelijke plaag.
Vilija Blinkevičiūtė (S&D). - (LT) Mijnheer de Voorzitter, ik wil Eva-Britt Svensson bedanken voor het opstellen van een uitstekend verslag. De werkelijke schendingen van vrouwenrechten en geweld tegen vrouwen die door de rapporteur worden benadrukt, tonen eens te meer dat dit zonder meer schendingen van de grondrechten van een persoon zijn, die geen geografische, economische, culturele of sociale beperkingen kennen.
Volgens het actieplan ter uitvoering van het programma van Stockholm dat afgelopen jaar is aangenomen, moet de Commissie dringend een strategie invoeren om geweld tegen vrouwen te bestrijden en ik roep de Commissie daarom op om zo snel mogelijk concreet in actie te komen en een dergelijke strategie voor te stellen.
Gendergerelateerd geweld bestaat uit seksueel misbruik, mensenhandel, gedwongen huwelijken, genitale verminking en deze gewelddadige misdaden hebben een buitengewone impact op en berokkenen onherstelbare schade aan de fysieke en mentale gezondheid van een vrouw. Daarom wil ik de lidstaten oproepen om zorginstanties, maatschappelijk werkers, politie en rechterlijke autoriteiten beter op te leiden en goed gecoördineerd samen te laten werken, waardoor ze alle gevallen van geweld tegen vrouwen professioneel kunnen aanpakken.
Ik wil commissaris Malmström bedanken, ook al is ze niet meer aanwezig, voor de financiële steun die is toegekend aan niet-gouvernementele organisaties in de strijd tegen geweld tegen vrouwen en ik wil er ook graag aan herinneren dat tijdens de economische en financiële crisis gevallen van geweld zelfs vaker voorkomen. We kunnen daarom de financiële steun op dit gebied niet terugbrengen.
Monika Flašíková Beňová (S&D). – (SK) Mijnheer de Voorzitter, hoewel we al decennia lang aandacht besteden aan het geweld tegen vrouwen en de schending van hun rechten, is het onmogelijk gebleken deze verwerpelijke vorm van criminaliteit uit te bannen. De diverse vormen van geweld tegen vrouwen brengen niet alleen deze vrouwen zelf schade toe, maar ook hun gezinnen. Gezinnen verliezen daardoor vaak hun functie als hoeksteen van zekerheid en veiligheid. Kinderen die thuis worden geconfronteerd met geweld zijn in zekere zin zelf de slachtoffers van dit geweld. Daarom moeten we op Europees niveau aandacht besteden aan de mogelijke blootstelling van vrouwen en kinderen aan huiselijk geweld.
In het geval van oudere vrouwen of fysiek of psychisch gehandicapte vrouwen is het probleem van zelfverdediging en bescherming van het eigenbelang nog veel ingewikkelder. Vrouwen worden ook misbruikt op grond van hun geslacht middels verschillende vormen van schending van hun persoonlijke vrijheden. Mensenhandel, vooral voor seksuele doeleinden, is bijvoorbeeld één van de ernstigste maatschappelijke problemen.
Daarom is het van groot belang dat we aandringen op effectievere strafrechtelijke vervolging en ervoor zorgen dat de daaropvolgende straffen in verhouding staan tot de ernst van het misdrijf. We moeten stappen ondernemen om dergelijke ernstige schendingen van de mensenrechten en vrijheden te bestrijden en vrouwen in Europa een waardig bestaan te kunnen garanderen.
Seán Kelly (PPE). - (GA) Mijnheer de Voorzitter, ik wil me richten op twee punten: geweld tegen vrouwen en de rol van mannen als medewerkers in hotels.
(EN) Het getal van 25 procent van de vrouwen dat slachtoffer is geweest van geweld, is volstrekt onaanvaardbaar. Het geeft volgens mij aan dat er een voorlichtingsprogramma voor jonge mannen moet komen, met name op het gebied van woedebeheersing en respect voor vrouwen. Het idee om een vrouw te slaan, moet volstrekt taboe worden in plaats van de norm, zoals je vaak ziet in films, in sommige culturen en helaas kennelijk ook in sommige gezinnen.
Het tweede punt dat ik wil noemen, is de rol van mannen die in hotels werken. De reden dat ik dit zeg is dat een vriendin van mij, een prachtige jonge meid, Michaela Harte, tijdens haar huwelijksreis in Mauritius is vermoord toen zij bij het binnengaan van haar kamer hotelpersoneel betrapte dat bezig was haar kamer te beroven. Als het andersom was geweest, en een man had vrouwelijke personeelsleden betrapt, was de kans dat hij vermoord zou zijn veel kleiner geweest. We moeten dat risico en de kans daarop onderzoeken. De hele vraag van mannen en hun toegang tot kamers, met name tot kamers van vrouwen, moet kritisch worden bekeken.
Marc Tarabella (S&D). - (FR) Mijnheer de Voorzitter, commissaris, dames en heren, ik verwelkom het verslag van onze voorzitter, mevrouw Svensson, waarin de nadruk ligt op de noodzaak om alle vormen van geweld te beschouwen als strafbare feiten die onder het strafrecht vallen.
Over het algemeen, als ik ervan uit ga dat de Europese Unie bestaat uit staten met verschillende en gevarieerde culturen en nationale tradities, ben ik verbijsterd als ik zie hoe verschillend de gevallen van geweld worden behandeld.
Als voorbeeld nemen we verkrachting. Hoewel dit overal onder het strafrecht valt, wordt dit niet in alle staten op dezelfde manier gedefinieerd. In Letland bestaat verkrachting tussen echtgenoten eenvoudigweg niet. Op Malta bestaat verkrachting van een man door een andere man niet. In Slowakije wordt verkrachting met een voorwerp niet beschouwd als verkrachting. Achter al deze definities bestaan dus vrouwen, mannen en kinderen die voor het leven getekend zijn. Door de benaming van misdrijven te bagatelliseren, worden ook de slachtoffers en hun ellende gebagatelliseerd. Ik verzoek de Commissie daarom om met spoed een doeltreffende routekaart op te stellen tegen alle vormen van geweld.
Gesine Meissner (ALDE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, uit het debat is duidelijk gebleken dat geweld tegen vrouwen geen onbeduidend delict is; het is een regelrechte schending van de mensenrechten. Het is reeds opgemerkt dat zelfs kinderen dikwijls indirect slachtoffer zijn van geweld tegen vrouwen. Zij kunnen zelfs direct slachtoffer zijn van geweld tegen vrouwen, want de hoofdoorzaak van miskramen en doodgeboren kinderen zijn zonder meer de gevolgen van geweld tegen vrouwen. Het gaat niet alleen om huiselijk geweld; het betreft tevens gedwongen prostitutie, eerwraak - waarvoor het woord eer eigenlijk niet eens gebruikt mag worden - mensenhandel, genitale verminking en nog veel meer.
De aanleiding voor dit verslag, waarvoor ik mevrouw Svensson bijzonder wil danken, was in dit geval niet alleen het feit dat bij het verslag over gelijkheid bleek dat gelijkheid ook ernstig in gevaar wordt gebracht door geweld tegen vrouwen, maar ook het feit dat door het Verdrag van Lissabon nu de mogelijkheid bestaat om een richtlijn vast te stellen en een gemeenschappelijk juridisch kader te creëren. Dat is dringend noodzakelijk om significante vooruitgang te boeken, want dat is een grensoverschrijdend Europees probleem dat wij moeten bestrijden.
Angelika Werthmann (NI). - (DE) Geweld tegen vrouwen kent vele vormen en blijft een internationaal probleem waar de internationale gemeenschap nog steeds geen vat op heeft kunnen krijgen. Het gebruik van geweld tast de gezondheid, waardigheid, veiligheid en autonomie van het slachtoffer aan. Als gevolg daarvan zien de vrouwen in kwestie hun mogelijkheden voor participatie aan het sociale leven en aan de arbeidsmarkt beperkt worden.
Bovendien hoeven we alleen maar naar de kosten voor bijvoorbeeld de gezondheidszorg en de rechtsstelsels te kijken om te zien dat geweld tegen vrouwen ook een sociaal probleem is. Vrouwen lopen het meeste gevaar tussen hun eigen vier muren. De belangrijkste oorzaak voor verwondingen bij vrouwen is huiselijk geweld.
Geweld tegen vrouwen, in welke vorm dan ook, is geen onbeduidend delict. De EU moet het VN-Verdrag over de uitbanning van alle vormen van discriminatie tegen vrouwen eveneens ondertekenen.
Miroslav Mikolášik (PPE). – (SK) Mijnheer de Voorzitter, de blootstelling van personen aan wat voor soort geweld dan ook heeft ingrijpende vernietigende gevolgen voor het gezin en de maatschappij en is vooral verwerpelijk indien het gepleegd wordt op vrouwen en kinderen. Ik vind het alarmerend dat huiselijk geweld is aangemerkt als belangrijkste oorzaak voor miskramen of doodgeboorten en daarom wil ik erop aandringen dat alle beschikbare strafrechtelijke middelen worden ingezet om fysiek geweld effectief te bestrijden en te voorkomen.
Ik wil wijzen op de dringende noodzaak om vrouwen, vooral arme vrouwen, te beschermen tegen zogenaamd draagmoederschap. Onder het mom van solidariteit worden draagmoeders fysiek geëxploiteerd of zelfs misbruikt, wat direct in strijd is met het verbod op handel in het menselijk lichaam en lichaamsdelen. De waardigheid, intimiteit en het lichaam van de vrouw worden hierdoor gedegradeerd en worden het onderwerp van corrupte huurovereenkomsten op de internationale markt van de mensenhandel.
Vasilica Viorica Dăncilă (S&D). – (RO) Mijnheer de Voorzitter, hoewel het zeer veel voorkomt blijft geweld tegen vrouwen toch vaak onbestraft, of het nu plaatsvindt in een conflictgebied of in een democratisch land. Er zijn gebieden in de wereld waar geweld tegen vrouwen in alle vormen plaatsvindt: verkrachting, vrouwenhandel, gedwongen huwelijken, het doden van vrouwen of ontvoering om religieuze of criminele redenen of gedwongen prostitutie. Daar komt huiselijk geweld of dat van voormalige partners nog bij. Bovendien worden meisjes op steeds jongere leeftijd het slachtoffer van geweld.
Ik ben van mening dat de lidstaten op Europees niveau meer inspanningen moeten leveren om volledige nationale statistieken te verkrijgen die een groter deel van het gendergerelateerd geweld bestrijken. Ook is er behoefte aan een betere verzameling van gegevens over gendergerelateerd geweld, zodat de daders gestraft kunnen worden.
Daarnaast beschouw ik het als een goed voorstel om een waarnemingscentrum voor geweld tegen vrouwen op te richten in het kader van het Europees Instituut voor gendergelijkheid, in nauwe samenwerking met het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten.
Norica Nicolai (ALDE). – (RO) Mijnheer de Voorzitter, als schaduwrapporteur wil ik de rapporteur feliciteren met dit verslag. Ik zal er slechts twee zaken uit lichten.
Ik ben van mening dat het moment is gekomen om over de oppervlakkige benadering van het fenomeen heen te stappen. Het gebrek aan statistieken, het gebrek aan samenhangende strafwetgeving in de lidstaten en het gebrek aan inzet – afgezien van lippendienst – met betrekking tot dit onderwerp bevestigen dat het daadwerkelijk een onderwerp is dat in de Europese Unie slechts oppervlakkig wordt behandeld. Daarom is er behoefte aan een richtlijn.
De economische kosten zijn niet erg grondig geanalyseerd, helaas niet in dit verslag maar ook niet in andere benaderingen. Dit fenomeen, dat nu in deze economische crisis wordt geaccentueerd, leidt namelijk tot kosten van tientallen miljoenen euro ten laste van de nationale begrotingen. Ik ben van mening dat het tijd wordt voor een kwantificering van deze kosten en dat we moeten proberen om dit fenomeen daadwerkelijk te bestrijden, met economische maar ook met juridische middelen.
Krisztina Morvai (NI). – (HU) Ik wil de rapporteur feliciteren met haar voortreffelijke werk. Ik ben er trots op dat ik (ongeveer vijftien jaar geleden) als eerste in Hongarije twee boeken heb geschreven over geweld tegen vrouwen. Ik ben er minder trots op dat er ook sindsdien bijna niets is gebeurd op dit gebied. Het is een feit dat er geen uniforme Europese regelgeving is en dat deze zelfs niet mogelijk is, terwijl er veel Europees belastinggeld wordt besteed aan preventie en zorg.
Ik zou voornamelijk aan de commissaris willen vragen hoe de juiste besteding van dit geld wordt gecontroleerd. Ik heb een voorstel: vraag het niet aan de regeringen, maar aan de mishandelde vrouwen zelf. Vraag bijvoorbeeld vrouwen die zijn mishandeld en hun toevlucht hebben genomen tot opvangtehuizen voor vrouwen wat voor hulp zij hebben gehad en hoe de autoriteiten over het algemeen omgaan met hun situatie. Of vraag meisjes en vrouwen die in de straten van Boedapest of misschien Amsterdam uit de hel van de prostitutie proberen te vluchten, wat voor hulp zij krijgen van de staat, van de regering.
Petru Constantin Luhan (PPE). – (RO) Mijnheer de Voorzitter, zoals uit het verslag blijkt, moet het terugdringen van het geweld tegen vrouwen ondersteund worden door een dubbele inspanning, zowel door de lidstaten als door middel van maatregelen en programma’s die direct door de Europese Commissie worden beheerd.
Ik beschouw het als zeer belangrijk dat het Daphne-programma wordt voortgezet en dat de lidstaten die bij de huidige economische moeilijkheden worden geconfronteerd met een stijging van deze vorm van geweld, worden aangemoedigd om deel te nemen. Vele mensen krijgen momenteel psychische problemen die soms tot geweld kunnen leiden. Het is van groot belang dat politiebeambten in de Europese Unie als basis voor goed onderzoek instructie krijgen in dit fenomeen en de gevolgen die geweld heeft voor vrouwen. Dit aspect wordt ook in de context van het Programma van Stockholm ondersteund.
Tot slot: De politieke inspanningen moeten ondersteund worden met geld, en het Daphne-programma kan daarvoor het geschikte kader zijn.
Evelyn Regner (S&D). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, commissaris, als het om gelijkheidskwesties gaat, was en is de Europese Unie degene die de voortrekkersrol op zich heeft genomen; dat geldt ook voor de strijd tegen geweld tegen vrouwen.
Geweld tegen vrouwen is niet alleen gruwelijk maar ook duur. Het verslag laat zien dat dit geweld jaarlijks 33 miljard euro aan kosten veroorzaakt. Daarmee wordt iedereen de wind uit de zeilen genomen die stelt dat het pakket maatregelen dat nu is vastgesteld, uiteraard ook het een en ander kost. Dit pakket maatregelen is echter noodzakelijk. De opleiding van politieagenten, rechters, medisch personeel - dit alles is opgenomen in het verslag en daar wil ik de rapporteur dan ook terecht voor danken.
Ik wil echter nog een kleine kanttekening maken. Er moet ook bijzondere aandacht aan geweld op de werkplek worden besteed. Het is belangrijk dat dit vraagstuk in meer specifieke bewoordingen eveneens aan bod komt.
Zuzana Roithová (PPE). - (CS) Geachte Voorzitter, telkens als de media ons mishandelde vrouwen en kinderen laten zien, vragen we ons af hoe het toch mogelijk is dat de omgeving daar zo lang niks van afwist. De aangekondigde strategie van de Commissie ter bestrijding van huiselijk geweld dient dan ook concrete, voor instellingen voor de volksgezondheid en sociale hulpverleners verplichte mechanismen te bevatten, gericht op de opsporing van dit geweld. Op die manier wordt het echt mogelijk om slachtoffers tijdig te helpen. Verder dienen er hoge boetes te worden gezet op geweld ten behoeve van godsdienstige rituelen. In combinatie met voorlichting - waaronder opleidingen voor rechters - kan er hiermee een nultolerantie voor geweld tegen vrouwen tot stand worden gebracht in de samenleving. Ik heb het hierbij nadrukkelijk ook over genitale mutilatie. Er dient in de strategie tevens plaats te worden ingeruimd voor kosteloze juridische en sociale bijstand voor slachtoffers van geweld. Ik zou mevrouw Svensson allerhartelijkst willen bedanken voor haar uiterst gedetailleerde verslag, maar zal toch tegen een deel van overweging J stemmen, omdat hier gesproken wordt van het recht van vrouwen op het doden van hun vrucht, iets dat ik faliekant afwijs.
Cecilia Malmström, lid van de Commissie. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil de geachte afgevaardigden bedanken voor dit buitengewoon belangrijke debat over een onderwerp dat velen van ons duidelijk zeer ter harte gaat. Ik dank nogmaals de rapporteur, en ook de schaduwrapporteurs, voor hun belangrijke verslag.
Zoals ik in mijn inleiding al zei, zijn wij bezig met verschillende maatregelen op dit gebied. Het pakket maatregelen ten behoeve van de rechten van slachtoffers dat volgende maand wordt gepresenteerd, is uiteraard enorm belangrijk. Wij hebben ook het algemene gendergelijkheidsbeleid voor preventieprogramma’s, bewustwording, enzovoort. Ook volgen wij op dit moment nauwlettend de afronding van het Verdrag van de Raad van Europa inzake de voorkoming en bestrijding van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld, om – zodra dat gereed is – de Raad voor te stellen dat de Europese Unie zich daaraan zal houden. Dat zou dit Verdrag juridisch bindend maken in de gebieden waar de Europese Unie bevoegdheid heeft.
Ik wil ook twee andere voorstellen noemen die u hebt goedgekeurd. Zo bevat bijvoorbeeld de richtlijn inzake de bestrijding van mensenhandel veel preventieve maatregelen, maar ook bijstand aan slachtoffers, voor vrouwen en kinderen die slachtoffer zijn van mensenhandel voor seksuele en andere doeleinden. Ook in de verschillende onderdelen van het asielpakket is speciaal aandacht geschonken aan kwetsbare personen in asielprocedures, zoals vrouwen die slachtoffer zijn geweest van seksueel geweld, enzovoort.
Het probleem is enorm groot, zoals u allemaal hebt aangegeven, en het is een schande dat er in onze Europese Unie vrouwen en meisjes zijn die iedere dag bang zijn. Bang voor geweld, verkrachting en seksueel misbruik, vaak gepleegd door de mensen van wie zij het meeste houden, die zij het best zouden moeten kunnen vertrouwen – echtgenoten, partners, enzovoort. Wij moeten iets doen, en wel daar waar wij concrete resultaten kunnen boeken. Dit is toch zeker een van de meest afschuwelijke schendingen van mensenrechten.
Ik bedank die zeer weinige, maar toch dappere mannen die aan dit debat hebben bijgedragen, want geweld tegen vrouwen is geen vrouwenprobleem, het is een mensenrechtenprobleem. Wij kunnen op dit punt alleen resultaten boeken als wij samen, mannen en vrouwen, dit afschuwelijke verschijnsel bestrijden. Wij moeten samenwerken. Wij moeten een Europa realiseren waar vrouwen en meisjes niet hoeven te vrezen voor geweld alleen maar omdat ze zogenaamd tot het “verkeerde geslacht” behoren.
Eva-Britt Svensson, rapporteur. − (SV) Mijnheer de Voorzitter, ik wil eerst mijn collega’s bedanken voor hun zeer verstandige woorden in dit debat en vooral voor de vastberadenheid die ik bij alle collega's heb ervaren om dit geweld te bestrijden. Tegen de Commissie wil ik zeggen dat wij uitkijken naar het pakket voor de slachtoffers van misdrijven om de slachtoffers verder te steunen, maar we hebben ook een richtlijn nodig om het geweld te bestrijden. Je hoeft het niet met elk woord in dit verslag eens te zijn, maar het is belangrijk om ‘ja’ te zeggen om naar de Commissie toe een sterk signaal af te geven dat we een richtlijn nodig hebben. Het is belangrijk al deze vrouwen die in een situatie van mishandeling leven, te laten zien dat ze zich niet hoeven te schamen of schuldig te voelen. Door een ‘ja’ tegen dit verslag laten we zien dat deze schuld een misdaad is die jegens hen is begaan. Zij hoeven geen schuld of schaamte te voelen.
Tot slot zou ik willen opmerken dat velen van ons hebben overleefd door de inzet van het maatschappelijk middenveld, door het werk van vrouwenspreekuren en vrouwenorganisaties. Nu is het hoog tijd dat deze mensen en organisaties niet langer alleen de verantwoordelijkheid hoeven te dragen om vrouwen te helpen ontkomen aan de omstandigheden waarin ze leven. Het is belangrijk de stilte te doorbreken en te laten zien dat er steun is voor deze kwetsbare groep. Ik wil ook benadrukken hoe belangrijk het is om te laten zien dat dit een probleem is dat alle groepen in de samenleving raakt. Dit is niet iets wat specifieke groepen treft, je vindt ze overal in de maatschappij. Ik doe een beroep op de leden het signaal af te geven dat het niet langer acceptabel is dat vrouwen onder deze omstandigheden moeten leven. Vrouwen kunnen zichzelf en hun kinderen een goed leven geven, maar dan moeten ze van ons als gekozen vertegenwoordigers wel een steuntje in de rug krijgen. Nogmaals dank aan alle collega’s voor uw grote vastberadenheid. Samen kunnen we deze strijd winnen!
De Voorzitter. – Het debat is gesloten.
De stemming vindt op dinsdag 5 april 2011 plaats.
Schriftelijke verklaringen (artikel 149)
Nessa Childers (S&D), schriftelijk. – (EN) Ik wil mijn steun uitspreken voor dit verslag en de aanbevelingen die daarin worden gedaan. Onderzoek toont aan dat de situatie in mijn eigen land, Ierland, model kan staan voor het probleem zoals dat zich in heel Europa voordoet. In 2005 concludeerde de National Crime Council dat een op de zeven vrouwen in Ierland te maken heeft gehad met ernstige mishandeling van fysieke, seksuele of emotionele aard door hun partner. In 2009 werd ik de eerste ambassadeur van de organisatie Rape Crisis North East in de stad Dundalk. Deze hulpverleningsorganisatie is een van vele in het oosten van Ierland die vitale steun bieden aan slachtoffers van seksueel en huiselijk geweld, maar die grote moeite heeft om de benodigde financiële middelen te krijgen. Het is van groot belang dat de financiering van de EU wordt besteed aan onderzoek in de lidstaten, zodat we een volledig en nauwkeurig beeld krijgen van de omvang van het probleem. Maar er moet ook hulp komen voor ngo’s en regeringen in de lidstaten om de mensen bewust te maken van de gevolgen en effecten van seksueel geweld, of het nu gaat om huiselijk geweld, verkrachting of mensenhandel met het oog op seksuele uitbuiting.
Corina Creţu (S&D), schriftelijk. – (RO) Bijna een vierde van alle vrouwen in Europa heeft ten minste eenmaal in hun volwassen leven te maken gehad met fysiek geweld en meer dan een tiende is het slachtoffer geweest van seksueel geweld. De economische crisis heeft vanwege de sociale gevolgen bijgedragen tot verergering van de situatie, aangezien gebrek aan onderwijs en armoede factoren zijn die gendergeweld in de hand werken. Daarom ben ik van mening dat er maatregelen nodig zijn tegen de oorzaken, wetgevingsharmonisatie en een nauwere samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van justitie, om de onderzoeken doeltreffender te laten verlopen. Voorlichtingscampagnes, slachtoffercentra, een enkel Europees telefoonnummer voor directe hulp en ondersteuning van meer kwetsbare groepen, bijvoorbeeld immigrantenvrouwen en asielzoeksters, zijn een aantal van de maatregelen die de lidstaten en de instellingen van de EU spoedig moeten nemen om het geweld tegen vrouwen te stoppen.
Alexander Mirsky (S&D), schriftelijk. – (EN) In 2008, toen ik lid was van het Letse parlement, heb ik een ontwerpamendement op het strafrecht van de Letse Republiek ingediend om de verantwoordelijkheid voor huiselijk geweld tegen vrouwen en kinderen aan te scherpen. Helaas heeft dit amendement het niet gehaald. Tijdens de vergadering van de speciale commissie van het Letse parlement waar het amendement werd besproken, heerste er een lacherige sfeer. Het gevolg was dat gevallen van ‘lichte’ verwondingen van kinderen en vrouwen in gezinnen ongestraft blijven. Zaken worden meestal niet onderzocht en soms weigert de politie aangiftes van slachtoffers op te nemen. De bescherming van vrouwen tegen huiselijk geweld wordt in de Letse Republiek niet geregeld door doelmatige instrumenten. De Letse autoriteiten en de regering sluiten hun ogen voor de overduidelijke schendingen en zijn niet van plan wetgeving in te voeren. In het licht van dit verslag doe ik een beroep op alle leden van het Europees Parlement om aandacht te schenken aan het onwettige gedrag ten opzichte van vrouwen dat in Letland plaatsvindt.
Andreas Mölzer (NI), schriftelijk.– (DE) Het kan overal gebeuren: op straat, in de metro, in iemands eigen huis - vrouwen en kinderen kunnen zich nooit 100 procent veilig voelen voor aanvallen waar dan ook. De afstomping en de pseudomoraal in de samenleving moeten ons te denken geven. De voorstadia van daadwerkelijk geweld, zoals opdringerig gedrag, obscene opmerkingen en intimidatie die dagelijks door vele migranten tot westerse vrouwen worden gericht, worden steeds meer als normaal beschouwd. Het toppunt van de minachting voor vrouwen is het feit dat een Duitse vrouwelijke rechter in een islamitische scheidingszaak het voortplantingsrecht van de echtgenoot een beslissende factor in haar vonnis noemt. Door migratie toe te staan, heeft de EU problemen uit alle landen overal ter wereld binnen gehaald, waaronder eerwraak, gedwongen huwelijken en huiselijk geweld in patriarchale familiestructuren. Cultuur, religie en traditie mogen niet als rechtvaardiging worden aangevoerd voor gevallen van geweld. Alleen dan kan de spiraal van geweld worden doorbroken. De statistieken geven geen uitsluitsel over de vraag in hoeverre de vastgestelde toename van geregistreerde gevallen van huiselijk geweld samenhangt met de toenemende bereidheid van de slachtoffers om voor zichzelf op te komen of om hoeveel immigranten het daarbij gaat. Feit is in ieder geval dat een groot aantal migranten wordt geregistreerd bij beschermde huisvesting voor vrouwen. Feit is ook dat we een einde moeten maken aan de pseudogoedmoedigheid, waarbij strafbare feiten met een religieus of cultureel motief met mildheid worden beloond.
Tiziano Motti (PPE), schriftelijk. – (IT) Mijn inzet voor de bescherming van de zwakkeren en vrouwen die het slachtoffer zijn van geweld, verplicht mij te stemmen voor wetgeving waarmee slachtoffers van geweld waarborgen worden geboden. In bepaalde situaties zijn vrouwen, evenals kinderen, zeer kwetsbaar in onze samenleving. Ik vind het dan ook belangrijk vrouwen die verklaren geweld te hebben ondergaan, meer bescherming te garanderen. Daarom ben ik voor gratis rechtsbijstand voor vrouwen die slachtoffer zijn van geweld. Ik besef dat er een risico op ongelijke behandeling bestaat als mannen die onterecht van geweld worden beschuldigd de proceskosten moeten betalen, terwijl de vrouwen die hen aangeklaagd hebben gratis rechtsbijstand genieten. Ik heb daar grondig over nagedacht maar toch ben ik van mening dat de frequentie van geweld, ook binnen het gezin, zo groot is dat we verplicht zijn degenen te beschermen die bij het uitblijven van dergelijke steunmaatregelen de grootste schade zouden ondervinden. Vrouwen die het slachtoffer zijn van geweld vormen statistisch gezien een veel belangrijkere groep dan de paar kwaadwillige vrouwen die zouden kunnen profiteren van het systeem door hun woede te koelen op onschuldige mannen. Voor mishandelde vrouwen is het moeilijk om aangifte te doen en gratis rechtsbijstand zou de slachtoffers kunnen aanmoedigen en een bijdrage kunnen leveren aan de vermindering van het aantal gevallen waarin deze vorm van geweld ongestraft blijft.
Mariya Nedelcheva (PPE), schriftelijk. – (FR) Als we het hebben over geweld tegen vrouwen, ontbreekt het ons vaak aan gegevens, cijfers en trends. Wat wij vooral nodig hebben, is een manier om dit verschijnsel te kunnen meten op Europees niveau, om te begrijpen hoe groot het probleem is en om behoeften beter vast te stellen en zo geweld te voorkomen, slachtoffers te helpen en wonden te helen. Wij moeten constant de slachtoffers voor ogen houden. Als we het hebben over seksueel misbruik, de handel in vrouwen om hen tot prostitutie te dwingen, huiselijk geweld en zelfs geweld met een cultureel karakter – ik denk daarbij aan genitale verminking en gedwongen huwelijken – gaat het altijd over ernstige misdrijven. We moeten tot een Europees algemeen kader komen om vrouwen te beschermen tegen dit soort geweld. We mogen geen afwachtende houding aannemen bij het idee om van Europa een veilige haven voor vrouwen te maken. We hebben een Europees wettelijk kader nodig om concrete maatregelen ten uitvoer te kunnen leggen, zoals een telefoonnummer voor noodgevallen en opleidingsprogramma’s voor politie, rechters en onderwijzers. De Europese Unie moet binnen haar grenzen met oplossingen komen, maar moet als speler op het wereldtoneel ook daarbuiten haar werkterrein uitbreiden.
Siiri Oviir (ALDE) , schriftelijk. – (ET) Helaas is het niet gelukt om geweld tegen vrouwen in Europa en in de rest van de wereld een halt toe te roepen, ondanks dat de Europese Unie en de VN hebben verklaard dat de bestrijding van geweld tegen vrouwen voor hen prioriteit heeft. Er is inderdaad vooruitgang geboekt en het besef van de mensen met betrekking tot dit onderwerp is enigszins toegenomen, maar de nieuwe politieke prioriteiten van de Europese Unie zijn onmisbaar om het geweld tegen vrouwen effectiever te bestrijden en om onze gemeenschappelijke doelstelling te bereiken waardoor vrouwen en kinderen niet constant in angst hoeven te leven of slachtoffer worden van geweld. Het Verdrag van Lissabon voorziet ook in de juridische bevoegdheid hiervoor. Naar mijn mening is het uitermate belangrijk dat de Europese Unie meer aandacht besteedt aan haar wetgeving omtrent geweld binnen persoonlijke relaties, omdat dit onder geen beding een privéaangelegenheid is. Slachtoffers vrezen helaas maar al te vaak voor de reputatie van hun familie en, geheel terecht, voor hun veiligheid en financiële afhankelijkheid en dus stappen ze niet op de rechtshandhavingsinstanties af. We moeten daarom ook concrete aandacht besteden aan de ontwikkeling van een systeem voor slachtofferhulp en aan het doorbreken van bestaande taboes in de samenleving – met andere woorden, we moeten de bewustwording van de mensen vergroten. De hulp die aan slachtoffers wordt geboden moet oprecht en gegarandeerd zijn. Een vaststaand probleem is het gebrek aan huisvesting in Europa voor vrouwen en kinderen die slachtoffer zijn geworden van geweld, dus de doelstelling om één opvangcentrum per 10 000 inwoners voor slachtoffers van misdrijven op te zetten, is volkomen redelijk en noodzakelijk. Om ervoor te zorgen dat de bescherming van vrouwen die vluchten voor geweld en vervolging verbetert, is het van belang om de richtlijn inzake het beschermingsbevel in te voeren.
Nikolaos Salavrakos (EFD), schriftelijk. – (EL) Geweld tegen vrouwen doet zich in velerlei gedaanten voor, van psychologische onderdrukking, mishandeling, verkrachting, seksueel geweld tot de volstrekt ongeoorloofde en voortdurende vrouwenhandel en uitbuiting van vrouwen door onmenselijke bendes die zich met prostitutie bezighouden. Na de veelal jonge vrouwen misleid te hebben, dwingen deze bendes hen, vaak onder geweld, tot prostitutie. Vele vrouwen plegen uiteindelijk zelfmoord om een einde te maken aan deze nachtmerrie. Wij moeten de landen die het vertrekpunt vormen voor de bendes van mensenhandelaren nader onderzoeken, landen waarin de mensenhandelaren de geheimhouding en toestemming van ambtenaren kopen en zo deze landen veranderen in 'paradijzen' voor schending van de mensenrechten. Deze bendes kunnen aangepakt worden door transnationale samenwerking tussen de EU, die de bestemming vormt, en de landen waar de illegale bendes beginnen. Ik dring er bij de Commissie op aan om actie in die richting te ondernemen. Het is duidelijk dat op dit gebied de organisaties die zich bezighouden met de rechten van vrouwen, werkelijk nog veel te doen hebben.
Olga Sehnalová (S&D), schriftelijk. – (CS) Dit verslag is na het Europees beschermingsbevel en de richtlijn inzake de bestrijding van de mensenhandel het derde element ter bestrijding van geweld tegen vrouwen op rij dat in de afgelopen maanden het levenslicht heeft gezien. Het geweld tegen vrouwen is een uiterst nijpend maatschappelijk probleem; het verslag stelt dat een op de vier vrouwen op volwassen leeftijd te maken heeft gehad met fysiek geweld. Verder zou meer dan 10 procent van de vrouwen het slachtoffer zijn geweest van seksueel geweld. Dat zijn ronduit alarmerende cijfers waar het lijden van mensen van vlees en bloed achter schuilgaat. Tegelijkertijd zoekt echter slechts een op de tien slachtoffers van gewelddadig gedrag professionele hulp. Dat komt met name doordat deze vrouwen veelal geen enkele uitweg uit hun situatie zien. Het geweld tegen vrouwen heeft niet alleen uiterst vernietigende gevolgen voor het persoonlijk leven van de slachtoffers, maar ook nog eens voor mensen in hun omgeving, kinderen in de eerste plaats. De voorstellen voor een betere voorlichting en opleiding van mensen die bij de uitoefening van hun beroep in aanraking kunnen komen met deze vorm van geweld, hebben mijn volledige steun. Tegelijkertijd echter dient er voor betere zorg voor en hulp aan de slachtoffers te worden gezorgd. Een andere reden waarom ik ingenomen ben met dit verslag is het feit dat het een duidelijk en sterk signaal doet uitgaan naar de samenleving, dat geweld onaanvaardbaar is.
Joanna Senyszyn (S&D), schriftelijk. – (PL) Een van de prioriteiten van de Europese Unie zijn de mensenrechten en de garantie van gendergelijkheid. Omdat geweld tegen vrouwen een brutale schending van de mensenrechten is en een van de grootste obstakels is op weg naar een gelijke status voor vrouwen en mannen, moet de bestrijding van deze plaag ons hoofddoel worden. De aanpak van geweld tegen vrouwen verschilt afhankelijk van de nationale wetgeving. Bepaalde lidstaten, zoals Spanje, hebben goede voorschriften op dit gebied. Andere landen hebben helemaal geen wetgeving. Er bestaan ook aanzienlijke verschillen op het gebied van de bestraffing van geweld tegen vrouwen in de verschillende lidstaten. Gelet op de verschillen in regelgeving en vaak ook de beperkte invloed op de tenuitvoerlegging van internationale wetsvoorschriften op het gebied van de bestrijding van geweld, wordt de behoefte aan heldere en bindende regelgeving voor dit probleem op Europees niveau steeds duidelijker. De verschillende maatregelen van de Europese Unie moeten worden samengevat en worden opgenomen in een alomvattend beleid, dat geweld tegen vrouwen in de hele Unie moet bestrijden. Deze strategie moet coherent zijn met andere internationale initiatieven en moet zich baseren op bestaande Europese programma's en goede praktijken van de lidstaten. Het werk aan een gemeenschappelijke richtlijn tegen geweld moet nog tijdens deze zittingsperiode van het Parlement worden beëindigd. Dit is noodzakelijk zodat er nooit meer zal worden gezegd dat zelfs de koeien in de Europese Unie beter beschermd zijn dan vrouwen.
Monika Smolková (S&D), schriftelijk. – (SK) We zijn allemaal op de hoogte van het geweld tegen vrouwen, debatteren erover, maar als het aankomt op de bestrijding of uitbanning ervan zijn onze resultaten zwak. Geweld treft vrouwen in diverse levensfasen, van de kindertijd tot in de volwassenheid. Het komt voor op school, op het werk, onder leeftijdsgenoten, in het openbaar en in het privéleven in relaties en gezinnen. Het neemt verschillende vormen aan – van fysiek en seksueel tot psychisch, sociaal en zelfs economisch. Het treft vrouwen ongeacht opleidingsniveau, sociaaleconomische positie, etnische afkomst, geloofsovertuiging, zowel in de stad als op het platteland. Het moet echter worden benadrukt dat geweld tegen vrouwen een probleem is dat ons allen aangaat. Om het geweld te bestrijden hebben we niet alleen actieve instanties nodig, maar ook actieve individuen – mannen en vrouwen die hun ogen niet sluiten voor dit ongewenste verschijnsel in onze maatschappij en bereid zijn zich persoonlijk in te zetten om het principe van nultolerantie voor geweld af te dwingen. De lidstaten zouden hierin een grotere rol moeten spelen door actieplannen op te stellen om geweld tegen vrouwen te bestrijden, meer bewustwordingscampagnes op te zetten en concrete strafrechtelijke wetgeving en maatregelen aan te nemen.
Zbigniew Ziobro (ECR), schriftelijk. – (PL) Ondanks al onze inspanningen is geweld tegen vrouwen en ook geweld in andere situaties spijtig genoeg nog steeds een groot probleem in Europa. Gewelddadige misdrijven komen in alle lidstaten voor en treffen mensen uit alle sociale lagen. Dit betekent dat er bij de bestrijding van dit probleem en de hulp aan slachtoffers rekening moet worden gehouden met vele aspecten. Om dit soort geweld te voorkomen is het belangrijk dat het gezin en de harmonieuze ontwikkeling van het gezin worden gesteund. In geval van gewelddadige misdrijven tegen vrouwen dient het idee te worden overwogen om een Europees alarmnummer in te voeren, waar men steun kan krijgen en dit soort misdrijven kan melden. De Europese Unie moet ernaar streven om straffen voor geweld tegen vrouwen te verzwaren, in het bijzonder in het geval van misdrijven met seksueel geweld. Zulke misdrijven laten vaak voor lange jaren pijnlijke littekens na in de psyche van de vrouw, waardoor ze niet normaal kan functioneren. Het is ook noodzakelijk om tegelijkertijd in het strafrecht een betere bescherming van de rechten van het slachtoffer in te voeren. Een belangrijke kwestie die in het verslag is vermeld, is het probleem van prostitutie en vrouwenhandel. Om dit probleem doeltreffend te bestrijden is een pan-Europees akkoord nodig, dat niet alleen voor de Europese lidstaten, maar ook voor landen buiten de Unie geldt.