De Voorzitter. − Aan de orde is het vragenuur met de voorzitter van de Commissie.
Martin Schulz, namens de S&D-Fractie. – (DE) Mijnheer de Voorzitter, ik zie dat de collega's van de PPE-Fractie nog aan de lunch zijn. Mijnheer de voorzitter, ik ben blij dat u weer glimlacht, voor de lunchpauze was u nogal boos op mij, maar de lunchpauze ontspant nu eenmaal.
Commissaris Oettinger – u kent hem natuurlijk – heeft gezegd dat er stresstests komen – ah, daar zit hij, ik had hem nog helemaal niet gezien. Fijn dat u er bent, mijnheer Oettinger! De heer Oettinger is een vlijtige leerling van Angela Merkel, hij is nu ook tegen de kernenergie. Vroeger was hij er voor, maar Fukushima is een soort modern Damascus: iedere Saulus op aarde heeft nu een paar stralende zonnen aan het firmament gezien. Hij heeft in ieder geval gezegd dat hij van mening is dat een paar kerncentrales de stresstests niet zullen overleven. Dat vind ik een interessante bewering.
Wanneer u het vermoeden heeft, mijnheer Oettinger, dat de stresstests in sommige gevallen niet tot het gewenste resultaat zullen leiden, omdat de betrokken installaties die test niet zouden overleven, waarom grijpt de Commissie dan niet in, waarom sluit u die installaties niet meteen? Wanneer we namelijk met de stresstests meemaken wat we met de banken hebben meegemaakt, wanneer we achteraf merken dat ten eerste de stresstests niet duidelijk genoeg waren, en ten tweede de resultaten niet overeenstemden met de feitelijke situatie, dan zou het gevaar bij de kernenergie ongetwijfeld veel groter zijn dan bij de banken.
Daarom mijn concrete vraag: hoe is het mogelijk dat u weet dat bepaalde installaties de stresstests niet zullen overleven, maar u niet meteen ingrijpt?
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. − (EN) Om te beginnen moeten we de test, om de uitkomst ervan te kunnen kennen, eerst uitvoeren. Als een installatie de test niet doorstaat, staat nog te bezien welke herstelmaatregelen moeten worden genomen. Indien een upgrade technisch of economisch niet haalbaar is, zullen reactoren moeten worden gesloten en buiten gebruik moeten worden gesteld. Er zijn echter ook situaties denkbaar waarin veiligheidsupgrades economisch zinvol en technisch haalbaar zijn; dat is wat we in dit stadium kunnen toezeggen.
Mijnheer Schulz, ik geloof dat het van belang is dat de Europese Raad het na intensieve discussies eens is geworden over de rol van de Commissie. Ik kan u zeggen dat de discussie in het begin alleen maar ging over de coördinatie van nationale toezichthouders en dat de Commissie, nadat ik daarop had aangedrongen, is gevraagd reikwijdtes en modaliteiten voor te leggen en ook is verzocht voor het eind van het jaar een volledig verslag over haar bevindingen te presenteren.
We gaan dit doen voor alle nucleaire locaties in Europa. We gaan dit doen met volledige transparantie. Het is belangrijk om dat te erkennen. Ik ben ervan overtuigd dat dit in termen van nucleaire veiligheid vooruitgang betekent.
Martin Schulz, namens de S&D-Fractie. – (DE) Mijnheer Barroso, u bent een slimme man, maar u heeft mijn vraag niet beantwoord. Daarom herhaal ik mijn vraag. De heer Oettinger zegt: "We vermoeden dat bepaalde centrales, die nu stroom produceren, onze stresstests niet zullen overleven". Dat betekent volgens mij dat u weet dat deze centrales zo onveilig zijn dat ze niet voldoen aan de criteria. Waarom grijpt u dan niet meteen in? Dat is volgens mij een groot risico.
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. − (EN) Commissaris Oettinger heeft een heel zorgvuldige en heel voorzichtige verklaring afgelegd. Het kan misschien gebeuren, maar om te controleren of dat wel of niet zo is moeten we serieuze en geloofwaardige tests uitvoeren. Dat gaan we doen, volledig transparant en op basis van de beste expertise die beschikbaar is.
Zoals u weet, is de Commissie niet bevoegd om de tests stop te zetten. Dat is een nationale bevoegdheid. Wat we gaan doen – en daarvoor hebben we nu, in tegenstelling tot vóór de laatste Europese Raad, een duidelijk mandaat – is samenwerken met de nationale onafhankelijke toezichthouders om zeer serieuze, geloofwaardige stresstests uit te voeren onder staatstoezicht. We zijn momenteel de modaliteiten en de reikwijdte van die stresstests aan het definiëren.
Ik zou de heer Schulz willen zeggen dat we in al deze gevoelige zaken uiterst zorgvuldig moeten optreden en geen paniek mogen scheppen. We moeten technisch verantwoord handelen op basis van de beste wetenschappelijke expertise.
Guy Verhofstadt, namens de ALDE-Fractie. – (EN) We zijn het er allemaal over eens dat de Europese Unie meer is dan alleen een gemeenschappelijke markt, maar dat zij ook een politiek project is, bedoeld om te waarborgen dat er democratie in ons werelddeel is en dat de rechtsstaat en de mensenrechten worden gehandhaafd, bevorderd en versterkt.
Als dit niet het geval zou zijn, denk ik niet dat er veel verschil zou zijn tussen ons en China. Dit geldt in alle lidstaten, met inbegrip van Hongarije. De regering daar heeft nu een nieuw grondwetsvoorstel ingediend, dat half april moet worden aangenomen. Het bevat – naar mijn mening – enkele verontrustende verwijzingen naar stemrecht voor minderjarigen, verboden op abortus en het homohuwelijk, irredentisme en beperkingen voor instellingen opdat zij doen wat de regering wil.
Voorzitter Barroso, wat gaat de Commissie doen ter verdediging van de gemeenschappelijke Europese constitutionele beginselen van democratie, rechtsstaat en grondrechten, die zijn vastgelegd in artikel 2 van ons Verdrag, wanneer deze op het spel staan in de lidstaten, zoals thans het geval is in Hongarije?
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. − (EN) We zijn het er absoluut over eens dat de Europese Unie niet slechts een gemeenschappelijke markt is, maar dat zij draait om waarden en dat elke staat die lid wil worden van de Europese Unie deze waarden moet eerbiedigen. Een van die waarden is de rechtsstaat; we moeten ons recht eerbiedigen. Zoals u weet is de vaststelling van een nationale grondwet voor elke lidstaat een belangrijke stap, een cruciaal proces dat geheel toebehoort aan de bevolking en de instellingen van die lidstaat.
Het is aan de Hongaarse instellingen om te besluiten over de inhoud en de goedkeuringsprocedure van de nieuwe grondwet overeenkomstig hun eigen nationale regels en, voor zover van toepassing, het internationaal en communautair recht. Wij zullen de ontwikkelingen ter zake vanuit het oogpunt van het EU-recht volgen, maar uiteraard hopen we dat de Hongaarse autoriteiten ervoor zorgen dat de uiteindelijk aangenomen nieuwe grondwet de waarden weerspiegelt waarop de Europese Unie is gegrondvest.
Guy Verhofstadt, namens de ALDE-Fractie. – (EN) Mijnheer de Commissievoorzitter, ik begrijp uw antwoord maar u weet dat alle 27 lidstaten hun grondwet moeten aanpassen aan de Europese waarden. Hongarije heeft dat gedaan voordat het tot de Unie toetrad. Er zijn zelfs landen die het na toetreding hebben gedaan. Polen is er momenteel mee bezig, evenals Frankrijk, omdat sommige artikelen van de Franse grondwet in strijd zijn met het Verdrag van Lissabon.
Het is belangrijk dat u ook Hongarije, zelfs nadat het de nieuwe grondwet heeft aangenomen, verplicht deze beginselen toe te passen. Het is belangrijk dat de Commissie zich hierin verdiept.
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. − (EN) De grondwet van elk land moet de Europese waarden weerspiegelen en eerbiedigen: de elementaire Europese waarden van democratie, rechtsstaat, menselijke waardigheid en eerbied voor de mensenrechten. Dit is een onderwerp dat niet eens ter discussie zou moeten staan. Ik heb nog nooit een grondwet van een lidstaat van de Europese Unie gezien die in strijd is met onze waarden, maar als dat theoretische geval zich zou voordoen, zouden we moeten optreden.
Mijnheer Verhofstadt, zoals u weet hebben we op dat gebied een heel goede reputatie. We zijn onlangs opgetreden in verscheidene zeer gevoelige kwesties, bijvoorbeeld rond de Hongaarse mediawet. De Hongaarse regering heeft vanaf het begin gezegd dat zij de wet zou wijzigen als de Commissie een vorm van onverenigbaarheid zou constateren, en dat heeft zij ook gedaan.
Ook tegenover andere lidstaten waar kwesties van non-discriminatie speelden, heeft de Commissie een zeer krachtig standpunt ingenomen. Vanuit dat perspectief kunt u ervan verzekerd zijn dat de Commissie deze zaken bijzonder nauwgezet volgt.
Marian-Jean Marinescu, namens de PPE-Fractie. – (EN) De toepassing van het Europees semester, vanaf dit jaar, zal de versterking van de begrotingsdiscipline, de macro-economische stabiliteit en de groei bevorderen, en zal de lidstaten verplichten tot een verandering van hun economische en budgettaire beleid. Op de korte termijn kan dit nieuwe beleid belangrijke gevolgen hebben voor het leven van Europese burgers in de meeste lidstaten.
Heeft de Commissie geconstateerd of is zij van plan te evalueren wat in de toekomst de gevolgen van de noodzakelijke nationale procedures voor het Europese economische, sociale en politieke landschap zullen zijn?
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. − (EN) Wij nemen die exercitie zeer ernstig. Het was van groot belang om het eens te worden over wat we het Europees semester hebben genoemd, omdat de lidstaten nu unaniem zijn overeengekomen dat onderdelen van het economisch beleid van één lidstaat gevolgen kunnen hebben voor het beleid van de overige lidstaten, en dat het beleid van anderen van invloed kan zijn op hun eigen beleid. We gaan op dit gebied aanbevelingen doen, die mede afhankelijk zullen zijn van de programma's die de lidstaten ons voorleggen. Maar we doen dat om onze burgers een beter leven te bezorgen.
Wij maken duidelijk dat alle inspanningen voor begrotingsconsolidatie, alle inspanningen voor structurele hervorming, in feite bedoeld zijn om de groei – duurzame groei, inclusieve groei – tot stand te brengen die het doel van de Europese Unie is. Dit was de consensus over wat we de Europa 2020-strategie hebben genoemd. In het licht van deze prioriteiten zullen we de nationale programma's beoordelen die nu zullen worden gepresenteerd en waaraan we in samenwerking met onze lidstaten zullen werken.
Marian-Jean Marinescu, namens de PPE-Fractie. – (EN) Het belangrijkste aspect van dit beleid is discipline. Als alle lidstaten deze voorschriften toepassen, zullen de resultaten positief zijn. Als er verschillen tussen lidstaten bestaan, zullen de resultaten niet zijn wat we allemaal verwachten.
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. − (EN) Ik ben het helemaal met u eens, mijnheer Marinescu. Dat is precies de reden waarom de instellingen onafhankelijk moeten zijn en hun werkzaamheden in volledige onafhankelijkheid en met een ware communautaire geest moeten uitvoeren, want we hebben in het verleden gezien dat het soms verleidelijk is om besluiten te negeren of ze niet eenvormig, samenhangend en geloofwaardig ten uitvoer te leggen.
Daarom zal de Commissie haar best doen om gelijke spelregels en de beginselen van redelijkheid te waarborgen. Discipline in de zin van eerbiediging van gesloten overeenkomsten is inderdaad een fundamentele voorwaarde voor het succes van de Europese Unie.
Rebecca Harms, namens de Verts/ALE-Fractie. – (DE) Mijnheer Barroso, de Commissie heeft vorige week grenswaarden vastgelegd op basis van een verordening die telkens uit de la wordt gehaald wanneer er problemen zijn met de radioactiviteit, en die geldt voor de invoer van levensmiddelen, deze keer uit Japan. De grenswaarden die u nu heeft vastgelegd voor producten uit Japan liggen echter verbazend ver boven wat er zelf in Japan voor dezelfde producten geldt. Ze liggen ook boven de waarden die in een dergelijke situatie bijvoorbeeld in de VS voor levensmiddelen gelden, een land dat volop gebruik maakt van kernenergie. Die waarden liggen ook boven de waarden die golden voor de Europese Unie en voor de landen waaruit we producten invoerden na de ramp in Tsjernobyl, en die ten dele nu nog gelden voor cesium. Waarom is dat het geval? Waarom zijn die grenswaarden zo hoog?
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil natuurlijk graag antwoord geven op de vraag van mevrouw Harms, al dacht ik dat was afgesproken dat het debat in twee delen zou worden gevoerd – eerst een algemeen debat en daarna een debat over Japan.
Mevrouw Harms, u stelt een heel belangrijk punt aan de orde. Allereerst waarborgen de op 25 maart genomen noodmaatregelen ten aanzien van de invoer van levensmiddelen uit Japan de veiligheid van de consument in de EU en een geharmoniseerde handhaving in de hele Europese Unie. We menen dat deze maatregelen evenredig zijn met het risico en ze hebben een grotere reikwijdte dan de maatregelen die in andere delen van de wereld, zoals de Verenigde Staten en Canada, zijn toegepast. Naar mijn beste weten, op basis van de wetenschappelijke adviezen die ik ontvang, zijn deze maatregelen en deze aanpak veilig.
De douane zorgt ervoor dat levensmiddelen en diervoeders de Europese markt alleen kunnen bereiken als er de garantie is dat ze veilig kunnen worden geconsumeerd. Op grond van de huidige regeling hanteren de Japanse autoriteiten zelf – het is waar wat mevrouw Harms zegt – zelfs nog strengere eisen voor voedingsmiddelen voor binnenlands gebruik en export.
Gegeven de strengere veiligheidsniveaus die in Japan worden opgelegd, hebben wij, de Commissie, besloten dat het juist zou zijn om de sinds 25 maart geldende niveaus aan te passen als aanvullende waarborg in afwachting van een nadere wetenschappelijke analyse van de op grond van Verordening (Euratom) nr. 3954/87 opgelegde niveaus. Deze analyse wordt door de Commissie in samenwerking met de relevante wetenschappelijke deskundigen uitgevoerd vóór 30 juni teneinde normen overeen te komen die eenvormig kunnen worden toegepast.
Ik wil hier graag onderstrepen dat bij alle controles die tot nu toe door de lidstaten zijn uitgevoerd op ingevoerde Japanse levensmiddelen, verwaarloosbare niveaus van radioactiviteit zijn aangetoond die aanzienlijk onder de huidige Europese of Japanse normen liggen. Laat ik u zeggen dat de Commissie aanstaande vrijdag aan het Permanent Comité voor de voedselketen een herziening van onze normen zal voorstellen om ze op één lijn met de Japanse normen te brengen. Deze nieuwe normen zullen dan volgende week van kracht worden. Ik moet opnieuw benadrukken dat dit zuiver een voorzorgsmaatregel is die het mogelijk maakt de nodige wetenschappelijke beoordelingen van de huidige toegestane niveaus in de wereld uit te voeren, zodat de Europese Unie opnieuw kan aantonen dat zij de strengste normen hanteert.
Rebecca Harms, namens de Verts/ALE-Fractie. – (DE) Mijnheer Barroso, wanneer ik u goed heb begrepen zegt u dat er voor uit Noorwegen ingevoerde vis die door radioactieve straling na Tsjernobyl besmet is, strengere grenswaarden gelden dan voor radioactieve vis die we invoeren uit de zee rondom Japan? Dat lijkt me fout en onverantwoordelijk. Ik zou van u willen weten of u bereid bent om deze grenswaarden, die bij ons vergeleken met andere landen bijzonder hoog zijn, te corrigeren.
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. – (EN) Mevrouw Harms, we moeten over deze zaken beslissen op basis van wetenschappelijk bewijs. Ik kan geen besluiten nemen die alleen gebaseerd zijn op persoonlijke opvattingen. We hebben een verordening die is vastgesteld na Tsjernobyl. Die is gebaseerd op het beste wetenschappelijke bewijs. Japan bevindt zich in een uiterst gevoelige positie wat betreft de voedselveiligheid en daar zijn vele redenen voor. Het hanteert een andere drempel dan wij in Europa. Juist vanwege dat verschil in normen tussen Europa en Japan hebben we besloten om als overgangsmaatregel de normen van Japan te gaan toepassen.
De toegestane stralingsniveaus zijn lager, dat wil zeggen dat hun normen strenger zijn. We gaan dit nu doen voor Japan. Intussen zullen we het comité van deskundigen op nationaal en Europees niveau raadplegen zodat we eventueel gemeenschappelijke eenvormige regels voor alle invoer kunnen vaststellen. Ik geloof dat dit de beste, meest evenredige, op wetenschappelijke leest geschoeide aanpak is. Ik denk niet dat een andere aanpak op dit moment aanbeveling verdient.
Jan Zahradil, namens de ECR-Fractie. – (EN) Anders dan sommige collega's geloof ik nog altijd dat de Europese Unie hoofdzakelijk een economisch project is en dat de interne markt daarvan de kern vormt. We hebben de laatste dagen en weken veel horen praten over economisch bestuur, misschien iets te veel naar mijn eigen smaak, maar heel weinig over groei en concurrentievermogen.
Mijnheer Barroso, zoals u weet maakt de Britse Conservatieve Partij het grootste deel van mijn fractie uit en hebben de Britse premier Cameron en acht andere staatshoofden en regeringsleiders van de EU u en voorzitter Van Rompuy een brief gezonden waarin heel duidelijk wordt uiteengezet hoe Europa weer tot groei kan worden gebracht na de financiële crisis. Vorige week heeft de heer Cameron bovendien een pamflet gepubliceerd onder de titel Let us choose growth ('Laten we kiezen voor groei'), waarvan ik alle leden van dit Huis kan aanraden het te lezen.
Daarom mijn vraag: wat zijn uw intenties in de voorzienbare toekomst met betrekking tot het bereiken van groei, concurrentievermogen en de voltooiing van de interne markt van de Europese Unie? Welke praktische maatregelen bent u van plan te nemen teneinde deze doelen te verwezenlijken?
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. – (EN) Het is moeilijk om in één minuut recht te doen aan het belang van de interne markt. Laat ik de heer Zahradil echter geruststellen: deze maand presenteren wij het pakket eengemaakte markt, zeer ambitieuze voorstellen voor de tenuitvoerlegging en verdieping van de interne markt en voor het wegnemen van veel belemmeringen voor eenmaking op het gebied van diensten en de vele administratieve lasten, voornamelijk voor kleine en middelgrote ondernemingen.
Dit zijn de concrete punten die ik vandaag kan aankondigen: concrete maatregelen betreffende de toegang tot financiering voor kleine en middelgrote ondernemingen en de verlichting van de administratieve lasten waaronder onze ondernemingen, vooral kleine en middelgrote, gebukt gaan.
Laat ik verder zeggen dat de brief die ik heb ontvangen van negen Europese premiers en staatshoofden een heel belangrijk document is. Het is juist op dit moment, nu onze begrotingsmogelijkheden zo zwaar beperkt zijn, van belang om het volledige potentieel van de interne markt vrij te maken. Dat is zonder twijfel een bron van groei voor de Europese Unie.
Jan Zahradil, namens de ECR-Fractie. – (EN) Mijnheer Barroso, ik wil geen controversieel debat starten en ik geloof in uw goede bedoelingen. U kent echter de instelling waaraan u leiding geeft. De Europese Commissie is soms als een koppig huisdier. Kunt u ons daarom ook vertellen hoe u wilt waarborgen dat de Europese Commissie onder uw voorzitterschap de – soms al te zichtbare – neiging tot overregulering in plaats van deregulering of betere regulering vermijdt?
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. − (EN) Laten we alstublieft niet met een bevooroordeelde blik naar de Commissie kijken. De Commissie heeft in dezen een goede reputatie. We hebben al enige verbeteringen bereikt: een vermindering van de administratieve belasting door de Commissie met 31 procent, waarvan 22 procent al is goedgekeurd door de Raad en het Parlement. De Raad verzet zich zelfs tegen enkele van de lastenverlichtende maatregelen.
Ik denk dat u het met mij eens zult zijn, mijnheer Zahradil, dat 27 verschillende bureaucratieën erger zijn dan één bureaucratie. Daarom doet de Commissie veel om het leven voor ondernemingen in heel Europa makkelijker te maken door de invoering van de interne markt. In feite komt het verzet soms van de nationale administraties, die bijvoorbeeld richtlijnen en dergelijke mooier voorstellen dan ze zijn. We gaan ernst maken met de uitvoering van deze agenda voor betere regulering, waarover we het volgens mij eens kunnen worden.
Lothar Bisky, namens de GUE/NGL-Fractie. – (DE) Mijn vraag ligt op de zelfde lijn als die van de heer Schulz. Ik wil echter op een speciaal aspect ingaan. U begrijpt ongetwijfeld wel dat we na onze ervaringen bij de banken wat sceptischer geworden zijn als het om stresstests gaat, ook voor kernenergie. Mijn vraag gaat met name over Euratom.
Binnen het kader van Euratom worden enorme bedragen voor onderzoek uitgegeven, maar daarover wil ik me nu niet uitspreken. Persoonlijk ben ik van mening dat dit geld wordt uitgegeven voor onderzoek naar een buitengewoon riskante technologie. Ik ben van mening dat er onvoldoende gezamenlijk toezicht op de risico's wordt gehouden, en dat we de besluiten niet vaak genoeg samen nemen. Kernenergie stopt tenslotte niet aan de grens, en dat is ons probleem. Vindt u niet ook dat we alle besluiten over kernenergie samen zouden moeten nemen, omdat de straling sowieso over de grenzen heen gaat?
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. − (EN) Mijnheer Bisky, zoals in het Verdrag van Lissabon duidelijk wordt erkend, behoort de energiemix tot de nationale bevoegdheden van de lidstaten. Het is niet aan de Europese instellingen om te bepalen welke energiebronnen een land dient te gebruiken.
De conclusies van de laatste Europese Raad betekenden echter een stap vooruit omdat werd overeengekomen alle atoomcentrales in de Europese Unie te testen. Deze tests zullen worden uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de Europese regelgevende werkgroep voor atoomveiligheid en de Commissie. De Commissie zal ook een verslag presenteren en openbaar maken.
We zijn nu op een punt waar voor- en tegenstanders van kernenergie – want er zijn lidstaten in Europa met verschillende standpunten – het er ten minste over eens zijn dat we alle voorwaarden voor nucleaire veiligheid moeten aanscherpen. Dat zal eerder gebeuren met een Europese aanpak dan op nationale basis.
Lothar Bisky, namens de GUE/NGL-Fractie. – (DE) Mijnheer Barroso, wat vindt u van het voorstel om binnen het kader van de EU-Verdragen een Europese gemeenschap op te richten voor het bevorderen van hernieuwbare energie, voor een milieuvriendelijke energievoorziening en voor energiebesparing? Bent u van mening dat we daardoor sneller bevrijd zouden kunnen worden van de gevaren van kernenergie, en dat dit voorstel dus uw steun verdient?
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. − (EN) We hebben ter zake al enkele voorstellen gedaan, namelijk in de zogenoemde 20-20-20-agenda, waarin de lidstaten het bijvoorbeeld unaniem eens zijn geworden – want unanimiteit is op dat gebied vereist – over de doelstelling van 20 procent hernieuwbare energie in 2020. Laat ik zegen dat we op koers liggen om dat doel te bereiken. Voor de lidstaten bindende wetgeving van de Europese Unie bestaat op dit gebied dus al.
Zijn de lidstaten bereid verder te gaan? Daarover valt te discussiëren, maar ik kan u vanuit mijn gezichtspunt en naar aanleiding van mijn raadplegingen zeggen dat ze thans menen dat ze zich eerst moeten verplichten tot het bereiken van dat doel. We hoeven dus waarschijnlijk geen nieuw communautair – institutioneel – kader in het leven te roepen, maar we moeten ons wel stellig verbinden met de doelen die we zijn overeengekomen en ons zelfs, als we het daarover eens worden, nog ambitieuzere doelen stellen.
Nigel Farage, namens de EFD-Fractie. – (EN) Mijnheer Barroso, ik ben in de war. Helpt u mij. Wat is het EU-beleid inzake Libië? Ik kreeg op 1 april een brief van mevrouw Ashton waarin me werd verteld dat de EU meer dan 75 miljoen euro aan humanitaire hulp had verleend en dat de EU, hoewel de situatie onzeker bleef, aanbood de dialoog te bevorderen. Maar zij schreef dit vele dagen nadat de bombardementen waren begonnen. Dat heeft ze gezegd.
Aan de andere kant hebben we de havik Herman Van Rompuy, die duidelijk heeft gemaakt dat verandering van regime het doel van dit Libische avontuur is. Hij heeft ook gezegd dat de actie in Libië niet mogelijk zou zijn geweest zonder de Europese Unie en dat Frankrijk en Duitsland niet militair hadden kunnen optreden zonder eerst steun te hebben gekregen van de Europese Raad. Dus we hebben twee grote leiders in de Europese Unie die elkaar rechtstreeks tegenspreken. Kunt u alstublieft enig licht op deze zaak werpen en ons laten weten wat het beleid van de Europese Unie tegenover Khadafi en Libië is?
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. − (EN) De lidstaten zijn het er unaniem over eens dat Khadafi moet gaan. Dat is niet in tegenspraak met het aangaan van een dialoog met de mensen met wie we vinden dat we moeten praten. Dat was waarschijnlijk wat mevrouw Ashton bedoelde. We hebben hier bijvoorbeeld vertegenwoordigers van de oppositie tegen kolonel Khadafi ontvangen.
Dat gezegd zijnde, was de militaire actie geen besluit van de Europese Unie als zodanig. Sommige lidstaten in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties hebben op basis van consensus in de Europese Raad besloten tot het instellen van een no-flyzone. Maar dat was geen besluit van de Europese Unie als zodanig, omdat er enige verschillen bestonden in de benadering van de situatie. Dat moeten we erkennen. De realiteit is dat er verschillende opvattingen waren over de manier waarop we de Libische kwestie zouden moeten aanpakken.
Toch ben ik het eens met wat voorzitter Van Rompuy heeft gezegd: zonder dit standpunt van de Europese Raad zouden de besluiten van de Veiligheidsraad niet mogelijk zijn geweest. Deze besluiten zijn historisch in die zin dat zij uitvoering geven aan de verantwoordelijkheid om bescherming te bieden.
Nigel Farage, namens de EFD-Fractie. – (EN) Welnu, hier bestaat beslist een breed spectrum van opinies. Ik vraag me af of de heer Barroso het met me eens is dat de benoeming aan het hoofd van het nieuwe Europese ministerie van Buitenlandse Zaken met verantwoordelijkheid voor externe veiligheid van een vrouw die uiterst links en een levenslang pacifist is geweest, de voormalige penningmeester van de campagne voor kernontwapening, iemand die heeft aangetoond onbekwaam te zijn voor haar werk, eigenlijk niet een van de betere beslissingen van de Europese Unie is geweest. Ik kan alleen maar zeggen: de hemel zij dank voor mevrouw Ashton, want ik vermoed dat we zonder haar heel veel verder zouden zijn gegaan in Libië.
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. − (EN) Het besluit van de lidstaten, met mijn steun genomen, om Catherine Ashton te benoemen tot vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, was volgens mij een goed besluit.
Zij is een zeer toegewijd Europeaan. Zij deelt uw mening beslist niet, maar ik geloof niet dat dat echt een probleem is. Ik geloof dat zij op heel eerlijke en vastbesloten wijze bijdraagt aan het verwezenlijken van onze doelen, maar laten we wel wezen. Zij heeft een bijzonder lastige en uitdagende functie. Zij doet iets wat voorheen door ten minste drie of vier mensen werd gedaan. Bovendien heeft zij de nieuwe Europese dienst voor extern optreden moeten invoeren.
Ik vind dat degenen onder u die niet met haar ideeën lijken te sympathiseren, haar het voordeel van de twijfel zouden moeten geven. Ik vind het een verbetering dat we nu een hoge vertegenwoordiger hebben die tevens vicevoorzitter van de Commissie is. Ik kan instaan voor haar bezieling, voor haar vastbeslotenheid en voor de zeer Europese benadering die zij in al deze zaken kiest.
Andrew Henry William Brons (NI). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, kan de voorzitter van de Commissie zich omstandigheden voorstellen waarin alle lidstaten, met inbegrip van het Verenigd Koninkrijk, worden gedwongen de euro in te voeren tegen de wil van hun bevolking – bijvoorbeeld uitgedrukt in een referendum – en zelfs tegen de verklaarde wens van hun regering? De preambule van het Verdrag van Lissabon verplicht de lidstaten tot een economische en monetaire unie met één stabiele munt. Het woord 'één' houdt in dat deze munt niet naast andere munten kan bestaan.
Er is natuurlijk het protocol bij het Verdrag, waarin is bepaald dat het Verenigd Koninkrijk niet verplicht is de euro in te voeren tenzij het de Raad in kennis heeft gesteld van het voornemen dat wel te doen. Maar het is de vraag of het protocol het Verenigd Koninkrijk beschermt tegen de bepalingen van het Verdrag. Andere landen buiten de eurozone lijken in een minder gunstige positie te verkeren. In artikel 140 van het Verdrag staat dat lidstaten die onder een derogatie vallen eens in de twee jaar worden onderzocht op de vooruitgang die ze hebben geboekt bij de totstandbrenging van de economische en monetaire unie.
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. − (EN) Ik heb de vraag niet begrepen, maar als de vraag is of het Verenigd Koninkrijk zal worden gedwongen mee te doen met de euro, dan is het antwoord nee.
Andrew Henry William Brons (NI). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, we weten dat het Verenigd Koninkrijk wordt beschermd door het protocol, maar de geldigheid van protocollen is een vraagstuk dat verder reikt dan het thema van de eenheidsmunt.
Er is een protocol dat het Verenigd Koninkrijk en twee andere landen vrijwaart van deelneming aan het Handvest van de grondrechten, maar de eigen Dienst juridische zaken van de Commissie heeft aangevoerd dat de vrijwaringsclausule hoogstens beperkt van toepassing is. Zou het mogelijk zijn dat ook het protocol dat het Verenigd Koninkrijk vrijwaart van de eenheidsmunt van beperkte waarde is?
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. − (EN) Als u een volledige juridische analyse wenst, zal ik u die met genoegen doen toekomen door de Dienst juridische zaken van de Commissie. Maar ik kan u verzekeren – het spijt me als dit een teleurstelling voor u is – dat het Verenigd Koninkrijk niet zal worden gedwongen om mee te doen met de euro.
De Voorzitter. − Aan de orde is de reactie van de Europese Unie op de tragedie van Japan. Er staan veel collega's op de lijst. Ik verzoek u geen blauwe kaart op te steken als u op de "catch the eye"-lijst wilt worden gezet, want die is daar niet voor bedoeld. Ik verzoek u een witte kaart – of een andere kaart – op te steken. De blauwe kaart gebruikt u voor een heel andere procedure.
Alejo Vidal-Quadras (PPE). – (ES) Mijnheer de Voorzitter, na het ernstige ongeluk in de centrale van Fukushima was de reactie van de Europese Commissie, op een enkele ongelukkige blunder na, tot nu toe ernstig, voorzichtig en verantwoord, zoals de situatie vereist.
Deze pijnlijke gebeurtenis heeft echter bij onze bevolking een acute emotionele afkeer tegen deze energiebron opgewekt. Om mogelijke negatieve effecten op de verkiezingen te voorkomen, hebben sommige regeringen inderhaast hun standpunt veranderd en besloten hun plannen voor de bouw van nieuwe centrales of het verlengen van de levensduur van bestaande centrales in te trekken.
Mijnheer Barroso: gelet op het feit dat kernenergie zorgt voor 14 procent van ons energieverbruik, dat de vraag naar elektriciteit voortdurend stijgt en dat we tegen 2050 de uitstoot van koolstofdioxide met 85 procent willen terugbrengen, vragen velen onder ons, waaronder ik, u, mijnheer Barroso, of de Europese Commissie in deze potentieel kortstondige situatie voornemens is enige wetgevende of beleidsmatige stappen te ondernemen om te voorkomen dat dit klimaat onze energiestrategie op lange termijn in gevaar brengt.
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. − (EN) Zoals ik al heb gezegd in mijn antwoord aan een collega van u, is de keuze van de energiemix een zaak die binnen de nationale verantwoordelijkheidssfeer valt. U weet dat er lidstaten in de Europese Unie zijn die over kernenergie beschikken, bijvoorbeeld uw eigen land, Spanje, en dat er andere landen zijn die geen kernenergie hebben, bijvoorbeeld mijn land, Portugal. Het is dus niet aan de Commissie om te zeggen of de lidstaten al dan niet kernenergie moeten hebben. We moeten opereren binnen onze verantwoordelijkheidssfeer.
We hebben nu in feite een nieuw mandaat inzake nucleaire veiligheid gekregen. Ik geloof dat we de doelen kunnen en moeten bereiken die al zijn overeengekomen voor een vermindering van de broeikasgasemissies. Ik geloof dat de unaniem overeengekomen doelstelling van 20 procent haalbaar is als de lidstaten werkelijk vastbesloten optreden bij de uitvoering van alle maatregelen die zij kunnen nemen om dit voor de Europese Unie, ja voor de hele wereld, hoogst belangrijke doel te halen.
Sandra Kalniete (PPE). - (LV) Mijnheer de Voorzitter, de wereld volgt de gebeurtenissen in Japan nu al een aantal weken vol medeleven en bezorgdheid. Hierbij wil ik nog eens mijn respect betuigen aan het Japanse volk. In gedachten zijn we bij de mensen die dag en nacht aan het werk zijn in de kernreactoren in Fukushima om een nucleaire ramp te voorkomen. Deze mensen zijn helden, die hun gezondheid en leven opofferen voor Japan en de mensheid. Japan staat voor de immense opgave de verwoeste gebieden weer op te bouwen en daar zijn aanzienlijke middelen voor nodig, waaronder investeringen vanuit het buitenland. De Europese Unie moet dan ook met Japan in gesprek gaan over een vrijhandelsovereenkomst. Japan begint in principe alleen aan onderhandelingen wanneer het vastberaden is deze succesvol af te ronden; er zal tijdens de onderhandelingen dan ook vast en zeker een oplossing worden gevonden voor de bestaande knelpunten en een vrijhandelsovereenkomst worden gesloten waarmee beide partijen uit de voeten kunnen.
Van de heer Barroso zou ik graag horen of de Commissie de start van vrijhandelsonderhandelingen tijdens de komende top EU-Japan op 25 mei ondersteunt; zo niet, dan verneem ik graag waarom niet, en wanneer de onderhandelingen dan wel zouden kunnen beginnen.
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. − (EN) Laat ik om te beginnen namens de Commissie onze diepste bewondering, eerbied en solidariteit overbrengen aan het Japanse volk. Ik heb direct na deze rampzalige gebeurtenis een persoonlijke boodschap aan premier Kan gezonden. Ik heb gister opnieuw telefonisch contact met hem gehad om mij op de hoogte te stellen van de laatste informatie over de situatie; daarbij vertelde hij mij hoe dankbaar hij was voor de solidariteit van de Europese Unie.
Wat de kwestie van de handel betreft, is tijdens de Top EU-Japan van vorig jaar overeengekomen te onderzoeken wat de beste manier is om onze betrekkingen te verbeteren. Een van de economische opties is de mogelijkheid van een vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en Japan. Deze optie vereist van beide partijen een behoorlijke dosis ambitie en de bereidheid over te gaan tot onder meer niet-tarifaire maatregelen en het wegnemen van belemmeringen die Europese ondernemingen ondervinden bij hun toegang tot de Japanse markt voor overheidsopdrachten. Er zijn van de kant van de Europese Unie voortdurend eisen gesteld tijdens besprekingen met Japan. Ik ben blij dat de Europese Raad thans zijn standpunt duidelijk heeft gemaakt. Gister heb ik tegenover de Japanse premier opnieuw bevestigd dat we bereid zijn om met Japan samen te werken, mits het deze zaken constructief oppakt. Hij heeft me beloofd dat het land dat constructief zal doen en ook punten van zorg aan Europese zijde zal aanpakken.
Edit Herczog (S&D). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, wanneer we naar het nieuws over het incident in Fukushima en de discussies over de gevolgen daarvan kijken, zien we de aandeelhouders daar niet bij. Ook zien we geen financiële investeerders, noch de leden van de politieke klasse, maar we zien de werknemers: de arbeiders bestrijden de gevolgen van dit ongeluk. Ik steun de aanscherping van de nucleaire veiligheidsnormen volledig, maar bent u bereid om de vertegenwoordigers van de werknemers, dat wil zeggen de vakbonden, uit te nodigen voor de dialoog met alle belanghebbenden teneinde normen aan te scherpen en te verwezenlijken, en bent u bereid de verwezenlijkte nucleaire veiligheidsnormen wereldwijd te bevorderen? Zo ja, hoe stelt u voor dit te doen?
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. − (EN) De Europese Raad heeft al besloten te trachten de strengst mogelijke normen te bevorderen, niet alleen in Europa maar ook bij onze partners. Zo heeft commissaris Oettinger al contact gehad met Russische partners. Rusland en Oekraïne hebben gezegd belangstelling te hebben voor samenwerking met ons op dit gebied. We proberen ook vast te stellen of we dezelfde mate van samenwerking kunnen bereiken met Zwitserland en, zij het minder vergaand, met Turkije en Armenië.
Gister heeft ook de premier van Japan mij in ons telefoongesprek gezegd dat hij met ons wil samenwerken, ook in het kader van de internationale inspanningen in de G8 en de G20, om een hoger niveau van nucleaire veiligheid in de wereld tot stand te brengen. We hebben nu de voorwaarden geschapen om een echte inspanning te leveren, niet alleen op Europees niveau – die is nu gewaarborgd – maar ook mondiaal, samen met de Internationale Organisatie voor Atoomenergie en andere ter zake dienende internationale organen.
Sarah Ludford (ALDE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, een jaar geleden heerste in Haïti het gevoel dat de EU traag uit de startblokken kwam met humanitaire noodhulp bij rampen. Bent u tevreden met de mate van operationele coördinatie tussen de EU en de lidstaten bij recente noodsituaties, met name in Japan?
Wat is er gebeurd sinds de mededeling van de Commissie over het versterken van het reactievermogen van de Unie bij rampen, waarin werd gesteld dat er behoefte was aan grotere samenhang en doeltreffendheid voor een meer geïntegreerd EU-reactievermogen bij rampen?
Meer in het bijzonder: heeft de recente ervaring in Japan en een geheel andere ervaring in Noord-Afrika tot vooruitgang in het denken van de Commissie over de noodzaak van een snellereactiemechanisme voor humanitaire nood- en wederopbouwhulp geleid?
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. − (EN) Ik ben er trots op dat in de reactie op deze crisis de Commissie, vertegenwoordigd door Kristalina Georgieva, die hier in ons midden is, de eerste was die een delegatie op hoog niveau naar Japan stuurde na de verschrikkelijke gebeurtenissen aldaar.
Ik kan u verzekeren dat Japan dat gebaar zeer op prijs stelde. We hebben politieke en morele steun verleend aan Japan: ons systeem heeft doelmatig gewerkt. De Japanse autoriteiten waren trouwens de eersten die ons verzochten het optreden van de lidstaten te coördineren, omdat zij de voorkeur gaven aan gecoördineerde steun boven bilaterale hulp van de verschillende lidstaten.
Hoewel Japan een zeer rijk land is dat heel goed in staat is crises als deze te boven te komen, verstrekken wij als teken van solidariteit humanitaire hulp ter waarde van 15 miljoen euro. Hiervan is 10 miljoen euro afkomstig uit de begroting van de Europese Unie en geregeld door de Commissie, terwijl de resterende circa 5 miljoen euro van de lidstaten komt.
Humanitair gezien zijn we in beginsel tevreden over de coördinatie-inspanningen, maar het is zeker dat het altijd nog beter kan als de lidstaten bereid zijn een gecoördineerde en samenhangende aanpak op het gebied van civiele bescherming en crisisreactie te aanvaarden.
Radvilė Morkūnaitė-Mikulėnienė (PPE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, tijdens de Europese Raad in maart is de rol van de EU als pleitbezorger van de strengste nucleaire veiligheidsnormen ter wereld en in de buurt van de EU nog eens bevestigd.
Er zijn ten minste twee nieuwe atoomprojecten aan de buitengrens van de EU die ernstige zorgen baren als gevolg van een gebrek aan transparantie en overleg met de betrokken landen. Nieuwe kerncentrales met experimentele reactoren worden gesitueerd in de tussen twee lidstaten gelegen enclave Kaliningrad en – slechts 23 kilometer van de oostgrens van de EU – in Wit-Rusland. De EU moet er in samenwerking met de relevante internationale organen voor zorgen dat de ontwikkelaars vanaf de eerste fase voldoen aan de strengste normen voor nucleaire veiligheid en milieubescherming en dat internationale atoomdeskundigen beide projecten kunnen beoordelen, met name wat betreft de selectiecriteria voor de locaties.
De EU zou onveilige nucleaire ontwikkelingen doeltreffend kunnen voorkomen door te weigeren energie in te kopen die wordt opgewekt in vuile kerncentrales. Welke rol ziet de Commissie voor zichzelf weggelegd bij het voorkomen van de ontwikkeling van onveilige atoomprojecten aan de buitengrenzen van de EU? Welke maatregelen zou zij kunnen nemen?
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. − (EN) Een goed voorbeeld dat ik u kan geven is dat van onze werkrelatie met Oekraïne. Ik zal aanwezig zijn tijdens de nucleaire veiligheidstop in Kiev op 19 april 2011, die wordt georganiseerd door de Oekraïense regering. Ik ben daar samen met secretaris-generaal Ban Ki-moon van de VN. We zijn zelfs een van de belangrijkste donoren – zo niet dé belangrijkste – voor de volledige reparatie van Tsjernobyl.
Zoals de Europese Raad in zijn conclusies heeft verklaard, kan de prioriteit van het waarborgen van de veiligheid van kerncentrales uiteraard niet ophouden bij onze grenzen. De Europese Unie zal verzoeken om de uitvoering van soortgelijke stresstests in de buurlanden en de rest van de wereld, zowel bij bestaande als geplande kerncentrales, en in dit opzicht dient volwaardig gebruik te worden gemaakt van de relevante internationale organisaties.
We gaan dus zeker een zeer hoge prioriteit toekennen aan nucleaire veiligheid in onze betrekkingen met derde landen, waaronder enkele door u genoemde landen.
Elisa Ferreira (S&D). – (PT) Mijnheer de Voorzitter, de crisis in Japan geeft een nog diepere betekenis aan onze collectieve verbintenis om een 202020-strategie vast te leggen. We blijven echter wachten op waardevolle en solide instrumenten, zij het via de 202020-strategie, zij het via de 2020-strategie, die Europa uit de huidige situatie van recessiemaatregelen, werkloosheid, onvoldoende groei en uit de ongebreidelde overheidsschuld kunnen halen. Is het niet tijd dat Europa nieuwe Europese financieringsmiddelen creëert en effectieve groei- en cohesiemaatregelen treft die gebaseerd zijn op een andere benadering van het energieprobleem en het probleem van duurzame groei? Dat is mijn vraag.
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. – (PT) Mevrouw Ferreira, ik geef met plezier een antwoord op uw vraag, hoewel die niet meteen over de ramp in Japan gaat. Met betrekking tot het vinden van financieringsmiddelen, heb ik vanmorgen in het debat nog gezegd dat wij, de Europese Commissie, bij de komende financiële perspectieven voorstellen zullen indienen voor wat wij de EU-projectobligaties noemen: obligaties voor investeringen in bepaalde projecten, structurele projecten, zoals projecten voor Europese netwerken, die zeker ook energieprojecten zullen omvatten. Ik hoop, mevrouw Ferreira, dat u die voorstellen zal kunnen steunen en ik zou ook graag de steun krijgen van de verschillende regeringen. Daarom moeten we onze krachten bundelen op dit vlak. Net omdat vele van onze lidstaten kampen met een gebrek aan middelen vanwege de besnoeiingen in de begroting voor investeringen, mag de Europese Unie niet nalaten om op dit niveau in de groei in Europa te blijven investeren. Er zijn volgens mij heel wat gebieden waar een euro die op Europees niveau geïnvesteerd wordt, meer oplevert dan een euro die op nationaal niveau geïnvesteerd wordt, en energie is daar een voorbeeld van.
Michèle Rivasi (Verts/ALE). - (FR) Mijnheer de Voorzitter, om te beginnen iets positiefs, mijnheer Barroso. Ik ben blij dat u de Europese grenswaarden gaat afstemmen op de Japanse waarden, want we hebben met Uitvoeringsverordening (EU) nr. 297/2011 gezien dat de door de Commissie voorgestelde waarden veel te hoog waren. Ik ben er dus blij mee en zou graag zien dat dit wordt opgenomen in deze verordening.
Het tweede punt betreft de invoer van levensmiddelen uit Japan. Dat is een fundamentele kwestie. Zijn we, om de economie van Japan te steunen, verplicht om besmette voedingsmiddelen te hebben, zelfs als deze onder de grenswaarden liggen? U hebt hoogstwaarschijnlijk kinderen. Ik vraag me af of ik ze melk met 500 becquerel jodium zou geven, terwijl ik een alternatief melkproduct kan nemen dat helemaal geen jodium bevat. Ik vind dat de Commissie misschien zou moeten overwegen om voedingsmiddelen uit Japan te weren omdat ze mogelijk besmet zijn, en om de Japanners te helpen en te steunen, misschien financieel, misschien met schone voedingsmiddelen.
Tot slot heb ik een verzoek voor u, mijnheer Barroso. Ik ben aangesproken door Areva, die naar Japan is gegaan, waar hun materiaal niet door de douane is gekomen en op het vliegveld is opgeslagen. Het is heel belangrijk dat u de Japanse regering vraagt om de apparatuur vrij te geven, evenals alle maskers, robots, enzovoort, die worden tegengehouden op het vliegveld.
De Voorzitter. − Collega, u spreekt in de plaats van andere afgevaardigden. Er is een lange lijst van collega's die wachten om het woord te mogen voeren.
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. − (FR) Wat dat laatste punt betreft, daarvan was ik niet op de hoogte. Als ik informatie kan krijgen, zal ik zeker mijn hulp aanbieden.
Wat betreft de melkkwestie hebt u gelijk, mevrouw Rivasi. Ik heb niet alleen zelf drie kinderen, maar ook een kleinkind dat alleen nog maar melk drinkt. Dat is het enige voedsel dat hij kan eten en ik maak me daarom net zoveel zorgen als u over de veiligheid van het voedsel en de melk die wij in Europa invoeren.
Onze informatie, gebaseerd op alle rapporten van deskundigen die we hebben, bestaat eruit dat de maatregelen die we hebben genomen toereikend zijn om het hoofd te bieden aan de bestaande risico's. Tot nu toe hebben we nog geen besmet voedsel aangetroffen waarvan de waarden een gevaar kunnen vormen voor de gezondheid van de consument, en we zullen voor deze kwestie de hoogste normen blijven hanteren.
Niki Tzavela (EFD). - (EL) Mijnheer de Voorzitter, ik wil de voorzitter van de Commissie en de voorzitter van het Raad vragen om op de een of andere manier eer te bewijzen aan de vijftig en meer anonieme Japanse arbeiders die hun werk verrichten terwijl zij weten dat zij zullen sterven. In dit Parlement bewijzen wij ook eer aan activisten die strijden voor de redding van de bruine beer, bijvoorbeeld in de Himalaya. Met alle respect, maar heeft niemand hier eraan gedacht dat wij iets moeten zeggen over deze mensen die ondanks het feit dat zij weten dat zij zullen sterven op hun post blijven en dag in dag uit hun werk doen?
Ik wil u precies voorlezen wat een Japanse arbeider heeft gezegd die in staat was om een klein interview te geven. Hij zei: "Ik voel heel sterk dat er buiten ons niemand anders is om dit werk te doen en dat wij niet naar huis kunnen gaan totdat wij dit werk hebben afgemaakt." De beschermingspakken tegen radioactiviteit die TEPCO ter beschikking had gesteld waren heel snel op. Hij en zijn collega's moesten zelf iets improviseren.
(Spreekster wordt door de Voorzitter onderbroken)
De Voorzitter. − Mevrouw Tzavela, ondanks het feit dat alles wat u hebt besproken belangrijk voor ons is, voert u nu al langer dan twee minuten het woord, terwijl u eigenlijk maar een minuut spreektijd hebt.
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. − (EN) Ik wil mij graag achter uw opmerkingen scharen, mevrouw. Ik vind het bijzonder belangrijk wat u gezegd hebt. Ik vind dat deze mannen helden zijn; zij verdienen ons grootste respect en onze bewondering voor hun moed en onbaatzuchtigheid. En laat ik u ook iets over het Japanse volk vertellen. Commissaris Georgieva was onlangs in Japan, niet ver van het rampgebied, en een van de dingen die grote indruk op haar hebben gemaakt is de veerkracht, de waardigheid en de geestkracht van de Japanners. Daarom denk ik dat het meer dan gepast is dat wij hier vanuit het Europees Parlement in Straatsburg een boodschap van respect en bewondering aan het Japanse volk zenden, in het bijzonder aan die helden die hun levens opofferen voor het welzijn van alle Japanners.
De Voorzitter. − Mevrouw, ik sluit mij aan bij de woorden van de voorzitter van de Europese Commissie.
Georgios Papanikolaou (PPE). - (EL) Mijnheer de Voorzitter, het gebied van noordoostelijk Japan zal voor de komende drie- tot vierhonderd jaar verontreinigd blijven en het leven zal er nooit zijn normale gang hervinden. Dat zeggen de wetenschappers.
Ondertussen gaan de plannen voor de bouw van een kerncentrale in een seismisch bijzonder actief gebied gewoon door. Dit meldt ons Turkije, en een overeenkomstige ramp in Turkije – als dit doorgaat – zet het leven in heel Europa op het spel. Dat zegt het gezonde verstand.
Wat is het antwoord van de Commissie op dit alles? Zijn in de samenwerkingsagenda voor kandidaat-lidstaten (u had het zojuist over derde landen, wij hebben het over kandidaat-lidstaten) de milieunormen voor het gebruik van kerncentrales hoog genoeg gesteld?
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, mijn antwoord is ja, maar dit geldt ook voor kandidaat-lidstaten. Enkele landen die nu lid zijn van de Europese Unie en die enige tijd geleden kandidaat-lid waren, werden – blijkens de onderhandelingen – verplicht hun veiligheidsnormen te herzien en in sommige gevallen bepaalde atoominstallaties te sluiten. Wij nemen dit onderwerp serieus.
We zullen de vraag zeker stellen aan onze Turkse partners – ik heb dat al in de vorige verklaring genoemd – en niet alleen aan Turkije maar aan alle partners in de nabijheid van onze grenzen. Ik geloof dat hieraan speciale aandacht moet worden besteed. Tegelijkertijd zullen wij met hen alle informatie delen die we over onze eigen atoominstallaties hebben. Dat is de juiste aanpak als je deze kwestie constructief wilt proberen op te lossen.
Franz Obermayr (NI). - (DE) Democratie betekent heerschappij van het volk, dat weten we allemaal, en in Oostenrijk hebben we dat in 1978 heel serieus genomen. We hebben de burgers gevraagd wat ze vinden van kernenergie, en het resultaat was heel duidelijk: ze willen een Oostenrijk zonder kernenergie. Dat heeft geleid tot de wet inzake het verbod op het gebruik van kernenergie, en die maakt nu deel uit van de grondwet.
Maar hoe zit dat in de EU? Er komen stresstests voor kerncentrales, en het is de bedoeling dat de resultaten worden gepubliceerd. Die tests zijn echter niet verplicht, en leiden niet tot een concrete verplichting om gebreken te verhelpen. Daarom sta ik volledig achter een actie uit Oostenrijk: "Stilleggen, nu meteen!" En ik hoop dat dit in heel Europa zal gebeuren. Dat is echter niet zo makkelijk, dat weten we allemaal, want kernenergie is uitsluitend een bevoegdheid van de lidstaten.
Daarom vraag ik u, mijnheer Barroso: bent u voorstander van gezamenlijke, bindende Europese normen? Zult u eindelijk eisen dat de hand wordt gehouden aan de milieunormen van de EU, met name de milieueffectbeoordeling, en boetes opleggen wanneer dat niet gebeurt?
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. − (EN) We zullen alles doen wat we kunnen onder de bestaande verdragen. Zoals u weet, hebben de lidstaten op grond van de verdragen enige nationale bevoegdheid met betrekking tot energie, maar ook wij maken gebruik van onze bevoegdheden. De conclusies van de Europese Raad op grond waarvan de Europese Commissie – samen met onafhankelijke nationale toezichthouders – een zeer sterke rol gaat vervullen in het streven naar nucleaire veiligheid, betekenen vooruitgang. We zullen onze rol in het openbaar en volledig transparant op ons nemen. Maar natuurlijk weet u dat van andere zaken waarbij we soms moeite hebben met de tenuitvoerlegging van bindende wetgeving en verplichtende regels op Europees niveau. Dit gezegd hebbende, denk ik dat de door onze lidstaten en Europese partners overeengekomen exercitie een serieuze aangelegenheid wordt.
Linda McAvan (S&D). – (EN) Mijnheer Barroso, u hebt al gedeeltelijk antwoord gegeven op deze vraag, die gaat over voedselveiligheid in verband met de invoer uit Japan. Ik vraag mij af of u kunt zeggen hoeveel levensmiddelen wij importeren uit Japan, zodat we enige angst bij de bevolking kunnen wegnemen.
Een van de zaken waar ik ook brieven over begin te krijgen, is het feit dat uw diensten de aanbevolen stralingslimieten hebben gebaseerd op twee verschillende verordeningen: de ene in verband met Tsjernobyl en de andere een algemene. Dit veroorzaakt verwarring. Ik heb de desbetreffende vraag en het bijbehorende antwoord op de website van de Commissie gelezen, maar ik moet zeggen dat het erg ingewikkeld is. Ik vraag me af of u hierover enig licht kunt laten schijnen. Waarom zijn er twee verschillende verordeningen?
Als u deze zaak vandaag niet kunt ophelderen, kunt u haar dan in elk geval op de website van de Commissie ophelderen, zodat de mensen in mijn kiesdistrict precies begrijpen wat de limieten zijn, waarom ze zo zijn vastgesteld en waarom er verschil is tussen de Tsjernobyl-limieten en de overige limieten?
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. − (EN) Ik zal het proberen, maar deze zaken zijn uiterst technisch; ik heb zelf een spoedcursus moeten volgen voordat ik sommige taal verstond. Maar eerst wat betreft de hoeveelheid ingevoerde levensmiddelen en diervoeders: die is echt marginaal. De Europese Unie importeert uit Japan voeders en voeding met een totale waarde van 216 miljoen euro, dat wil zeggen rond 0,4 procent van de waarde en minder dan 0,1 procent van het volume van de totale voeder- en voedinginvoer in de Europese Unie. Ook voor de Japanse economie betekent deze invoer heel weinig. Ik zou u een lijst van geïmporteerde producten kunnen geven, maar ik heb maar één minuut en daarom kan ik dat nu niet doen.
Wat de tweede kwestie betreft, waarom er verschillende waarden worden gehanteerd: die waarden zijn vastgesteld na Tsjernobyl. Ze waren gebaseerd op dat wetenschappelijke bewijs en daarom menen we dat ze goed zijn. Maar nu hebben we nog een tragedie beleefd, ver weg in Japan. Zoals gezegd hanteert Japan zeer strikte normen voor voedselveiligheid. Om tegenstrijdigheden tussen hun normen en die van ons te vermijden, hebben we besloten – zoals ik vandaag heb bekendgemaakt – tot een vorm van harmonisatie, althans met Japan, terwijl we een wetenschappelijke beoordeling uitvoeren van de mondiale normen die we zouden kunnen instellen voor alle importen naar de Europese Unie. Dit verklaart waarom er verschillen zijn, maar naar mijn mening zijn het tijdelijke verschillen.
De Voorzitter. − Voorzitter Barroso, dank u wel voor uw aanwezigheid hier in onze plenaire vergadering, voor al uw antwoorden, voor het zeer levendige debat, en bovenal voor uw woorden over de zeer belangrijke reactie van de Europese Unie op de tragedie van Japan.