De Voorzitter. − Aan de orde is de verklaring van de Commissie over het EU-kader voor de coördinatie van nationale strategieën voor de integratie van de Roma.
Viviane Reding, vicevoorzitter van de Commissie. − (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik licht vandaag samen met mijn collega László Andor het besluit van de Commissie toe om een nieuw kader voor de coördinatie van nationale strategieën voor de integratie van de Roma te presenteren.
Het EU-kader komt op een moment waarop de situatie van de Roma een echt aandachtspunt in Europa is geworden. De EU heeft aan de lidstaten een arsenaal van wettelijke, beleidsmatige en financiële instrumenten ter beschikking gesteld om iets aan de situatie van de Roma te doen. We hebben bovendien een heel wettelijk kader op basis van non-discriminatie, vrij verkeer van personen en de uitbreidingsstrategie. Het is echter overduidelijk dat de economische en sociale marginalisatie van de Roma is blijven bestaan, hetgeen aanvaardbaar noch houdbaar is in de Europese Unie van de 21ste eeuw.
Het Parlement heeft, met steun vanuit het hele politieke spectrum – dat wil ik graag onderstrepen – de aandacht gevestigd op de dringende noodzaak om de integratie van de Roma te bevorderen middels zijn onlangs aangenomen resolutie over de Romastrategie van de EU. Ik wil de rapporteur, mevrouw Járóka, bedanken voor haar uitstekende werk.
Vastberaden actie is geboden, op nationaal en Europees niveau. We moeten onze krachten bundelen en onze inspanningen opvoeren om een eind te maken aan de discriminatie van de Roma en te garanderen dat zij dezelfde rechten genieten als alle andere Europese burgers, want dat zijn zij. Wanneer ik dat zeg, denk ik uiteraard aan een tweerichtingsproces waarvoor een mentaliteitsverandering bij de meeste Europese burgers en leden van de Romagemeenschappen is vereist.
We zijn het er allemaal over eens dat er niet alleen behoefte is aan een gemeenschappelijke strategische aanpak maar ook aan een doeltreffende beleidsplanning en -uitvoering. We weten allemaal dat de primaire verantwoordelijkheid voor de integratie van de Roma bij de lidstaten berust. We erkennen ook dat de situatie van de Roma van lidstaat tot lidstaat sterk verschilt. Daarom heeft de Commissie besloten een EU-kader te presenteren dat de lidstaten de mogelijkheid biedt om op te treden naargelang van de uitdagingen die zij moeten overwinnen.
De in september vorig jaar opgerichte Romataskforce, die in december verslag heeft uitgebracht, heeft duidelijk gemaakt dat er heel vaak niet genoeg gedaan wordt. De 26,5 miljard euro die op grond van de structuurfondsen beschikbaar is, wordt niet benut zoals dat zou moeten. Slechts 100 miljoen euro van dit geld is geoormerkt voor specifieke Roma-activiteiten, terwijl 70 procent van de middelen voor technische bijstand, waaraan in de meeste lidstaten behoefte moet zijn geweest, eenvoudigweg niet gebruikt is. De tot nu toe genomen maatregelen zijn dus niet toereikend. Het is thans tijd om ervoor te zorgen dat het nationale, regionale en lokale beleid zich helder en specifiek op de noden van de Roma richt.
In ons kader ligt de focus op vier hoofdzaken: onderwijs, werk, gezondheid en huisvesting. We willen dat de EU en de 27 lidstaten zich verplichten tot het dichten van kloven en zich concentreren op de gemeenschappelijke doelen op die vier gebieden met gerichte acties en voldoende middelen om deze succesvol uit te voeren. We willen dat alle lidstaten deze doelen inbouwen in hun bestaande Romastrategie, als ze die hebben, of, als ze die niet hebben, een Romastrategie ontwikkelen voor de periode tot 2020.
Om te controleren of deze inspanningen tot de beoogde doelen leiden, hebben we regelmatig toezicht nodig. Daarom wordt in het EU-kader de basis gelegd voor een robuust toezichtmechanisme dat concrete resultaten voor de Roma moet garanderen. Met dit toezichtmechanisme wordt gewaarborgd dat de nationale Romastrategieën worden uitgevoerd, dat geld dat bestemd is voor de integratie van de Roma de uiteindelijke begunstigden ook bereikt, en dat er vooruitgang wordt geboekt op weg naar de integratiedoelen voor de Roma.
De Commissie zal jaarlijks verslag uitbrengen over de vooruitgang die is geboekt bij de integratie van de Roma in de bevolking van de lidstaten. Het EU-kader biedt alle belanghebbenden op alle niveaus een mogelijkheid om hun krachten te bundelen met de inwoners van de EU in het algemeen en met de Roma in het bijzonder teneinde een halt toe te roepen aan de uitsluiting van meer dan tien miljoen Europese burgers, een uitsluiting die we ons met het oog op de toekomst niet meer kunnen veroorloven.
László Andor, lid van de Commissie. – (EN) Mevrouw de Voorzitter, geachte afgevaardigden, de sociaaleconomische situatie van de Roma staat bovenaan de Europese agenda. Vorige maand heeft dit Huis het verslag-Járóka over de EU-strategie voor de integratie van de Roma aangenomen. En vandaag heeft de Commissie een mededeling over een EU-kader voor de nationale strategieën voor integratie van de Roma aangenomen.
Beide documenten leveren een belangrijke bijdrage aan het bredere debat over de Roma en zullen input vormen voor de conclusies van de komende Raad Werkgelegenheid en Sociale Zaken van 19 mei, die uitsluitend aan de integratie van de Roma zal zijn gewijd.
Deze documenten laten zien dat de EU vastbesloten is om de situatie van miljoenen Roma die onder economische en sociale uitsluiting lijden te verbeteren. Ik wil hier drie belangrijke opmerkingen maken.
In de eerste plaats heeft de Commissie een kader voor de nationale strategieën voor integratie vastgesteld. Hierin wordt erkend dat de primaire verantwoordelijkheid voor het ontwerpen en uitvoeren van strategieën voor de integratie van de Roma bij de lidstaten liggen. Ook wordt herbevestigd dat de Commissie er diep van overtuigd is dat de Europese Unie geen enkele vorm van racisme, xenofobie, discriminatie of sociale uitsluiting van Roma kan tolereren. De Unie heeft een morele en politieke verplichting om de strategieën van de lidstaten te ondersteunen met al het beleid en alle instrumenten die haar ter beschikking staan.
In de tweede plaats heeft de Unie, zoals u weet, overeenstemming bereikt over een alomvattende strategie voor de evenwichtige ontwikkeling van het Europees economisch en sociaal model. De Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei is de juiste beleidscontext voor het aanpakken van de problemen waar de Roma mee te kampen hebben. We moeten de doelen, doelstellingen, kerninitiatieven en verslagleggingsstructuren van de Europa 2020-strategie optuigen voor de zaak van de Roma.
De kernboodschap is dat het uitsluiten van miljoenen EU-burgers van het economisch en sociaal leven niet slim, niet duurzaam en zeker niet inclusief is. In het Europa waarin we willen leven bestaat kortom geen excuus om de Roma te blijven uitsluiten.
De kerndoelen van de Europa 2020-strategie met betrekking tot werkgelegenheid, armoedebestrijding en onderwijs zijn belangrijke benchmarks om de voortgang in het beleid voor de integratie van de Roma te meten. In de mededeling van de Commissie over de Roma zijn vier gebieden vastgesteld die van strategisch belang zijn om een eind te maken aan de uitsluiting van de Roma. Ik zal ze alle vier noemen.
Toegang tot werkgelegenheid: het grote verschil tussen de werkgelegenheidscijfers voor Roma en niet-Roma moet worden verkleind. Als we dat niet doen, zullen we de doelstellingen van de Europa 2020-strategie niet verwezenlijken.
Toegang tot onderwijs: alle Romakinderen moeten toegang tot kwaliteitsonderwijs hebben en niet met discriminatie of segregatie te maken krijgen. Minimaal moeten Romakinderen de basisschool hebben afgerond.
Toegang tot gezondheidszorg: het verschil in gezondheid tussen Roma en niet-Roma moet worden aangepakt. De lidstaten moeten toegang tot kwaliteitsgezondheidszorg bieden tegen dezelfde voorwaarden als die voor de rest van de bevolking.
Toegang tot huisvesting en essentiële diensten: wanneer de situatie van de Roma echt veel slechter is dan die van de rest van de bevolking, bijvoorbeeld wat betreft de toegang tot water, elektriciteit en andere diensten.
Het ontbreken van een geïntegreerde aanpak heeft een negatief effect op de algehele integratie van de Roma in de samenlevingen en houdt ze vast in de armoede.
In de derde plaats moet de Unie doen wat ze zegt. De Commissie is momenteel bezig met het opstellen van een voorstel voor een meerjarig financieel kader, dat zal worden gevolgd door specifieke voorstellen met betrekking tot de structuurfondsen. Naar mijn gevoel moeten de structuurfondsen in overeenstemming worden gebracht met de Europa 2020-strategie. Dat geldt voor de beleidsterreinen waarvoor ik in algemene zin verantwoordelijk ben – werkgelegenheid en sociale integratie – en dat geldt zeker voor de sociaaleconomische integratie van de Roma. Voor mij is het doelmatiger maken van de financiële instrumenten een hoofddoelstelling.
Hier zal ik het voorlopig bij laten, zodat ik kan luisteren naar uw opvattingen en vragen kan beantwoorden.
Enikő Győri, fungerend voorzitter van de Raad. – (EN) Mevrouw de Voorzitter, het Hongaarse voorzitterschap verwelkomt de mededeling van de Commissie over het EU-kader voor de nationale strategieën voor integratie van de Roma. Ik wil uitdrukking geven aan mijn dankbaarheid en waardering, niet alleen voor het werk dat is verricht, maar ook voor de persoonlijke toewijding van commissaris Reding, commissaris Andor en iedereen die aan dit werkelijk prachtige resultaat heeft meegewerkt.
Met de presentatie van dit strategische document zijn we een reuzenstap dichter bij de realisatie van een van de belangrijkste prioriteiten van het Hongaarse voorzitterschap gekomen. Ik ben ervan overtuigd dat dit een belangrijke bijdrage tot het verbeteren van de economische en sociale situatie van de Roma in Europa zal blijken te zijn, samen met de onlangs aangenomen resolutie van het Europees Parlement over de EU-strategie voor de integratie van de Roma op basis van het verslag van Lívia Járóka.
Extreme armoede, discriminatie en marginalisering blijven grote aantallen Roma in heel Europa parten spelen, dus het is hoog tijd om deze situatie te verbeteren. We kunnen het ons niet veroorloven om te zeggen dat het hun probleem is en niet ons probleem. Bovendien moeten mensen nooit als een probleem worden gezien, maar als een kans, als een mogelijkheid. Gezien de huidige economische en demografische situatie in Europa kunnen we door het verbeteren van de economische en sociale status van de Roma nieuwe menselijke hulpbronnen aanboren en op die manier bijdragen tot het economisch herstel op de lange termijn.
Het Hongaarse voorzitterschap is altijd van mening geweest dat naast de noodzakelijke bestrijding van discriminatie een nieuwe beleidsmix nodig is, die om drie kernbegrippen moet draaien: werkgelegenheid, onderwijs en huisvesting. Als de lidstaten dit goed opvolgen, zal geïntegreerde beleidsactie op deze drie gebieden, geflankeerd door adequate monitoring, zoals voorgesteld door de Commissie, absoluut een verschil maken. De lidstaten zullen ook een inspanning moeten verrichten om de doelstellingen van de Europa 2020-strategie te verwezenlijken. Maatregelen voor de sociale integratie van de Roma kunnen in verschillend beleid worden geïntegreerd. Het wordt nu algemeen erkend dat op EU-niveau voorgestelde en gecoördineerde maatregelen synergieën en toegevoegde waarde kunnen creëren.
Hoe gaat het nu verder? Het Hongaarse voorzitterschap is van plan om de mededeling tijdens het komende Romaplatform op 7 april in Boedapest samen met de twee commissarissen te presenteren, en ik nodig iedereen die daar belangstelling voor heeft uit om die presentatie bij te wonen. De Raad zal dit op een horizontale wijze behandelen. Eerst zal de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken zich hierover buigen, op 12 april. Daarna zal het de beurt zijn aan de Raad Werkgelegenheid, Sociale Zaken, Gezondheid en Consumentenzaken, op 9 mei, waarbij conclusies zullen worden aangenomen. De Onderwijsraad zal het document ook ontvangen, op 20 mei, waarna het Hongaarse voorzitterschap zijn verslag over de resultaten van de discussies op 23 mei aan de Raad Algemene Zaken zal presenteren.
De afronding van dit traject zal hopelijk een bekrachtiging door de Europese Raad van juni zijn. Maar voor de gecoördineerde actie op EU- en nationaal niveau om deze echte Europese minderheid te helpen zal dit uiteraard niet meer dan een nieuw begin zijn.
László Tőkés, namens de PPE-Fractie. – (HU) Mevrouw de Voorzitter, commissarissen, staatssecretaris, op grond van en in samenhang met het verslag van mevrouw Járóka zetten we met vreugde een nieuwe stap bij de verwezenlijking van de Romastrategie. Aanleiding daarvoor is dat 8 april internationale Romadag is. Overigens zal net op die dag in Hongarije de vijfde vergadering van het Europese Romaplatform worden gehouden. Daardoor kunnen we een nieuwe belangrijke stap zetten in de richting van een gezamenlijk actieplan dat door de EU wordt gecoördineerd, maar waarin met lokale kenmerken rekening kan worden gehouden. De Europese Volkspartij dringt al jaren aan op EU-maatregelen met betrekking tot de sociale insluiting van de Roma. En naar we hopen kan de Europese Romastrategie op e top van staatshoofden en regeringsleiders op 24 juni werkelijk van start gaan.
Hierdoor kan een antwoord van Europees niveau op het ernstigste mensenrechtenprobleem van de EU worden gegeven. Het is in eerste instantie de verantwoordelijkheid van de lidstaten om de fundamentele mensenrechten voor hun staatsburgers te waarborgen. De EU kan daarvoor slechts kaders verschaffen, maar het is aan de afzonderlijke landen om deze kaders inhoud te geven. De Europese Romastrategie kan als een soort professioneel minimum dienen. Maar ik ben ervan overtuigd dat hierdoor een langdurig actieplan tot stand zal komen dat partijen en cyclussen overspant en de armoede en sociale uitsluiting van de Roma doeltreffend kan verhelpen. Enkele belangrijke punten met betrekking tot de inhoud van de strategie zijn dat haar doelgroep bepaald wordt op economische, en niet op etnische basis, dat ze handhaving van het volledige scala aan mensenrechten stimuleert en het beleid van gelijke kansen versterkt, rekening houdt met het territoriale karakter van uitsluiting, en de nadelen vermindert die in onontwikkelde microregio's zijn geconcentreerd.
Voor het slagen van de strategie moeten de betrokkenen, namelijk de Europese instellingen, de lidstaten, maatschappelijke organisaties en Romagemeenschappen, langdurige, krachtige gezamenlijke inspanningen leveren. Juist om die reden mag deze zaak niet voor het aanwakkeren van tegenstellingen en voor partijpolitieke aanvallen worden gebruikt. Collectieve stigmatisering is evenmin op zijn plaats. Het is ongeoorloofd om de collectieve schuld van de Roma en de collectieve verantwoordelijkheid van de meerderheid, de onderdrukkers, tegenover elkaar te plaatsen. Een oplossing voor de Romakwestie is een prioriteit van het Hongaarse voorzitterschap. Ik hoop dat de Europese Raad de geplande strategie in juni zal aannemen. Ik doe daarvoor een beroep op de steun van het Europees Parlement.
Monika Flašíková Beňová, namens de S&D-Fractie. – (SK) Mevrouw de Voorzitter, commissaris Reding, commissaris Andor, ik zou u beiden in de allereerste plaats willen complimenteren met het door u voorgelegde kader. Het doet mij deugd dat de Commissie na talloze oproepen van het Parlement daartoe nu eindelijk met deze Europese kaderstrategie is gekomen. Dat was ook de allerhoogste tijd, want de situatie wordt steeds ernstiger. Niet alleen leven talloze Roma in de EU in mensonterende omstandigheden, maar ze staan ook steeds vaker bloot aan terreur. De fakkeltocht van afgelopen zaterdag in Hongarije tegen de Roma is daar het allerlaatste voorbeeld van en ik zou de Hongaarse regering dringend willen oproepen haar conclusies te trekken.
Ten aanzien van het nu voorliggende kader heb ik allereerst een aantal kritische opmerkingen. De situatie is weliswaar urgent, maar dat betekent nog niet dat de Commissie dit kader zomaar zonder raadpleging van de betrokken partijen tot stand mag brengen. Het is nogal bevreemdend dat er aan de ene kant in het kader gewezen wordt op het belang van samenwerking met het maatschappelijk middenveld, maar dat u bij de totstandkoming van dit belangrijke document zelf niets gelegen heeft laten liggen aan de Roma, non-gouvernementele organisaties en internationale organisaties en dergelijke. Deze gesloten wijze van totstandkoming draagt nou niet bepaald bij tot de legitimiteit van het kader, eerder integendeel.
Dat neemt echter niet weg dat de inhoud van het voorliggende kader uitermate geslaagd mag worden genoemd. De Commissie heeft de bevoegdheden ten aanzien van de aanpak van dit pan-Europese probleem zeer correct uiteengezet. De grootste bevoegdheden blijven echter bij de lidstaten zelf liggen. Ik acht het echter van uitermate groot belang dat de Europese Unie de rol van coördinator van de nationale strategieën op zich neemt alsook het toezicht daarop, ten behoeve van een zo spoedig en volledig mogelijke integratie van de Roma.
Wat dit betreft is het absoluut cruciaal er nog weer eens op te wijzen hoe belangrijk het wel niet is dat wordt toegezien op overeenstemming van de nationale strategieën met het voorliggend kader alsook op een doeltreffende tenuitvoerlegging ervan. De Commissie komt mij wat dat betreft echter niet erg ambitieus over. De Commissie dient vooral haar verwachtingen ten aanzien van de lidstaten aan te scherpen. In het kader worden terecht vier speerpunten voor de integratie van de Roma genoemd: de toegang tot onderwijs, een goed toegankelijke arbeidsmarkt, toegang tot medische zorg, alsook een goede toegang tot waardige huisvesting en fundamentele dienstverlening. Samen met leden van mijn fractie heb ik tijdens talrijke bezoeken aan de Romagemeenschap her en der in Europa kunnen constateren dat dit juist de belangrijkste onderwerpen zijn waar de Roma vaak flinke tegenwind hebben. Er zij echter op gewezen dat ook het programma Decennium voor de integratie van Roma reeds soortgelijke doelen stelde. Er dient dan ook actief te worden gezorgd voor de verwezenlijking ervan.
Ik zou aan de vier speerpunten nog een aantal andere willen toevoegen, namelijk bestrijding van discriminatie en bestrijding van verbale en fysieke uitingen van racisme.
Niet in de allerlaatste plaats zou ik graag nog willen stilstaan bij de financiering van de integratiemaatregelen. De werkgroep van de Commissie heeft vorig jaar nog geconstateerd dat de lidstaten de EU-fondsen nog altijd bij lange niet volledig benutten. De Commissie dient zich dan ook voor drie dingen in te zetten: dat er niet teveel administratieve rompslomp verbonden is aan het gebruik van de EU-fondsen, dat zij doeltreffende maatregelen treft om ervoor te zorgen dat de middelen daadwerkelijk het beoogde effect sorteren, en dat wordt voorkomen dat de middelen uit de fondsen worden gebruikt voor doeleinden van segregatie.
Tot slot zou ik u beiden, mevrouw en mijnheer de commissaris, graag nogmaals willen bedanken en complimenteren. De bal ligt nu bij de lidstaten. Zij moeten nu op basis van dit kader de integratie van de Romagemeenschap daadkrachtig op nationaal niveau ter hand nemen.
(Spreekster stemt ermee in een vraag te beantwoorden die gesteld is onder de "blauwe kaart"-procedure (artikel 149, lid 8, van het Reglement).
Franz Obermayr (NI). - (DE) Mevrouw de Voorzitter, ik dank mevrouw Flašíková dat ik haar deze vraag mag stellen. U heeft zich intensief met dit verslag bezig gehouden, en weet ongetwijfeld dat hierin staat dat de lidstaten een boete moeten betalen wanneer ze zich niet aan de regels houden, of de strategie niet omzetten. Wat vindt u van de bepaling dat een lidstaat ook dan een boete moet betalen wanneer een kind de leerplicht niet naleeft, en niet naar de basisschool gaat? In alle landen bestaat er een leerplicht voor het basisonderwijs. Moet een lidstaat dus een boete betalen wanneer Romakinderen niet naar de basisschool gaan? Vindt u niet ook dat ouders ervoor moeten zorgen dat hun kinderen naar school gaan?
Monika Flašíková Beňová (S&D) - (SK) Mevrouw de Voorzitter, wat dit betreft zou ik één ding duidelijk willen stellen: mijn absolute uitgangspunt is dat daar waar er rechten worden gecreëerd, de daarbij behorende verplichtingen dienen te worden gerespecteerd. Het is dus uiteraard ook de taak van de ouders om ervoor te zorgen dat alle kinderrechten nageleefd worden. Ik denk echter dat de lidstaten van de Europese Unie over genoeg instrumenten beschikken voor de totstandbrenging van een dergelijke ruimte en zij niet gestraft mogen worden voor het gedrag van ouders als die niet aan hun verplichtingen voldoen.
Stanimir Ilchev, namens de ALDE-Fractie. – (BG) Mevrouw de Voorzitter, ik wil de rapporteur, mevrouw Járóka, ook bedanken, evenals de afgevaardigden van de Commissie, de Raad en het Hongaarse voorzitterschap, omdat ze veel serieuze beloften en belangrijke toezeggingen hebben gedaan.
Wanneer we het hebben over de integratie van de Roma, moeten we niet vergeten dat we het hebben over de meest bijzondere en wellicht meest ingewikkelde kwestie in Europa en in de Europese Unie. Dit is een kwestie die niet alleen kan worden opgelost met geld, antidiscriminatiewetgeving of het lanceren van scholingsprogramma's. De oplossing voor dit probleem is enkel te vinden in een combinatie van al deze aanpakken en is onderdeel van een gemeenschappelijk politiek streven.
Op dit moment houdt de Unie zich meer dan ooit alleen bezig met het probleem van haar twaalf miljoen Roma. Sommigen realiseren zich nog steeds niet dat deze mensen niet eenvoudigweg alleen Bulgaarse, Roemeense of Slowaakse Roma zijn, maar dat ze ook burgers van de Europese Unie zijn met dezelfde rechten en verplichtingen, terwijl ze beperkte vooruitzichten hebben.
De situatie zoals we die zien is nogal gecompliceerd. Hoe hoger het niveau van integratie dat wordt bereikt met de acties, initiatieven en maatregelen die door de lidstaten en alle Europese instellingen worden uitgevoerd, hoe meer succes de strategie voor de integratie van de Roma van de Europese Unie zal hebben.
Geïmproviseerde en unilaterale maatregelen doen wellicht zelfs meer slecht dan goed. In dit kader moet ik erop wijzen dat de kennis over de Roma in sommige lidstaten onvoldoende en in enkele gevallen zelfs onjuist is. Daarom moet het Europese vraagstuk van de Roma grondig worden onderzocht en moet professioneel toezicht worden gehouden op de voortgang ervan. Anders bestaat het gevaar dat we in plaats van de tijdbom onschadelijk te maken we deze alleen van de ene naar de andere plek zullen verplaatsen op de kaart van het oude continent.
De kern van onze ambitieuze strategie moet bestaan uit het op grote schaal aanbieden van onderwijs aan de Roma. Dit betekent dat hun kinderen volledig worden geïntegreerd in het onderwijssysteem, dat jongeren beschikken over basisdiploma's en volwassenen leren lezen en schrijven.
De belangrijkste doelstelling in de komende jaren moet zijn om geleidelijk te zorgen voor een toename van het aantal Roma dat is opgeleid voor de arbeidsmarkt en dat zich ontvankelijk opstelt tegenover officiële instanties en de rechtsstaat. Dit is de enige manier om te bewerkstelligen dat het leven van de Roma er in de toekomst anders uit zal zien dan nu, dan het huidige miserabele bestaan op drijfzand dat onnodig veel geld van Europese belastingbetalers opslokt.
Hélène Flautre, namens de Verts/ALE-Fractie. – (FR) Mevrouw de Voorzitter, het is natuurlijk goed nieuws dat we vandaag een Europees kader in handen hebben dat elke lidstaat ertoe gaat verplichten om zijn strategie betreffende de integratie van de Roma bekend te maken. Deze strategieën zullen tot het einde van dit jaar beoordeeld worden door de Europese Commissie en we zullen ze over ongeveer een jaar dus weer moeten gaan bespreken. In feite geven we vandaag dus het startsein voor een routekaart die de parlementsleden, de instellingen en het maatschappelijk middenveld in staat stelt om permanent zeer waakzaam te zijn op een aantal zeer belangrijke gebieden, namelijk de gebieden die u hebt opgenoemd.
Ik heb gezien dat er in de mededeling van de Commissie rekening is gehouden met een aantal opmerkingen dat we hadden geplaatst in het parlementaire verslag. Dan heb ik het bijvoorbeeld over de betrokkenheid van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten bij de evaluatie van de strategieën. Ik denk dat dit agentschap haar sporen lang en breed verdiend heeft op dit gebied. Ik denk ook aan de totstandbrenging van de samenwerking met de Raad van Europa over de opleiding van mediators uit de Romagemeenschap. Dat is van doorslaggevend belang voor het slagen van projecten op alle niveaus, net als de aandacht die wordt gegeven aan de Roma die onderdanen zijn van derde landen, alsook de uitbreidingsdimensie die in dit verslag in aanmerking wordt genomen. Verder denk ik dat de vaststelling van gemeenschappelijke indicatoren voor de versterking van het evaluatiemechanisme meer dan welkom is.
Toch wil ik erop wijzen dat deze mededeling ook nalatigheden bevat. Ik vind dat er niet met voldoende klem wordt verwezen naar de noodzakelijke bijdrage van de Roma op alle niveaus, dat wil zeggen op het niveau van de uitwerking van projecten, de uitvoering van projecten en de evaluatie van deze projecten. Er wordt gesproken over informatie, over raadpleging, maar juist de betrokkenheid van de Romagemeenschap zelf is zo belangrijk. Dat blijkt ook uit de opgedane ervaringen, want er zijn ook veel dingen die wel goed gaan in Europa. Ik vind dat dus een zwak punt van de mededeling.
Nog een zwak punt in de mededeling is dat de kwestie van non-discriminatie in alle vier de sectoren op horizontale wijze wordt benaderd. Maar ik denk dat het heel belangrijk is, of dat het heel belangrijk zou zijn geweest, om een paragraaf volledig te wijden aan de bestrijding van discriminatie en geweld, aan toegang tot het rechtssysteem voor de Roma. Dit hoofdstuk over antidiscriminatie, grondrechten en toegang tot het rechtssysteem wordt niet als een specifiek onderwerp aangesneden en dat vind ik een zwak punt in de tekst van de Commissie.
Volgens mij hebben we ook gesproken over mediators, een programma dat in gang gezet is door de Raad van Europa. Het is goed dat dit programma genoemd wordt in deze mededeling. Wij hadden, net als u, de richtsnoeren kunnen noemen die zijn vastgesteld door de Raad van Europa, zodat we niet met twee strategieën of twee soorten referenties zouden komen te zitten voor het evalueren van de nationale strategieën. Dat had, lijkt me, een pluspunt van deze mededeling kunnen zijn.
Tot slot geloof ik dat het werk van de Commissie nog niet klaar is, en dat de taskforce zijn werkzaamheden moet voortzetten zodat de lidstaten elke dag opnieuw de druk voelen die op hen wordt uitgeoefend door de Commissie, het maatschappelijk middenveld en de plaatselijke instellingen, om deze richtsnoeren daadwerkelijk ten uitvoer te brengen.
Timothy Kirkhope, namens de ECR-Fractie. – (EN) Mevrouw de Voorzitter, dit voorstel biedt een kans om de Roma beter te integreren in de lidstaten en manieren te vinden om de Roma dezelfde kansen en rechten te geven die alle andere EU-burgers ook hebben. Het hoofddoel van het programma zou moeten zijn om universele rechten voor al deze mensen veilig te stellen.
Ik vrees echter dat deze opnieuw zwaar belaste en gecompliceerde agenda net als eerdere programma's zal moeten worden ingekrompen. De bevoegdheden van de lidstaten op het gebied van onderwijs, gezondheidszorg en huisvesting moeten worden gerespecteerd, en afgaand op wat ik tot nu toe heb gelezen is het mogelijk dat de Commissie haar bevoegdheden overschrijdt op een wijze die het recht van de lidstaten om op deze gebieden hun eigen beleid vast te stellen aantast. Ik hoop evenwel dat deze nieuwe strategie een nieuw tijdperk markeert voor de manier waarop de EU dit probleem aanpakt, namelijk door eerst naar de Roma te luisteren.
Gedurende een te lange periode zijn de programma's te ingewikkeld geweest en hebben ze de mensen die ze het hardst nodig hadden simpelweg niet bereikt. In bijna tien jaar zijn er maar weinig praktische resultaten behaald. Ik hoop dat de Commissie zich nu zal richten op de beste manier om de procedure voor het verkrijgen van EU-middelen te vereenvoudigen en om haar programma's te bewaken, te beoordelen en uit te voeren. Als de EU hiervoor geld wil uitgeven, moet dat geld nu beter worden besteed.
Cornelia Ernst, namens de GUE/NGL-Fractie. – (DE) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, het is natuurlijk een goede zaak dat er nu een kaderstrategie komt voor de integratie van de Roma, maar ik moet wel een kanttekening maken. Dit voorstel van de Commissie is teleurstellend, na de jarenlange discussie met vertegenwoordigers van de Roma, ook hier in het Parlement.
Met of zonder een kaderstrategie hebben vertegenwoordigers van de Roma al jaren keer op keer gewezen op het feit dat we gerichte maatregelen moeten nemen, en duidelijke en concrete doelstellingen vast moeten leggen. Er zijn echter zelfs geen duidelijke sancties vastgelegd voor degenen die zich niet aan deze strategie houden. Er zijn wel ideeën op tafel gelegd, en die zijn hier ook genoemd, maar eigenlijke sancties zijn niet voorzien, en de bestaande verplichtingen hebben zoveel gaten als een Zwitserse kaas.
De Romastrategie moet alle onderwerpen behandelen, dat hadden we afgesproken. Maar wat heeft de Commissie te bieden, afgezien van de vier hoofdpunten? De Romagemeenschappen worden niet structureel betrokken bij alle besluiten die voor hen gevolgen hebben. Er zijn geen structuren voor de concrete omzetting van de streefdoelen. De genderdimensie wordt verwaarloosd. En ik maak me werkelijk druk over het feit dat u niet bereid bent om expliciete actie te ondernemen om discriminatie van de Roma te bestrijden, dat vind ik schandalig.
U klaagt over het feit dat middelen voor de Roma in de structuurfondsen van de EU niet worden benut. Ik wil u echter heel eerlijk vragen: is de vijandige houding tegenover Roma niet ook een reden waarom men dergelijke Europese middelen niet heeft gebruikt? Volgens mij is dat een feit.
De GUE/NGL-Fractie heeft kritiek op deze mededeling. Die gaat volgens ons niet ver genoeg, en ik verwacht gewoon dat dit wordt rechtgezet.
Mario Borghezio, namens de EFD-Fractie. – (IT) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, ondanks dat ik een euroscepticus ben, zou ik, met het oog op de Europa 2020-strategie, voorstander kunnen zijn van een plan om discriminatie, problemen en marginalisering de wereld uit te helpen, mits de Europese Commissie daadwerkelijk komt met een daadkrachtige actie om het gedrag van de lidstaten te controleren.
Maar we krijgen speeches over een grootse toekomst, over een grote controle, gehouden door een Europese commissaris die mij nog steeds niet kan uitleggen hoe het mogelijk is dat het in haar land, in het Groothertogdom Luxemburg, voor deze nomaden verboden is om hun kamp op te slaan, terwijl zij zichzelf wel mogen installeren in de buurt van mijn huis, in Italië en in Frankrijk. We hebben het dus over het bieden van een thuis aan nomaden, terwijl deze mensen in bepaalde Europese landen, met name in het land van mevrouw Reding, niet eens hun kamp mogen opslaan.
In de belangrijkste krant van Italië, Il Corriere della Sera, staat vandaag een artikel over een ouder, een nomade die de titel 'ouder' niet verdient en die in Italië is gearresteerd omdat ze haar eigen dochtertje had verkocht aan handelaren die het meisje aan het werk wilde zetten als prostituee. Ze verkocht haar eigen dochtertje! Anderen laten hun dochters andere dingen doen. Vaak zijn zij degenen die hun kinderen niet naar school sturen, ondanks de druk en bemoeienis van autoriteiten, bemiddelaars en hulporganisaties.
Willen we het ook over deze problemen hebben? Zijn we bereid onze ogen te openen voor deze idiote liefdadigheid en ons te realiseren dat de Roma veel van hun problemen alleen en voornamelijk aan zichzelf te danken hebben?
De Voorzitter. − Het debat is gesloten.
Schriftelijke verklaringen (artikel 149)
Cătălin Sorin Ivan (S&D), schriftelijk. – (RO) De nieuwe Europese strategie voor de integratie van de Roma herhaalt slechts oude doelstellingen, die in de loop der tijd onhaalbaar zijn gebleken. Deze doelen hadden geloofwaardig kunnen zijn bij de lancering van het Decennium voor de Roma-integratie in 2005. Op dit moment, nu extremisme en geweld tegen Roma in de EU toenemen, hebben we een veel concretere strategie nodig. De spanningen in Hongarije nemen toe, de acties van milities worden steeds gewelddadiger en zonder stevige stellingname zal de situatie nog verergeren. Daarom is het onverklaarbaar dat de Commissie niet geprobeerd heeft om daadwerkelijke oplossingen aan te dragen, voor concrete problemen, eens te meer omdat er ook een EP-resolutie beschikbaar was.
Marian-Jean Marinescu (PPE), schriftelijk. – (RO) De nieuwe strategie voor de coördinatie van nationale strategieën voor de integratie van de Roma, die vandaag door de Commissie is gepresenteerd, is een belangrijke stap voor de EU. Het opzetten van nationale contactpunten voor het integreren van de Roma, het vereenvoudigen van financieringsprocedures, het evalueren van de nationale plannen door de Europese instellingen en het controleren van de voortgang wat betreft integratie van de Roma in de lidstaten zijn maatregelen die zullen bijdragen aan de verbetering van de sociale en economische situatie van de Romapopulatie in Europa. De lidstaten moeten deze strategieën goed bestuderen en zo snel mogelijk een verantwoordelijk bestuursorgaan aanwijzen voor de uitvoering van de strategie en de coördinatie met de andere lidstaten. Ik hoop dat de Commissie vanaf deze zomer de leiding zal nemen bij de coördinatie van de strategie, voor wat betreft de evolutie op belangrijke gebieden als bevordering van burgerschapsvorming, beroepsoriëntatie en werkgelegenheid. Ik betreur het dat de nieuwe strategie niet duidelijk typen programma's voor Roma aangeeft, te ontwikkelen en uit te voeren op soortgelijke wijze in alle lidstaten, met bepaalde verschillen. Ik vraag de Raad en de lidstaten om met voorstellen te komen voor dergelijke programmatypen die de Commissie centraal kan verzamelen. Zonder dergelijke modellen, aangepast aan het nomadisch karakter van de Roma, kan de EU nooit volledig bijdragen aan de toegevoegde waarde op Europees niveau.
Rovana Plumb (S&D), schriftelijk. – (EN) Het EU-kader voor de nationale strategieën voor integratie van de Roma biedt een kans om op alle niveaus en met alle belanghebbende partijen de krachten te bundelen om een eind te maken aan de uitsluiting van de Roma. De doelen die op EU-niveau zijn geformuleerd, die betrekking hebben op vier voor de integratie van de Roma belangrijke gebieden – toegang tot onderwijs, werkgelegenheid, gezondheidszorg en huisvesting – zullen alleen worden verwezenlijkt als de lidstaten zich er daadwerkelijk aan committeren. Het is nu van cruciaal belang om naar een hogere versnelling te schakelen en ervoor te zorgen dat nationaal, regionaal en lokaal integratiebeleid duidelijk en specifiek op de Roma wordt gericht en dat specifieke maatregelen worden genomen om de behoeften van de Roma te vervullen, om de achterstandssituatie waarin ze zich bevinden te compenseren of om te voorkomen dat ze daarin belanden. De lidstaten moeten er in het kader van de Europa 2020-strategie voor zorgen dat alle Romakinderen toegang tot kwaliteitsonderwijs krijgen en een concrete doelstelling voor het vergroten van de werkgelegenheid onder de Roma vaststellen. Ook moet het percentage Romahuishoudens dat toegang tot water, sanitaire voorzieningen en elektriciteit heeft worden verhoogd en moet niet-discriminerende toegang tot huisvesting, waaronder sociale woningen, worden bevorderd. De lidstaten moeten concrete doelstellingen met concrete tijdschema's vaststellen om de levensverwachting van de Roma te laten stijgen, het percentage gevaccineerde kinderen te verhogen tot het niveau van de niet-Romabevolking en de kinder- en moedersterfte te verlagen tot het niveau van niet-Romabevolking.
Marie-Thérèse Sanchez-Schmid (PPE), schriftelijk. – (FR) De Commissie heeft ons eindelijk een aantal ambitieuze doelstellingen gegeven voor de integratie van de Roma in Europa: garanderen dat alle Romakinderen ten minste basisonderwijs kunnen volgen, de kindersterfte terugdringen, de verschillen in levensverwachting verkleinen. Maar nu moeten deze woorden nog worden omgezet in daden. Een jaar nadat het Europees Parlement een wijziging van de EFRO-verordening heeft aangenomen met betrekking tot de investering in huisvesting voor gemarginaliseerde gemeenschappen, komen de projecten maar met moeite van de grond. Het is niet alleen belangrijk dat de staten investeren en verslag uitbrengen van hun acties op gebieden als werkgelegenheid, onderwijs, gezondheid en de huisvesting van de Roma, maar ook dat de Commissie het gebruik van de bestaande Europese programma's nauwgezet volgt. Tot slot moeten de Roma deze gelegenheid aangrijpen om hun toekomst in eigen handen te nemen, wetende dat Europa aan hun kant staat. Een afwachtende houding en loze woorden dienen slechts als voer voor extreem rechts en wantrouwen binnen de gemeenschappen. De Internationale Dag van de Roma zal aankomende vrijdag worden gevierd, op 8 april. Ik hoop dat we op 8 april 2012 de geboekte resultaten kunnen vieren.