Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2010/2201(INI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A7-0062/2011

Ingediende teksten :

A7-0062/2011

Debatten :

PV 05/04/2011 - 14
CRE 05/04/2011 - 14

Stemmingen :

PV 06/04/2011 - 8.17
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2011)0143

Volledig verslag van de vergaderingen
Dinsdag 5 april 2011 - Straatsburg Uitgave PB

14. De financiering van politieke partijen op Europees niveau (debat)
Video van de redevoeringen
Notulen
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. − Aan de orde is het verslag (A7-0062-2011) van Marietta Giannakou, namens de Commissie constitutionele zaken, over de toepassing van Verordening (EG) nr. 2004/2003 betreffende het statuut en de financiering van politieke partijen op Europees niveau [2010/2201(INI)].

 
  
MPphoto
 

  Marietta Giannakou, rapporteur. (EL) Mijnheer de Voorzitter, het Parlement moet vandaag over het verslag debatteren dat ik namens de Commissie constitutionele zaken heb opgesteld over de verordening inzake het statuut van de Europese politieke partijen en hun financiering door het Europees Parlement. Hoewel er een soortgelijke regeling bestaat, is er tot nu toe geen statuut voor de Europese politieke partijen dat in overeenstemming is met het Verdrag van Lissabon en waaraan de Europese Unie behoefte heeft, met andere woorden, een statuut zoals vereist op grond van artikel 10, lid 4 van het Verdrag van Lissabon, waarin gesproken wordt over politieke partijen op Europees niveau die bijdragen tot de vorming van een Europees politiek bewustzijn en tot de uiting van de wil van de burgers van Europa. Dit betekent natuurlijk niet dat Europese partijen functioneren als internationale niet-gouvernementele organisaties op het niveau van de Belgische staat. Nadat de Commissie constitutionele zaken het verslag van de secretaris-generaal over de financiering van partijen had geaccepteerd, evenals zijn voorstel om een statuut in te richten, het voorstel van het Europees Parlement in het vorige verslag van 2003 aangaande de noodzaak van een dergelijk statuut – maar toen was het Verdrag van Lissabon nog niet aangenomen – en ten slotte de nota van het Bureau van 10 januari, heeft zij na een pittige hoorzitting met alle politieke partijen, voorzitters en secretarissen op Europees niveau, maar ook met eminente hoogleraren in de economie en het constitutioneel recht, en na het horen van Transparency International en de Rekenkamer van de Unie, dit verslag goedgekeurd, waarin zij er bij de Europese Commissie op aandringt een soortgelijk voorstel te doen opdat er een werkelijk Europees statuut van politieke partijen komt.

Dit statuut zal echter aan bepaalde criteria moeten voldoen, zoals in het verslag wordt bepaald: in minstens zeven landen moeten nationale partijen – of ook regionale, voor zover de regionale instanties van deze landen wetgevende bevoegdheden hebben – lid zijn. Tegelijkertijd zal er onderscheid zijn tussen de erkenning en de financiering van Europese politieke partijen. Om voor financiering in aanmerking te komen, moeten zij door ten minste één lid in het Europees Parlement vertegenwoordigd worden. Personen, gewone burgers, kunnen natuurlijk lid worden, maar ook partijen.

De voorstellen betreffen niet alleen de Europese politieke partijen, maar ook de daarmee verbonden Europese politieke stichtingen. Er wordt dus – en dat is een belangrijk punt – een juridische, politieke en fiscale status van de Europese politieke partijen nagestreefd, natuurlijk in het kader en onder de bescherming van de Europese juridische status en de Europese wetten in het algemeen.

De Commissie constitutionele zaken heeft uitvoerig over deze kwestie gedebatteerd en is met minimale wijzigingen tot dit voorstel gekomen, die natuurlijk in de amendementen te zien zijn. In wezen is zij tot de conclusie gekomen dat het om de versterking van de democratie gaat, om de versterkte tegenwoordigheid van de burgers op het vlak van de Europese instellingen door het creëren van een dergelijk statuut en, natuurlijk, wat de financiering aangaat, wordt er bepaald dat tien procent zal bestaan uit eigen middelen en dat donateurs 25 000 euro kunnen geven in plaats van 12 000 euro zoals nu. Ik dank u, mijnheer de Voorzitter, en ik vraag de plenaire vergadering uiteraard om voor dit verslag te stemmen.

 
  
MPphoto
 

  Maroš Šefčovič, vicevoorzitter van de Commissie. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, dank u wel dat u mij in de gelegenheid stelt om met u te debatteren over het verslag over Europese politieke partijen en de daarmee verbonden stichtingen. Ook wil ik graag mevrouw Giannakou bedanken voor het opstellen van dit initiatiefverslag.

Wij in de Commissie vinden dit verslag zeer belangrijk. We weten dat de Europese politieke partijen een belangrijke rol in de Europese integratie spelen. Zij dragen er met name toe bij dat politieke kwesties tijdig, voor de verkiezingen voor het Europees Parlement, vanuit een Europees perspectief worden gepresenteerd en besproken, waardoor wordt voorkomen dat deze verkiezingen worden gedomineerd door zuiver nationale vraagstukken, wat, zoals we wel weten, zeer vaak het geval is. Ik juich daarom de op de toekomst gerichte toon van het verslag toe en ik verheug me op het debat hierover vanavond en in de toekomst.

In artikel 12 van Verordening (EG) nr. 2004/2003 is bepaald dat het Europees Parlement uiterlijk 15 februari 2011 een verslag over de toepassing van deze verordening en de gefinancierde activiteiten publiceert. Eventuele in het financieringsstelsel aan te brengen wijzigingen worden in voorkomend geval in het verslag vermeld. Zoals ik al zei, beschouwen wij dit initiatiefverslag van mevrouw Giannakou en de bijbehorende resolutie als een positieve stap, maar ik wil wel benadrukken dat er nauwkeurigere en betere informatie over de daadwerkelijke uitvoering van de huidige verordening en de gefinancierde activiteiten nodig is.

In deze context en in het licht van de stemming in het Europees Parlement morgen kan de Commissie worden verzocht stappen te ondernemen door middel van een nadere herziening van Verordening (EG) nr. 2004/2003 en het Financieel Reglement, of door middel van nieuwe wetgeving. Mocht het Parlement tot de conclusie komen dat de relevante bestaande wetgeving wijziging behoeft of dat er nieuwe wetgeving nodig is, dan zal de Commissie deze conclusie serieus bestuderen en, indien zij het ermee eens is, de nodige initiatieven nemen.

De Commissie zal ook nadenken over de vraag hoe Verordening (EG) nr. 2004/2003 op de langere termijn verder kan worden verbeterd om zo de ontwikkeling van sterkere en echt transnationale politieke partijen en stichtingen op Europees niveau te steunen, met het oog op de ontwikkeling van een echte politieke Europese publieke ruimte.

Wat betreft de specifieke kwestie van een statuut voor Europese politieke partijen ben ik me ervan bewust dat dit niet de eerste keer is dat het Europees Parlement om een dergelijk statuut heeft gevraagd. Op deze kwestie wordt in enig detail ingegaan in een onderzoek dat in opdracht van de Commissie constitutionele zaken is uitgevoerd en ik denk dat uit dit onderzoek duidelijk blijkt dat er met het opstellen van een dergelijk statuut nogal wat ingewikkelde constitutionele, politieke en praktische zaken gemoeid zijn. Deze zaak vergt dan ook een zeer zorgvuldige en gedetailleerde analyse.

Hetzelfde kan worden gezegd over enkele andere onderwerpen die in het verslag aan de orde komen. Wat betreft de voorstellen waarvoor een wijziging van het Financieel Reglement nodig is, acht de Commissie het ook noodzakelijk om intensiever na te denken over oplossingen op wetgevingsgebied en het moment waarop de mogelijke veranderingen zouden moeten worden doorgevoerd.

Tot besluit stel ik vast dat de vraagstukken die in het verslag van mevrouw Giannakou en de bijbehorende ontwerpresolutie aan de orde worden gesteld kernvraagstukken van de Europese integratie en het democratische karakter ervan zijn, en dat die daarom onze volle aandacht verdienen. Ik kijk uit naar het debat hierover vanavond en in de toekomst.

 
  
MPphoto
 

  Carlo Casini, namens de PPE-Fractie.(IT) Mijnheer de Voorzitter, commissaris, dames en heren, ik wil allereerst mevrouw Giannakou van harte bedanken voor het geweldige en intelligente werk dat zij heeft geleverd.

Als we het over politieke partijen hebben, moeten we twee problemen in ogenschouw nemen. Ten eerste hebben politieke partijen in geen enkel land veel aanzien. Ten tweede gaat men er bij de Europese verkiezingen in het algemeen van uit dat politieke partijen de belangen van hun eigen land behartigen en niet die van Europa als geheel. De Europese burgers hebben daarom geen hoge pet op van de partijen en ook niet van hun functioneren op het gebied van de eenwording van Europa.

We moeten daarom snel reageren. Niet alleen in het Verdrag van Lissabon, zoals reeds werd aangegeven, maar ook in veel grondwetten, in bijna alle Europese grondwetten, wordt het functioneren van politieke partijen gezien als van nationaal belang, en dus cruciaal voor het vormen van democratie en het nastreven van gezamenlijke belangen. Het is belangrijk om te benadrukken dat ik het heb over grondwetten, en niet over gewone wetten, en dat ik dus verwijs naar de basisstructuren van landen en van de Europese Unie als geheel.

We moeten daarom dringend een statuut opstellen voor daadwerkelijk Europa-gerichte partijen die niet slechts de som zijn van individuele nationale constructies die in hun land geen permanente Europese structuur hebben. We hebben juist partijen nodig die vanuit Europees oogpunt denken en handelen. De noodzaak die ik beschrijf wordt nog prangender als we echt een uniforme Europese kieswet willen, die hopelijk zelfs kan leiden tot één Europese kieskring, die zal bestaan naast de nationale kieskringen. Hierdoor zullen de afzonderlijke Europese burgers meer het gevoel krijgen dat ze deel uitmaken van Europa.

Ik ben nu aangekomen bij de kern van mijn betoog. Zoals reeds werd benadrukt (en ik bedank de commissaris alvast), heeft mijn commissie erg hard gewerkt en hoorzittingen en talloze vergaderingen gehouden, maar we hebben een voorstel, een initiatief van de Europese Commissie nodig, waarmee de Europese partijen komen te vallen onder het recht van de Europese Unie, met een nieuwe publiekrechtelijke rechtsvorm, met een rechtspersoonlijkheid die ook geldt in alle lidstaten en met een eenduidige structuur waardoor ze kunnen optreden als vertegenwoordigers van de belangen van de Europese burgers. Ik bedank mevrouw Giannakou en de commissaris voor hun beloften.

 
  
MPphoto
 

  Enrique Guerrero Salom, namens de S&D-Fractie. – (ES) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, mevrouw Giannakou, ik dank u voor het opstellen van dit verslag; ik denk dat het zeer nuttig zal zijn om de Commissie voortgang te laten boeken bij de uitwerking van een beter systeem voor de erkenning en bescherming van de Europese politieke partijen.

De Europese democratie is een heuse representatieve democratie. Het bouwwerk van de representatieve democratie staat al overeind sinds de belofte van de liberale revoluties om het volk een vertegenwoordiging te geven en zijn lot in eigen handen te laten nemen, door de uitbreiding van het kiesrecht, halverwege de negentiende eeuw, is waargemaakt. Het democratische bouwwerk is stevig gefundeerd, maar af en toe moet het worden verbouwd en zijn er nieuwe vormen nodig zodat de vertegenwoordiging haar stem beter kan laten horen. Dat is bijvoorbeeld wat dit Parlement heeft gedaan toen het het burgerinitiatief goedkeurde.

De democratie heeft tenslotte nooit overleefd zonder vrije vertegenwoordiging en de vertegenwoordiging is nooit vrij geweest zonder een meerpartijenstelsel. Het zijn de politieke partijen die deze pluriforme vertegenwoordiging mogelijk maken. In een democratie zijn het de partijen die het pluralisme vorm geven, zij zijn het basisinstrument voor beleidsparticipatie: zij dragen bij tot de vorming van de publieke opinie, zij bieden alternatieven, algemene en sectorgerichte regeringsprogramma's, zij coördineren en harmoniseren sociale belangen en dragen bij tot de communicatie tussen het volk en de regering.

Zoals een theoreticus van politieke partijen terecht heeft gesignaleerd, werden de politieke partijen niet ontwikkeld om het volk te laten weten welke de behoeften van de regering zijn, maar om de regering te laten weten wat de aspiraties van het volk zijn.

Op nationaal niveau heeft dit gewerkt, maar nu moeten we zorgen dat het ook op Europees niveau functioneert. Het gaat er dan ook om een kader en gelegenheden te bieden om de Europese politieke partijen, op het Europees toneel, de functies te laten vervullen die zij op nationaal gebied al hadden. Het belangrijkste daarvoor is de partijen een wettelijk statuut te geven. Dat is wat dit verslag voorstelt: partijen die in het politieke landschap aanwezig zijn en die zich tegelijk gedragen volgens de regels van de democratie met een onderscheid tussen erkenning van de partijen en hun financiering, waarvoor de steun van het volk nodig is.

Ten slotte hopen we dat de Commissie de mechanismen voor een regulering van de politieke partijen in werking stelt, om de huidige, nog niet bevredigende, situatie te perfectioneren.

 
  
MPphoto
 

  Stanimir Ilchev, namens de ALDE-Fractie.(BG) Mijnheer de Voorzitter, het verslag-Giannakou weerspiegelt de logische opeenvolging van gebeurtenissen van de afgelopen jaren die de interesse van burgers in de politiek in de Europese Unie wilden vergroten.

In deze tijd betekent het reguleren van Europese politieke partijen het creëren van een burgerlijke ruimte zonder grenzen. In dat opzicht is het verslag-Giannakou een uitnodiging voor hervormingsgezinde politici. De plannen die in dit verslag worden uiteengezet zijn belangrijk. Zij zullen helpen Europese politieke partijen om te vormen tot een echt instrument om het participerend bestuur in de Europese Unie te stimuleren.

Het is geen toeval dat er bijna honderd amendementen werden ingediend voor dit verslag. Naar aanleiding van de gezamenlijk geleverde inspanningen zijn er zeven compromisversies gemaakt, die door alle parlementaire fracties worden gesteund. Ik denk dat de interesse voor het verslag in de Commissie constitutionele zaken voortkomt uit het idee dat het Europese partijensysteem nog flexibeler, aantrekkelijker en logischer zal worden, en niet te vergeten geschikter voor de processen in Europa, door het vaststellen van een gemeenschappelijke politieke, juridische en fiscale status voor de Europese politieke partijen.

Dit gaat niet over de organisatie van politieke partijen volgens één enkele, gestandaardiseerde structuur, maar over het volgen van een meer gemeenschappelijk model. De basale verschillen tussen politieke partijen en stichtingen zijn nog altijd van toepassing, maar er worden nieuwe mogelijkheden geschapen voor een grotere synergie in hun aanpak.

Het verslag en de te verwachten daaropvolgende ontwikkelingen moeten de vertrouwde status-quo wijzigen waarbij politieke partijen slechts organisaties van nationale politieke partijen zijn en er geen rechtstreekse band bestaat met de kiezers in de lidstaten. Op grond van deze ambitie wordt het raadzaam geacht te beginnen met een onderzoek naar de voorwaarden voor rechtstreeks individueel lidmaatschap en de deelname van natuurlijke personen aan het intern functioneren en zelfs het bestuur van de politieke partij.

In het verslag wordt een aantal gevoelige onderwerpen aangesneden. Er wordt bijvoorbeeld een duidelijk onderscheid aangebracht tussen de criteria voor het oprichten van een politieke partij en voor de financiering ervan. Het verslag moet worden gesteund, zodat de Commissie een begin kan maken met het creëren van een nieuw hoofdstuk in het Financieel Reglement dat alleen bedoeld is voor de financiering van Europese politieke partijen en stichtingen.

 
  
MPphoto
 

  Gerald Häfner, namens de Verts/ALE-Fractie. (DE) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, duidelijke wettelijke regelingen voor politieke partijen in Europa zijn een belangrijke factor in de vorming van een Europese samenleving, de ontwikkeling van Europese politieke discussie en in de totstandbrenging van Europese verkiezingen die daadwerkelijk Europees zijn, met Europese campagnes en argumenten in plaats van nationale campagnes en argumenten, zoals nu grotendeels nog het geval is. Ik wil mevrouw Giannakou om die reden bijzonder hartelijk danken voor haar verslag. Wij hebben hierbij bijzonder nauw samengewerkt. We waren het aanvankelijk niet over alles met elkaar eens. Aan het eindresultaat willen wij echter graag onze steun verlenen.

Ik wil een aantal punten eruit lichten, waar wij tijdens het debat bijzonder veel waarde aan hebben gehecht. Een daarvan is bijvoorbeeld het feit dat partijen die willen deelnemen aan het democratische proces naar onze mening ook democratische structuren moeten hebben. Dat geldt in het bijzonder voor de verkiezing van partijorganen, het benoemen van kandidaten en het opstellen van lijsten, en dat is nu in paragraaf 5 opgenomen. Dat is mijns inziens een enorme vooruitgang. Hetzelfde geldt voor nog een aantal punten, die ik nu niet wil noemen.

Ik wil nog kort wijzen op het belangrijkste punt: de voorwaarde dat een partij door ten minste één van haar leden in het Europees Parlement is vertegenwoordigd. Dat was aanvankelijk vereist om erkend te worden en financiële steun te krijgen. Deze voorwaarde is nu enkel nog van toepassing ten aanzien van de financiering. Dat was voor ons uitermate belangrijk, omdat erkenning en financiering strikt van elkaar gescheiden moeten worden. Erkenning betekent dat er sprake moet zijn van vrije concurrentie, dat er in Europa nieuwe partijen met nieuwe thema's en nieuwe gezichten kunnen worden gevormd. Dat mag niet aan al te strenge beperkingen worden onderworpen. Als het echter gaat om de financiering, dan mag daar uiteraard een bepaald minimum aan verkiezingssucces aan worden verbonden. In die zin kunnen wij instemmen met dit resultaat, ook al hadden we dit punt graag wat duidelijker uitgewerkt gezien, reden waarom wij een amendement willen indienen.

 
  
MPphoto
 

  Daniel Hannan, namens de ECR-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, democratie is niet alleen het recht om van tijd tot tijd een stembiljet te mogen invullen. Democratie heeft ook te maken met een band tussen overheid en burgers – een zekere affiniteit. Voor een functionerende democratie heb je een demos nodig, een eenheid waarmee we ons kunnen identificeren wanneer we het over 'wij' hebben. Als je de democratie ontdoet van demos, hou je alleen kratos over, de kracht van een systeem dat bij wet moet afdwingen wat het niet uit hoofde van burgerzin kan vragen.

Je kunt niet via een bureaucratisch besluit instellingen van een functionerende representatieve overheid in het leven roepen. We hebben het in de Europese Unie geprobeerd. We hebben een heel circus opgetuigd: het Europees Parlement, de politieke partijen, de verkiezingen, enzovoort, maar je kunt mensen niet dwingen om zich op dezelfde manier Europees te voelen als dat ze zich Noors, Japans, Frans, Portugees of noem maar op voelen.

Een partij moet organisch groeien, want de leden herkennen zich in een gemeenschappelijke identiteit en gemeenschappelijke belangen. Het is niet iets wat we met openbare middelen of een bureaucratische pennenstreek kunnen creëren. Het moge dus duidelijk zijn dat de ECR-Fractie tegen deze wetgeving is. We zijn tegen het concept van transnationale partijen. We gaan soms een verbond van partijen aan, maar we verzetten ons tegen een gemeenschappelijk statuut. We verzetten ons tegen een verhoging van de begroting – wat ik in het huidige economische klimaat een vreemde toewijzing van middelen vind – en ik ben tegen het idee van mijn landgenoot en vriend Andrew Duff om deze transnationale partijen toe te staan om EU-gelden te besteden aan nationale referendumcampagnes.

Je maakt geen Europeanen door publiek geld uit te geven. Al het goud in al onze nationale schatkisten bij elkaar is niet genoeg om mensen van een onjuist idee te overtuigen.

 
  
MPphoto
 

  Helmut Scholz, namens de GUE/NGL-Fractie. (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer Šefčovič, dames en heren, ik kan niet anders dan het feit toejuichen dat het Europees Parlement een serieuze en praktische benadering voor de kwestie van de democratisering van Europese besluitvormingsprocessen volgt. Zoals het verslag van mevrouw Giannakou laat zien, omvat deze benadering tevens een verdere ontwikkeling van Europese partijen, die weliswaar al jarenlang tot de dagelijkse politieke realiteit in Europa behoren, maar tot dusver echter geen gelijkwaardige partners en spelers wat betreft hun democratische invloed op het EU-beleid zijn. Wij hebben ook op EU-niveau politieke partijen nodig die stevig verankerd zijn in de samenlevingen en die, gestoeld op interne structuren en regels, een belangrijke rol kunnen spelen bij de verkiezingen voor het Europees Parlement en het creëren van Europese openheid.

Ten aanzien van dit specifieke verslag had ik graag gezien dat de rapporteur beduidend meer moed had laten zien en door middel van het initiatiefrecht van het Parlement een echte grote stap in de ontwikkeling van het politieke systeem en het partijensysteem in de Europese Unie had gezet. Dit is een stap waar vele burgers op zitten te wachten en die hen aanmoedigt om mee te doen. De in elkaar grijpende Europese en nationale besluitvormingsniveaus en de relaties tussen de politieke partijen hadden duidelijker kunnen worden beschreven als een gemeenschappelijke factor die transparant is en kan worden beïnvloed.

Het Europees Parlement moet er nu resoluut bij de Commissie en de Raad op aandringen om in dit verband het initiatief te nemen. Ik verwacht daarbij de constructieve medewerking van de Commissie en de Raad.

 
  
MPphoto
 

  John Stuart Agnew, namens de EFD-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, met deze wetgeving kan de EU geld in referendumcampagnes stoppen om ervoor te zorgen dat zij voor de verandering eindelijk eens het gewenste resultaat behaalt!

Het Verenigd Koninkrijk zal in de toekomst telkens wanneer de EU voorstelt om de kiezer macht te ontnemen een referendum houden. De EU is doodsbang dat wij met de verkeerde antwoorden komen. Daarom wil zij geld van de Britse belastingbetalers afpakken om ze te indoctrineren met haar versie van wat de juiste weg is.

Voorvechter van de wetgeving is Andrew Duff, een liberaal-democratisch lid van het Europees Parlement uit mijn eigen regio. Zijn partij kan in het Verenigd Koninkrijk de laatste tijd nauwelijks meer op steun rekenen – een partij die er natuurlijk naar snakt dat EU-instellingen het Verenigd Koninkrijk besturen. Nooit was het gemanipuleer van de EU zo duidelijk zichtbaar, naast haar minachting voor de Britse kiezers. Zij zaait het zaad van haar eigen ondergang, omdat met deze wetgeving de referendumcampagne kan worden gefinancierd waarop velen in mijn land al zeer lange tijd wachten – de campagne die ons in staat stelt om ons volledig aan haar greep te onttrekken.

 
  
MPphoto
 

  Nicole Sinclaire (NI).(EN) Mijnheer de Voorzitter, is mijn collega de heer Agnew het met mij eens dat een politieke partij die financiering volgens deze wetgeving als één Europese partij zou accepteren, en die met name de EU-programma's en -activiteiten en de grondbeginselen van de Europese wetgeving en de ontwikkeling van Europese wetgeving op regionaal, nationaal en Europees niveau zou moeten respecteren, een partij is die zijn principes heeft verkwanseld? Bent u het met mij eens, mijnheer Agnew?

 
  
MPphoto
 

  John Stuart Agnew (EFD).(EN) Mijnheer de Voorzitter, ik zeg tegen mevrouw Sinclaire dat we hieruit halen wat we kunnen, want we doen Gods werk met het geld van de duivel. Dat doen we en dat weet u best.

 
  
MPphoto
 
 

  Nicole Sinclaire (NI).(EN) Accepteert u het principe van Europese wetgeving?

 
  
MPphoto
 
 

  John Stuart Agnew (EFD).(EN) Nee, natuurlijk niet. Daarom zijn we hier.

 
  
MPphoto
 

  Rafał Trzaskowski (PPE).(EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil graag eerst onze rapporteur, mevrouw Giannakou, en de Commissie bedanken voor hun uitstekende samenwerking en een uitstekend verslag.

Zijn we echt bezig een Europees demos te scheppen, zoals mijn collega de heer Hannan zojuist zei? Ik weet het niet. Zover durf ik niet te gaan. Wat we op dit moment moeten doen is, denk ik, de ontluikende Europese publieke ruimte versterken en het debat over Europese vraagstukken stimuleren. Dit Parlement wil de afstand tussen de Europese burgers en datgene wat we hier bespreken verkleinen en wat is er eenvoudiger dan met hen in gesprek te gaan over Europese thema's?

Overigens ben ik, als ik even voor mezelf mag spreken, geen bureaucraat – ik ben een rechtstreeks gekozen lid van dit Parlement.

Eigenlijk gaat het debat erom om de zichtbaarheid van Europese politieke partijen, waartoe wij allen behoren, van de linker- tot de rechtervleugel, te vergroten. Het gaat erom om ze uit de schaduw te halen, want op het moment weet niemand echt wat ze doen, wat hun status is, of ze een zekere meerwaarde bieden – en wij van de PPE-Fractie denken dat ze dat doen. Dat is de kans om eindelijk een programma te laten zien en om hopelijk in de toekomst Europese verkiezingen uit te vechten over Europese kwesties en niet de hele tijd in nationale retoriek te verzanden.

Dit verslag is op drie punten positief. In de eerste plaats zorgt het voor een zeker evenwicht in het functionele gezag binnen de parlementaire fracties en een duidelijke koppeling met wat we in dit Parlement doen, namelijk door de financiering te koppelen aan de aanwezigheid in het Parlement. In de tweede plaats worden de Europese politieke partijen en Europese stichtingen organisatorisch nader tot elkaar gebracht, wat zeer lovenswaardig is, en in de derde plaats wordt de financiering van Europese politieke partijen aangescherpt en verduidelijkt, wat naar mijn mening voor ons allemaal het doel moet zijn.

 
  
MPphoto
 

  Monika Flašíková Beňová (S&D) - (SK) Geachte Voorzitter, als ik zo naar het verloop van de Europese eenwording kijk en naar de huidige structuur en werking van de Europese Unie, valt mij op dat de Europese Unie niet alleen kan worden opgevat als een verzameling staten, maar des te meer tevens als een politieke arena met een groot potentieel voor de totstandbrenging van een volwaardige Europese publieke ruimte. De EU beschikt niet alleen over een interne markt, eigen wettelijke instrumenten, een gekozen vertegenwoordigend orgaan en een eigen rechtspraak, maar reeds langere tijd tevens over politieke partijen op Europees niveau. Die zijn niet uitsluitend een verzameling van nationale partijen, maar hebben een eigen agenda, een Europese agenda, en maken integraal onderdeel uit van de politieke Europese publieke ruimte. Door de politieke partijen op Europees niveau te versterken, kan het participatieve bestuur in de Europese Unie verder worden verankerd en wordt daarmee uiteindelijk ook de democratie versterkt.

Om al deze redenen ben ik ingenomen met het voorliggende voorstel ter hervorming van het statuut en de financiering van politieke partijen op EU-niveau en zou ik u, mijnheer de vicevoorzitter, bij dezen persoonlijk willen bedanken voor uw samenwerking.

Het is voor de politieke partijen nu van uitermate belang dat zij een gemeenschappelijk en uniform juridisch statuut krijgen. We moeten af zien te raken van het verschil tussen de regelingen voor de politieke partijen en de regels die gelden voor de Europese instellingen, en dat is uitsluitend mogelijk wanneer de politieke partijen op Europees niveau een gemeenschappelijk politiek, juridisch en fiscaal statuut krijgen. Verder zou het een goede zaak zijn indien wordt bekeken of het recht tot oprichting van een dergelijke partij alleen in handen zou moeten zijn van nationale of regionale politieke partijen.

Verder zou het een goede zaak zijn om tevens naar de financiering van partijen te kijken. De goedkeuringsprocedures voor de financiering van politieke partijen op Europees niveau dienen namelijk te worden vereenvoudigd. Verder dient het onder behoud van transparantie mogelijk te worden om financiële controles uit te voeren. Een transparante en veilige omgeving voor de werking en de financiering van Europese politieke partijen is zowel een noodzakelijk als een welkom gebaar naar de burgers van de lidstaten van de Europese Unie, iets dat hen in hun dagelijks leven kan helpen. Het statuut van de Europese politieke partij is een belangrijke vooruitgang richting meer interactie met de burger, een hoger democratisch gehalte en vergroting van de belangstelling van het algemeen publiek voor de Europese zaak.

 
  
MPphoto
 

  Andrew Duff (ALDE).(EN) Mijnheer de Voorzitter, de nationale politieke partijen slagen er op het moment niet in om de Europese integratie op een democratische en efficiënte manier te bevorderen. Dit is zeer ernstig. Er moet een kloof worden overbrugd en er is een krachtig democratisch elan nodig om een verbinding tot stand te brengen tussen de burger en de Europese bevoegdheden die in het Parlement en de Raad worden uitgeoefend. Het is tijd dat Europese politieke partijen, niet in de plaats van de nationale politieke partijen, maar als aanvulling hierop, elkaar uitdagen en met elkaar de strijd aangaan om steun te krijgen voor ideeën en kandidaten.

Komende maand buigt het Europees Parlement zich over het voorstel voor transnationale lijsten. De ontwikkeling van Europese politieke partijen is een essentiële schakel voor het welslagen hiervan. Ik dring er bij het Parlement op aan om het verslag-Giannakou te steunen vanuit een moedig en optimistisch gevoel over de toekomst van de postnationale democratie.

 
  
MPphoto
 

  François Alfonsi (Verts/ALE). - (FR) Mijnheer de Voorzitter, de oprichting van de Europese politieke partijen was een grote stap voorwaarts naar een meer democratisch Europa dat in staat is om de wensen van de burgers in de Unie tot uiting te brengen.

Het verslag van mevrouw Giannakou gaat de goede kant op wat betreft de vereenvoudiging en de vergemakkelijking van het optreden van de Europese politieke partijen en hun stichtingen. De problemen die komen kijken bij de tegenprestatie die verlangd wordt voor het verkrijgen van overheidsfinanciën worden verzacht en de mogelijkheden om deze kredieten toe te passen worden vergroot. Wij zijn er groot voorstander van dat de stichtingen ook buiten het grondgebied van de Europese Unie werken.

Maar naast dit algemene idee, dat de bepalingen ten gunste van een versterkte Europese democratie aanmoedigt en uitbreidt, is er een maatregel die in de tegenovergestelde richting gaat en de vrijheid van Europese politieke partijen beperkt. In de verordening is een van de criteria voor de erkenning van de oprichting van een Europese politieke partij in een lidstaat namelijk dat deze partij voortaan vertegenwoordigd wordt door gekozen leden van een regionale assemblee met een wetgevende bevoegdheid.

Mijn partij is specifiek voor Corsica. Zij is aangesloten bij de Vrije Europese Alliantie (ALE), die vanaf het allereerste begin een Europese politieke partij is geweest. Op Corsica hebben we 26 procent van de stemmen gekregen en in het Parlement van Corsica vormen we een grote fractie, maar aangezien Frankrijk weigert om wetgevende bevoegdheden toe te kennen aan het parlement van Corsica, wordt onze partij, zelfs als we een meerderheid zouden behalen op het eiland, niet meetellen voor de ALE. Dat is erg jammer. Wij wilden hier graag uw aandacht op vestigen.

 
  
MPphoto
 

  Jacek Olgierd Kurski (ECR).(PL) Mijnheer de Voorzitter, Europese politieke partijen zijn een nieuw verschijnsel in de Europese politiek, maar met de toenemende integratie en subsidies beginnen ze een steeds grotere rol te spelen. Politieke partijen en stichtingen zijn deelnemers geworden aan het politieke leven van de Unie en moeten als zodanig aan passende regels worden gebonden om misbruik te voorkomen. In bepaalde gevallen willen transnationale structuren echter te veel invloed hebben op de politiek in de soevereine lidstaten. Zo baart de aangekondigde inmenging van EU-partijen in nationale aangelegenheden mij zorgen. Als Pools politicus zou een situatie waarin bijvoorbeeld een of meerdere Europese politieke partijen met gebruik van EU-middelen een referendumcampagne in mijn land zouden organiseren om een bepaald doel te bereiken, bijvoorbeeld in een referendum over de toetreding van mijn land tot de eurozone, voor mij onaanvaardbaar zijn. Dergelijke zorgen zouden wel eens gedeeld kunnen worden door politici in andere landen, zoals het Verenigd Koninkrijk.

Ik ben ook tegen de verzoeken om meer geld uit te geven aan Europese politieke partijen uit de zakken van belastingbetalers, te meer daar in mijn eigen land de regering de subsidies voor nationale politieke partijen halveert en de oppositie beperkt in haar mogelijkheden om het publiek te bereiken. Laten we allereerst nationale partijen steunen en vervolgens de internationale. De Europese Unie is immers een Europa van natiestaten.

 
  
MPphoto
 

  Daniël van der Stoep (NI). - Voorzitter, u maakte zojuist de opmerking dat ik te laat zou zijn met mijn "blauwe kaart". Dat was ik niet. Zelfs tijdens de speech van mijnheer Duff heb ik al duidelijk aangegeven dat ik wilde spreken. Ik weet niet precies wat de procedure is. Mag ik alsnog de "blauwe kaart" trekken of gaat u verder met het debat? Ik zou graag nog een vraag willen stellen aan mijnheer Duff over wat hij verteld heeft, want hij begon over de transnationale lijst. Ik wist niet dat wij het daarover gingen hebben en ik wil hem graag een vraag daarover stellen.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. − Mijnheer Van der Stoep, wat mij betreft, mag u uw vraag stellen.

 
  
MPphoto
 

  Daniël van der Stoep (NI) (De spreker stelt een "blauwe kaart"-vraag aan de heer Duff (artikel 149, lid 8, van het Reglement)). Kijk, mijn probleem met die transnationale lijst, waarover mijnheer Duff is begonnen in zijn verslag dat wij binnenkort gaan bespreken, is niet zozeer het feit dat er een transnationale lijst wordt gemaakt. Ik ben daar vanzelfsprekend al volledig op tegen. Mijn probleem ligt echter daarin dat alleen partijen hieraan mee mogen doen - maar wij hebben het nu over Europese politieke partijen - die dus in minstens zeven lidstaten meedoen.

Mijn partij is een partij die opkomt voor het belang van Nederland. Wat dat betreft hebben wij weinig boodschap aan partijen die in andere lidstaten voor hun eigen land opkomen. Dat gun ik ze van harte. Maar u sluit daarbij dus ook een heleboel partijen uit die niet kunnen meedoen voor die 25 zetels. Dat baart mij ontzettend zorgen. Ik weet niet hoe u dat precies ziet, hoe u daar precies aan mee wilt doen. Kunt u daar de dingen dan gemakkelijker voor maken? In ieder geval voelen wij ons ernstig uitgesloten.

 
  
MPphoto
 

  Andrew Duff (ALDE).(EN) Mijnheer de Voorzitter, het voorstel dat ik verdedig is dat een transnationale lijst moet worden samengesteld uit ten minste één derde van de lidstaten. Dat is niet heel veel. Als de heer Van der Stoep geen collega's uit zes andere lidstaten met dezelfde politieke denkbeelden als hij voor zich weet te winnen, adviseer ik hem om bij zichzelf te rade gaan over de geldigheid en geloofwaardigheid van zijn politieke opvattingen.

 
  
MPphoto
 

  Søren Bo Søndergaard (GUE/NGL). - (DA) Mijnheer de Voorzitter, ten eerste zou ik willen opmerken dat ik een groot voorstander ben van politieke partijen op nationaal niveau, op Europees niveau en ook op internationaal niveau. Echter, een politieke partij is iets anders dan een partijapparaat en is veel meer dan dat. Een van de grootste uitdagingen voor de democratie is dat politieke partijen steeds minder een afspiegeling zijn van de totale bevolking. Dat komt onder meer tot uitdrukking in het feit dat politieke partijen leden verliezen. In veel landen is besloten om dit verlies te compenseren via verhogingen van de overheidssubsidies voor de partijen. Verhoogde overheidssubsidies zijn echter geen garantie voor een nauwere band tussen de leiding en het bestuursapparaat van de partij enerzijds en de partijleden anderzijds. Daarom moet ik zeggen dat ik sceptisch ben ten aanzien van het idee van Europese partijen die door de EU worden goedgekeurd en met EU-middelen worden gesteund. Dat is niet omdat ik iets tegen Europese partijen heb. Europese partijen moeten in politiek, organisatorisch en financieel opzicht vanuit de basis groeien. Als dat niet mogelijk is, komt dat waarschijnlijk doordat er niet genoeg steun voor is. Het is niet mogelijk om een kortere route naar democratie te nemen, ook niet als het gaat om het opbouwen van Europese partijen.

 
  
MPphoto
 

  Nikolaos Salavrakos (EFD). - (EL) Mijnheer de Voorzitter, om te beginnen feliciteer ik de rapporteur, mevrouw Giannakou, met haar evenwichtige en nauwkeurige verslag. Ik ben van mening dat de ontwikkeling van politieke partijen met Europese oriëntatie die meer zijn dan nationale vehikels cruciaal is om de publieke opinie in de Unie van nieuwe impulsen te voorzien en bij de Europese burgers interesse te wekken om in gemeenschappelijke partijen te participeren.

Zoals bekend leven wij in een tijd waarin er weinig waardering is voor politici en de partijen waartoe zij behoren omdat de Europese burgers zich de speelbal voelen van politieke en economische ontwikkelingen. Onder deze omstandigheden zal het verslag van mevrouw Giannakou dan ook helpen om het aanzien van de politieke partijen te verbeteren en de eenwording van Europa en de hervorming te ondersteunen, die noodzakelijk is om een Europa met gelijkwaardige burgers, met een gemeenschappelijke politieke, juridische en fiscale status, maar ook met kansen voor groei te scheppen.

 
  
MPphoto
 

  Nicole Sinclaire (NI).(EN) Mijnheer de Voorzitter, eerder vandaag sprak ik in dit Parlement over mijn kiesdistrict, de West Midlands, en de ernstige economische problemen waarmee het te kampen heeft. Een van de laatste dingen die mensen daar willen is dat er meer geld naar politici gaat – hun geld wordt al door te veel politici, waaronder leden van het Europees Parlement, verspild.

Dit is één stap, en Europa is bereid om dit geld te besteden aan nog een stap op weg naar een superstaat. Het heeft een parlement, een president en een hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken, en het wil nu ook bijbehorende politieke partijen hebben. Er moet een land komen met de naam Europese Unie. Zelfs de meest eurosceptische leden van dit Parlement zijn bereid om hun principes overboord te zetten in ruil voor geld. Goed zo! Is dat wat Europa wil? Wil Europa zijn weg naar de macht kopen?

 
  
MPphoto
 

  Mariya Nedelcheva (PPE). - (FR) Mijnheer de Voorzitter, in onze democratieën zijn er parlementen die de stem zijn van de burgers en er zijn politieke partijen en hun stichtingen die de knappe koppen zijn, degenen die met goede ideeën komen, degenen die vooroplopen in het debat. Parlementen zijn de motor van de democratie en politieke partijen leveren de brandstof.

Hier in ons Parlement klagen wij voortdurend dat de burgers zo weinig interesse tonen in de Europese Unie. We betreuren de lage opkomsten bij de Europese verkiezingen en de tegenstemmen tijdens referenda. Als we een echte Europese democratie willen, moeten we serieus nadenken over de plaats die we willen toekennen aan Europese politieke partijen in de openbare ruimte die wij tot stand proberen te brengen.

We hebben al veel met het Verdrag van Lissabon en het Europees burgerinitiatief gedaan. Nu moeten we de Europese politieke partijen de middelen verschaffen die zij nodig hebben om hun ambities waar te maken. Maar pas op, ik vind niet dat deze middelen het voor de grote partijen mogelijk moeten maken om onwankelbaar en oppermachtig te worden. Kleine partijen moeten ook aan het debat mee kunnen doen. Dat is belangrijk om het negatieve imago van partijen bij de burgers en hun imago van impopulair gezicht van de democratie tegen te gaan.

Ik denk dat de versterking van de Europese openbare ruimte die wij tot stand proberen te brengen alleen mogelijk is door middel van een duidelijke vaststelling van de financieringsvoorwaarden en door middel van openheid in het beheer van de financiële middelen. De aanpak moet allesomvattend zijn zodat grote partijen niet bevoorrecht worden ten nadele van kleine partijen, en andersom.

Een ander punt waar ik het graag over wil hebben betreft de continuïteit die wij tot stand aan het brengen zijn tussen de Europese, nationale en regionale niveaus. De Europese regels die wij ten uitvoer gaan leggen moeten in overeenstemming zijn met de nationale wetgevingen op dat gebied, zodat alle niveaus nauw met elkaar verbonden zijn.

Tot slot moeten we heel goed kijken naar wat er gezegd wordt in paragraaf 23 van het verslag, want bij uitbreiding moeten we nadenken over de betrekkingen die de Europese politieke partijen zouden kunnen aanknopen met partijen in de rest van de wereld. We zouden onze democratische waarden moeten kunnen delen met onze partners in de rest van de wereld, omdat de gemondialiseerde wereld waarin we vandaag de dag leven erom vraagt dat de beleidsmakers samen oplossingen aandragen voor de problemen.

 
  
MPphoto
 

  Zigmantas Balčytis (S&D). - (LT) Mijnheer de Voorzitter, het belang van de rol van Europese partijen is verankerd in het Verdrag van Lissabon, waarmee wordt beoogd een ware Europese politieke ruimte tot stand te brengen. Onze politici hebben tot taak burgers te stimuleren zich te verdiepen in de Europese Unie, om de Unie begrijpelijker en toegankelijker te maken en burgers te betrekken bij de besluitvorming. Om dit mogelijk te maken moeten de activiteiten van Europese politieke partijen en hun stichtingen op heldere en uniforme wijze worden gereguleerd, en moet erop worden toegezien dat de interne structuren van deze partijen democratisch zijn. Politieke partijen, zonder welke geen democratie kan bestaan, moeten een gemeenschappelijke juridische en fiscale status hebben, waardoor Europese burgers meer inzicht krijgen in politieke partijen en daarnaast beter worden vertegenwoordigd. Het is van bijzonder belang dat de interne bestuursorganen van politieke partijen tot stand komen volgens transparante beginselen, om ervoor te zorgen dat alle partijorganen democratisch worden gekozen en dat besluitvormingsprocessen democratisch verlopen.

 
  
MPphoto
 

  Alexandra Thein (ALDE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, maar weinig burgers weten dat er Europese partijen en stichtingen bestaan. Tot op heden zijn dit niet meer dan overkoepelende organisaties voor de nationale partijen die lid zijn, en zijn ze opgericht overeenkomstig nationaal recht, voornamelijk Belgisch recht in dit geval.

Wat doen deze Europese partijen? Ze discussiëren over Europese onderwerpen, houden partijconferenties en spelen een onmisbare rol bij hervormingen van de verkiezingen voor het Europees Parlement. Volgens het Verdrag van Lissabon moeten ze helpen Europese democratie gestalte te geven - een politiek forum op Europees niveau.

Met het initiatiefverslag waarover morgen zal worden gestemd, wordt de Commissie opgeroepen om de rechtsgrondslag voor deze Europese partijen te herzien. Deze partijen zullen in de toekomst gegrond zijn op een Europees rechtsstatuut en een Europese rechtspersoonlijkheid hebben. Wij hebben er ons als liberalen voor ingezet dat er strikt onderscheid wordt gemaakt tussen erkenning als Europese partij en het recht op financiering, aangezien er sprake was van een bepaalde mate van hebzucht. Het is eveneens belangrijk dat Europese partijen democratische beginselen in hun interne structuren volgen, wat niet vanzelfsprekend is.

 
  
MPphoto
 

  Geoffrey Van Orden (ECR).(EN) Mijnheer de Voorzitter, in veel van onze lidstaten wijzen de neuzen één kant op, maar de Europese Unie en dit Parlement kijken merkwaardig genoeg precies de andere kant op. Onze burgers hebben geen behoefte aan transnationale politici. Dit Parlement wil nu nog meer publiek geld uitgeven, terwijl onze nationale overheden hun uitgaven juist moeten beperken.

Ik spreek, mijnheer de Voorzitter, in mijn hoedanigheid van voorzitter van New Direction, the Foundation for European Reform. Ik vind het onaanvaardbaar dat de kosten van politieke stichtingen met meer dan 30 procent per jaar stijgen. In 2009 werd er 6,3 miljoen euro aan uitgegeven, in 2012 zal dat zijn verdubbeld tot 12,3 miljoen euro. Sommigen zullen misschien zeggen: als u hier bezwaar tegen hebt, waarom accepteert uw stichting dan financiering? Het antwoord daarop is eenvoudigweg dat het geld dat wij niet accepteren wordt verdeeld onder de stichtingen van andere fracties; dan financieren we dus de activiteiten van onze politieke tegenstanders. We moeten een manier vinden om geld terug te laten vloeien in onze nationale schatkisten.

 
  
MPphoto
 

  Nikolaos Chountis (GUE/NGL). - (EL) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega's, ik ben van mening dat de Europese Unie niet alleen in een economische crisis verkeert, maar ook in een crisis van de democratie en in een legitimiteitscrisis. Het beleid dat wordt toegepast maakt de burgers boos en stelt ze teleur, de besluitvormingsprocedures ontmoedigen hun deelname, zoals de laatste Europese verkiezingen hebben laten zien. Daarom kunnen onder bepaalde voorwaarden de Europese politieke partijen met hun specifieke politieke eigenschappen bijdragen tot het activeren van de burgers, tot het zoeken van oplossingen ten gunste van het volk en niet van de economisch machtigen. Daarom moeten de voorschriften voor politieke en juridische erkenning en de noodzakelijke financiering bevorderlijk zijn voor hun handelen zodat zij in vrijheid hun beleid en hun alternatieve voorstellen – want dat is het wezen van de democratie – kunnen ontwikkelen en mogen zij niet beïnvloed worden door externe politieke of financiële beperkingen. Daarom heb ik bedenkingen bij bepaalde punten van het verslag omdat die een beperking zouden kunnen vormen van de vrije en onafhankelijke organisatie en actie van politieke partijen.

Het functioneren, het handelen en de organisatie van politieke partijen moeten zaken zijn die zijzelf bepalen en die niet afhangen van de heersende politieke constellatie.

 
  
MPphoto
 

  Jaroslav Paška (EFD) - (SK) Geachte Voorzitter, het verslag over de toepassing van de verordening betreffende het statuut en de financiering van politieke partijen op Europees niveau geeft een evaluatie van de ervaringen met de tenuitvoerlegging van deze verordening als het gaat om het bestuur van politieke entiteiten met een brede Europese reikwijdte.

Mevrouw Giannakou heeft er in haar verslag voor gekozen om niet alleen de balans op te maken van de huidige situatie, maar om tevens een aantal voorstellen te doen ter verbetering van het huidige regelgevingkader.

De waarschijnlijk allerbelangrijkste beoogde wijziging betreft de overgang van het huidige statuut naar voorbeeld van het Belgische statuut voor niet-gouvernementele organisaties, naar een communautair uniform Europees statuut voor politieke partijen.

De tweede grote beoogde wijziging betreft de wijziging van het procentuele aandeel van onafhankelijke financieringsbronnen tot 10 procent van de totale begroting van politieke partijen.

Gezien het feit dat in 2012 de Europese politieke partijen en hun stichtingen meer dan 30 miljoen euro van het Europees Parlement krijgen, dient er te worden gezorgd voor een maximale transparantie bij de besteding van de genoemde financiële middelen. Ik kan mij in het belang van een verdere verbetering van het politieke werk in de Europese Unie bij genoemde wijzigingen aansluiten.

 
  
MPphoto
 

  Daniël van der Stoep (NI). - Voorzitter, de Partij voor de Vrijheid zit hier in het Parlement voor de Nederlandse burger. Wij zitten hier omdat wij vinden dat de Europese Unie zoals deze nu bestaat het Nederlands belang niet dient. Wij zijn niet tégen de Europese Unie, maar wij willen alleen dat deze zich beperkt tot economische samenwerking. Voorzitter, een Europese politieke Unie is voor ons dan ook volstrekt ondenkbaar. De macht moet bij de lidstaten liggen, want alleen die kunnen bepalen wat het beste is voor hun eigen burgers. Europese politieke partijen hebben geen enkele meerwaarde voor het welzijn van de burgers van de Europese Unie en van Nederland.

Voorzitter, de bepaling in het Verdrag van Lissabon dat - en ik citeer - de politieke partijen op Europees niveau bijdragen tot de vorming van een Europees politiek bewustzijn en tot de uiting van de wil van de burgers van de Unie is een belachelijke en wereldvreemde constatering. Het interesseert de burger terecht niets. Gezamenlijk hebben die Europese partijen tussen 2004 en 2010 zo'n 67 miljoen euro aan Europese subsidies ontvangen. Volstrekt nutteloos en weggegooid belastinggeld. Een politieke partij moet per definitie zonder subsidies kunnen functioneren, dus óók de Europese politieke partijen. Het zijn belangenclubjes die niemand kent, waar niemand op zit te wachten en die wij kunnen missen als kiespijn.

 
  
MPphoto
 

  Georgios Toussas (GUE/NGL). - (EL) Mijnheer de Voorzitter, het belangrijkste aspect van de financiering van de Europese partijen en hun politieke stichtingen is volgens het verslag het inrichten van een gemeenschappelijk statuut voor de Europese partijen volgens de wetgeving van de Europese Unie.

Door met haar wetgeving een gemeenschappelijke structuur en werkwijze voor de Europese partijen vast te stellen en door zich te mengen in hun interne functioneren, hun statuten en hun politieke programma heeft de Europese Unie onder het voorwendsel van een zogenaamde versoepeling van de financieringsregeling de doos van Pandora geopend met financiële en bijgevolg politieke sancties tegen politieke partijen, dat wil zeggen, met een nog strengere controle van hun functioneren en handelen door de Europese Unie, het uitoefenen van druk op de nationale politieke partijen om zich achter het volksvijandige beleid van de Europese Unie te scharen en door een offensief tegen die partijen die de volksvijandige politiek en de strategie van de Europese Unie en de macht van het kapitaal bestrijden. Het gaat dus niet om parlementaire coördinatie, maar om Europese partijen als ideologische en politieke instrumenten van de Europese Unie voor de manipulatie van de arbeiders en het volk.

Om deze redenen zullen wij tegen het verslag over de Europese partijen, hun politieke stichtingen en hun financiering stemmen.

 
  
MPphoto
 

  Elena Băsescu (PPE). - (RO) Mijnheer de Voorzitter, een transparante financiering van politieke partijen op Europees niveau is van fundamenteel belang ter ondersteuning van de democratische waarden. We hebben behoefte aan een Europese ruimte waarin de politieke partijen actief zijn en waarbij de burger in het middelpunt staat van de belangstelling van de EU. Het aannemen van een juridisch statuut is een stap voorwaarts in de verbetering van het regelgevend kader voor de Europese partijen.

In mijn land bestaat de vigerende wetgeving uit wet 334 uit 2006, herzien in 2010. Er wordt echter een publiek debat gevoerd over de vraag of het niet beter is om de kandidaten voor het burgemeesterschap of het parlement uit de rijksbegroting te financieren. Het voorgestelde plafond is 11 600 euro per kandidaat. Door middel van deze norm voor de kosten wordt electoraal smeergeld en illegale financiering uitgebannen. De partijen zouden in de eerste plaats competente kandidaten leveren en niet mensen die in staat zijn hun eigen campagne te bevorderen.

 
  
MPphoto
 

  Diane Dodds (NI).(EN) Mijnheer de Voorzitter, dit debat van vanavond is symptomatisch voor alles wat er mis is met de agenda van 'meer Europa'. Ik heb met verbijstering zitten luisteren hoe ver het debat af staat van de agenda van de gewone burger. De heer Duff zegt terecht dat er een kloof moet worden overbrugd tussen de Europese bevoegdheden van Parlement en Raad en de individuele burgers. Dat is helemaal waar, maar die kloof wordt niet overbrugd door Europese partijen te ontwikkelen en, zoals een andere spreker tijdens het debat opmerkte, die partijen de middelen te geven om hun ambities te verwezenlijken.

Ik daag de heer Duff uit om in het weekend naar zijn kiesdistrict te gaan en die standpunten te verkopen aan lokale groeperingen die geld zijn kwijtgeraakt als gevolg van bezuinigingsmaatregelen die zijn coalitieregering in het Verenigd Koninkrijk heeft getroffen. De kloof wordt overbrugd wanneer mensen zeggenschap krijgen over Lissabon, over uitbreiding van het federalisme en over alle bureaucratische rompslomp die bij deze instellingen vandaan komt.

 
  
MPphoto
 

  Maroš Šefčovič, vicevoorzitter van de Commissie. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik begin mijn afsluitende opmerkingen door mevrouw Giannakou nogmaals te bedanken voor haar verslag, want ik denk dat dit debat onomstotelijk heeft bewezen dat de bezorgde en kritische geluiden in haar verslag gerechtvaardigd zijn; het zijn kernvraagstukken van de Europese integratie en het democratische karakter ervan.

Uit de te berde gebrachte standpunten is ook duidelijk gebleken hoe gevoelig deze onderwerpen liggen en daarom zal de Commissie, als het Parlement deze voorgestelde wetgevingsresolutie morgen aanneemt, aan haar verplichting krachtens de kaderovereenkomst voldoen en binnen drie maanden op deze resolutie reageren.

Zoals u wellicht uit dit debat hebt opgemaakt, is het echter wel duidelijk dat dit een zeer gevoelige, omvangrijke politieke en juridische taak is, want er zijn een heleboel punten die zowel juridisch als politiek zeer gevoelig liggen. Onze voorlopige analyse van het statuut van de Europese politieke partijen wijst in deze richting, maar we moeten nu natuurlijk zeer zorgvuldig de rechtsgrondslag, de mogelijke juridische vorm bestuderen en we hebben hoogstwaarschijnlijk, zoals het zich nu laat aanzien, een aparte rechtshandeling over deze kwestie nodig. Een herziening van de verordening uit 2003-2004 zou namelijk onvoldoende zijn, omdat deze gericht was op de financiering en niet op het statuut van de politieke partijen. Dit is dus een aspect waarnaar we zeer zorgvuldig zouden moeten kijken.

Verschillende sprekers hebben een wijziging van het Financieel Reglement geopperd. Ook hier zouden we zeer zorgvuldig naar de voorwaarden, de reikwijdte en het tijdsaspect moeten kijken. We hebben ook aandachtig nota genomen van de roep in dit verslag om meer flexibiliteit. Zoals u weet, hebben we in 2007 al enkele stappen genomen en we zullen deze voorstellen zeer zorgvuldig bestuderen. Het is echter duidelijk dat het misschien erg moeilijk zal zijn om overeenstemming over de wijzigingen te bereiken en om ze opgenomen te krijgen in de huidige herziening van het Financieel Reglement en de bijbehorende uitvoeringsregels.

Natuurlijk is het Europees Parlement een wetgevend lichaam en kan het, als het dat wil, deze kwestie in de huidige interinstitutionele procedure aan de orde stellen. Nogmaals mijn dank, mijnheer de Voorzitter. We kijken uit naar het debat over deze kwestie nadat de resolutie is aangenomen en het antwoord van de Commissie is opgesteld.

 
  
MPphoto
 

  Marietta Giannakou, rapporteur. (EL) Mijnheer de Voorzitter, ik wil in het bijzonder de commissaris bedanken voor wat hij heeft gezegd en de toezeggingen die hij heeft gedaan, alsmede de collega's die dit verslag hebben ondersteund.

Ten eerste denk ik dat het belangrijk is om te herhalen dat, voor zover het om de financieringsregeling gaat, de partijen niet meer geld vragen en dat de wijziging van de Verordening van 2007 tot meer transparantie heeft geleid, zoals Transparency International ook zelf heeft toegegeven. Ten tweede is het gerechtvaardigd dat de partijen een Europese status willen en dat hun status in overeenstemming gebracht wordt met de Europese instellingen, evenals met de Europese wetgeving, en dit is, natuurlijk, bedoeld om de burgers tevreden te stellen.

En tot slot, het creëren van een veilig en transparant klimaat voor het functioneren en financieren van Europese politieke partijen is een daad die ten diepste democratisch is. Wij hebben behoefte aan een Europese ruimte van deelnemende politieke partijen die burgers in het hart van de Unie brengen en hen helpen in hun dagelijks leven. Dit betekent meer inspraak, meer democratie en uiteindelijk meer Europa.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Het debat is gesloten.

De stemming vindt 6 april om 12.00 uur plaats.

Schriftelijke verklaringen (artikel 149)

 
  
MPphoto
 
 

  Cristian Silviu Buşoi (ALDE), schriftelijk. (RO) De Europese Unie is herhaaldelijk bekritiseerd vanwege een gebrek aan democratie. Voor een echte democratie hebben we behoefte aan een politieke ruimte op EU-niveau in de eigenlijke zin van het woord. De Europese politieke partijen zijn een essentieel instrument om dat doel te bereiken. De voorstellen tot wijziging van de verordening betreffende het statuut en de financiering van deze partijen in dit verslag vormen een stap richting een grotere doeltreffendheid van de activiteiten van de Europese politieke partijen. Ik ben van mening dat de partijen hun rol veel beter kunnen vervullen met een uniform, op Europees recht gebaseerd politiek en juridisch statuut. Het huidige systeem, waarin deze partijen juridische persoonlijkheid bezitten op basis van nationale wetgeving, biedt niet de meest gunstige omstandigheden voor een efficiënte communicatie tussen deze partijen en het electoraat in de 27 lidstaten. Het introduceren van een Europees statuut zou de politieke partijen op Europees niveau helpen om zich aan te passen aan een eventuele hervorming van het kiesstelsel voor de Europese verkiezingen, een hervorming waarover momenteel gedebatteerd wordt. Daarnaast verwelkom ik het vergemakkelijken van de betrokkenheid van Europese politieke partijen bij campagnes voor referenda over Europese kwesties in de lidstaten. Deze referenda worden meestal gedomineerd door puur nationale kwesties. Betrokkenheid van de Europese partijen kan het debat helpen terugbrengen naar het werkelijke onderwerp van die referenda.

 
  
MPphoto
 
 

  Algirdas Saudargas (PPE), schriftelijk. (LT) De vraag hoe we de rol van de Europese politieke partijen kunnen versterken door de democratie in Europa verder te ontwikkelen en te werken aan een gunstige publieke opinie is zeer actueel. Het Parlement krijgt weliswaar steeds meer bevoegdheden, maar zijn democratisch tekort is, door het alsmaar teruglopende animo onder de burgers voor de Europese verkiezingen, niet kleiner geworden. Politieke partijen op Europees niveau zijn essentiële instrumenten van de parlementaire democratie omdat zij bijdragen aan het Europese politieke bewustzijn, belangstelling wekken voor EU-zaken en de wil van de burgers van de Europese Unie vertegenwoordigen. Ik ben het dan ook geheel met de rapporteur eens dat de positie van politieke partijen op Europees niveau moet worden verbeterd en dat zij een juridische status en financieringsmodel moeten krijgen die helder en gemeenschappelijk zijn. De partijen moeten geen losstaande entiteiten blijven. Tot dusver is de rol van de Europese politieke partijen in het openbare leven nogal beperkt. Het zijn puur overkoepelende organisaties voor nationale politieke partijen, en ze staan niet in direct contact met het electoraat. De nieuwe juridische status van deze partijen in de Europese Unie zou zorgen voor organisatorische eenheid en ze de mogelijkheid geven een effectievere invulling te geven aan hun rol. Ik onderstreep dat we moeten blijven streven naar een veilige en transparante omgeving voor de financiering van politieke partijen. Partijen zouden niet uitsluitend moeten worden gefinancierd met subsidies maar zich moeten inzetten om ook te putten uit eigen middelen, wat een teken van vitaliteit is.

 
  
MPphoto
 
 

  Anna Záborská (PPE), schriftelijk. (SK) Geachte Voorzitter, ik wil geen lid zijn van een Europese politieke partij die gebaseerd is op de in het onderhavige verslag neergelegde beginselen. Deze partijen zouden vertegenwoordigers van het "Europees algemeen belang" moeten worden, maar als u aan twee willekeurige leden van het Parlement vraagt wat dat Europees algemeen belang nu eigenlijk precies inhoudt, krijgt u geheid twee diametraal verschillende antwoorden. Wie bepaalt wat dit algemeen belang inhoudt? Het Parlement? De Commissie? De leden van dit Parlement zijn echter niet aangesteld door de Europese instellingen, maar gekozen door de burgers van de lidstaten. Het is mijn plicht om concrete burgers te vertegenwoordigen en niet dat wat de Europese instellingen als het "Europees algemeen belang" beschouwen. Ook zie ik het helemaal niet zitten dat Europese partijen tevens actief zouden mogen zijn op regionaal of nationaal niveau. Daar hebben ze gewoon het mandaat niet voor. Doen ze het wel, dan komen ze in direct conflict met de partijen die de kandidatenlijsten hebben samengesteld op basis waarvan wij hier allemaal überhaupt tot lid van het Europees Parlement gekozen hebben kunnen worden, en ook met de kiezers die door deze partijen vertegenwoordigd worden. Ik ben loyaal aan mijn kiezers en niet aan een Europese politieke partij. Dat is wat een vrij mandaat genoemd wordt. Daarom ben ik het faliekant oneens met de idee van superpartijen zoals die in dit verslag is neergelegd, een zoveelste poging van de sociale euroknutselaars die zo volledig opgaan in hun utopie van een superstaat dat zij alle gezond verstand verloren hebben. Zouden ze wél naar hun gezond verstand luisteren, dan zouden ze eindelijk eens in de gaten krijgen dat ze met hun hardnekkige doordrukken van dergelijke voorstellen de fundamenten onder de Europese eenwording wegslaan. Als overtuigd Europeaan kan ik niet anders dan tegen dit verslag stemmen.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid