De Voorzitter. – Aan de orde zijn de verklaringen van de Raad en de Commissie over het voortgangsverslag 2010 over IJsland.
Enikő Győri, fungerend voorzitter van de Raad. – (HU) Mijnheer de Voorzitter, commissaris, dames en heren, ik heb zeer grote waardering voor de actieve rol die het Europees Parlement speelt bij het uitbreidingsproces, en voor zijn constructieve deelname aan het algemeen debat over de uitbreiding, en natuurlijk vooral aan het proces van toetreding van IJsland. Als een van de meest succesvolle beleidsvormen van de Unie in de geschiedenis van de EU is de uitbreiding van de Europese Unie een van de belangrijkste prioriteiten van ons voorzitterschap.
Op 17 juni 2010 heeft de Europese Raad unaniem besloten om IJsland de status van kandidaat-lidstaat toe te kennen. De eerste bijeenkomst van de toetredingsconferentie op ministerieel niveau vond plaats op 27 juli 2010, en in november 2010 ging het screeningsproces van start, dat volgens plan verloopt. We zijn van plan om de volgende toetredingsconferentie op ministerieel niveau op 27 juni te houden, zodat we rekening kunnen houden met de gemaakte vorderingen en naar we hopen zo veel mogelijk hoofdstukken kunnen openen.
Er zijn talrijke gebieden van bijzonder belang waar ik apart de aandacht voor wil vragen. Deze kwesties zijn ook in uw ontwerpresolutie vastgesteld. De Commissie heeft in haar voortgangsverslag 2010 vastgesteld dat IJsland voldoet aan de politieke criteria voor lidmaatschap, en dat het, hoewel het zwaar getroffen is door de economische en financiële crisis, voldoende is voorbereid om de maatregelen te nemen die nodig zijn om te voldoen aan de vereisten voor het EU-lidmaatschap. Op 14 december 2010 heeft de Raad er in zijn conclusies aan herinnerd dat IJsland al geruime tijd een goed functionerende democratie is met sterke instellingen en nauwe betrekkingen met de EU. Hij heeft tevens vastgesteld dat de algemene voorbereiding van IJsland voldoende was voor overname en toepassing van het EU-acquis, vooral dankzij het feit dat het land lid is van de Europese Economische Ruimte en partij is van het Schengenakkoord. IJsland kan worden beschouwd als een goed functionerende markteconomie en kan op middellange termijn het vermogen terugkrijgen om met de concurrentiedruk en marktwerking binnen de interne markt om te gaan.
De Raad heeft eraan herinnerd dat de onderhandelingen erop gericht zijn IJsland het EU-acquis volledig te laten overnemen en toepassen. Het verloop van de onderhandelingen zal erdoor worden bepaald of IJsland al zijn verplichtingen in de zin van de EER-overeenkomst nakomt, met volledige inachtneming van - onder andere - de conclusies van de Raad van 17 juni 2010, en verder van de resultaten die het behaalt bij de correctie van andere tekortkomingen die in het advies van de Commissie zijn vastgesteld. Daarnaast heeft de Raad er enerzijds aan herinnerd dat de EER-overeenkomst de fundamentele, contractuele basis van de betrekkingen tussen de EU en IJsland blijft zolang de toetredingsonderhandelingen aan de gang zijn, en anderzijds aan het feit dat IJsland in de afgelopen twee jaar ook een actieve en constructieve partner is geweest in dit kader en met betrekking tot het Schengengebied. Het scoort ook goed op het gebied van de toepassing van het ontwikkelende EU-acquis. De Raad heeft IJsland daarom aangespoord om deze praktijk voort te zetten.
De ontwerpresolutie van het Europees Parlement geeft een alomvattend beeld van de gemaakte vorderingen en de nog resterende uitdagingen. Wat die uitdagingen betreft, zou ik uw aandacht willen vestigen op onze gemeenschappelijke taak, dat wil zeggen op de noodzaak van correcte en grondige communicatie met de bevolking, zowel met de burgers van IJsland als met die van de Europese Unie. In het licht van het voorgaande zou ik er nogmaals op willen wijzen dat er ook tijdens het Hongaarse voorzitterschap nog heel wat werk moet worden verzet. Wat betreft het voorzitterschap rekenen we er vanzelfsprekend op dat alle lidstaten, de Commissie en natuurlijk ook het Europees Parlement IJsland hierbij zullen steunen. Het is van fundamenteel belang dat we de vaart in het werk houden, en zodoende nog in dit halfjaar zo veel mogelijk vooruitgang boeken bij de onderhandelingen.
Ik ben ervan overtuigd dat de toetreding van IJsland een succesverhaal kan worden. Ze kan een stimulans zijn voor het hele uitbreidingsbeleid en het succes daarvan vergroten. Het motto en doel van het Hongaarse voorzitterschap is een sterk Europa. Elke stap voorwaarts in het proces van toetreding van IJsland draagt bij aan de verwezenlijking daarvan.
Štefan Füle, lid van de Commissie. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, het debat van vandaag over IJsland en over de volgende stappen van het toetredingsproces van dat land komt zeer gelegen.
Ik dank het Parlement voor zijn steun voor het IJslandse lidmaatschap en prijs de rapporteur, de heer Preda, voor zijn kwalitatief hoogstaande verslag. De resolutie die voorwerp van discussie is, vormt een nuttige bijdrage aan dit proces: het geeft IJsland de juiste boodschap op het juiste moment.
De beoordeling van de vraag in hoeverre IJsland aan het acquis communautaire voldoet – de toetsingsprocedure – ligt op schema. Sinds november 2010 zijn 24 hoofdstukken besproken en 23 bilaterale toetsingsbijeenkomsten voltooid, waarbij de visserij, landbouw, milieuzaken, regionaal beleid en financiële diensten zijn behandeld.
Toetsing is een belangrijk technisch proces, en de bijeenkomsten hebben al een aantal gevoelige kwesties en uitdagingen op sleutelhoofdstukken als de landbouw, het milieu en de visserij aan het licht gebracht. Deze fase van het onderhandelingsproces zal vóór juni 2011 worden afgerond.
Ik kan bevestigen dat wij verwachten dat tegen het einde van het Hongaarse voorzitterschap met de feitelijke onderhandelingen zal worden gestart. De onderhandelingen over sommige hoofdstukken zullen al beginnen bij de toetredingsconferentie, die voor 27 juni 2011 staat gepland. Dit is een ambitieus maar haalbaar tijdschema, en beide partijen zijn vastberaden om vooruitgang te boeken.
De Commissie is bereid rekening te houden met de specifieke kenmerken en verwachtingen van IJsland, voor zover de bestaande aanpak van toetredingsonderhandelingen en de beginselen en regels van de Unie dit toelaten. Wij zoeken in een open en constructieve houding naar oplossingen die voor beide partijen aanvaardbaar zijn, en doen dat op een wijze die de intensieve samenwerking tussen de Europese Unie en de IJslandse autoriteiten weerspiegelt. Net als bij de vorige toetredingsonderhandelingen zal dit naar verwachting niet altijd even gemakkelijk zijn, maar wij hebben goede hoop dat wij de reis die wij met IJsland zijn begonnen tot een goed einde zullen brengen.
Wat betreft de Icesave-kwestie die in uw resolutie aan de orde komt, hoopt de Commissie in het belang van alle partijen op een snelle oplossing.
Op het economische vlak is sprake geweest van een indrukwekkende consolidatie van de banksector en de overheidsfinanciën in het kader van het IMF-programma. De uitvoering van het aanpassingsprogramma ligt op schema, en de regering heeft toegezegd het consolidatieproces voort te zullen te zetten. Meer schuldherstructurering zal positief uitwerken op het economisch herstel. De regering werkt ook aan een strategie voor het geleidelijk afschaffen van de controle op het kapitaalverkeer. Dit zal bijdragen aan een beter ondernemingsklimaat.
Ik wil ook kort ingaan op de steun die uit hoofde van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA) zal worden verstrekt. Voor de komende drie jaar is voorzien in een totaal indicatief bedrag van 28 miljoen euro voor het vergroten van de administratieve capaciteit en om IJsland voor te bereiden op het beheer van de structuurfondsen.
Er wordt goede vooruitgang gemaakt met het nationaal IPA-programma 2011, en er zijn een aantal specifieke activiteiten gestart in het kader van het programma voor technische bijstand en informatie-uitwisseling (TAIEX).
Ik ben het helemaal met u eens dat over de toetreding van IJsland een openbaar, op feiten gebaseerd, debat moet worden gevoerd. Zo'n debat kan inderdaad een doorslaggevende rol spelen bij het vergroten van het inzicht in de feiten rond het beleid en de acties van de Europese Unie en kan sprookjes uit de wereld helpen. Voorts ben ik in dit verband blij dat de IJslandse autoriteiten intensieve communicatieactiviteiten zijn gestart.
Het is bemoedigend om te zien dat de publieke opinie over de EU in IJsland het afgelopen jaar beduidend is verbeterd, zowel wat betreft de steun voor voortzetting van het toetredingsproces en de houding tegenover het EU-lidmaatschap, als wat betreft het imago van de Unie in het algemeen.
De Commissie onderneemt ook zelf meer voorlichtings- en communicatieactiviteiten voor het bevorderen van een openbaar debat op basis van feiten. De EU-delegatie in Reykjavik is volledig operationeel en is actief bij dit soort activiteiten betrokken. Er staat een euro-infocentrum gepland.
Nu de toetsingsperiode bijna voorbij is, kijk ik uit naar de start van de onderhandelingen met IJsland over de verschillende hoofdstukken.
Cristian Dan Preda, namens de PPE-Fractie. – (RO) Mijnheer de Voorzitter, in de eerste plaats verwelkom ik de aanwezige leden van de Commissie en de Raad. Ook ben ik verheugd over de goede samenwerking die we tot op heden met deze twee instellingen hebben gehad, ook bij het opstellen van de resolutie.
Net als negen maanden geleden, toen wij ons hebben uitgesproken over het verzoek van IJsland om tot de Unie toe te mogen treden, heb ik in dit verslag gekozen voor vier hoofdaspecten.
1. Politieke criteria. Wat dit betreft scoort IJsland zeer hoog met zijn krachtige democratische traditie. Ik ben bovendien van mening dat we de in de laatste maanden geboekte vooruitgang met betrekking tot versterking van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht moeten toejuichen, naast het afschaffen van de dominante positie van de minister van Justitie bij de benoeming van magistraten en het versterken van hun onafhankelijkheid. Deze maatregelen moeten echter wel rigoureus ten uitvoer worden gebracht.
2. Economische criteria. Als lid van de Europese Economische Ruimte vervult IJsland nu al een groot deel van de verplichtingen van een lidstaat. Ik verwelkom de overeenkomst over de wetgeving in verband met de Icesave-kwestie en hoop dat, zoals de opiniepeilingen uitwijzen, de IJslandse bevolking deze in het referendum over drie dagen zal steunen. Dat zou betekenen dat deze bilaterale onenigheid verdwijnt uit het onderhandelingsproces voor toetreding tot de Unie.
3. De regionale samenwerking is ook een belangrijk aspect. De toetreding van IJsland tot de Europese Unie is een unieke gelegenheid voor de Unie om haar aanwezigheid in het Arctische gebied in het algemeen en in de Arctische Raad in het bijzonder te versterken.
Tot slot, maar niet als minst belangrijke aspect: De publieke opinie is essentieel voor een succesvol toetredingsproces. Wat dit betreft ben ik van mening dat het initiatief van de autoriteiten in Reykjavik tot een publiek debat en consultatie van alle belanghebbenden in dit project moet worden aangemoedigd, te meer omdat de opiniepeilingen laten zien dat de meerderheid van de IJslanders voortzetting van de toetredingsonderhandelingen steunt.
David Maria Sassoli, namens de S&D-Fractie. – (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, de stemming van morgen is een van de stappen die zorgen voor een spoedige toetreding van IJsland tot de Europese Unie.
IJsland heeft aanzienlijke vooruitgang geboekt, zoals de heer Preda al zei. Ik zal er een paar van opnoemen: het verbeteren van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, de aanstelling van een bijzondere onderzoekscommissie om het verloop van de gebeurtenissen die tot de ineenstorting van het bankenstelsel hebben geleid te onderzoeken en te analyseren, de instelling van een gemengde parlementaire commissie EU-IJsland, de wens om toe te treden tot de eurozone en de toegenomen ervaring met hernieuwbare energie.
De zeer gevoelige Icesave-kwestie is echter nog niet opgelost, en zaterdag zal er een referendum zijn waarbij de IJslanders hun stem kunnen laten horen. Ondanks de kritiek op de keuze voor het referendum is het volgens mij van zeer grote democratische waarde, aangezien het de IJslandse bevolking verantwoordelijkheid geeft, en haar nog betrokkener maakt bij dit delicate deel van de onderhandelingen. Hoewel het eerste referendum geen positieve uitslag had, heeft de IJslandse regering hard gewerkt en een brede coalitie gecreëerd die in staat is om aan de burgers uit te leggen wat de reden was achter de inspanningen van IJsland om Engeland en Nederland terug te betalen voor de schade die zij hebben geleden.
Europa moet op dit moment respectvol zijn en afwachten, zonder de druk op overdreven wijze op te voeren, wat zou kunnen leiden tot zelfverdediging en geslotenheid van de IJslandse samenleving.
Voor wat betreft de visserij en de landbouw ben ik van mening dat Europa en IJsland de beste oplossing moeten vinden om de criteria waarin het Verdrag voorziet te eerbiedigen, en om de IJslandse economie, de ecosystemen en de eigenheid van het land veilig te stellen.
De toetreding van IJsland tot de Europese Unie zal een Europese uitbreiding richting de Noordpool betekenen, met belangrijke positieve gevolgen op politiek, economisch, milieu- en wetenschappelijk vlak. Het is duidelijk dat Europa zo aantoont dat het, na zestig jaar, nog steeds over een grote aantrekkingskracht beschikt.
Pat the Cope Gallagher, namens de ALDE-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik ben blij om van de commissaris te horen dat het toetsen van de toetredingshoofdstukken betreffende IJsland, waarmee in november vorig jaar is begonnen, naar verwachting binnenkort is voltooid.
Als lid van de EER heeft IJsland natuurlijk het grote voordeel gehad dat het al een significant deel van het acquis heeft overgenomen. Ik ben ook blij om te horen dat volgens opiniepeilingen 65 procent van de IJslanders wil dat de onderhandelingen doorgaan. Ik zal mijn positie als voorzitter van de Gemengde Parlementaire Commissie EU-IJsland gebruiken om er bij de IJslanders op aan te dringen zich niet in hun loopgraven te verschansen en te wachten totdat ze later dit jaar precies weten hoe de deal eruitziet.
De tweede bijeenkomst van de Gemengde Parlementaire Commissie wordt op 26 en 27 april in Reykjavik gehouden. Deze commissie is vorig jaar ingesteld, en ik geloof oprecht dat het een belangrijk forum voor dialoog en samenwerking tussen het Europees Parlement en het IJslandse parlement is.
Ik moet zeggen dat ik teleurgesteld ben dat de kuststaten begin maart in Oslo geen overeenkomst hebben bereikt. Zo'n overeenkomst is essentieel. Het kan niet zo zijn dat de vier kuststaten samen een miljoen ton makreel vissen terwijl de wetenschappers de helft daarvan adviseren.
Indrek Tarand, namens de Verts/ALE-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, wanneer een klein land zich bij de EU wil aansluiten, zorgt dat altijd voor veel kopzorgen en hoofdpijn. In het geval van IJsland zijn het de visserij, het milieu en alle andere zaken die de commissaris heeft genoemd die die hoofdpijn veroorzaken. Maar wij hebben een geneesmiddel. Het Parlement zou zich wat vriendelijker kunnen opstellen, want kleine landen moeten liefdevol worden behandeld.
Ik ben altijd een bewonderaar geweest van de beginselvaste, politieke aanpak die de heer Tannock ten aanzien van het acquis volgt en ten aanzien van wat IJsland wel of niet moet doen. Maar dit keer keuren mijn fractie en ik de radicale toon van zijn amendementen af en vragen wij de rapporteur om voor morgen een compromisamendement op te stellen. Ik zie de zes extra zetels en de extra tolkencabine al voor me.
Charles Tannock, namens de ECR-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, de ECR-Fractie staat volledig achter de IJslandse toetreding tot de Europese Unie, hoewel het een besluit is dat alleen de IJslanders bij referendum kunnen nemen.
IJsland is een kleine, stabiele en welvarende democratie en een van de oprichtende leden van de NAVO en de Raad van Europa. Nadat de gok met financiële diensten op een ramp is uitgelopen, is de IJslandse economie nu echter zwaar afhankelijk van de visserij. Het land zal daarom aanzienlijke concessies voor zijn visserijindustrie eisen als het ooit besluit om tot de EU toe te treden. Dit zou het Verenigd Koninkrijk en andere lidstaten een ideale gelegenheid bieden om aan te dringen op een bredere en verdere hervorming van het controversiële gemeenschappelijke visserijbeleid.
Wat de walvisjacht betreft, daar houd ik net zo weinig van als van stierenvechten en hanengevechten, maar die zijn in sommige delen van de EU toch echt op culturele gronden toegestaan. Dus als IJsland toetreedt, moet het – dit is mijn persoonlijke mening – desgewenst toestemming krijgen om het voortbestaan van zijn walvisindustrie te waarborgen.
Tot slot, IJsland moet zich ertoe verbinden om aan het Verenigd Koninkrijk en Nederland de gelden terug te betalen die het die landen na de ineenstorting van Icesave is verschuldigd. Een negatief resultaat van het aanstaande referendum over deze kwestie zou voor de Britse regering een ernstige belemmering kunnen vormen voor het verlenen van steun aan de toetreding van IJsland.
David Campbell Bannerman, namens de EFD-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, in Groot-Brittannië noemen wij de eerste dag van april "April Fool’s Day". Mensen vinden het op die dag leuk om elkaar voor de gek houden. Dus wanneer ik een verslag zie waarin staat dat IJsland op koers ligt om volgend jaar tot de EU toe treden, denk ik: 1-aprilgrap! In werkelijkheid blijkt uit een enquête dat 64 procent van de IJslanders onafhankelijk wil blijven en slechts 24 procent het EU-lidmaatschap wil. Van de IJslandse ondernemingen is 60 procent tegen toetreding.
Er is ook gezegd dat IJsland de zekerheid van de euro wil. En opnieuw denk ik: 1-aprilgrap! Zelfs de eigen banken van Portugal willen op dit moment geen Portugese obligaties.
IJsland zal noch afstand doen van zijn rijke visserijgronden – goed voor 40 procent van de uitvoer – om tot het rampzalige gemeenschappelijke visserijbeleid toe te treden, noch zal het zijn parlement afschaffen, dat meer dan duizend jaar oud is en winnaar van de UNESCO-Prijs voor de Democratie.
Zelfs na de kater van de bankencrisis is IJsland beter af buiten de EU − net als Groot-Brittannië, overigens. En dat is geen grap!
De Voorzitter. – Ik raakte even in de war, mijnheer Campbell Bannerman, want ik dacht dat u het over 1 april had. Het is vandaag 6 april, dat heb ik net nog even gecontroleerd, maar ik neem aan dat u elke dag naar believen "April Fool’s day" kunt noemen!
Nick Griffin (NI). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, zoals hier gebruikelijk is, heeft ook dit debat weinig met de werkelijkheid en nog minder met democratie te maken.
De meesten hier praten alsof IJsland al in het zwarte gat van de euro is opgeslokt, alsof het allemaal al geregeld is. Maar dat is niet de boodschap die wij van de IJslanders horen. Recente opiniepeilingen laten zien dat het aantal IJslanders dat zijn onafhankelijkheid wil behouden bijna twee keer zo groot is als het aantal euroquislings en eurofielen. Vijfenzeventig procent van de IJslanders is zo verstandig om de EU te wantrouwen. De enige IJslandse partij die vóór het lidmaatschap is, is in de peilingen gedaald van 30 naar 18 procent van de stemmen.
Het is overal in Europa hetzelfde: terwijl de politieke elite streeft naar een steeds hechtere unie en een federaal imperium, wil het volk vrijheid en onafhankelijkheid. Zulke mismatches zijn de voedingsbodem van revoluties. Slaat u zich maar op de borst zoveel u wilt, maar de komende financiële ineenstorting van de landen die in het keurslijf van de euro zitten, zal ons allemaal duur komen te staan en zal het einde van jullie Utopia betekenen. IJsland en de landen die nu klem zitten in jullie poppenkast-Reich, zullen dan eindelijk weer vrij zijn.
Alf Svensson (PPE). – (SV) Mijnheer de Voorzitter, met zijn ongeveer 300 000 inwoners is IJsland een naar bevolkingscijfer gemeten klein land, maar het is een pracht van een land. Ik wil echt datgene onderstrepen wat hier is gezegd. IJsland heeft democratische tradities, heeft een indrukwekkende cultuur, en had zelfs al lang vóór andere landen een sociale zekerheid. We kunnen ons natuurlijk vastrijden in discussies over de economische excessen in 2008, maar dergelijke excessen vonden in meer landen plaats dan alleen in het kleine IJsland. Het spreekt voor zich dat wanneer een klein land met 300 000 inwoners door de ongebreidelde markteconomie wordt getroffen, er geen inertie-effecten in de administratie optreden. Dat mogen we niet vergeten als we praten over een land, een eilandstaat, in het Noordpoolgebied.
Ik begrijp ook heel goed dat de IJslanders belang hechten aan de visserij. Dat is ook de economische sector die generatie na generatie in staat heeft gesteld om op het eiland te leven. Wanneer we over een kleine natie spreken, moeten we voorzichtig zijn dat we dat niet vanuit het perspectief van een soort grote broer doen. IJsland wordt vanzelfsprekend door de EU geëvalueerd, en ik zou willen zeggen dat het die evaluatie beter doorstaat dan veel huidige lidstaten dat momenteel zouden doen als ze even streng zouden worden geëvalueerd als we nu met IJsland doen. Daarmee wil ik niet zeggen dat dit verkeerd is. Ik denk ook dat, als IJsland lid wordt van de EU, het voor Noorwegen gemakkelijker zal zijn om toenadering tot de EU te zoeken en na verloop van tijd lid te worden. IJsland moet worden verwelkomd. IJsland zal de EU nieuw leven inblazen en is zeker geen opoffering.
Catherine Stihler (S&D). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik dank de rapporteur. De ontwerpresolutie die voor ons ligt, is evenwichtig, en alle sleutelaspecten van het voortgangsverslag komen daarin aan de orde. Voor de 33 hoofdstukken die in het voortgangsverslag worden behandeld, geldt dat IJsland snel vorderingen maakt met de toetredingscriteria. De ontwerpresolutie bevat een belangrijke verwijzing naar de bijzondere onderzoekscommissie betreffende de ineenstorting van het IJslandse bankenstelsel. Het is goed dat de schuldigen van de crisis ter verantwoording worden geroepen. Wellicht dat de EU en haar lidstaten de verstandige aanpak van IJsland kunnen navolgen. Ik wil vanavond twee kwesties onder de aandacht brengen: Icesave en de makreel. Het referendum dat aan het einde van deze week wordt gehouden, maakt hopelijk een einde aan de Icesave-saga.
Dat neemt niet weg dat ik teleurgesteld ben dat na de intensieve heronderhandeling en de goedkeuring van de Althingi, het IJslandse parlement, nog een tweede referendum nodig is. Wat de makreel betreft, was het kortzichtig om de vangstquota eenzijdig te verhogen zonder voorafgaand overleg en zonder rekening te houden met de gevolgen voor naburige vissersvloten. Willen de toetredingsonderhandelingen slagen, dan is het absoluut noodzakelijk dat een oplossing wordt gevonden voor dit soort visserijkwesties.
Tot besluit wil ik veel succes toewensen aan de afgevaardigden die deelnemen aan de tweede bijeenkomst van de Gemengde Parlementaire Commissie, die op 26 en 27 april in Reykjavik wordt gehouden onder voorzitterschap van Pat the Cope Gallagher.
Struan Stevenson (ECR). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik ben blij om te horen dat de meerderheid van de IJslanders in een recente opiniepeiling zegt dat zij er niet aan denken om tot de EU toe te treden. Want laten wij eerlijk zijn, wij willen toch ook niet dat zij toetreden? Wat voegen zij nou aan de Europese club toe? Zij hebben een ineengestorte economie, hun banken zijn failliet, door hun vulkaan hebben wij ons luchtruim negen dagen moeten sluiten – ik veronderstel dat als dat nog eens gebeurt, wij een rekening gaan uitschrijven – en nu plunderen zij onze makreelbestanden.
In 2005 landden zij 367 ton Noordoost-Atlantische makreel. Voor dit jaar zijn zij van plan 150 000 ton te landen. Is dat wat u onder "duurzaam visserijbeheer" verstaat? Zij beroemen zich er altijd op dat zij duurzaam vissen en lachen om ons gemeenschappelijk visserijbeleid. Dit is bijna crimineel gedrag. Dit is bijna illegaal vissen, en wij zouden hen absoluut niet moeten uitnodigen om tot de EU toe te treden.
Alain Cadec (PPE). – (FR) Mijnheer de Voorzitter, commissaris, dames en heren, laat ik beginnen met mijn gebruikelijke hartenkreet: het Parlement heeft maar één zetel en dat is Straatsburg.
Zoals u weet is de Commissie visserij verontrust over de kwestie van de makreel. Ik heb met name vraagtekens bij de laatste onderhandelingen tussen de Europese Unie, IJsland en de Faeröer-eilanden, die een mislukking waren. Al meer dan tien jaar worden de makreelquota verdeeld op basis van verdeelsleutels, gebaseerd op eerdere vangsten van iedere kuststaat.
Met ingang van 2010 verlangt IJsland nieuwe quota, die veel hoger zijn dan in het verleden, en beroept zich daarbij op een hypothetische geografische herverdeling van de makreelstand als gevolg van de klimaatverandering. Daarom heeft IJsland, zoals onze collega de heer Stevenson zojuist zei, zijn vangstquotum plotseling verhoogd van 2 000 ton naar 130 000 ton in 2010. Een toename van meer dan 6 500 procent, dames en heren!
Die beslissing in onaanvaardbaar, want het is een eenzijdige beslissing die de vissers van de Europese Unie benadeelt. Bovendien is het een slecht signaal in het kader van de toetredingsonderhandelingen van IJsland. Wij kunnen deze eenzijdige beslissing niet accepteren. Wij willen dat dit conflict tussen IJsland en de Europese Unie snel wordt opgelost. IJsland moet zich aanpassen aan ons gemeenschappelijk visserijbeleid in plaats van dat ons gemeenschappelijk visserijbeleid moet worden aangepast aan IJsland. Ik vind dat IJsland een gevaarlijk spel speelt door ons deze onaanvaardbare voorwaarden op te leggen. IJsland moet ons een realistischer voorstel doen. Tenslotte wil niemand overbevissing en een instorting van de makreelstand, wat voor iedereen nadelig zou zijn. Ik roep IJsland op om meer verantwoordelijkheid en flexibiliteit te tonen in de onderhandelingen en meer transparantie in de debatten.
Jan Kozłowski (PPE). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, ik wil IJsland feliciteren, dat de status van kandidaat voor toetreding tot de Europese Unie heeft verworven. Zoals blijkt uit de verklaring van de Commissie verlopen de voorbereidingen van IJsland om aan de vereisten van de Europese Unie te voldoen goed en volgens plan. We mogen echter niet vergeten dat een duidelijk engagement van zowel de regering als de bevolking een voorwaarde is om een bepaald land tot de Europese Unie te laten toetreden. Daarom ben ik van mening dat een doeltreffend informatiebeleid voor de bevolking van cruciaal belang is om maatschappelijke steun voor de toetreding van IJsland tot de Europese Unie te winnen. De Poolse ervaring toont aan dat niet enkel breed opgezette acties van de regering hier een belangrijke rol spelen, maar ook de inspanningen van de nationale pers, lokale niet-gouvernementele organisaties en internationale samenwerking op regionaal en lokaal niveau.
Petru Constantin Luhan (PPE). - (RO) Mijnheer de Voorzitter, zoals ik ook heb kunnen zien als lid van de delegatie van het Europees Parlement die IJsland vorig jaar een officieel bezoek heeft gebracht, heeft IJsland veel geïnvesteerd in onderwijs, onderzoek en ontwikkeling. Ik wil de IJslandse autoriteiten feliciteren met hun steun aan en betrokkenheid bij de Lissabonstrategie, onder andere door het aannemen van de IJsland 2020-strategie die het belang van deze gebieden onderstreept en doelstellingen schetst voor de komende jaren.
Ik ben van mening dat toetreding tot de Europese Unie gunstig is voor alle betrokken partijen. IJsland heeft economische en monetaire stabiliteit te winnen, en de Europese Unie wordt krachtiger in de Arctische regio en op gebieden als hernieuwbare energie en klimaatverandering.
Ik ben ervan overtuigd dat het verbeteren van de dialoog met het maatschappelijk middenveld van groot belang is, net als de dialoog tussen de Europese Unie en IJsland. Mijn eenvoudige aanbeveling voor het IJslandse volk is te wachten op het uiteindelijke resultaat van de onderhandelingen en dan pas stelling te nemen.
Mitro Repo (S&D). − (FI) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, we mogen onszelf feliciteren. De wens van de IJslanders om zich bij ons aan te sluiten, toont aan dat de Europese Unie nog steeds aantrekkelijk is. De stabiliteit, welvaart en veiligheid van de Europese Unie als gevolg van de Europese integratie zijn zo succesvol dat een land met een zodanig hoge levensstandaard als IJsland bereid is zich bij ons aan te sluiten. Natuurlijk heeft de economische crisis in IJsland hier waarschijnlijk ook een rol bij gespeeld.
Het EU-lidmaatschap van IJsland mag echter geen vanzelfsprekendheid zijn. Hebben we voldoende overwogen wat de meerwaarde van IJsland voor Europa is? IJsland heeft in de praktijk zijn wetgeving al uitbesteed aan Brussel en zijn strijdkrachten aan de NAVO. Het zou wat inwoneraantal betreft het kleinste EU-land zijn.
Anderzijds is het misschien ironisch dat, in vergelijking met vorige uitbreidingen, juist IJsland als rijk en populair kandidaat-land daadwerkelijk voldoet aan de criteria voor het lidmaatschap van de Europese Unie. Ik hoop op een actief en volkomen open debat over het EU-lidmaatschap van IJsland.
Katarína Neveďalová (S&D) - (SK) Bij de beoordeling van het verslag over de voortgang van IJsland dient met meerdere aspecten rekening te worden gehouden. IJsland is een volledig naar behoren werkende democratie en een land dat aan alle standaarden op het vlak van de mensenrechten voldoet. IJsland maakt onderdeel uit van de Europese vrijhandelszone en is als gevolg daarvan reeds op veel gebieden compatibel met het acquis. In vergelijking met de overige kandidaat-lidstaten geeft dat het land een flinke voorsprong.
Niettegenstaande het feit dat IJsland een functionerende markteconomie is, kampt het met een zware crisis in de financiële sector. De deplorabele staat van de banksector en de overheidsschuld ter hoogte van 90% van het BBP zijn ronduit alarmerend. Er komt weliswaar steeds meer verbetering in de situatie, maar dat gaat slechts langzaam. Ook de dalende inflatie is een positief punt, maar de stijging van de werkloosheid baart dan weer zorgen.
Het is een goede zaak dat IJsland heeft besloten om de onafhankelijkheid van de rechtspraak ten aanzien van de vervanging van rechters te versterken. Persoonlijk beschouw ik de vooruitgang van IJsland op het vlak van opleiding en cultuur een groot succes. De standaarden zijn erg hoog in vergelijking met de Europese Unie, en zo kan het land meedoen aan de programma’s voor levenslang leren Jeugd in actie en Erasmus mundus. Tot slot ben ik het eens met de conclusie van de Commissie dat IJsland een stabiele democratie is met sterke instellingen.
Štefan Füle, lid van de Commissie. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, met het debat van vandaag heeft het Parlement een productieve bijdrage geleverd aan het vaststellen van de maatregelen die IJsland moet nemen om een positieve uitkomst van de toetredingsonderhandelingen te verzekeren.
Zoals wordt erkend in de ontwerpresolutie waarover wij vandaag hebben gedebatteerd en in het voortgangsverslag van de Commissie van afgelopen november, bevindt IJsland zich bij het vervullen van de toetredingsvoorwaarden in een gevorderd stadium. Maar hoewel het land al veel heeft bereikt, schiet het op een aantal duidelijk omschreven punten nog tekort.
Sommigen hebben de makreelvangst genoemd. Hoewel deze kwestie vooral betrekking heeft op het beheer, door de betrokken kuststaten, van het makreelbestand in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan, moet ik toch zeggen dat ik teleurgesteld ben over het gebrek aan vooruitgang bij het laatste overleg. Er bestaan nog steeds aanzienlijke meningsverschillen tussen de partijen – met name tussen de Europese Unie en Noorwegen aan de ene kant, en de Faeröer en IJsland aan de andere kant – over de vangstquota. Het behoud van het makreelbestand is voor onze visserijindustrie belangrijk. De Commissie zal dan ook samen met de kuststaten via alle mogelijke wegen naar een evenwichtige oplossing blijven zoeken.
IJsland begint nu aan een beslissende fase, waarin het tempo waarin vooruitgang wordt gemaakt afhangt van zijn eigen vastberadenheid. Ik weet zeker dat IJsland met onze gezamenlijke steun en, wat nog belangrijker is, met de participatie en steun van het eigen volk, in staat is om werkelijke vooruitgang in de richting van de Europese Unie te maken.
Enikő Győri, fungerend voorzitter van de Raad. – (HU) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, mijn dank voor dit debat. U hebt veel kwesties aan de orde gesteld die naar mijn overtuiging tijdens de toetredingsonderhandelingen op adequate wijze door de Commissie behandeld zullen worden, en we kunnen onze maximale aandacht aan een oplossing daarvoor besteden. Ik ben van plan om de bijeenkomst van de Associatieraad IJsland-EU eind april bij te wonen, en ik vertrouw erop dat we ten aanzien van deze aangelegenheden informatie uit eerste hand zullen ontvangen van de IJslandse autoriteiten. Het stond tot nu toe ook geen moment buiten kijf dat de situatie het moeilijkst is in de landbouw, maar vooral in de visserij, of ten aanzien van het Icesave-conflict. Maar ik vertrouw erop dat al deze kwesties op zeer transparante wijze door de Commissie zullen worden behandeld.
En ook de Parlementsleden zullen tijdens het verloop van de toetredingsonderhandelingen steeds adequate informatie over deze kwesties ontvangen. En tot slot zou ik nog één ding willen zeggen: het doet mij genoegen dat geen enkele spreker tijdens het debat in twijfel heeft getrokken dat IJsland over uitstekend functionerende democratische instellingen en een politieke cultuur beschikt; dat hebben we allemaal erkend. En ik weet zeker dat de IJslanders een heel verantwoordelijke beslissing zullen nemen ten aanzien van de vraag of ze tot de Europese Unie zullen toetreden. Laten we dit aan hen overlaten, dat is hun zaak. Het is aan ons om de toetreding mogelijk te maken, en als zij daartoe besluiten, zullen we hen op gepaste wijze ontvangen. Mijn hartelijke dank, mijnheer de Voorzitter.
De Voorzitter. – Tot besluit van het debat is er een ontwerpresolutie(1) ingediend, overeenkomstig artikel 110, lid 2 van het Reglement.
Het debat is gesloten.
De stemming vindt morgen om 12.00 uur plaats.
Schriftelijke verklaringen (artikel 149)
Monika Flašíková Beňová (S&D), schriftelijk – (SK) IJsland heeft sinds het begin van de Europese eenwording nooit serieus overwogen om volwaardig lid te worden van de EU, maar is daar na de financiële ineenstorting van het land in 2009 op teruggekomen. Desondanks is het land in staat geweest om aan de Europese normen en de uitlopende voorwaarden voor een succesvolle integratie met de huidige 27 Europese lidstaten te voldoen. Het lidmaatschap van de Europese Economische Ruimte alsook van de Schengenruimte heeft daar in grote mate toe bijgedragen. Hoewel IJsland dus succesvol is bij de tenuitvoerlegging van een groot deel van de Europese wetgeving, zou het toetredingsproces als zodanig wel eens bemoeilijkt kunnen worden door bijvoorbeeld het economisch beleid of het visserijbeleid. Dat laatste is namelijk goed voor de helft van de IJslandse uitvoer en ook goed voor enkele tientallen procenten van het IJslandse BBP. Een verder mogelijk obstakel voor het IJslandse lidmaatschap is het nog altijd niet opgeloste conflict tussen IJsland enerzijds en Nederland en Groot-Brittannië anderzijds. De betrokken partijen zijn nog altijd op zoek naar een geschikte manier om de Nederlandse en Britse burgers te compenseren voor hun inleg die ze bij een aantal failliete IJslandse banken zijn kwijtgeraakt. Een ander negatief punt betreft het feit dat ondanks de steun van de bevolking voor de toetredingsonderhandelingen een aanzienlijk deel van de IJslanders niet echt warmloopt voor het lidmaatschap van de Europese Unie. Het zou dan ook goed zijn indien de IJslandse regering actief probeert daar iets aan te doen door de burger te informeren over wat het lidmaatschap zou betekenen voor het land en hoe zijn of haar dagelijks leven erdoor verrijkt zal worden.
Jolanta Emilia Hibner (PPE), schriftelijk. – (PL) Zoals we allemaal weten is IJsland in juli 2010 begonnen met de toetredingsonderhandelingen. Vanaf het begin bevindt IJsland zich in een bevoorrechte positie door zijn lidmaatschap van de Europese Economische Ruimte. De voortgang op weg naar lidmaatschap van de Europese Unie is duidelijk zichtbaar. Het toetredingsperspectief wordt positief onthaald, maar er bestaan nog steeds geschilpunten, zoals het geschil rond het feit dat de walvisvangst in de Europese Unie verboden is en dat IJsland zijn visserij- en landbouwmarkten wil beschermen, en het geschil rond Icesave. Er is verdere voortgang nodig, hoofdzakelijk op het gebied van visserij, landbouw en plattelandsontwikkeling. Er is ook een akkoord over de kwestie van visquota nodig. Ook de noodzaak om de IJslandse wetgeving betreffende visvangst aan te passen aan de beginselen van de Europese interne markt moet worden benadrukt. Laten we niet vergeten dat IJsland een land is waar de economie in belangrijke mate op de visvangst gebaseerd is. Daarom wil het land na toetreding tot de Europese Unie in zijn exclusieve economische zone een zekere controle over het beheer van de visvangst behouden. Er moet ook aandacht worden gevraagd voor de ernstige meningsverschillen over de kwestie van de walvisvangst. Het verbod op walvisvangst is een deel van het acquis van de Europese Unie, dat elke nieuwe lidstaat moet aanvaarden. Er moet ook worden benadrukt dat de laatste opiniepeilingen een toename van de maatschappelijke steun voor de voortzetting van de toetredingsonderhandelingen en een groter vertrouwen in het Europees Parlement laten zien.
Jarosław Leszek Wałęsa (PPE), schriftelijk. – (PL) Het perspectief van de toetreding van IJsland is positief onthaald. Er bestaan echter nog steeds geschilpunten, zoals de walvisvangst, die in de Europese Unie verboden is, of het feit dat IJsland zijn visserijmarkten wil beschermen. Ik vind dat we geen toegevingen mogen doen op het gebied van de walvisvangst. Ongeacht de historische context mogen we niet toelaten dat een kandidaat-lidstaat van de Europese Unie op deze beschermde en zeldzame dieren wil jagen.
De Europese Gemeenschap heeft jarenlang voor de goedkeuring en toepassing van deze standaarden gevochten en ze mogen nu niet worden “gebogen” om te passen in een brutale werkelijkheid, die als traditie wordt goedgepraat. Een volgende geschilpunt is het visquotum voor makreel. Zoals u weet, heeft de regering in Reykjavik ondanks het appel om de beginselen van verantwoorde visvangst na te leven, in 2010 een eenzijdige TAC voor deze soort vastgelegd, die heel wat hoger is dan de limieten die door wetenschappelijke adviseurs waren voorgesteld. IJsland heeft niet de openheid en flexibiliteit getoond die noodzakelijk waren om een compromis in deze zaak te bereiken. Wat meer is, IJsland maakte bekend dat het voor 2011 visquota van 146 000 ton zal invoeren. Zo'n houding vervult me met vrees als ik denk aan de toekomstige samenwerking met IJsland op het gebied van visserij. We zijn ons er allemaal van bewust dat dit conflict de toetredingsonderhandelingen met IJsland in gevaar brengt. Persoonlijk ben ik er echter van overtuigd dat we in beide gevallen geen toegevingen mogen doen en moeten eisen dat de door Europa opgelegde standaarden in de visserijsector worden nageleefd.