De Voorzitter. − Aan de orde zijn de verklaringen van de Raad en de Commissie over migratiestromen en asiel en de gevolgen daarvan voor Schengen (2011/2689(RSP)).
Enikő Győri, fungerend voorzitter van de Raad. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, de ontwikkelingen in de zuidelijke nabuurschapslanden en de migratiestromen die daardoor op gang zijn gekomen, plaatsen de Europese Unie voor een niet geringe uitdaging. Ze onderstrepen hoe belangrijk het is dat we ons gaan beraden op ons gehele beheer van migratie- en vluchtelingenstromen.
In dit verband heeft de Europese Raad de Raad en de Commissie afgelopen maart verzocht om vóór de Europese Raad van juni te komen met een plan voor de ontwikkeling van capaciteit voor het beheren van de migratie- en vluchtelingenstromen. De conclusies die de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken op 11 en 12 april 2011 heeft aangenomen en de mededeling die de Commissie vorige week heeft doen uitgaan zijn belangrijke stappen in die richting. Het voorzitterschap heeft voor 12 mei aanstaande een buitengewone vergadering van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken belegd om van gedachten te wisselen over het beheer van de migratie- en vluchtelingenstromen. Deze besprekingen zijn onderdeel van de voorbereidingen voor de vergadering van de Europese Raad op 21 juni, waarin dezelfde onderwerpen zullen worden behandeld.
Natuurlijk mogen we niet toekijken bij de gebeurtenissen aan de andere kant van de Middellandse Zee. De EU en haar lidstaten zijn bereid om zowel de mensen die door de recente ontwikkelingen in Noord-Afrika ontheemd zijn geraakt, als de lidstaten die hiervan de meeste directe gevolgen ondervinden bij te staan. In de afgelopen maanden hebben de EU en haar lidstaten ongeveer 96 miljoen euro aan humanitaire noodhulp ter beschikking gesteld en we zullen zeker extra steun verlenen waar en wanneer de situatie daarom vraagt.
Voorts heeft de Raad alle lidstaten verzocht de UNHCR, de Internationale Organisatie voor Migratie, het Rode Kruis en alle relevante actoren te blijven steunen. Hun inzet is onmisbaar voor de hulpverlening aan de mensen die ontheemd zijn als gevolg van het aanhoudende geweld in Libië. De lidstaten die kampen met de meer directe gevolgen van de gebeurtenissen krijgen hulp in de vorm van financiële middelen, uitrusting en technische expertise. Zo heeft de Commissie eerder aangekondigd dat er ongeveer 25 miljoen euro aan noodfondsen kan worden vrijgemaakt voor lidstaten als Italië en Malta. Daarnaast kan het pas opgerichte Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken, dat weliswaar nog niet volledig operationeel is, worden ingeschakeld. Sommige lidstaten, waaronder Hongarije, hebben al aangeboden vluchtelingen over te nemen van Malta om de druk op de Maltese autoriteiten te verlichten.
Los van de gerichte maatregelen die zijn bedoeld om deze specifieke situatie het hoofd te bieden blijft de Raad zich voor honderd procent inspannen voor de verdere ontwikkeling van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel. Er wordt aan gewerkt binnen de Raad en het Parlement en er is al enige vooruitgang geboekt, ondanks de technische complexiteit en politiek gevoelige aard van dit onderwerp.
Voor het beheer van migratiestromen in de EU en in individuele lidstaten is een doeltreffend grensbeheer noodzakelijk. Bij het beheer van de buitengrenzen speelt Frontex in verschillende opzichten een belangrijke rol. Zo houdt dit agentschap toezicht op de buitengrenzen van de EU en biedt het operationele ondersteuning.
In verband met de nieuwste ontwikkelingen in Noord-Afrika is op 20 februari 2011 de gezamenlijke operatie Hermes gelanceerd, naar aanleiding van een verzoek van de Italiaanse regering. Deze operatie moet illegale grensoverschrijdingen naar Lampedusa, Sicilië, Sardinië en het Italiaanse vasteland opsporen en verijdelen. Daarnaast ondersteunt Frontex de Italiaanse autoriteiten bij hun tweedelijns grenscontroleactiviteiten middels het informeren en doorlichten van migranten.
De Raad is tevens ingenomen met het feit dat de Commissie heeft besloten extra middelen vrij te maken om Frontex in staat te stellen zijn geplande gezamenlijke operaties voort te zetten. We hebben de lidstaten dringend verzocht waar nodig aanvullende personele en technische middelen te leveren ter ondersteuning van de activiteiten van het agentschap, met inbegrip van Hermes.
Zoals u weet ligt het nieuwe voorstel inzake Frontex voor in dit Parlement en zijn we erover in onderhandeling. Ik reken op de steun van het Parlement, zodat we dit wetgevingsvoorstel kunnen voltooien en de onderhandelingen succesvol kunnen afsluiten.
Gezien de recente migratiedruk vanuit Noord-Afrika heeft de versterking van Frontex voor de Raad hoge prioriteit. Hierbij wil ik de heer Busuttil en de schaduwrapporteurs bedanken voor hun goede samenwerking en zoals ik zojuist heb onderstreept, hoop ik van harte dat er voor juni 2011 een akkoord in eerste lezing kan worden bereikt, zoals afgelopen maart werd verzocht door de Europese Raad.
De ontwikkelingen in de landen in het zuidelijke Middellandse Zeegebied, en ik doel hiermee met name op de Tunesische migranten waarmee Lampedusa wordt overspoeld, roepen ook vragen op over de controles aan de binnengrenzen. En die plaatsen ons op hun beurt voor vraagstukken ten aanzien van het vrije verkeer binnen de Europese Unie. De Raad sluit zich volmondig aan bij de zienswijze van praktisch alle aanwezigen, dat het vrije verkeer van personen binnen het Schengengebied een belangrijk wapenfeit van de Europese Unie is. De lidstaten die hebben gevraagd om een herziening van het Schengensysteem, hebben ook benadrukt dat zij bij een dergelijke herziening het vrije verkeer van onze burgers, een van de hoekstenen van de Unie, willen behouden.
Hier kunnen we voor zorgen door in deze tijd van hogere druk de beveiliging en het beheer van de Schengengebied te verbeteren. Hierbij geldt echter wel dat de Raad, gezien de toegenomen druk op bepaalde buitengrenzen en de verzoeken van de lidstaten om de Schengenregels aan te scherpen, zich moet buigen over de vraag hoe we het beginsel van vrij verkeer kunnen blijven waarborgen en tegelijkertijd een hoog niveau van binnenlandse veiligheid kunnen handhaven voor onze burgers.
Het voorzitterschap is voornemens om in de Raad van 12 mei 2011 een discussie op gang te brengen over de verschillende ideeën over het Schengenacquis die de Commissie in haar mededeling van 4 mei over migratie heeft aangedragen. De Raad kijkt met name uit naar de behandeling van de voorstellen die de Commissie heeft gedaan met betrekking tot een mechanisme voor de gecoördineerde en tijdelijke herinvoering van de grenscontroles als uiterst redmiddel, op basis van objectieve criteria en met inachtneming van de communautaire methode. De Raad zal ook de gelegenheid hebben om te bespreken hoe de werkzaamheden voor de herziening van het Schengenevaluatiemechanisme moeten worden voortgezet om te komen tot een efficiëntere en meer uniforme tenuitvoerlegging van het acquis.
Uiteraard hebben de effecten van de dramatische ontwikkelingen in de landen in het zuidelijke Middellandse Zeegebied de hoogste prioriteit, maar we moeten ook lessen trekken voor de toekomst. We moeten, kortom, zorgen voor een strategie voor de langere termijn. Een aantal van de aspecten die ik zojuist heb besproken zal bijdragen aan de totstandbrenging van een dergelijke strategie, maar ik zie uit naar discussies die kunnen resulteren in een bredere benadering van migratie die volledig te verenigen is met onze algemene visie op migratie.
In deze trant heeft premier Orbán recentelijk gezegd dat we een duidelijk onderscheid moeten maken tussen economische migranten en politieke vluchtelingen. Als Europa zichzelf trouw wil blijven moet het politieke vluchtelingen welkom heten op zijn grondgebied. Europa moet Marshallplanachtige middelen inzetten om de landen in Noord-Afrika te helpen leefbare omstandigheden te scheppen en daarmee het probleem van de migratie bij de wortel aanpakken. Daarvoor moeten we het niet alleen onderling eens zijn, maar ook overleggen met onze buurlanden en samenwerken met de landen van Noord-Afrika, en moeten we rekening houden met een breed scala aan factoren, zoals internationale bescherming, migratie, mobiliteit en veiligheid.
Afsluitend zullen onze zuiderburen, vanuit een breder perspectief, met alle mogelijke middelen worden ondersteund bij hun overgang naar een open, democratische en welvarende samenleving. Dit is de best mogelijke manier om de factoren die aanzetten tot onregelmatige immigratie in Europa uit te schakelen.
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, we zijn hier vandaag bijeen om te debatteren over migratie en het grensoverschrijdend verkeer van Europese burgers. Allereerst zou ik u er echter graag aan willen herinneren dat het gisteren de 61e verjaardag was van de Schuman-verklaring, waarmee de fundamenten werden gelegd voor de Europese Unie. Met de ondertekening van deze verklaring is een proces in gang gezet waarin Europese volkeren toenadering tot elkaar hebben gezocht en hun meningsverschillen opzij hebben gezet om samen een Europees continent zonder grenzen te scheppen, waar onze burgers ongehinderd kunnen reizen van land naar land.
In gebieden als de regio waarin we ons nu bevinden, hier in Straatsburg en in de Elzas in het algemeen, staat wonen bij een grens niet langer gelijk aan leven in een strikt afgebakend gebied, en de voordelen strekken zich uit tot ver buiten deze grensgebieden. Voor veruit de meeste Europese burgers is het recht op vrij verkeer de belichaming van het Europees project en een van de meest concrete successen van de Europese Unie. Het doet me deugd dat de meeste Europeanen dit recht volop benutten: jaarlijks worden ongeveer 1,25 miljard vakantiereizen binnen de landen van de Europese Unie gemaakt.
Zonder de Europese Unie zou dat volstrekt onmogelijk zijn geweest. Ik kan me de tijd nog herinneren dat reizen vanuit mijn eigen land, Portugal, naar Spanje, heel wat voeten in de aarde had. Het getuigt dus van een enorme beschavingsvooruitgang als landen in staat zijn grensoverschrijding te vergemakkelijken en burgers vrij te laten reizen.
Ook in economisch opzicht is het vrij verkeer van onschatbare waarde: het is van kardinaal belang voor het welslagen van de interne markt en de aanhoudende inspanningen van Europa om groei en werkgelegenheid te stimuleren. Het vrij verkeer is voor Europa als het ware wat funderingen zijn voor gebouwen: haal deze weg en de hele structuur wordt ondermijnd.
Vorige week heeft de Commissie een mededeling uitgebracht over een meer gestructureerde benadering van migratie, waarin zij onder meer verwijst naar een voorstel voor een versterkt systeem voor Schengen-governance. In de komende weken zullen meer voorstellen volgen, en ik wil in dit verband mijn waardering uitspreken voor het werk van commissaris Malmström die, met groot inzicht en fijngevoeligheid, haar best doet de juiste aanpak te vinden voor deze complexe materie.
Dan richt ik mij nu op de Schengen-governance, daar ik heb begrepen dat hierover in het Parlement de meeste vragen zijn. Er zijn natuurlijk nog vele andere voorstellen, onder andere inzake de versterking van Frontex en een gemeenschappelijk Europees asielstelsel, maar ik hoop dat er andere gelegenheden zullen komen om hier dieper op in te gaan.
Vorig jaar heeft de Commissie voorstellen gedaan voor het behoud en de versterking van het Schengenevaluatiemechanisme als centraal element in het acquis van ons gemeenschappelijk project, en ik wil onderstrepen dat de Commissie vorig jaar – dus ruim voor de recente ontwikkelingen – al bepaalde problemen heeft aangestipt ten aanzien van de governance van Schengen. We gaan deze voorstellen nu actualiseren en afmaken en zullen alles in het werk stellen om snel resultaten te boeken.
Door de huidige migratiestromen in het Middellandse Zeegebied en de daardoor veroorzaakte druk zijn enkele zwakke plekken en ongecoördineerde reacties van de lidstaten aan het licht gekomen ten aanzien van de Schengen-governance. In het kielzog van deze uitzonderlijke gebeurtenissen moeten we dringend zorg dragen voor de versterking van de Schengen-governance en het beheer van de buitengrenzen. Er moet een betere coördinatie plaatsvinden tussen de Commissie en de lidstaten, en bovenal tussen de lidstaten onderling.
Nu door de recente ontwikkelingen de bespreking van dit onderwerp urgent is geworden, wil de Commissie met haar mededeling van de gelegenheid gebruik maken om zich te buigen over de reeds lang bestaande, onderliggende inconsistenties en onopgeloste problemen die sommige lidstaten de speelruimte hebben gegeven om eenzijdig, en niet noodzakelijkerwijs met het belang van de EU in gedachten, te handelen. Het is tijd om deze tendens in de kiem te smoren.
De Commissie heeft al kortetermijnmaatregelen getroffen om het hoofd te bieden aan de situatie in het Middellandse Zeegebied. Daarnaast dringen wij in het pakket, dat wij vorige week hebben voorgelegd, aan op rationeel nadenken, rekening houdend met de behoefte op korte termijn aan een verscherpte bewaking van de buitengrenzen, maar ook met de behoefte aan een bredere aanpak van asiel- en migratiekwesties. Deze onderwerpen zijn ook van belang als het gaat om ons nabuurschapsbeleid, de handel met Noord-Afrika en onze democratiseringssteun, evenals onze eigen langetermijntekorten op de arbeidsmarkt en onze inspanningen om het Europese concurrentievermogen te vergroten.
Dit is geen impulsieve reactie. Dit is geen improvisatie. Dit is en moet een breed spectrum van maatregelen zijn op grond van een sterk en succesvol Europees beleid ter bescherming van de belangen van de Europese Unie en haar burgers, nu en in de toekomst.
Tegelijkertijd willen we de lidstaten ontlasten die zijn blootgesteld aan een onevenredig deel van de migrantenstroom. Wanneer duizenden mensen aanlanden op de kust van een land, is dat niet omdat ze dromen van een leven op Malta of Lampedusa. Veeleer hopen ze op een beter leven in Europa. Van landen die puur door hun geografische ligging de grootste stroom migranten te verwerken krijgen, mag niet worden verwacht dat ze hier in hun eentje een oplossing voor vinden. Alle landen van de Europese Unie plukken de vruchten van de regels inzake vrij verkeer van burgers. Het is dan ook de plicht van alle lidstaten om landen die op een zeker moment onder bijzondere druk komen te staan, te ondersteunen. Dit houdt in dat de lasten eerlijk moeten worden verdeeld. En het betekent ook dat alle landen hun verantwoordelijkheden serieus moeten nemen.
Voor lastenverdeling geldt dat alle druk en alle bijdragen in ogenschouw moeten worden genomen, en dat is ook de ware essentie van de Europese Unie: crisisbeheer via solidariteit en verantwoordelijkheid. Solidariteit en verantwoordelijkheid zijn sleutelbegrippen voor onze reactie. Immigratie is een Europese uitdaging die vraagt om een Europese respons.
Daarom stelt de Commissie voor de EU-governance van het Schengensysteem op een hoger plan te brengen en daarmee te laten zien dat de lidstaten solidair kunnen zijn. Dit draait om gezamenlijke governance, niet om eenzijdig handelen. Ik onderstreep nogmaals dat dit onderdeel is van een totaalaanpak. De versterking van Frontex en de overgang naar een gemeenschappelijk Europees asielstelsel maken daar ook deel van uit.
Over een punt wil ik geen enkele onduidelijkheid laten bestaan: het gaat er niet om mogelijkheden te vinden voor de lidstaten opdat zij weer kunnen gaan controleren aan hun grenzen. Dat zou namelijk niet alleen desastreuze gevolgen hebben voor alles wat Europa in de afgelopen 61 jaar heeft bereikt, maar ook het welslagen saboteren van onze inspanningen om een welvarend en geïntegreerd Europa op te bouwen voor de toekomst.
Bovendien genieten de lidstaten op grond van het huidige Schengensysteem al het recht om deze mogelijkheid eenzijdig te benutten. Dat recht is in het verleden uitgeoefend om lidstaten te helpen het hoofd te bieden aan specifieke tijdelijke buitengewone omstandigheden, bijvoorbeeld na een terroristische aanslag of in verband met drugssmokkel.
Deze uitzonderingen moeten echter uitzonderingen blijven, want ik kan niet genoeg benadrukken dat het herintroduceren van grenscontroles geen wenselijke ontwikkeling is voor Europa, noch in de huidige situatie noch met het oog op de uitdagingen waarvoor wij vroeg of laat zullen komen te staan. Grenscontroles moeten een uiterst redmiddel zijn.
Bovendien weten we allemaal dat interne controles in bepaalde, zeldzame gevallen nuttig kunnen zijn, maar ze passen niet in een constructieve benadering van de Europese integratie, en ze vormen ook geen kostenefficiënte langetermijnoplossing om het verkeer van personen te controleren en de immigratie te beheersen. Dat is ook nooit zo geweest. Feit is dat geen enkele lidstaat die wordt geconfronteerd met een massale toestroom van migranten er uiteindelijk beter af zal zijn als hij probeert op eigen houtje een oplossing te vinden. Een blijvende oplossing kan alleen worden gevonden als de lidstaten de handen ineenslaan.
De voorstellen die wij een jaar geleden hebben gedaan om Schengen te versterken via een evaluatiemechanisme en een betere coördinatie van de grensbewaking zullen het systeem voorzien van een EU-brede discipline en gezamenlijke richtsnoeren. Zo voorkomen we dat landen zich in de toekomst genoodzaakt zullen voelen om op eigen houtje besluiten te nemen waar alle Schengenlanden gevolgen van ondervinden.
Ik onderstreep dat dit geen nieuw beleid is dat de Unie zal ondermijnen. Het is juist een kans om de Unie te versterken – een stap voorwaarts richting gezamenlijke Europese governance en geen stap terug. We willen het Schengenacquis versterken en niet verzwakken. We mogen de ogen niet sluiten voor het feit dat de recente gebeurtenissen een probleem op het gebied van Schengen-governance hebben blootgelegd dat we moeten oplossen. Als we de bestaande mechanismen niet versterken zullen de lidstaten eenzijdig blijven handelen. Sterker nog, ze zullen dan worden gestimuleerd om dat te doen. We geven de populisten, de extremisten en in sommige gevallen ook de xenofoben, die het prachtige acquis communautaire op dit gebied in twijfel willen trekken, dan argumenten in handen. Daarom is de aanscherping van de regels voor de Schengen-governance en de verduidelijking van bepaalde aspecten daarvan naar onze mening de beste manier om te voorkomen dat Schengen in gevaar komt.
Ik benadruk dat wij hiermee niet toegeven aan druk vanuit bepaalde delen van Europa. Door ons vermogen om met crisissituaties om te gaan te verbeteren, komt een solider governancesysteem tot stand en krijgen besluitvormers de beschikking over betere instrumenten om druk uit de populistische of extremistische hoek in de toekomst te weerstaan.
Dit voorstel is niet uitsluitend bedoeld om acute situaties het hoofd te bieden, maar vertrouwen in langetermijnoplossingen kweken we alleen als we laten zien dat we ook de acute problemen kunnen oplossen. Het is niet onze bedoeling de klok terug te draaien: het gaat erom vandaag ons governancesysteem in gereedheid te brengen voor de uitdagingen die zich morgen zeker zullen aandienen. We zijn er niet op uit onze burgers het recht op vrij verkeer af te nemen. We willen juist hun integriteit, waaraan wij grote waarde hechten, beschermen door de regels te versterken.
Ik vertrouw erop dat dit Parlement onze benadering en onze inspanningen zal ondersteunen. We zijn eensgezind in onze vastberadenheid de beginselen waarop onze Unie is gestoeld te handhaven en iedere populistische verleiding te weerstaan. We weten dat het in sommige kringen momenteel mode is om extremistisch of populistisch te zijn, en soms zelfs om met het vaandel van de xenofobie te zwaaien. Wij zijn dit echter niet van plan. We zullen alle druk weerstaan, maar om op dat punt succes te boeken moeten we onze burgers het vertrouwen geven dat we op twee punten van geen wijken weten: ten eerste willen we de mankementen van het bestaande systeem verhelpen, zodat er in nood- en crisissituaties doeltreffende hulp kan worden geboden, en ten tweede willen we daarvan uitgaande de volledige inachtneming waarborgen van de mensenrechten en de humanitaire beginselen waarop onze Unie is gestoeld. De mensen zullen zich met liefde solidair betonen, zowel binnen als buiten de Unie, als ze erop kunnen vertrouwen dat hun zorgen over hun eigen veiligheid resoluut en volledig worden weggenomen.
Ik reken erop dat dit Parlement mij zal steunen in mijn oproep aan de lidstaten om de noodzakelijke besluiten snel te nemen. Onze voorstellen liggen op tafel. We mogen niet langer talmen; we moeten nu handelen, zodat een open Europese Unie deze uitdaging verenigd en sterker te boven komt.
Manfred Weber, namens de PPE-Fractie. – (DE) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de fungerend voorzitter van de Raad, mijnheer de voorzitter van de Commissie, het werd al onderstreept: Schengen is één van de grote prestaties van ons gemeenschappelijk Europees project. De burgers kunnen dit dagelijks merken als ze in Europa onderweg zijn. Het is de verwerkelijking van de droom Europa: een Europa zonder grenscontroles. Daarom moet allereerst in dit debat – ook gelet op het debat van de afgelopen weken – duidelijk worden gemaakt dat we er in dit Parlement gemeenschappelijk voor zullen zorgen dat het beginsel, het idee achter Schengen door geen enkele initiatief of debat wordt gehavend. We zullen dit beginsel in het Europees Parlement verdedigen!
In de afgelopen weken werd over de 25 000 vluchtelingen uit Tunesië gedebatteerd die op het Italiaanse eiland Lampedusa aan land zijn gegaan. Gedurende jaren heeft een land als Zweden per jaar meer dan 25 000 mensen opgenomen. Er zijn staten in de Unie die gezien hun bevolkingsomvang proportioneel duidelijk hogere aantallen hebben opgenomen dan de aantallen waarover we op dit moment aan de zuidelijke grens van Europa spreken, en toch is in deze gevallen niemand op het idee gekomen om vanwege deze belastende situatie Schengen op de helling te zetten. Daarom wil ik ondubbelzinnig tot uitdrukking brengen dat het treurig is dat we vanwege deze uitdaging, die we gemeenschappelijk moeten bolwerken, in Europa een debat over de Schengenstatus moeten voeren.
Ten tweede zou ik tot uitdrukking willen brengen dat we solidariteit in praktijk brengen. Als het om staten als Malta gaat, dit kleine land dat zwaar is getroffen en geen achterland heeft, dan tonen we ons op dit moment solidair met deze staat. Ik wil echter onderstrepen dat er naast solidariteit een tweede grondbeginsel is, namelijk de eigen verantwoordelijkheid van de staten. Ik moet de Commissie verzoeken om hier preciezer naar te kijken. Wanneer rechtbanken in de Europese Unie van oordeel zijn dat Dublin II moet worden opgeschort, en dat vluchtelingen dus niet naar het land kunnen worden teruggestuurd waar ze de EU voor het eerst zijn binnengekomen, dan dienen wij de Commissie de vraag te stellen in welke mate zij bereid is om sancties op te leggen aan staten die blijkbaar het op het moment gevestigde recht niet ten uitvoer leggen, wanneer het om minimumnormen in de Europese Unie gaat. Daarom verzoek ik de Commissie om ook op dit gebied maatregelen te nemen.
Wat de voorbereiding van de Raad betreft wil ik slechts drie onderwerpen aankaarten. Ten eerste moeten we natuurlijk bij migratie, met het oog op de demografische ontwikkeling, op de lange termijn meer immigratie toelaten, maar op het moment hebben we in de Europese Unie 24 miljoen mensen die zonder werk zitten, en is er in Spanje een jeugdwerkloosheid van 30 procent. Daarom moeten we ook zorgvuldig – heel zorgvuldig –omgaan met het immigratievraagstuk. Het tweede onderwerp betreft de al ter sprake gebrachte versterking van Frontex.
Ten derde verzoek ik dat we er allemaal voor zorgen dat de staten die op het punt staan toe te treden tot Schengen, namelijk Bulgarije en Roemenië, nu niet worden benadeeld vanwege de huidige discussie. Deze landen hebben zich er zeer voor ingespannen. We willen geen slechtere toetredingsnormen, maar wanneer ze aan de normen voldoen, dan moeten Bulgarije en Roemenië eerlijkheidshalve ook het recht hebben om deel uit te maken van het Schengengebied.
Martin Schulz, namens de S&D-Fractie. – (DE) Mijnheer de Voorzitter, ik ben niet van mening dat de mededeling van de Commissie goed is. Het spijt mij ten zeerste, maar ze is niet goed. Ik ben van mening dat ze overdreven is en de plank misslaat.
Het gaat hier niet om een crisis binnen de Europese Unie. Wanneer 400 000 mensen van Libië naar Tunesië reizen, kun je over een crisis voor Tunesië spreken. Wanneer 20 000 mensen over de Middellandse Zee naar Europa komen, dan kun je dat geen crisis voor Europa noemen.
(Applaus)
Wanneer we in Europa een fatsoenlijke lastenverdeling zouden hebben, zou er in het geheel geen probleem bestaan. En u hebt de cijfers aangehaald, mijnheer Weber. De getallen waarover we hier spreken hebben niemand nerveus gemaakt.
Ik ben daarom niet van mening dat u iets goeds op tafel heeft gelegd, mevrouw Malmström. U hebt namelijk verzuimd om artikel 78, lid 3 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) te citeren. Ik weet niet of u bekend bent met dit artikel. Artikel 78, lid 3 van het VWEU luidt: "Indien een of meer lidstaten ten gevolge van een plotselinge toestroom van onderdanen van derde landen in een noodsituatie terechtkomen, kan de Raad op voorstel van de Commissie voorlopige maatregelen ten gunste van de betrokken lidstaat of lidstaten vaststellen" – overigens na raadpleging van het Parlement. Dat is wat staat in artikel 78, lid 3 van het huidig Verdrag!
Er zijn overigens op basis van de Schengenregeling van 2006 tijdens het Europees of wereldkampioenschap voetbal voorlopige grenscontroles ingevoerd om voetbalvandalisme tegen te gaan. Het is absoluut niet noodzakelijk om met een dergelijke mededeling ondersteuning te geven aan de populistische aanpak van twee regeringsleiders die in eigen land met de rug tegen de muur staan en dit probleem op populistische wijze proberen op te lossen.
(Applaus)
Wat is er hier eigenlijk voorgevallen, mijnheer de voorzitter van de Commissie? Een minister van Binnenlandse zaken van de partij Lega Nord zegt in Italië: de Tunesiërs spreken allemaal Frans. Dat is prima, dan krijgen ze van ons verblijfsvergunningen voor Schengen en dan kunnen ze allemaal snel naar Frankrijk. De Franse president zegt natuurlijk: zijn jullie nu helemaal van lotje getikt! Alle Tunesiërs die naar Italië gaan willen nu naar Frankrijk? Jullie willen ze naar ons toeschuiven? Nou, dan gooien we de grens dicht! Daarna staan minister-president Berlusconi en de Franse president Sarkozy gemeenschappelijk de pers te woord en vertellen: op grond van de situatie waarvoor we zelf hebben gezorgd, zijn er nu weer grenscontroles noodzakelijk. En wat doet de Commissie? Die komt met een mededeling, in plaats van te zeggen dat dit de totaal verkeerde weg is. Zo mag men niet omgaan met één van de basisvrijheden van de burgers van Europa. Dat is wat ik van u zou hebben verwacht.
(Applaus)
We verliezen de Europese geest. Hoe is het mogelijk dat in deze Unie, waarin één van de grote prestaties op het gebied van de fundamentele vrijheden het vrij verkeer van burgers is, vanwege een klein probleem dat zeer goed kan worden opgelost, twee regeringsleiders plotseling gewoon hun gang gaan en één van de echt grote prestaties – dit was een werkelijk goede zin in uw redevoering – gewoon moedwillig overboord gooit? Hoe is dit mogelijk? Voor deze mensen is het al genoeg als wij hier niet hard tegenin gaan. Daarom zou ik graag hebben gezien dat u hier tegenin zou zijn gegaan.
(Spreker wordt door de Voorzitter onderbroken)
Ik wil slechts nog één ding zeggen: ik woon aan een grens, en wel aan de Duits-Nederlands-Belgische grens tussen Aken, Maastricht en Luik. Mevrouw Malmström, als u me kunt uitleggen hoe u het probleem aan de Middellandse Zee oplost door mij te dwingen om mijn paspoort te laten zien als ik de volgende keer van Aken naar Maastricht rij, als u me dat zou kunnen uitleggen, dan zou ik u zeer dankbaar zijn!
Guy Verhofstadt, namens de ALDE-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, laten we het maar ronduit zeggen: het is schandelijk wat zich in de afgelopen weken op dit gebied heeft afgespeeld: Italië dat tijdelijke verblijfsvergunningen afgaf aan Tunesische vluchtelingen, en Frankrijk dat daarop reageerde door weer te gaan controleren aan zijn grenzen. Het leek wel alsof de Europese Unie ineens niet meer bestond.
Laten we eerlijk zijn en het beestje bij de naam noemen: het was een potje pingpong van twee regeringen, en van Berlusconi en Sarkozy, over de rug van vluchtelingen die echt in de ellende zitten. Dat is wat er is gebeurd, en in mijn optiek is dat niet alleen rampzalig geweest voor Schengen, maar ook voor de Europese Unie en haar imago. De herinvoering van binnengrenscontroles druist immers in tegen de essentie van de Unie en de basisbeginselen van het Verdrag. Dat punt is hier meerdere malen naar voren gebracht, ook door de heer Barroso.
Bovendien zijn de gebeurtenissen volstrekt buitenproportioneel. Ik wil niet zo ver gaan als de heer Schulz, die dit bestempelde als een onbeduidend probleem – 27 000 Tunesiërs zijn niet bepaald onbeduidend – maar hij heeft wel gelijk dat we, vergeleken met bijvoorbeeld de 350 000 mensen die tijdens de Kosovo-oorlog uit Kosovo zijn gevlucht, niet te maken hebben met een tsunami van migranten.
En zo komen we bij het probleem: de mededeling van de Commissie. Ik vind die niet erg duidelijk. In de mededeling wordt aangegeven dat in werkelijk kritieke situaties, bij wijze van laatste redmiddel, mogelijkerwijs een mechanisme moet worden ingesteld – en naar mijn opvatting wordt daarmee een nieuw mechanisme bedoeld – dat een gecoördineerde en tijdelijke herinvoering van de controles aan de binnengrenzen toestaat.
Dat is het probleem met deze hele mededeling. Als dit namelijk betekent dat de Commissie voorstelt een extra mogelijkheid te scheppen om weer te gaan controleren aan de binnengrenzen, wat volgens het huidige Schengenacquis niet kan, dan kan ik u wel vertellen dat onze fractie zich met hand en tand daartegen zal verzetten, en ik hoop dat het hele Parlement hetzelfde zal doen.
Als de betreffende zin echter moet betekenen dat de Commissie de huidige regeling wil gaan inperken, wel, dan is daarin reeds voorzien: nationale veiligheid en openbare orde zijn de twee elementen die met het huidige Schengenacquis worden afgedekt.
Als met de zin wordt bedoeld dat de Commissie beperkingen wil gaan opleggen aan de huidige regeling, op grond waarvan lidstaten de mogelijkheid hebben weer te gaan controleren aan de binnengrenzen, dan kunt u, mijnheer Barroso, rekenen op de volmondige steun van onze fractie.
Ik verzoek mevrouw Malmström en de heer Barroso dus de mededeling te herschrijven, in het bijzonder de zin waarin staat dat er een nieuw mechanisme moet worden ingesteld voor herinvoering van controles aan de binnengrenzen. Ze hoeven alleen maar te verklaren dat ze de bestaande regeling in het Schengenacquis zullen aanscherpen.
Timothy Kirkhope, namens de ECR-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, mijn fractie en ik maken graag gebruik van deze gelegenheid om te debatteren over de knelpunten en problemen waarmee Europa te maken heeft op het vlak van migratie en het Schengensysteem. Dit debat had al veel eerder gevoerd moeten worden. We moeten ons nu niet alleen concentreren op het waarborgen van vrij verkeer, maar ook op een betere bewaking van de grenzen van de lidstaten en van de EU zelf. In plaats van aan te dringen op meer wetgeving op het gebied van immigratie en migratie, zouden we ervoor moeten zorgen dat de bestaande wetgeving beter en harder werkt voor alle burgers van de Unie. De huidige zorgen van de lidstaten zijn echter niet reactionair maar een onvermijdelijk gevolg van meer dan twintig jaar van steeds weer veranderende omstandigheden in Europa en de wereld.
Het lijdt geen twijfel dat Schengen in velerlei opzichten een succes is geweest, maar Europa staat nu voor vraagstukken die indertijd, toen het systeem in het leven werd geroepen, simpelweg nog niet zo prangend waren. Door de grootschalige werkloosheid, de migratie vanuit Noord-Afrika, het terrorisme, de georganiseerde misdaad en de mensenhandel zijn wij geconfronteerd met problemen die veel complexer zijn dan de in het beleid voor het vrij verkeer van Europese burgers in ogenschouw genomen problemen. Ik ben zeker niet onredelijk wanneer ik zeg dat nu blijkt dat het huidige systeem mankementen vertoont en slechts is toegerust voor de nieuwe omstandigheden waarin we verkeren. We moeten een effectief instrument ontwikkelen dat is toegesneden op de hedendaagse behoeften van de Europese lidstaten, en dat de situatie voor iedereen kan verbeteren.
Dit instrument moet worden aangevuld met hernieuwde slagkracht. Het moet ervoor zorgen dat de andere agentschappen van de EU, zoals Frontex, de landen kunnen helpen bij de beveiliging van hun EU-buitengrenzen, en het moet voorkomen dat de problemen worden verergerd door nieuwe landen die zich mogelijk aansluiten bij de EU, en dus het Schengengebied, maar die niet zijn opgewassen tegen de uitdagingen en ook niet in staat zijn de lasten te dragen waarvan de overduidelijke voordelen van het EU-lidmaatschap vergezeld gaan.
Dit is een probleem dat het beste kan worden opgelost via communicatie en samenwerking, maar het Europese immigratiebeleid en het Schengensysteem zijn dringend toe aan een herziening, een heroverweging en, op basis daarvan, een zinnige hervorming.
Daniel Cohn-Bendit, namens de Verts/ALE-Fractie. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, commissarissen, geachte collega's, ik begrijp iets niet. Wij krijgen te horen dat er 25 000 Tunesiërs Europa binnenkomen, en nu is onze veiligheid in gevaar! Welke veiligheid? In Tunesië en Egypte hebben zich inderdaad ongelooflijke gebeurtenissen voorgedaan. In Libië is het zelfs oorlog. Mag ik u eraan herinneren dat we ten tijde van de oorlog in Bosnië tijdelijke verblijfsvergunningen hebben afgegeven voor zolang de oorlog duurde. Duitsland heeft enkele honderdduizenden vluchtelingen opgenomen. Zo is het gegaan en Duitsland bestaat nog steeds. Het land is nog niet ten onder gegaan. Al die praatjes over een zinkend schip is alleen maar propaganda.
En nu wordt er net gedaan alsof het om criminelen gaat, de maffia! Alsof die in Lampedusa aankomen! Criminelen hebben Lampedusa niet nodig om binnen te komen. Die komen heel gewoon binnen. We zien ze niet, maar ze zijn er wel. Dus houd toch op met die poppenkast.
Het probleem is heel eenvoudig: op dit moment zijn er in Noord-Afrika mensen op de vlucht. Laten wij dan de opvang van die mensen solidair verdelen over Europa. U wilt me toch niet vertellen dat 25 duizend op 400 miljoen een groot probleem is? Laat ik u iets zeggen. Dit raakt mij van nabij, want hoeveel joden hebben wij weggestuurd? De Engelsen deden dat, de Amerikanen deden dat, alle landen deden dat, toen de joden vertrokken omdat de mensen zeiden dat er te veel joden waren. Dat was in 1939-1940. Europa was toen zo. Engeland was zo: het stuurde joden weg. De Verenigde Staten hebben ze ook weggestuurd. Het schip heette de Saint-Louis. Ik ben het zat dat elke keer als er mensen in moeilijkheden zijn, er wordt gedaan alsof zíj het probleem zijn. Zij zijn niet het probleem, wíj zijn het probleem. Wij en onze onmacht solidair te zijn en onze grenzen open te stellen.
(Applaus)
Geachte commissarissen, mevrouw de fungerend voorzitter van de Raad, weet u wat er in Parijs gebeurde? Daar kreeg een aantal jonge Tunesiërs met een Italiaanse verblijfsvergunning van de Franse politie te horen: "Weet u wat wij doen met uw vergunning?" om die vervolgens voor hun ogen te verscheuren. Dat is Europees recht tegenwoordig: een nationale politieagent die tegen mensen met een door Italië afgegeven vergunning zegt: "Mijnheer Sarkozy heeft besloten dat die niet telt". Als dit de stand van het recht in Europa is, dan zeg ik dat er iets is misgegaan en daarom vraag ik u op te houden met ons wijs te maken dat de problemen in Noord-Afrika een gevaar opleveren voor onze veiligheid. Het probleem in Noord-Afrika en het probleem van de oorlog in Libië leveren gevaar op voor de veiligheid van de mensen dáár, die daar wonen.
Laten we die vluchtelingen onderling verdelen, laten we hun iets in handen geven in de vorm van een tijdelijke verblijfsvergunning, totdat de toestand gekalmeerd is. Laat die vergunning voor heel Europa gelden. Ik denk dat door vandaag dit debat over Schengen te accepteren en de populistische druk en het racisme te accepteren, ervoor wordt gezorgd dat die – eventuele – controles aan de grenzen op basis van uiterlijk gaan plaatsvinden. Mijnheer Schulz, heeft iemand u tegengehouden? Nee!. Mijnheer Verhofstadt, heeft iemand u tegengehouden. Nee! En ik ben ook niet tegengehouden! Maar iedereen met een gekleurd uiterlijk, iedereen die anders is, wordt wel gecontroleerd. Zo creëren wij een Europa à la carte. Blanken mogen binnen, de mensen met een bruine huid mogen niet binnen. Tegen zo'n Europa verzetten wij ons.
(Applaus)
Rui Tavares, namens de GUE/NGL-Fractie. – (PT) Mijnheer de Voorzitter, precies een jaar geleden stemden we in het dit Parlement over ons deel van de medebeslissing met betrekking tot de hervestiging van vluchtelingen. Bij deze medebeslissing hebben we een noodmechanisme opgenomen dat ingezet kan worden wanneer vluchtelingen onder vuur genomen worden of slachtoffer zijn van natuurrampen
Een jaar later is deze medebeslissingsprocedure nog altijd niet afgerond door de Raad en als rapporteur voor de hervestiging van vluchtelingen is het mijn taak geworden om steun te vinden voor deze medebeslissing. Er waren 600 stemmen vóór, maar niettemin is mijn taak, die eerst frustrerend en deprimerend was, inmiddels uitgemond in radeloosheid.
Het zou niet zo mogen zijn dat ik als rapporteur voor de hervestiging van vluchtelingen moet melden dat afgelopen maand 150 vluchtelingen omkwamen voor de kust van Lampedusa en dat ik nu moet vernemen dat er 600 mensen vermist raakten en meer dan 60 de dood vonden op oogafstand van NAVO-schepen en Europese marineboten. Het zou niet zo mogen zijn dat mijn werk hieruit bestaat.
De Raad moest de medebeslissingsprocedure afronden omdat er nog veel te doen is om vluchtelingen te kunnen hervestigen. We kunnen nu mevrouw Ashton vragen om duidelijk te maken dat er behoefte is aan een humanitaire corridor voor 8 000 vluchtelingen die zich op dit moment nog in Tripoli bevinden. Ze hebben een identiteitsbewijs van het UNHCR; het zijn er 8 000 en dat is niet veel.
We moeten de NAVO oproepen om resolutie 1973 toe te passen, waarin staat dat burgers beschermd moeten worden. Hetzelfde geldt voor Benghazi, Misurata en de Middellandse Zeekust. In dit geval gaat het om het redden van drenkelingen.
Ten aanzien van Schengen wil ik een ding zeggen. Het antwoord op de eenzijdige, ad hoc-opschortingen van Schengen moet zijn dat dit nooit systemische opschortingen van Schengen door de Europese Unie kunnen zijn. Het gaat er niet om heel het idee om zeep te helpen. Integendeel, we moeten juist hieraan vasthouden en het universeel gaan toepassen. Dit kan toch niet! We moeten om te beginnen middelen vrijmaken om vluchtelingen te hervestigen. Weet u hoeveel geld de lidstaten alleen al verdiend hebben aan de verkoop van wapens aan Libië in 2009? 343 miljoen euro. Weet u hoeveel geld we gedoneerd hebben aan het Europees Vluchtelingenfonds? 100 miljoen. Als we voor het Europees Vluchtelingenfonds hetzelfde beschikbaar hadden gesteld als we in één jaar hebben verdiend met de wapenverkoop, dan zouden we erg tevreden zijn geweest.
Hongarije was in 1956 het eerste land waar een gecoördineerd hervestigingsprogramma voor vluchtelingen werd uitgevoerd, en dus heeft Hongarije vanuit historisch perspectief een bijzondere verantwoordelijkheid en moet het in deze vluchtelingencrisis zijn steentje bijdragen. We mogen niet klagen over een gebrek aan financiële middelen voor dit doeleinde.
Nigel Farage, namens de EFD-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, gisteren was het inderdaad Europadag en hadden we hier op de binnenplaats gewapende soldaten, de band van de Luftwaffe, keizerarenden, de vlag die werd rondgedragen en gehesen en het Europese volkslied. Een waar vertoon van militarisme en EU-nationalisme.
Ik dacht en hoopte dat dit allemaal slechts een nare droom was, maar vandaag staat u hier voor ons, mijnheer Barroso. Natuurlijk begint u uw verhaal door er nog eens op te wijzen dat het vrij verkeer van burgers de belichaming is van het Europese project. Vervolgens zegt u dat het de plicht van de lidstaten is de lasten van de migrantenstromen naar Europa te verdelen. U pleit voor een gezamenlijk EU-immigratiebeleid, maar u weet natuurlijk wel dat u aan de verliezende hand bent omdat de rel die is ontstaan tussen Italië en Frankrijk laat zien dat, in een crisissituatie, de concrete belangen van de natiestaat zegevieren over de theorie van de Europese integratie.
U bent dus bang dat u het onderspit zult delven en om uw positie te verdedigen, om het door u zo geliefde acquis communautaire te verdedigen neemt u uw toevlucht tot intolerantie, tot nationalisme. Dat doet mij beseffen dat het echt was wat ik gisteren heb gezien.
U valt de mensen aan die zelf de controle willen over hun grensbeleid. U noemt ze vandaag xenofoob. U bestempelt ze als extremisten, maar het ergste, ja het ergste is wel dat u ze driemaal van populisme beschuldigt. Is dat niet afgrijselijk? De macht van de stembus. Als mensen in referenda tegen durven te stemmen zijn ze populisten; als ze zeggenschap willen over hun eigen grenzen zijn ze populisten. Ik zeg u dat populisten feitelijk democraten zijn en dat u degenen die de vlag van het populisme willen voeren onheus bejegent.
Welnu, hier hebt u de vlag van het populisme, mijnheer Barroso. Hier heb u hem.
(De heren Farage, Agnew en Bloom houden Britse vlaggetjes omhoog)
Die vlag heeft de liberale democratie veel meer vertegenwoordigd dan welke andere lidstaat van deze Europese Unie ook, en hij zal dat blijven doen, ook lang nadat uw met sterren bezaaide vlag is verdwenen.
Philip Claeys (NI). - Voorzitter, Schengen bepaalt dat de controles aan de binnengrenzen van de EU wegvallen, maar dat de buitengrenzen wel worden gecontroleerd. Het probleem is dat de afspraak niet wordt nageleefd, want de buitengrenzen worden niet effectief gecontroleerd. We moeten dus 16 jaar na de invoering van Schengen durven erkennen, dat het Verdrag geen succes is geworden. We moeten ook durven toegeven dat de EU geen oplossing brengt, maar eerder zelf een onderdeel van het probleem is geworden. De lidstaten moeten dus opnieuw de mogelijkheid krijgen om hun grenzen te beschermen zonder bemoeienis van de EU.
Er zijn nog meer maatregelen dringend nodig. Frontex bijvoorbeeld moet schepen met nepvluchtelingen terugsturen naar hun landen van herkomst in plaats van een soort veredeld ontvangstcomité te spelen. De netwerken van mensenhandelaars moeten keihard aangepakt worden. De lidstaten moeten ophouden met het belonen van illegale vreemdelingen met verblijfsvergunningen. Illegale en afgewezen politieke vluchtelingen moeten daadwerkelijk worden teruggestuurd. Wanneer dat allemaal niet gebeurt, dan garandeer ik u dat het gedaan is met Schengen en dat zou geen slechte zaak zijn.
Ik wil ook protesteren, mijnheer de Voorzitter, tegen het woordgebruik hier, tegen scheldwoorden als populisten, extremisten en dergelijke, voor mensen die gewoon de grenzen van hun land willen beschermen. Hier moet een einde aan komen. Dit is niet correct. We moeten ook toegeven dat de regels moeten worden toegepast; men spreekt echter niet over de toepassing van de regels, maar men begint enkel maar te schelden.
Simon Busuttil (PPE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, het Schengengebied is inderdaad een uiterst belangrijke en zichtbare verworvenheid voor de Europese burgers, en in dit Parlement wordt vandaag duidelijk de boodschap afgegeven dat we samen moeten strijden om het Schengengebied niet alleen te behouden maar ook verder te versterken. Daarvoor verlaten we ons op de Commissie, en het Europees Parlement zal de Commissie op dat vlak dan ook steunen. Uit de gebeurtenissen van de afgelopen weken kunnen we echter een tweetal lessen trekken, en wel de volgende.
Ten eerste hebben de binnengrenzen binnen het Schengengebied behoefte aan een gezamenlijke strategie, een gezamenlijke zorg voor onze buitengrenzen. Als onze buitengrenzen zwak zijn krijgen we problemen aan onze binnengrenzen, en daar moeten we iets aan doen. Italië voelde de druk van 25 000 mensen en gaf hun een tijdelijke verblijfsvergunning, waarop ze naar Frankrijk vertrokken. Frankrijk voelde zich onder druk gezet en stelde weer nationale grenzen in. De druk werd dus verlegd naar de binnengrenzen, en daarom zijn de buitengrenzen een gezamenlijk punt van zorg.
Ten tweede heeft Schengen behoefte aan solidariteit, en solidariteit betekent ook het delen van verantwoordelijkheid – het delen van de lasten – en bij het delen van die verantwoordelijkheid moet ook de grootte van de lidstaten in ogenschouw worden genomen. Met het huidige systeem blijven mensen die in een bepaald land aankomen in dat land, omdat onze wetten, met inbegrip van de verordening Dublin II, bepalen dat ze in het eerste land van aankomst moeten blijven. Dit is niet houdbaar meer en moet dus veranderen. Duizend mensen die aankomen in de kleinste lidstaat, mijn thuisland Malta, zijn, afgezet tegen het inwoneraantal van Malta, te vergelijken met meer dan een miljoen mensen die aankomen in de hele Europese Unie. Dus ja, 25 000 mensen stellen niet veel voor, voor de hele Unie zijn ze slechts een druppel water in een enorme oceaan, maar 1 000 mensen die aankomen in de meest zuidelijk gelegen lidstaat is veel. We moeten Schengen dan ook een meer solidair karakter geven.
(Spreker verklaart zich bereid een ´blauwe kaart´-vraag krachtens artikel 149, lid 8, van het Reglement te beantwoorden)
William (The Earl of) Dartmouth (EFD). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, de spreker had het over het versterken van Schengen. Doelt hij daarmee ook op de versterking van de grenzen van het Schengengebied, en in het bijzonder de grens tussen Griekenland en Turkije?
Simon Busuttil (PPE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik dank mijn collega voor deze vraag.
Het versterken van de buitengrenzen is inderdaad een van de voorwaarden voor toetreding tot het Schengengebied. Juist omdat het hier om een gezamenlijk belang gaat hebben alle lidstaten de verantwoordelijkheid te zorgen voor sterke buitengrenzen.
Zodra er aan deze voorwaarden is voldaan, kan men toetreden tot het Schengengebied. Dit is exact wat landen als Bulgarije en Roemenië hebben gedaan, en dat is ook precies waarom we Griekenland hebben geholpen met een Frontex-missie aan de Turks-Griekse grens.
Dus ja, dit houdt in dat ook de versterking van de buitengrenzen een gemeenschappelijke zorg is.
Juan Fernando López Aguilar (S&D). – (ES) Mijnheer de Voorzitter, het is waar dat we gisteren, 9 mei, het moment herdacht hebben van de oprichting van de Europese Unie. Wij hebben geleerd dat Europa met kleine stapjes tot stand wordt gebracht en niet met één klap, of eens en voor altijd. Met andere woorden, we hebben geleerd dat Europa niet definitief vastligt en dat we met ons werk iedere dag weer moeten proberen al zijn verworvenheden te behouden.
Schengen is een ruimte van vrij verkeer van personen, maar het is ook een symbool van het beste wat Europa de afgelopen twintig jaar gedaan heeft, een symbool dus van het beste Europa.
Het is een verkeerd signaal de 25 000 immigranten die aan deze kant van de Middellandse Zee zijn aangekomen af te schilderen als een ondraaglijk zware belasting. Duitsland heeft laten zien dat ze dat niet zijn. De Canarische Eilanden en Spanje hebben laten zien dat de 30 000 mensen die jaarlijks arriveren vanaf de Afrikaanse kusten geen ondraaglijke belasting waren voor de Europese Unie.
De reactie hierop mag dan ook niet zijn dat we deze migrantenstroom gebruiken om Schengen in twijfel te trekken. Integendeel, Schengen moet juist gebruikt worden om aan te tonen dat wat er nog gedaan moet worden niet het corrigeren van zwakheden is die veroorzaakt zijn door excessen van Schengen, maar eerder het versterken van Schengen. Schengen kan versterkt worden door de solidariteitsclausule af te ronden die voorzien is in de ruimte van vrijheid, veiligheid en justitie, overeenkomstig het Verdrag van Lissabon, en door het asielpakket te voltooien, waarvan de behandeling nog hangende is, en door het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) en het controlemechanisme definitief in te voeren, zoals is vastgelegd in de voorwaarden voor toelating tot de ruimte van vrij verkeer, waartoe overeenkomstig de stemming van het Parlement ook Roemenië en Bulgarije moeten kunnen toetreden. Deze landen hebben het recht om deel uit te maken van de ruimte van vrij verkeer.
Wat het Europees Parlement echter bovenal te doen staat, is de bevoegdheid opeisen om samen met de Raad over deze materie te beslissen. Ik wil u er dan ook op wijzen dat het voorstel om de procedure te baseren op artikel 70 als rechtsgrondslag, waardoor het Europees Parlement zou worden buitengesloten, voor ons onaanvaardbaar is: wij willen artikel 77.
Dan nog een laatste overweging, mijnheer de Voorzitter: er is gesproken over populisme, omdat populisme niet te bestrijden valt door het imiteren van zijn slappe oplossingen maar juist door het te confronteren met oplossingen voor de toekomst en niet het verleden.
Renate Weber (ALDE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, de heer Verhofstadt heeft de Commissie verzocht de mededeling te herschrijven. Ik hoop echter dat we, voor deze wordt herschreven, vandaag een duidelijk antwoord krijgen op de vraag of u nu wel of niet streeft naar een verbetering van het bestaande systeem, naar een tijdelijke sluiting van grenzen, of naar een aanvulling op het bestaande systeem. Dat zou een goede manier zijn om ten minste een van onze vragen af te handelen.
Dat gezegd hebbende kunnen we in redelijkheid zeggen dat we ons aansluiten bij het voornemen van de Commissie om de governance van Schengen te verbeteren door het evaluatiemechanisme te herzien op basis van een communautaire benadering. Het Parlement deelt deze zienswijze en in dit verband moet mij van het hart dat wij diep teleurgesteld zijn over de houding van de Raad.
Het komt erop neer dat de Raad het Parlement gewoon wil isoleren. Ik vraag me oprecht af waarom de Raad er bijna voortdurend naar streeft de medebeslissingsbevoegdheid van het Europees Parlement, een geweldig succes van de Unie, te ondermijnen. Wij vertegenwoordigen de Europese burgers, en we zouden ons allemaal moeten inzetten om de Europese burgers te dienen. Wellicht zou de Raad zijn rol ook moeten interpreteren als die van een EU-instelling, en niet als die van een eenvoudige vergadering van 27 lidstaten.
De waarheid is dat het antwoord op deze migrantenstroom, ongeacht of deze voortkomt uit de gebeurtenissen in Noord-Afrika en het zuidelijk Middellandse Zeegebied, moet worden gezocht in wetgeving waarmee wordt voorzien in een gemeenschappelijk asiel- en immigratiebeleid. Het Parlement heeft daaraan gewerkt maar de Raad houdt dat tegen.
Konrad Szymański (ECR). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, ondanks het feit dat ik relatief ver weg woon, in Polen, heb ik het toch gevoel dat ik erg goed begrijp waarom zoveel ongerustheid is ontstaan door de ongecontroleerde immigratie in Frankrijk of Italië. Door de immigratie vanuit Noord-Afrika worden de culturele en sociale spanningen natuurlijk opgedreven en wordt de druk op de sociale begroting van de lidstaten verhoogd. Hierover moet dus zeker worden gepraat, en we mogen het hoofd niet zomaar afwenden. De Fransen, Italianen en Maltezen betalen vandaag de hoogste rekening voor het feit dat de controle op de buitengrenzen van de Europese Unie gewoonweg niet functioneert. De Europese volkeren betalen ook de rekening voor het feit dat onze inspanningen om de migratie naar Europa te remmen, niet geslaagd zijn.
Ik heb slechts één verzoek. Ik zou willen dat de veranderingen in de Schengencode niet werden gebruikt als voorwendsel om het vrij verkeer van burgers van de Europese lidstaten te beperken. Zulke voorstellen worden al lang gedaan voor de Pools-Duitse grens, ten nadele de Poolse burgers. Het zal gemakkelijker zijn om tot een akkoord te komen als we volledig waarborgen dat de veranderingen in de Schengencode geen invloed op de burgers van de lidstaten hebben.
Marie-Christine Vergiat (GUE/NGL). - (FR) Mijnheer de Voorzitter, wij zijn nu toch wel in een heel vreemd debat terechtgekomen. Wij moeten het vrije verkeer van personen in Europa ter discussie stellen en weer nationale grenzen instellen om het hoofd te bieden aan de stromen migranten die sinds de Tunesische revolutie Europa overstelpen.
Als de gevolgen van deze poeha niet zo dramatisch en ver van de realiteit zouden zijn, konden we er om lachen. Maar sinds begin 2011 zijn er meer dan 1 150 personen omgekomen in het Middellandse Zeegebied en zijn 23 000 Tunesiërs in Italië aangekomen. In die tijd zijn meer dan 700 000 personen Libië ontvlucht en hebben hun toevlucht gezocht in de omringende landen, waar ze een ander onthaal hebben gekregen dan dat hen in Europa te wachten zou hebben gestaan.
De heren Sarkozy en Berlusconi laten hun electorale kortetermijnbelangen prevaleren. Ze wakkeren angsten aan en willen de mensen doen geloven dat er een invasie plaatsvindt. Wat een onzin! Wanneer houdt Europa nu eens op het ene te zeggen en het andere te doen? Wat wordt ons nu eigenlijk voorgesteld? Afgezien van alle praatjes komt dat erop neer dat wij toegeven aan de populistische druk, Frontex nog maar weer verder versterken en van Europa steeds meer een fort maken. Grenzen hebben nog nooit iemand tegengehouden, in de donkerste dagen van onze geschiedenis niet, en ook nu niet. Hebben wij geen andere boodschap voor de opkomende democratieën aan de andere kant van de Middellandse Zee?
De Europese Unie heeft jarenlang de dictators de hand gereikt, met minachting voor haar eigen opvattingen. Wordt het niet eens tijd om de ogen te openen? Ik vind van wel.
(Applaus)
Daniël van der Stoep (NI). - Voorzitter, ik denk dat eerst mijnheer Borghezio van de EFD-Fractie aan de beurt is.
Mario Borghezio (EFD). - (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, deze gebeurtenis heeft mooi aan het licht gebracht dat er sprake is van grote hypocrisie.
De enige regering in Europa die een minister van Binnenlandse Zaken heeft afkomstig uit, zoals jullie zeggen, populistische gelederen, is ook de enige regering in Europa die de moed heeft gehad om een zeer humanitaire maatregel te nemen door 25 000 Tunesiërs een vergunning te geven voor vrij verkeer. Wij hebben deze maatregel genomen omdat wij hebben vastgesteld dat het niet ging om 25 000 criminelen, maar om mensen die Tunesië waren ontvlucht. Het ging om een noodsituatie die met gezond verstand moest worden aangepakt, en wij hebben geprobeerd deze mensen te helpen.
Hieruit blijkt hoe het werkelijk zit: dat wij 'slechteriken' vaak de 'goeden' zijn, wij die er op hameren dat er toezicht moet zijn op de immigratiestromen en op de buitengrenzen, wij die Europa, zoals de heer Cohn-Bendit terecht ook deed, smeken om de mogelijk 50 000 tot 100 000 vluchtelingen over het Europees grondgebied te verspreiden, omdat mensen die Libië ontvluchten geen criminelen zijn.
Dit zijn de heldere woorden van een beweging die grondgebied en identiteit verdedigt, die tegen immigratie is omdat de bevolking niet ontworteld mag raken, en die racisme en xenofobie net zo goed veroordeelt als hypocrisie.
Daniël van der Stoep (NI). - Voorzitter, we hebben één Europees asiel- en immigratiebeleid, één en hetzelfde afschuwelijke beleid voor de hele EU. De recente rampzalige migratiestroom vanuit Noord-Afrika en het gedonder met het falende Schengenverdrag tonen aan dat het asiel- en immigratiebeleid terug moet naar de lidstaten. De ene lidstaat is simpelweg de andere niet. Eén algemeen Europees beleid werkt niet.
Voorzitter, het voorstel van Eurocommissaris Malmström inzake Schengen is regelrecht een slappe hap. Het is krankjorum dat zij bepaalt dat lidstaten niet zelf mogen besluiten om grenscontroles uit te voeren en zo nodig de grenzen ook te sluiten. Lidstaten hebben last van tienduizenden kansarme migranten uit Noord-Afrika, maar van Malmström mogen zij hier niets tegen doen. Nog altijd komen er bootjes met gelukzoekende migranten aan op Lampedusa. Nog altijd woekert de migratie-ellende voort. Maar nee, van Eurocommissaris Malmström mogen de lidstaten zich hier niet tegen weren. In plaats daarvan wauwelt zij iets over solidariteit.
Voorzitter, de lidstaten zijn helaas ook al niet meer de baas in eigen staat. Europa is de baas. De lidstaten willen die bevoegdheden weer terug. De lidstaten moeten het asiel- en migratiebeleid weer zelf kunnen bepalen. Wat gaat de Commissie daaraan doen?
Carlos Coelho (PPE). - (PT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, allereerst wil ik me aansluiten bij de lovende woorden van mijnheer Barroso voor mevrouw Malmström en het werk dat ze op dit terrein verzet.
Het feit dat wij een moeilijke tijd doormaken wegens de migratiedruk op onze grenzen mag geen reden zijn om te tornen aan een van de grootste verworvenheden van de Europese integratie: het Schengengebied.
Schengen staat synoniem voor vrij verkeer en dit mag niet worden aangetast. Vrij verkeer moet juist worden beschermd, versterkt en ontwikkeld. Ik vind ook dat een goede controle op de buitengrenzen essentieel is. Als deze er niet is wordt de veiligheid in het Schengengebied afgezwakt, de geloofwaardigheid van de Europese Unie ondermijnd en het wederzijds vertrouwen aangetast.
Ik ben daarom blij dat de Commissie in haar mededeling van vorige week het belang van het Schengengebied heeft onderstreept en heeft aangedrongen op de versterking en ontwikkeling hiervan. Ik ben het eens met mijnheer Barroso dat er een grotere solidariteit en een gedeelde verantwoordelijkheid van de lidstaten moet komen Het probleem zit hem niet in de regels van de Schengenovereenkomst, maar in de manier waarop de lidstaten, zonder verantwoordelijkheid en solidariteit, deze regels toepassen.
Daarom hebben we een stevig evaluatiemechanisme nodig voor Schengen. Dit Parlement is bereid om te goede trouw te werken aan de opzet van dit mechanisme. Het mag geen mechanisme zijn dat met twee maten meet en een onderscheid maakt wordt tussen kandidaat-landen en landen die al lid zijn van de club.
Ik maak mij echter zorgen, mevrouw de commissaris, over het feit dat de fungerend voorzitter van de Raad aan het begin van dit debat niet gesproken heeft over dit mechanisme, en ik ben ook bezorgd over het feit dat de Raad helemaal niets heeft gezegd over het mechanisme voor hervestiging van vluchtelingen, zoals de heer Tavares ook al aangaf. Van de drie instellingen is het de Raad die geen stappen vooruit zet, en het zou goed zijn als de Raad zo snel mogelijk de draad weer oppakte.
Judith Sargentini (Verts/ALE), ´blauwe kaart´-vraag aan de heer van der Stoep. – Voorzitter, ik wil mijnheer Van der Stoep de volgende vraag stellen: Wat gaat mijnheer Van der Stoep zeggen tegen de Nederlanders die terugkomen van twee weken vakantie in Frankrijk en tussen Antwerpen en Hazeldonk de grens over willen en daar onderweg naar huis in een gigantische file terecht komen, in dezelfde file waarin de vrachtwagenchauffeurs staan die onderweg zijn naar de Rotterdamse haven om hun vracht te lossen of te laden, mochten er weer grenscontroles worden ingevoerd?
Daniël van der Stoep (NI). - Voorzitter, mevrouw Sargentini weet heel goed dat wij helemaal niet voor nieuwe douanepoortjes zijn; tussen 1992, sinds we de open grenzen hebben, en het gezamenlijk asiel- en immigratiebeleid van vorig jaar heeft het ook allemaal prima gewerkt. Op een bepaald moment gingen we zelf over onze eigen grenzen en waar u aan voorbijgaat is het feit dat er nu 25 000 economische vluchtelingen in Italië zijn die een visum krijgen. Dat zijn economische vluchtelingen. Die moeten zo snel mogelijk terug naar hun land. Die hadden niet eens in procedure mogen gaan. De PVV is hier altijd heel helder in geweest, wij willen die poortjes niet terug, maar we willen wel gewoon ons eigen asiel- en migratiebeleid kunnen bepalen en dat weet u best.
VOORZITTER: DIANA WALLIS Ondervoorzitter
Claude Moraes (S&D). – (EN) Mevrouw de Voorzitter, het standpunt van de S&D-Fractie is heel helder. Wij hebben alle achtergrondinformatie gehoord over waarom Schengen nu wordt geschonden en wij wachten al sinds 1999 op een soort gemeenschappelijk migratie- of asielbeleid.
Wij zijn dus heel helder in onze boodschappen. Ten eerste aan de Commissie: ten aanzien van Schengen wilt u een communautair mechanisme voor gezamenlijke besluitvorming; u wilt afstappen van de intergouvernementele aanpak; u wilt een slot op het politieke opportunisme dat we van Italië en van Frankrijk hebben gezien. Maak er dus geen ambigue boodschap van in de verklaring. Maak duidelijk dat u er een slot op zult zetten en het soort opportunisme zult voorkomen dat Schengen uiteindelijk zal verbreken.
Aan de Raad: u wacht al sinds 1999 op een gemeenschappelijk Europees asielstelsel; u hebt een situatie gecreëerd waarin hier, op deze plek, vaak gesproken wordt over solidariteit en lastenverdeling, maar een formeel mechanisme voor lastenverdeling in de Europese Gemeenschap in de verste verte niet te bekennen is. U blokkeert een groot deel van het werk dat we hier in het Parlement doen. Deblokkeer het. Werk met ons en de Commissie samen om ervoor te zorgen dat solidariteit solidariteit en lastenverdeling lastenverdeling betekent.
En tot slot, de Commissie kijkt vooruit naar een migratiebeleid. Werk met ons samen. Wees niet timide maar wees dapper, en zorg ervoor dat wanneer we Schengen regelen, we ook ons gemeenschappelijk migratiebeleid regelen. Dan hebben we iets om trots op te zijn.
Sarah Ludford (ALDE). – (EN) Mevrouw de Voorzitter, net als anderen vind ik dat commissaris Malmström heel goed werk doet, maar als ik luister naar de krachtige woorden die voorzitter Barroso vandaag heeft gebruikt om het vrij verkeer binnen het Schengengebied te verdedigen, krijg ik ook het gevoel dat ik niet echt begrepen heb hoe de gedachte heeft kunnen postvatten dat het door de Commissie voorgesteld mechanisme op EU-niveau het gemakkelijker gaat maken om opnieuw controles aan de binnengrenzen in te voeren. En toch heeft die gedachte postgevat. Het kan toch niet zo zijn – of wel soms? – dat er verschillende boodschappen worden gestuurd, al naar gelang het publiek: een boodschap naar de leden van het EP, en misschien een andere boodschap naar Parijs en Rome? De migratie- en asieldruk op de EU zou effectief beheerd moeten worden door bekwame regeringen.
Helaas hebben we nu te veel regeringen die voor de extreemrechtse bühne spelen. De Europese Commissie moet inderdaad het vrij verkeer binnen de EU verdedigen en mag geen gebaren maken richting mensen als president Sarkozy en minister-president Berlusconi voor verkiezingsdoeleinden. Zij zou er op moet wijzen dat de lidstaten er niet in slagen om de migratieregels van de EU uit te voeren. Tot slot moet de Commissie een onderzoek instellen naar beweringen dat ongeveer 61 migranten in de steek zouden zijn gelaten en zijn omgekomen, ondanks dat ze contact hadden gelegd met de Italiaanse kustwacht, een oorlogsschip van de NAVO en een militaire helikopter. Alle autoriteiten die de internationale maritieme en humanitaire wetgeving hebben overtreden moeten hiervoor ter verantwoording worden geroepen.
Cornelia Ernst (GUE/NGL). - (DE) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, ik ben van mening dat we één ding duidelijk moeten maken: er is noch nu, noch in de toekomst een nieuwe regeling nodig voor een tijdelijke herinvoering, of wat voor herinvoering dan ook, van grenscontroles. We moeten goed beseffen dat vrij verkeer – en dat is toch de boodschap van de Europese Unie – een recht is waar men niet willekeurig mee kan omspringen en dat men niet willekeurig kan omzeilen. Het is een burgerrecht dat niet eenvoudigweg kan worden gerelativeerd!
En weet u waar ik me eerlijk gezegd werkelijk over opwind: dat er telkens over solidariteit wordt gesproken. Wie praat er over solidariteit met de landen in Afrika die nu honderdduizenden vluchtelingen moeten opnemen, en die ook echt opnemen, zonder te morren? En wie praat over de solidariteit met de mensen die voor de oorlog op de vlucht zijn geslagen en naar Europa komen? We moeten deze mensen toch ook met een beetje respect bejegenen!
Ik moet ook eerlijk zeggen dat ik in het geheel niet wil spreken over een verandering van Schengen of van welke regels dan ook; ik wil alleen spreken over hoe we eindelijk tot een zinvolle omgang met migratie kunnen komen. Dat bereiken we juist niet als wij Frontex gebruiken als deportatiemachinerie; we bereiken dat alleen met een democratische en humanistische asielwetgeving. Daarover moet het gaan in Europa en dat moet overal in Europa van toepassing zijn. Hiervoor moeten we strijden. Dat is de werkelijke taak!
Véronique Mathieu (PPE). - (FR) Mevrouw de Voorzitter, ik richt me tot de Commissie en tot mijn collega's, en ik ben blij met de aanwezigheid van de Raad. De kwestie die vandaag aan de orde is, gaat over het beheer van het Schengengebied in 2011. Dat is geen gebied meer van vijf lidstaten, zoals in de jaren tachtig van de vorige eeuw het geval was. Dit gebied heeft zich de laatste jaren steeds verder uitgebreid en omvat nu 25 landen waarvan er drie geen lid zijn van de Europese Unie.
Net als al het Europees beleid moet ook de samenwerking in het kader van Schengen worden aangepast aan de realiteit van nu, en die is anders dan tien jaar geleden. Dat is de context waarbinnen de voorstellen van de Italiaanse en Franse regeringen en de pragmatische en noodzakelijke antwoorden die de Commissie vandaag in haar mededeling over immigratie geeft, moeten worden gezien. Wederzijds vertrouwen tussen de Schengenlanden is weliswaar de hoeksteen van de Schengensamenwerking, maar dat vertrouwen berust op wederzijdse verplichtingen. Als een van de partijen haar verplichtingen niet nakomt en een toestroom veroorzaakt, stort het hele systeem in elkaar. De overige lidstaten moeten daar dan wel op kunnen inspringen en tijdelijk weer strak gereguleerde controles kunnen instellen. Dat zou een duidelijk signaal zijn aan de lidstaten die in gebreke blijven, om hun buitengrenzen beter te controleren.
Overigens zijn de door de Commissie gepresenteerde maatregelen helemaal in de geest van Schengen, daar die controles pas als laatste redmiddel zouden worden heringevoerd en het besluit daartoe op Europees niveau wordt genomen en niet intergouvernementeel. Dat soort maatregelen zal altijd gekoppeld zijn aan alle andere maatregelen die voor de lange termijn worden overwogen met het oog op een gemeenschappelijk migratiebeleid. Heel belangrijk zijn vooral de versterking van Frontex en meer solidariteit – en daarmee besluit ik dit punt – om steun te kunnen geven aan de lidstaten aan de buitengrenzen. Door de situatie zoals we die de laatste jaren in het Middellandse Zeegebied hebben gezien, zijn de tekortkomingen in het Schengenacquis alleen maar sterker op de voorgrond getreden.
In enkele weken tijd zijn de migranten uit de Middellandse Zeelanden een aanmerkelijk aandeel geworden van de jaarlijkse immigratie in Frankrijk. Het acquis is niet statisch maar moet juist verder worden ontwikkeld. Ik hoop dat dit voorstel snel wordt aangenomen zodat het Schengengebied zo snel mogelijk beter kan worden beheerd en op die manier de veiligheid van onze gemeenschappelijke buitengrenzen kan worden gewaarborgd.
Ioan Enciu (S&D). – (RO) Mevrouw de Voorzitter, de uitzonderlijke migratiestromen, zoals die vanuit het zuidelijke Middellandse Zeegebied, mogen geen bedreiging vormen voor het Schengengebied. De Europese Commissie mag de ideeën van bepaalde lidstaten, die er twijfels over opwerpen, niet promoten. De Commissie moet het Schengengebied beschermen door het bevorderen van Europese oplossingen die in het Schengenacquis worden genoemd. De lidstaten moeten solidair zijn bij het beheer van het Schengengebied. De Raad moet het Schengengebied helpen versterken door zijn onmiddellijke goedkeuring te geven voor toetreding van Roemenië en Bulgarije tot dit gebied. De zogenaamde problemen met het Schengengebied zijn geen echte problemen en hebben niets te maken met vrij verkeer binnen de Unie. Ze worden veroorzaakt door het onvermogen of de onwil van een aantal lidstaten om immigratiegerelateerde problemen buiten de Europese Unie onder ogen te zien. De oplossing voor de toekomst ligt in het verbeteren van het Europese migratiebeheersysteem, het afronden van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel, het wettelijk kader voor illegale en legale migratie en het versterken van de rol van Frontex.
Salvatore Iacolino (PPE). - (IT) Mevrouw de Voorzitter, in de voorbije weken heeft de massale toestroom van migranten ongerustheid onder de Europese burgers veroorzaakt en veel reacties losgemaakt.
Sommige lidstaten hebben standpunten ingenomen waaruit bleek dat de kwestie van de migratiestromen zeer serieus genomen moest worden.
Schengen is inmiddels een onlosmakelijk onderdeel van de Europese beschaving en moet als zodanig worden beschermd en in stand gehouden. Dit betekent niet dat het tijdelijk opnieuw instellen van grenscontroles onder bepaalde voorwaarden geen optie meer is. Daarom verwelkomen wij compensatiemechanismen die gestoeld zijn op een communautaire aanpak, om er hoe dan ook voor te zorgen dat Schengen ten uitvoer wordt gelegd op een manier die aansluit bij de verwachtingen van de mensen die ermee te maken hebben.
Dat is de insteek van het goede voorstel van de Commissie van 4 mei 2011, waarmee het Schengengebied flexibeler wordt gemaakt en beter wordt gecoördineerd teneinde de interne migratiestromen op een meer reguliere basis te kunnen beheren. Met het voorstel wordt ingezet op versterkte governance, iets wat in deze tijden van crisis zeker goed moet worden overwogen.
Ik heb met veel interesse geluisterd naar de heer Barroso, hier in Brussel en in Palermo, waar hij sprak over regionaal beleid ter bescherming van Sicilië en Lampedusa, waar nog steeds boten arriveren met mensen wier lot anders in handen zou zijn van de grillen van de zee, die meer slachtoffers zou eisen. Mevrouw de Voorzitter, dit moeten wij ons blijven realiseren.
Sylvie Guillaume (S&D). - (FR) Mevrouw de Voorzitter, in dit belangrijke debat over migratiekwesties moeten we kost wat kost zien te vermijden in de val te lopen van de opportunistische verklaringen van de heren Sarkozy en Berlusconi over de Schengenovereenkomst. Door Europa en de migratiestromen als bokszakken te gebruiken en door met populistische argumenten van extreemrechts te zwaaien heeft een aantal Europese regeringen een gemakkelijke manier gevonden om hun falen op nationaal economisch en sociaal vlak te verhullen.
Als men in deze tijd een aanval pleegt op het vrij verkeer, dat een tastbaar succes is van de Europese eenwording, dan manipuleert men en veroorzaakt men gevaren. Aan de ene kant wordt gezegd dat de Commissie Frankrijk en Italië gelijk geeft, maar aan de andere kant zegt de heer Barroso vandaag dat hij niet van plan is om de populistische lidstaten gelijk te geven. Wat is het nu?
In de mededeling van 4 mei wordt niet alleen gesproken over herinvoering van controles aan de binnengrenzen, maar komen ook allerlei andere onderwerpen aan de orde, zoals bestrijding van mensenhandel, legale immigratie, hervestiging van vluchtelingen, asiel, enzovoort. Dat zijn de echte kwesties! Het probleem is dat de mededeling lang niet ver genoeg gaat.
Mevrouw Malmström, u lijkt voorstander te zijn van de herinvoering van de communautaire benadering. Dat is van fundamenteel belang. Kom maar op! Ik daag u uit! Als de lidstaten de neiging hebben om slechts hun eigen belangen te verdedigen dan hebben wij juist meer Europa nodig en meer integratie.
(Applaus)
Georgios Papanikolaou (PPE). – (EL) Mevrouw de Voorzitter, op 2 juli 1990, enkele dagen na de ondertekening van de overeenkomst ter uitvoering van het Schengenakkoord, publiceerde het tijdschrift Times een artikel hierover dat als volgt begon: "De verwezenlijking van de droom van een Europa zonder grenzen is een stap dichterbij gekomen". En dat als volgt eindigde: "Om het hoofd te kunnen bieden aan een waarschijnlijke toename van illegale drugshandel, terroristische activiteiten en illegale immigratie moeten de controles aan de buitengrenzen van het Schengengebied worden versterkt".
Dit werd 21 jaar geleden geschreven, en ook nu nog moeten wij precies hetzelfde doen, zoals ook de voorzitter van de Commissie zei. Wij moeten deze droom levend houden en de controle aan onze buitengrenzen in Italië, Griekenland, in heel het Europese zuiden, intensiveren. Deze buitengrenzen zijn namelijk ook de buitengrenzen van de andere landen, van Duitsland, Frankrijk, België – en ik noem nu maar een voorbeeld – omdat dit de zuidelijke grenzen zijn van het verenigd Europa. Wij moeten nu, met inachtneming van de beginselen van solidariteit en wederkerigheid die dit Europa levend houden, al hetgeen opnieuw gaan onderzoeken dat kennelijk niet werkt. Wij moeten de verordening Dublin II gaan herzien, waarover in dit Parlement ook reeds besprekingen gaande zijn, en we moeten de lasten eerlijk verdelen, want elke lidstaat moet helpen de lasten te dragen. En wij moeten, zoals ik al zei, de droom levend houden.
David-Maria Sassoli (S&D). - (IT) Mevrouw de Voorzitter, wie Schengen ter discussie stelt, stelt naar onze mening Europa ter discussie. Als Europa verder wordt verzwakt, zoals de rechtse regeringen willen, dan wordt het steeds gemakkelijker om je af te vragen of het nog wel zin heeft om lid te blijven van de EU, zoals de Italiaanse minister van Binnenlandse Zaken Maroni zich afvroeg.
De oplossing is er een waarbij meer gebruik wordt gemaakt van de communautaire mechanismen. We hebben meer Europa nodig in plaats van minder en de Commissie moet dat krachtiger uitdragen. Europa was zondagnacht op zijn best, toen de inwoners van Lampedusa met een uitzonderlijke daad van menselijke solidariteit vijfhonderd schipbreukelingen redden die anders een zekere dood tegemoet zouden zijn gegaan. Europa zou zich van zijn slechtste kant tonen als, mochten de berichten in The Guardian kloppen, de NAVO-troepen niet ingrijpen om ronddobberende mannen, vrouwen en kinderen te redden.
Zodra wij voor een van deze scenario's hebben gekozen, mevrouw Malmström, moet de Commissie de lidstaten tijdens de Raad van juni overtuigen om een Europees immigratiebeleid te formuleren, omdat een Europa à la carte het einde van de Europese droom zou betekenen.
Wim van de Camp (PPE). - Mevrouw de Voorzitter, ik ben in juni 2009 gekozen in het Europees Parlement van de Europese burgers. Ik ben niet gekozen in een Parlement van de instituties en ook niet in een Parlement van individuele lidstaten. Ik zeg dat toch even, omdat er onder de Europese burgers veel vragen zijn over Schengen. Het gaat niet om populisme, het gaat niet om angst. Het gaat om vragen van de Europese burgers; hoe gaan wij om met Schengen? Er zijn veel vragen op dit moment. Daar vraag ik dan ook aandacht voor.
Natuurlijk, als de Commissievoorzitter zegt dat het principe van het vrij verkeer van personen overeind moet worden gehouden, dan steun ik dat. 25 000 Tunesiërs kunnen niet 502 miljoen Europeanen gijzelen, maar de vragen blijven en het draagvlak voor Schengen in Europa komt in gevaar. Vandaar dat ik ook kan instemmen met tijdelijke mogelijkheden voor grenscontroles, zoals mijn collega Iacolino zegt. Ik begrijp best dat de burden sharing niet in één keer tot stand kan komen.
Tot slot, Voorzitter, nog een vraag: hoe gaat het nu met het opstarten van het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken op Malta? Ik hoor dat dat nog moeilijk van de grond komt. Misschien zou de commissaris nogmaals kunnen uitleggen wanneer het Bureau daadwerkelijk van start gaat.
Carmen Romero López (S&D). – (ES) Mevrouw de Voorzitter, mevrouw Malmström, het probleem met de mededeling van de Commissie is dat deze op dit moment niet geloofwaardig is, gelet op de kortetermijnproblemen die de onderhavige kwestie met zich meebrengt, en gelet op de noodoplossingen die de Europese Unie op dit moment al had moeten uitvoeren.
Helaas heeft de Commissie laten zien dat ze heel zwak is, want je kunt niet iedereen tevreden stellen. Je kunt niet enerzijds de heren Sarkozy en Berlusconi tevreden stellen en anderzijds een op de lange termijn gericht gemeenschappelijk asiel- en immigratiebeleid voeren. Je kunt niet zo maar dubbelzinnigheden, die nergens toe leiden, opnemen in een mededeling als deze. Wat deze aantonen is dat dit beleid niet vastberaden het hoofd biedt aan de huidige situatie.
De heer Barroso bewijst u geen grote dienst als hij zegt dat u uw uiterste best heeft gedaan om een evenwicht te vinden, want het gaat hier niet om het vinden van een evenwicht. Hier gaat het om het aanpakken van een noodsituatie, zoals de situatie waarmee we nu te maken hebben. Hier gaat het om het vinden van financiering en om het feit dat de lidstaten het concreet met elkaar eens moeten worden over een gemeenschappelijk asielbeleid, over het Europese Ondersteuningsbureau voor asielzaken en over alle uitdagingen waarvoor we ons gesteld zien. Daarvan is hier echter niets te bespeuren.
Hoe kunt u het hebben over regionale samenwerkingsprogramma's met derde landen als de democraten in Tunesië en Libië zien dat wij onze grenzen voor hen sluiten? Kun je daarover praten? We mogen geen dubbelzinnigheden verkondigen. We hebben het over onderwerpen die zo serieus zijn dat ook u, mevrouw Malmström, ze serieus zou moeten nemen.
Hubert Pirker (PPE). - (DE) Mevrouw de Voorzitter, ik beschouw het debat over de herinvoering van grenscontroles en de wijziging van het Schengenmechanisme als volkomen overdreven en overbodig. We voeren dit debat bovendien alleen omdat de heren Berlusconi en Sarkozy in het belang van de nationale politiek en populistisch hebben gehandeld, toen ze wegens de migranten uit Noord-Afrika hebben gedreigd om weer aan de grenzen tussen de afzonderlijke lidstaten te gaan controleren.
Ik was er ook zeer verbaasd over hoe snel de voorzitter van de Commissie op dit debat is ingegaan, in plaats van hier als Europese corrigerende instantie op te treden. Schengen is een geweldige verworvenheid, Schengen is een Europees symbool en combineert op ideale wijze vrij reizen, open grenzen en veiligheid. Schengen mag nooit op de helling worden gezet. In bijzondere gevallen hebben we nu al de mogelijkheid om tijdelijk en regionaal beperkte controles in te voeren indien er sprake is van een ernstige bedreiging van de binnenlandse veiligheid.
Wat we dus niet nodig hebben, is een debat over Schengen. Wat we wel nodig hebben, is een debat over maatregelen ter versterking van Frontex, zodat we de buitengrenzen van de Europese Unie optimaal kunnen beveiligen en zo vrij reizen kunnen garanderen, en een debat over snelle asielprocedures en goed beheerde migratie, over samenwerking bij de bestrijding van de oorzaken van migratie en overnameovereenkomsten.
Ik volg hier graag de voorstellen van commissaris Malmström – die zeer breed opgezet zijn – en ik nodig de Commissie uit om zich aan te sluiten bij het Parlement en niet bij een aantal vertegenwoordigers van de Raad.
Stavros Lambrinidis (S&D). – (EL) Mevrouw de Voorzitter, mevrouw de commissaris, in een tijd waarin de fundamentele EU-beginselen inzake cohesie en solidariteit van alle kanten, en met name door de ons welbekende neonationalistische bewegingen, worden ondermijnd, zou de Commissie mijns inziens, politiek gezien, degenen die de symbolen van de Europese politieke eenmaking aanvallen, dagelijks keihard op hun plaats moeten zetten.
Echter, wij zitten hier vandaag juist omdat de Commissie dat niet heeft gedaan. Zij heeft onder druk van bepaalde lidstaten ingestemd met de opening van een debat over de hoeksteen van de Europese identiteit: Schengen. Juridisch gezien is het voorstel van de Commissie in strijd met de artikelen 78 en 80 van het Verdrag. Als een lidstaat aan grote migratiedruk is blootgesteld, moet Europa, zoals uitdrukkelijk in het Verdrag staat, steun verlenen en solidariteit betuigen. De herinvoering van controle aan de binnengrenzen is geen solidariteit maar afstraffing. Daarmee worden de lasten die gepaard gaan met de aanpak van de druk op de buitengrenzen – waar bijvoorbeeld een sterk Frontex voor zou kunnen zorgen – niet eerlijk verdeeld maar veeleer nog sterker bij de betrokken lidstaten neergelegd. Met andere woorden, mevrouw de commissaris, dit is geen ´lastenverdeling´ maar ´lastendumping´. U, Commissie, hebt toegestaan dat dit debat werd geopend, en u moet er hier en nu voor zorgen dat het wordt afgebroken!
Kinga Gál (PPE). – (HU) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer Barroso, commissaris, staatssecretaris Győri, het Schengensysteem is een van de tastbaarste verworvenheden van de Europese Unie. Desgevraagd zouden Europese burgers antwoorden dat vrij verkeer zonder controles aan de binnengrenzen voor hen iets belangrijks is in de Europese Unie. Daarom is het van groot belang dat we dit systeem behouden en alles in het werk stellen om het vrije verkeer van onze burgers en het Europa zonder grenzen te behouden. Dat moet ons voornaamste doel blijven.
De waarden, onze verworvenheden moeten vooral beschermd worden als ze met uitdagingen worden geconfronteerd. Tegenwoordig is een van die uitdagingen de plotselinge stroom immigranten en vluchtelingen. Maar om die uitdagingen aan te pakken hebben we concrete voorstellen en oplossingen nodig.
Allereerst moeten we niet alles op één hoop gooien en verduidelijken waar we het over hebben, wat betekent dat we een onderscheid moeten maken tussen het vluchtelingenvraagstuk en illegale immigratie, dat we gebruik moeten maken van onze gevestigde beginselen en daarop voort moeten bouwen, zoals solidariteit en samenwerking, en dat we gebruik moeten maken van onze bestaande instellingen, zoals Frontex, of van onze bestaande regels.
Ik ben ingenomen met het Hongaarse standpunt en het standpunt van staatssecretaris Győri, en ook met de woorden van de heer Barroso, die gezegd heeft dat het doel is om het Schengenacquis te versterken en goed uit te voeren, en niet om ervan af te wijken.
Vilija Blinkevičiūtė, (S&D) . – (LT) Mevrouw de Voorzitter, in de eerste plaats zou ik willen benadrukken dat het antwoord op de ontstane migratieproblemen binnen het toepassingsgebied van de Schengenovereenkomst zou moeten blijven. Het Schengenacquis voorziet in mogelijkheden om de beveiliging van de binnengrenzen tijdelijk te herstellen, namelijk als de openbare orde en veiligheid in gevaar komen, en deze bepalingen zijn in feite voldoende. Misschien kan de Commissie uitgebreider ingaan op de in de mededeling over migratie opgenomen, aanvullende gevallen waarin een tijdelijke uitbreiding van de grensbeveiliging is toegestaan. Deze gevallen zijn in de mededeling zeer abstract omschreven en het toepassingsgebied ervan is slecht afgebakend. Betekent dit dat de Europese Commissie het de leiders van de twee grootste landen van de Europese Unie naar de zin probeert te maken, en dat zij een van de grootste waarden van de Europese Unie, de ruimte van vrijheid en het vrij verkeer, probeert te vernietigen? Tevens zou ik een opmerking willen maken over de inhoud van de mededeling, omdat de mededeling kennelijk alleen met het oog op dit geval, namelijk op de toenemende migratie uit de Noord-Afrikaanse landen, is geschreven. Is de Commissie het er niet mee eens dat een document met de naam ´mededeling over migratie´ inhoudelijk en substantieel veel breder zou moeten zijn opgezet?
Nadja Hirsch (ALDE). - (DE) Mevrouw de Voorzitter, het was de eerste keer dat in Duitsland en in Oostenrijk de grenzen werden opgeheven. Eindelijk hebben we nu vrij verkeer van werknemers uit de Oost-Europese landen. Aan deze kant worden slagbomen verwijderd maar aan de andere kant probeert u ze opnieuw op te zetten.
Ik kan het eenvoudigweg niet accepteren dat twee lidstaten, twee mannen die zich dolgraag willen profileren, er daadwerkelijk in geslaagd zij om ons een debat te laten voeren over de herinvoering van grenscontroles. Wij kunnen geen stap terugzetten op dit gebied en we moeten ons niet onder druk laten zetten door dit eenzijdig opgedrongen debat De herinvoering van grenscontrole zal het vraagstuk van de vluchtelingen niet automatisch oplossen. Sorry hoor, deze mensen hebben hun leven in de waagschaal gelegd om naar Europa te komen, en het is hun gelukt. Dan zal het hun ook lukken om de grenzen te ontwijken. Alleen mensensmokkelaars zullen hier misschien winst uit boeken, omdat de vluchtelingen nieuwe wegen moeten vinden, waarvoor mensensmokkelaars zich laten betalen.
Ik kan er niet over uit dat we hier serieus over debatteren, en ik roep de Commissie op om hier in het geheel geen compromissen toe te laten!
Ulrike Lunacek (Verts/ALE). - (DE) Mevrouw de Voorzitter, het verheugt mij zeer dat van alle kanten in dit Parlement, ook door de Fractie van de Europese Volkspartij (Christendemocraten), waartoe eveneens de heren Sarkozy en Berlusconi behoren, duidelijk is gemaakt dat er geen nieuwe regels nodig zijn, dat het niet noodzakelijk is om de Schengenovereenkomst te wijzigen, maar dat er iets geheel anders nodig is, namelijk een waarachtig gemeenschappelijk migratie- en asielbeleid. Mevrouw Malmström, ik roep u daarom op dat u op dit gebied activiteiten ontwikkelt en duidelijk maakt dat de verordening Dublin II moet worden gewijzigd om werkelijke solidariteit bij asielkwesties mogelijk te maken en duidelijk te maken dat dit continent een samenhangend geheel is en dat we de landen aan buitengrenzen niet aan hun lot mogen overlaten.
Maar pas op, Italië kan hiervoor ook zelf heel goed de verantwoordelijkheid nemen en moet dit nu ook doen. Juist minister van Binnenlandse zaken Maroni, die zelf lid is van de Lega Nord, is een van degenen die duidelijk moeten maken dat het om vluchtelingen gaat, wier rechten geëerbiedigd moeten worden, en dat de juiste weg moet worden ingeslagen. Dit Europa heeft behoefte aan bescherming van vluchtelingen en niet alleen van geld en banken, en daarom is er geen behoefte aan een nieuwe Schengenregeling maar aan een echt eengemaakt Europa en een menswaardig asiel- en migratiebeleid.
Kyriacos Triantaphyllides (GUE/NGL). – (EN) Mevrouw de Voorzitter, de Commissie heeft de afgelopen maanden behoorlijk snel twee belangrijke mededelingen gepubliceerd waarmee de uitdagingen die zijn ontstaan sinds het uitbreken van de Jasmijnrevolutie in Tunesië moeten worden aangepakt.
Er zijn enkele beleidsmogelijkheden naar voren gebracht en het Parlement heeft zich reeds daarover uitgesproken om de Commissie een richtsnoer te kunnen geven voor het opstellen van concrete wetgevingsvoorstellen.
In de mededeling over migratie gaat de Commissie in op de kwesties van de controles aan de buitengrenzen, Schengen-governance en georganiseerde mobiliteit. Waarom wordt er hier niet explicieter ingegaan op de lastenverdeling? In de mededeling wordt het proefproject inzake de hervestiging van de vluchtelingen op Malta genoemd, maar wordt niet de gedachte geopperd van een proefproject voor relocatie van migranten of asielzoekers die geen vergunning hebben. En dat ondanks de herhaalde verzoeken van verschillende lidstaten en leden van het Parlement om een dergelijk systeem van lastenverdeling.
Waarom komt de Commissie niet met een concreet voorstel hierover? Wij praten nu over een Europese ruimte van vrij verkeer van personen; wij praten nu over een gemeenschappelijk Europees asielstelsel. Wanneer gaat u de Europese solidariteitsgedachte eens met daden ondersteunen?
Morten Messerschmidt (EFD). – (DA) Mevrouw de Voorzitter, ik zou even stil willen staan bij het voorstel van de Commissie ten aanzien van de versterking van de controle van de buitengrenzen. Dit voorstel is helaas onbevredigend. In deze tijden, waarin we zien dat een aantal lidstaten een onbezonnen immigratiebeleid voert in het kader waarvan grote aantallen buitenlanders legaal verblijf verkrijgen in de EU en waarin mensen als gevolg van een gebrek aan grenscontroles vrijelijk grenzen overschrijden kunnen, dienen juist de grenscontroles tussen de lidstaten van de EU permanent te worden versterkt. Voor wat betreft het feit dat men voortdurend de mond vol heeft van solidariteit, moet ik zeggen zeer verbaasd te zijn als ik hoor dat lidstaten die heel goed zijn in het aanscherpen van hun immigratiebeleid, zoals Denemarken bijvoorbeeld, geacht worden een grote mate van solidariteit aan de dag te leggen met landen die daar niet toe in staat zijn geweest. Het lijkt me niet meer dan logisch dat landen die middels een eigen immigratiebeleid uitdrukking geven aan hun nationale soevereiniteit ook de gelegenheid wordt geboden daar de vruchten van te plukken.
Andreas Mölzer (NI). - (DE) Mevrouw de Voorzitter, naar het schijnt zijn slechts drieduizend van de in Lampedusa opgepakte Tunesische vluchtelingen echte asielzoekers, terwijl twintigduizend van hen, of meer, economische vluchtelingen zijn. Als de Unie niet eindelijk toegeeft dat zij niet alle economische migranten uit alle hoeken van de wereld kan opnemen, zullen honderdduizenden op pad gaan. Als dan ook nog maatregelen worden genomen als een generaal pardon voor illegale immigranten of schending van de Schengenovereenkomst, zoals onlangs gebeurde met toeristenvisa, dan zal dit onvermijdelijk voor verdere tienduizenden vluchtelingen zorgen. Hierdoor wordt het hele Schengensysteem in gevaar gebracht.
Griekenland, Italië en Malta zijn blijkbaar niet in staat om hun buitengrenzen te beveiligen, en de nieuwkomers in de Schengengroep laten vaak, na hun opname, hun inspanningen verslappen. De buitengrenzen van de EU zijn dus zo lek als een mandje en worden ook nog van binnenuit ondergraven. Tijdelijke controles zijn in dit opzicht niet voldoende. De EU moet Frontex omvormen tot een werkelijk agentschap voor grensbescherming. En als hierdoor geen resultaten worden bereikt, zal het één of andere land met zekerheid op het idee komen om uit de Schengenovereenkomst te stappen.
Andrey Kovatchev (PPE). – (BG) Mevrouw de Voorzitter, vandaag staan we voor de vraag hoe we onze fundamentele waarden kunnen behouden en met elkaar in overeenstemming kunnen brengen: enerzijds vrijheid, solidariteit en gerechtigheid en anderzijds veiligheid. Er is meermaals op gewezen dat de buitengrenzen de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van alle lidstaten zijn. Laten we onderling geen onnodige barrières opwerpen. Laten we ook voorkomen dat de huidige situatie de geschiedenisboeken ingaat als een slecht voorbeeld van Europese integratie. Natuurlijk ben ik ingenomen met de prominentere rol van Frontex en de extra menskracht en financiële middelen die het agentschap daarvoor krijgt, en tevens met de versterking van het Schengenevaluatiemechanisme, maar ik ben niet ingenomen met de nieuwe voorwaarden voor Bulgarije en Roemenië en met het feit dat hun toetreding wordt gedwarsboomd.
Nu Bulgarije en Roemenië aan alle technische criteria voor lidmaatschap hebben voldaan, zoals door deskundigen van de Raad is vastgesteld, zou ik mevrouw Győri willen vragen welk tijdpad voor toelating van beide landen de Raad voor ogen staat en of daar in de Raad ook al over gesproken wordt. Als er nieuwe regels zijn, horen die voor iedereen te gelden. Ze mogen niet als politiek instrument gebruikt worden, maar dienen voort te bouwen op het bestaande grensbeschermingssysteem. Verder denk ik dat het beleid van goed nabuurschap mede afhankelijk gemaakt dient te worden van de bereidheid van de betrokken regeringen om hun verplichtingen tot het overnemen van hun burgers na te komen.
Ulrike Rodust (S&D). - (DE) Mevrouw de Voorzitter, open grenzen zijn een belangrijk symbool voor Europa. Ik zou uw aandacht op een ander probleem willen richten. Ik kom uit Noord-Duitsland, en daarom is de Duits-Deense grens voor mij van bijzonder belang. De rechtse populistische Deense Volkspartij poogt de Deense regering te dwingen weer grenscontroles in te voeren. Wat is de reden hiervoor? De angst voor de mensen uit Roemenië en Bulgarije. Dat is een schandaal! De rechtse populisten groeien snel in aantal en vormen een werkelijk gevaar voor Europa. Natuurlijk moeten de mensen tegen grensoverschrijdende criminaliteit worden beschermd, en onze veiligheidsinstanties hebben allang alternatieven voor pascontrole gevonden.
Ik vind het zeer treurig dat één van onze grootste Europese verworvenheden op het spel moet worden gezet. Het succes van de EU bij het bevorderen van vrede en veiligheid is zonder weerga in de geschiedenis, maar wordt nu wel heel sterk in gevaar gebracht. Ik roep de Deense regering op om niet aan de leiband van de rechtse populisten te lopen.
Anna Maria Corazza Bildt (PPE). – (EN) Mevrouw de Voorzitter, het vrij verkeer van personen is een hoeksteen van de Europese integratie. Laten we geen doos van Pandora openen door Schengen te herzien. Laten we niet terugkomen op onze beginselen. De mogelijkheid om grenscontroles in te voeren bestaat al. Die moet tijdelijk, uitzonderlijk en een laatste redmiddel zijn. Wat nodig is, is een gemeenschappelijke benadering, een langetermijnvisie, waar ook de Commissie om vraagt, om te reageren op de zorgen van de burgers over hun veiligheid. Wij moeten stappen vooruit zetten om in 2012 te kunnen komen tot een gemeenschappelijk asielbeleid, om een gemeenschappelijk migratiebeleid te kunnen voeren, legale immigratie vanwege werk gemakkelijker te kunnen maken en gelijktijdig illegale immigratie te kunnen bestrijden.
Kortetermijnprocedures die hervestiging verhinderen moeten worden opgeheven. Ja, wij moeten solidariteit betonen met de lidstaten die het meest worden blootgesteld aan een toestroom van mensen, maar wij moeten in de eerste plaats solidair zijn met de mensen die een tragedie ontvluchten. De waardigheid van immigranten, van mensen die hun land ontvluchten, moet in het Europese debat weer centraal komen te staan.
Robert Goebbels (S&D). - (FR) Mevrouw de Voorzitter, ik vraag me af of de demagogen van Rome en Parijs en hun helpers hier in het Europees Parlement wel weten waar zij over praten als ze vragen om herinvoering van controles aan de binnengrenzen. Meer dan een miljoen Europese burgers werken in een ander land. Dagelijks komen er 150 000 grensarbeiders Luxemburg binnen. Wilt u die allemaal controleren? Deze zomer reizen tientallen miljoenen Europeanen rond. Willen Berlusconi en Sarkozy die aan de grens controleren? Barroso zei het al: in het Schengengebied vinden elk jaar meer dan 1,25 miljard verplaatsingen plaats. Wilt u die allemaal controleren?
Mevrouw Malmström, kom niet aan Schengen. Leest u het Verdrag er nog eens op na, de artikelen 67 en 78. Daar staat alles in. U hoeft niets nieuws te verzinnen. Laten we gewoon Schengen en het vrij verkeer van burgers handhaven, anders komen die burgers in opstand.
Jens Rohde (ALDE). - (DE) Mevrouw de Voorzitter, de heer Schulz heeft de zaal verlaten, maar ik ben er zeer over verheugd dat hij en mevrouw Rodust duidelijk hebben gemaakt dat herinvoering van grenscontroles niet tot het sociaaldemocratisch beleid behoort. Twee jaar geleden echter, tijdens de verkiezingscampagne voor het Europees Parlement, was het opnieuw dichtgooien van de grenzen de belangrijkste eis van de Deense sociaaldemocraten. Dat waren niet de rechtse populisten! De heer Jørgensen en partijvoorzitter Thorning-Schmidt hebben hiervoor beide een lans gebroken. Ik ben het volkomen met u eens dat dit populisme is. Daarom stel ik een belangrijke vraag aan de Commissie: kan een land weer grenscontroles invoeren en tegelijkertijd lid blijven van de Schengenunie, met toegang tot het informatiesysteem enzovoorts, of is het hier: of het één of het ander? De vraag is voor het Deense debat van belang, en ik verzoek om een duidelijk antwoord.
Mario Mauro (PPE). - (IT) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, ik stel vast dat velen de heer Sarkozy en de heer Berlusconi uit Europa willen verjagen om Schengen te redden.
Mij lijkt het te volstaan om Frontex te versterken teneinde de buitengrenzen van de Europese Unie veiliger te maken. Ik wijs erop dat vele regeringen zich op dit moment onttrekken aan de solidaire plicht om deel te nemen aan Frontex.
Daarnaast moet ik een ander fundamenteel punt aanstippen: achter de humanitaire noodsituatie en het immigratieprobleem gaat een politiek probleem schuil. De EU is weliswaar met betrekking tot immigratiekwesties zeer actief als het humanitaire aangelegenheden gaat, maar ik sluit mij toch aan bij mevrouw Malmström die stelt dat de EU zich afzijdig houdt van de politieke tragedie die daarachter schuilgaat. Geef ons meer Malmström en minder Ashton. Dan zullen we zien dat het ons zal lukken om de moeilijke omstandigheden waarin we ons bevinden, te verbeteren en een goede toekomst te waarborgen.
Cecilia Malmström, lid van de Commissie. − (EN) Mevrouw de Voorzitter, dit was een zeer interessant en goed debat over een zeer belangrijk onderwerp. Eerder werd gezegd dat er een pingpongspelletje wordt gespeeld. Dat pingpongspelletje gaat waarschijnlijk tussen het Europees Parlement en twee lidstaten, dus gebruik de Commissie alstublieft niet als bal.
Wij proberen een gecoördineerd, verantwoordelijk en coherent antwoord te krijgen op alles wat met migratie en grenzen te maken heeft, omdat het allemaal met elkaar samenhangt. We kunnen geen visumbeleid hebben als we geen grenscontroles hebben. We kunnen geen geloofwaardige bescherming van asielzoekers hebben als we geen gemeenschappelijk asielbeleid in de Europese Unie hebben. We kunnen geen goed functionerende legale migratie hebben als we niet ook aan integratie doen, en we kunnen illegale migratie niet bestrijden als we geen echt en fatsoenlijk terugkeer- en overnamebeleid hebben. Om dus dit allemaal samen te hebben, hebben we een helder kader nodig en hebben we een Europees kader nodig.
De Commissie heeft daarom deze mededeling gepresenteerd. Met alle respect voor de hardwerkende mensen in de Commissie, ik zal u een geheim verklappen. Wij kunnen geen mededeling als deze in twee dagen produceren. Dat is onmogelijk. Deze was al geruime tijd geleden op stapel gezet. Dit is geen reactie op een of twee presidenten of ministerpresidenten; dit was iets waar we al lange tijd mee bezig waren, en alles staat er in.
Degenen met wie wij dagelijks hebben samengewerkt weten dat ik sinds dag één samen met hen en met de Raad heb geprobeerd een gemeenschappelijk Europees asielstelsel tot stand te brengen. Het is hard werken, het is moeilijk en het werk gaat zeer langzaam, maar we boeken enige vooruitgang. We werken samen aan legale migratie, we proberen Frontex te versterken en ik heb u een werkdocument over integratie beloofd sinds mijn hoorzitting afgelopen februari, en we hebben verleden jaar al een betere governance van Schengen beloofd. Dit is geen reactie op een of twee minister-presidenten die om iets vragen. Het is iets dat zeer goed doordacht is en iets dat tot verdere wetgeving en voorstellen zal leiden in het licht van de bijeenkomst van de Europese Raad in juni, die migratiekwesties als thema heeft, wat ook al lang gepland was.
Natuurlijk is het door de situatie in Noord-Afrika en het Middellandse Zeegebied noodzakelijk geworden om in Europa ons huis nog sneller op orde te brengen. Is dat een reden om opnieuw controles aan de binnengrenzen in te voeren? Nee, natuurlijk niet. Is er een reden voor Europees optreden? Ja! We zitten met ongeveer 25 000 Tunesiërs die naar Europa komen. We hebben dit bij vele gelegenheden hier in de plenaire vergadering besproken. Natuurlijk komt elke persoon hier om een reden naartoe, namelijk dat hij – omdat het heel vaak een hij is – geen werk in Tunesië heeft. Ik heb heel erg te doen met het lot van elke persoon, maar ze kunnen niet allemaal naar Europa komen. Het is veel beter – en daarom werken wij met de Tunesische autoriteiten en Italië samen om te kijken hoe wij Italië kunnen steunen bij het scheppen van banen en groei – dat deze mensen een toekomst in Tunesië vinden, omdat zij geen vluchteling zijn.
Er komen echter vluchtelingen aan, en steeds meer nu. Deze week zijn er een heleboel mensen uit Libië hierheen gekomen – onderdanen van derde landen, zelfs Libiërs – en dat zou kunnen toenemen. Deze mensen zijn duidelijk een reden voor Europees optreden en solidariteit. De Commissie heeft alle lidstaten uitgenodigd voor een conferentie op 12 mei om te praten over hervestiging en een verlenging van het Malta-project om Malta bij te staan met de duizenden mensen die daarheen zijn gegaan. Maar ook de UNHCR zal daar zijn, en daarom zullen wij de lidstaten proberen te vragen om meer verantwoordelijkheid op zich te nemen voor de vluchtelingen die weglopen voor het toegenomen geweld in Libië en die in Tunesië en aan de grens zijn gestrand.
Wat betreft Schengen ben ik het met u – of de meesten van u – eens dat Schengen een geweldige prestatie is. Het feit dat we van Finland naar Malta, van Portugal naar Estland kunnen reizen zonder ook maar ooit een paspoort te laten zien, is een prachtig symbool van de Europese integratie. Ik wil dit beschermen en verder bevorderen. Ik ben blij dat ik op uw steun in dezen kan rekenen.
Het systeem is echter niet perfect. Wij wisten lang voordat dit allemaal begon dat er enkele zwakke plekken in de systemen zaten. De evaluatie heeft niet gewerkt omdat de lidstaten elkaar evalueren en dat is niet goed. We hebben een Europees mechanisme nodig met de betrokkenheid van het Europees Parlement. Ik heb dit verleden jaar november gepresenteerd en ik herinner me dat ik daarbij heel wat steun heb gekregen van deze plenaire vergadering.
Wij hebben instrumenten nodig om de lidstaten beter te laten presteren bij het beschermen van de buitengrenzen van de EU. Wij moeten de bewaking versterken en wij hebben meer, niet minder, Europa nodig. Om dus deze situatie te beoordelen en een besluit over de benodigde middelen te nemen hebben we echt een Europese aanpak nodig. De gebeurtenissen van de afgelopen week hebben dat bevestigd. De tekortkomingen mogen nooit automatisch leiden tot een herinvoering van grenscontroles. De tekortkomingen zijn op alle mogelijke andere manieren geëvalueerd, bijvoorbeeld door het verstrekken van financiële en operationele steun. De lidstaten kunnen ook elkaar helpen. Wij werken ook met u samen om Frontex te versterken.
Het vertrekpunt is het versterken van de huidige wetgeving. Ik ben ervan overtuigd dat de huidige regels voor de meeste situaties afdoende zijn. Waar er sprake is van interpretatieverschillen moet de Commissie van gedachten wisselen met de lidstaten om de regels te verduidelijken. Dat kan worden gedaan door richtsnoeren of aanbevelingen uit te geven.
Er zijn bijzondere omstandigheden waaronder het nodig kan zijn om grenscontroles opnieuw in te voeren. Daar is vandaag reeds in voorzien en dat is in enkele situaties ook het geval geweest – bijvoorbeeld bij een belangrijke gebeurtenis als een terrorismedreiging. Er zou iets belangrijks kunnen gebeuren waardoor lidstaten gedwongen worden om dit te doen, maar dan wel onder zeer duidelijke omstandigheden. Maar we moeten de Europese dimensie hiervan versterken en voorkomen dat de lidstaten unilateraal optreden. Daar hebben we het nu over.
We leven in turbulente tijden. Veel van de dingen die nu gebeuren zijn een reden voor vreugde – in Egypte en Tunesië – maar er zijn ook een heleboel zorgen. Wij moeten kalm zijn in deze situatie. Wij moeten proberen ermee om te gaan op de korte termijn, maar ook de lange termijn. Wij moeten onze regels versterken, niet ondermijnen. We moeten de regels versterken op basis van het Europees recht, onze waarden en onze internationale verplichtingen. Wij hebben Europees leiderschap nodig om ons te verzetten tegen simplistische oplossingen – en daar heb ik er vandaag enkele van gehoord – en populisme. Wij hebben meer Europa nodig, niet minder.
(Applaus)
Enikő Győri, fungerend voorzitter van de Raad. − (EN) Mevrouw de Voorzitter, ook ik zou u zeer willen bedanken voor dit debat en voor de bijdragen die ik heb gekregen van de leden van dit Parlement.
Laat ik eerst beginnen met een verduidelijking van het asielpakket, aangezien ik daar zeer concrete vragen over heb gekregen. Wat betreft de specifieke voorstellen die op tafel liggen, verwelkomt de Raad het begin van de trilogen tussen het Parlement en de Raad over de erkenningsrichtlijn. Wat betreft de Dublinverordening en de Eurodacverordening is er op technisch niveau belangrijke vooruitgang geboekt.
Twee hoofdkwesties die onlosmakelijk verbonden zijn met de politieke discussies blijven echter onopgelost. De eerste is de opschorting van overdrachten krachtens de Dublinverordening en de tweede is de toegang tot wetshandhaving krachtens de Eurodacverordening. Vele delegaties in de Raad zijn van mening dat de opschorting van de Dublinoverdrachten naar de lidstaten die bloot staan aan praktische druk, een slecht precedent zou scheppen en de Dublinverordening zou ondermijnen. Een groot aantal delegaties heeft ook de sterke wens te kennen gegeven om wetshandhavingsinstanties toegang te geven tot de gegevensbank van Eurodac. Gelet op deze opvattingen in de Raad en gezien onze gezamenlijke inzet voor de invoering van een gemeenschappelijk Europees asielstelsel is er een constructief debat nodig tussen alle betrokken instellingen: Raad, Parlement en Commissie.
Tot slot kijkt de Raad met belangstelling uit naar de herziene voorstellen van de Commissie met betrekking tot de procedurele richtlijnen en de richtlijn opvangvoorzieningen, die als ik me niet vergis begin juni worden verwacht. Mevrouw Weber, u verwees naar het werk van de Raad en liet doorschemeren dat wij vraagtekens zouden zetten bij de medebeslissing en deze zouden ondermijnen om te proberen het Parlement te isoleren. Ik hoop dan ook dat mijn toelichting voor u voldoende is geweest. Uiteraard willen wij u graag alle informatie geven en doen wij ons uiterste best om vooruitgang te boeken bij deze dossiers, die volgens mij van essentieel belang zij voor ons allemaal.
Laat ik in mijn moedertaal verder gaan met enkele horizontale, algemene afsluitende opmerkingen.
(HU) Zoals ik in mijn inleiding heb benadrukt ligt het grote debat in de Raad nog voor ons. Het voorstel van de Commissie is zes dagen geleden gepubliceerd. We hebben voor 12 mei een buitengewone vergadering van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken bijeengeroepen, waar we een oriëntatiedebat kunnen houden. We vertrouwen erop dat dit werk en het debat in de werkgroep de taak van de staatshoofden en regeringsleiders zullen vergemakkelijken opdat zij de belangrijkste politieke beslissingen tijdens de Europese Raad in juni zullen kunnen nemen.
Op dit moment kan ik dus het standpunt van het Hongaarse voorzitterschap met u delen. En laat me – niet voor het eerst – in het Parlement herhalen dat onze basisfilosofie een sterk Europa is, een sterk Europa dat de mens centraal stelt in zijn denkwijze.
Dat is onze basisprincipe. Al onze beleidsvormen en maatregelen worden erdoor bepaald, en op basis hiervan kan ik u vertellen wat ons uitgangspunt zal zijn in deze politiek zeer gevoelige zaak. Wij zullen met niemand meewerken die probeert het Schengensysteem en het vrije verkeer te ontmantelen.
De overgrote meerderheid van de sprekers van het Parlement heeft gepleit voor het behoud van dit gemeenschappelijke acquis. Ik wil graag de Italiaanse afgevaardigde, de heer Iacolino, citeren, die het had over het patrimonio della civiltà europea, over ons gemeenschappelijke Europees erfgoed, of mevrouw Kinga Gál, die zei dat vrij verkeer het tastbaarste resultaat is van de eenheid van de EU.
Het Hongaarse voorzitterschap zal zich verzetten tegen elk streven dat daartegenin gaat. Maar dat betekent niet, en daarbij wil ik me aansluiten bij commissaris Malmström, dat het systeem niet geperfectioneerd moet worden. We weten al maanden, jaren dat dit systeem aan de uitdagingen van 2011 moet worden aangepast, en dat is zeker mogelijk. Niemand wil dat wat we met jarenlang werk samen tot stand hebben gebracht, uiteenvalt.
Dus wat de herinvoering van binnengrenscontrole betreft zijn we van mening dat die slechts in uitzonderlijke gevallen, bij een enorme uitdaging, voor bepaalde tijd en met communautaire besluitvorming kan plaatsvinden. Ik heb dat in mijn inleiding gezegd, en ook mevrouw Malmström en commissaris Barroso hebben dat gezegd. Ik zeg nogmaals dat dat ons uitgangspunt is.
Waaraan kunnen we nog wel meewerken en waaraan kunnen we niet meewerken? We willen vluchtelingen die echte vluchtelingen zijn krachtens het internationale recht, van de rest onderscheiden. We moeten hen helpen, zodat we trouw kunnen blijven aan onszelf en aan onze gemeenschappelijke waarden.
Daarnaast moeten we optreden tegen illegale migratie. Dat de bescherming van de gemeenschappelijke grenzen, onze buitengrenzen, een gemeenschappelijke zaak is hoef ik niet te vermelden. Frontex moet worden versterkt en de middelen die daarvoor nodig zijn moeten ter beschikking worden gesteld. Dat is waar we met uw medewerking aan werken, in de hoop dat we zo spoedig mogelijk een beslissing kunnen nemen.
De kwestie-Schengen is meer dan wat er nu in de mededeling van de Commissie staat; op de agenda staat de uitbreiding van het Schengengebied. Het Hongaarse voorzitterschap houdt deze twee zaken duidelijk gescheiden. Niemand mag willen dat de twee landen die er een enorme hoeveelheid werk, energie en geld in hebben gestoken om zich fatsoenlijk voor te bereiden en aan de grote verwachtingen te voldoen waarmee aansluiting bij het Schengengebied gepaard gaat, genegeerd en geruïneerd worden met het argument dat men daar momenteel niet voor in de stemming is.
We hebben onder het Hongaarse voorzitterschap al in februari erkend dat Roemenië gereed was ten aanzien van de technische normen, en Bulgarije had nog wat huiswerk te doen. Ik kan met genoegen bekendmaken dat Sch-eval, de Groep Schengenevaluatie, begin mei heeft vastgesteld dat Bulgarije dat werk gedaan heeft.
Hopelijk kunnen we nog vóór het eind van het Hongaarse voorzitterschap in de Raad bekendmaken dat de technische voorbereidingen zijn voltooid. De twee landen voldoen aan de technische criteria voor Schengen. Wanneer de lidstaten daar gereed voor zijn moet het politieke besluit genomen worden. We hebben daarover permanent overleg met alle betrokkenen gevoerd en doen dat nog steeds, en we proberen een oplossing te vinden die voor alle belanghebbenden, Roemenië, Bulgarije, en alle lidstaten die zich zorgen maken om het Schengensysteem, aanvaardbaar is.
En tot slot een opmerking: ik geloof dat het de heer Weber van de Fractie van de Europese Volkspartij (Christendemocraten) was die zei dat we er heel goed op moeten letten wat voor beleid we voeren met betrekking tot immigranten, Europese problemen en het arbeidsaanbod. Daar ben ik het in grote mate mee eens. We mogen niet vergeten dat we onze eigen werklozen hebben, maar we mogen evenmin vergeten dat we een vergrijzende samenleving in Europa hebben en ook problemen met het arbeidsaanbod zullen krijgen.
Om die reden heeft het Hongaarse voorzitterschap zich ten doel gesteld demografische kwesties aan de orde te stellen, zodat we elkaar kunnen tonen welke lidstaten groot succes hebben behaald op het gebied van demografisch beleid, op het gebied van gezinsbeleid. We willen de situatie van gezinnen in de Europese Unie graag verbeteren. We willen graag dat er in Europa meer kinderen worden geboren, want alle lidstaten bevorderen dit met hun eigen middelen. Dat is de oplossing voor het probleem van de vergrijzende samenleving, en het zou goed zijn als we dat niet met migratie hoefden op te lossen.
De Voorzitter. − Het debat is gesloten.
Schriftelijke verklaringen (Artikel 149)
Ivo Belet (PPE), schriftelijk. – Voorzitter, collega's, vrij verkeer van personen in de EU is, samen met de euro, één van de absolute pijlers van het Europese project. Er is ook vandaag geen enkele reden waarom we dit in vraag zouden stellen. De reactie op de duizenden vluchtelingen die letterlijk aanspoelen in het zuiden van Europa, kan onmogelijk zijn dat we onze binnengrenzen gaan sluiten, ook niet tijdelijk. De reactie kan alleen maar zijn dat we werk maken, op korte termijn, van een gezamenlijk Europees asiel- en immigratiebeleid. We kunnen en zullen ons er niet bij neerleggen dat door de komst van 30 000 vluchtelingen op de stranden van Italië of Griekenland, de pijlers van de EU in vraag worden gesteld. Uiteraard heeft Italië gelijk als het Europese solidariteit vraagt bij de aanpak van dit probleem. Daar ligt de oplossing. Maar het blokkeren van de binnengrenzen, ook tijdelijk, is een paniekreactie die de EU-leiders onwaardig is.
John Bufton (EFD), schriftelijk. – (EN) Als de Commissie een zware uitdaging voor de EU ziet, dan is haar reactie om meer gecentraliseerde bevoegdheden te grijpen. Op dezelfde manier heeft de financiële crisis haar perfect in de kaart gespeeld en is zij boven op de kans gesprongen om economisch bestuur te rechtvaardigen in plaats van toe te geven dat de euro is mislukt. De zorgen om de plotselinge toestroom van migranten en de druk waaronder een aantal landen komt te staan, wordt gebruikt om de versterking van Schengen met een meer gecentraliseerde governance te eisen. De leden van het EP worden gekozen door het volk, als de stem van het volk. Zij vertegenwoordigen de landen waaruit zij komen, en toch wordt het 'populistisch' genoemd als zij hier nationale belangen weergeven. Barroso heeft gezegd dat het in de mode raakt om populistisch te zijn en de vlag van de xenofobie te zwaaien. Is hij van mening dat de essentie van een land zijn (een eigen regering, een onafhankelijke economie en nationale grenzen hebben) inherent verkeerd is? Waarom hebt u niet het lef om het Parlement maar te schrappen en Europa met geweld over te nemen? De scheldpartijen, bangmakerij en sluipende bureaucratie zijn berekend en megalomaan. Maar denk niet dat wij het niet merken. Als dat zo was, dan zou de zogenaamde mode van het populisme zich niet aan het ontwikkelen zijn. De mensen beseffen steeds meer wat uw bedoelingen zijn en de tijd komt dat u wordt ontmaskerd.
Giovanni Collino (PPE) , schriftelijk. – (IT) Het probleem van de migratiestromen waar Italië en heel Europa mee te kampen hebben, mag niet worden gereduceerd tot een humanitair probleem, ook al is dat het meest urgente probleem. Het is bekend dat wij als leden van het Parlement de politieke wensen van de burgers moeten verwoorden en verwezenlijken en de haalbaarheid ervan voor de lange termijn moeten beoordelen. Daartoe moeten wij een totaalvisie hebben en in staat zijn deze ten overstaande van de andere instellingen te verdedigen. In het geval van het immigratiebeleid begint de totaalvisie bij de analyse dat de Europese bevolking ouder wordt, hoewel de mate waarin sterk verschilt van lidstaat tot lidstaat. De kloof tussen geboorte- en sterftecijfers wordt steeds groter en onze groei is mede afhankelijk van de verdeling van het arbeidskrachtenaanbod, waarmee ervoor moet worden gezorgd dat de markt over de benodigde arbeidskrachten beschikt om voortdurend in de productiebehoefte te voorzien. Daarom moet het Parlement zich bij de andere instellingen, waaronder de regeringen van de lidstaten, hard maken voor een alomvattende benadering van het immigratieprobleem, waarbij de mens centraal komt te staan in een herstelstrategie die niet enkel op economisch herstel georiënteerd moet zijn en waarin behalve voor bankiers ook oog is voor loodgieters, ingenieurs en bouwvakkers.
Anne Delvaux (PPE) , schriftelijk. – (FR) Door het besluit van Italië om tijdelijke verblijfsvergunningen te verstrekken aan duizenden Tunesische immigranten die op Italiaans grondgebied arriveerden, gevolgd door het verzoek van Frankrijk om tijdelijke herinvoering van grenscontroles, wordt een van de meest tastbare facetten van de Europese eenwording, het Schengengebied, ter discussie gesteld.
De voorstellen van de Commissie in haar mededeling van 4 mei jongstleden, waarin vooral wordt voorzien in uitbreiding van de 'bijzondere omstandigheden' waaronder herinvoering van controles aan de binnengrenzen mogelijk zou worden, vind ik zogezegd verbijsterend. We gaan toch niet een van de mooiste resultaten van Europa ter discussie stellen omdat twee staatshoofden dat willen.
Immigratie is een uitdaging die om een Europees antwoord vraagt en ik pleit dan ook voor een gemeenschappelijk migratiebeleid. Het is tijd om dit dossier nu eens krachtig aan te pakken. Ik hoop dat de Europese top in juni, waar dit thema aan de orde zal komen, niet zal worden verziekt door populistische sentimenten.
Monika Flašiková Beňová (S&D), schriftelijk. – (SK) Ik moet zeggen dat ik teleurgesteld ben over het feit dat de Commissie de hele migratiekwestie reduceert tot de problemen in het Middellandse Zeegebied en de Schengenruimte. De situatie is kritiek. Sinds geruime tijd al wordt er uitgekeken naar een ambitieuze strategie van de Commissie, niet naar een anti-Europees plan om de nationale grenzen in ere te herstellen. Commissaris Malmström heeft terecht benadrukt dat het vrij verkeer van personen over de Europese grenzen heen een enorm succes is en dat we dit moeten behouden. Vanuit dat oogpunt lijkt het Commissievoorstel voor het beheer van migratiestromen onbegrijpelijk, met name de passage die het mogelijk maakt om grenscontroles in de Europese Unie in te voeren, al is het alleen voor noodsituaties en op tijdelijke basis. Het feit dat een land niet over een dergelijke maatregel kan beslissen maar dat alleen de Unie dit kan, is positief. Toch vind ik dat deze bepaling achterhaald is en dat zij te zeer het resultaat is van de populistische druk van de premiers van Frankrijk en Italië. Het gaat hier niet om een onbeduidende kwestie maar om een van de grondbeginselen van de Europese Unie: de vrijheid van verkeer. Ik ben er niet van overtuigd dat we dit beginsel de dupe moeten laten worden van de huidige problemen om de migratiedruk vanuit Afrika onder controle te krijgen. Naar mijn mening heeft de Unie de taak regels vast te stellen om de migratiedruk uit het Middellandse Zeegebied over de lidstaten te spreiden en om ervoor te zorgen dat de integratie van migranten efficiënt verloopt. De Commissie beveelt ons aan om een hele reeks documenten over migratie aan te nemen in mei en juni, en ik zou hier de hoop willen uitspreken dat de Commissie bij de opstelling van die documenten een zekere objectiviteit in acht neemt en het hoofd koel houdt.
Elisabetta Gardini (PPE) , schriftelijk. – (IT) De huidige politieke crisis in Noord-Afrika en de migratiestromen die daarvan het gevolg zijn hebben duidelijk gemaakt dat er een sterke Europese immigratie- en asielaanpak nodig is. Immigratie is een Europese uitdaging die niet alleen snel en concreet aangevat moet worden, maar die daarnaast een gemeenschappelijke langetermijnstrategie vereist. Het ontgaat ons misschien dat volgens de VN sinds maart 12 360 migranten van Libië naar Italië en Malta zijn getrokken en dat voorts 700 000 mensen Libië en Tunesië hebben verlaten met als doel om de Middellandse Zee over te steken. Zonder gemeenschappelijke aanpak voor de opvang van migranten en de controle van de grenzen dreigt er een oncontroleerbare, chaotische migratiestroom op gang te komen die ernstige gevolgen heeft voor heel Europa. Daarom is het belangrijk dat Frontex versterkt wordt, dat de lidstaten meer onderlinge solidariteit tonen en dat er overeenkomsten worden gesloten om de grenzen beter te kunnen controleren en illegale immigranten beter te kunnen terugsturen. Eventuele wijzigingen van de Schengenovereenkomst zouden op Europees niveau moeten geschieden en niet mogen worden overgelaten aan de afzonderlijke lidstaten. We moeten voorkomen dat de lidstaten die het meest te maken krijgen met de forse toestroom van migranten, verder geïsoleerd raken.
Kinga Göncz (S&D), schriftelijk. – (HU) Tegenwoordig is een van de belangrijkste uitdagingen voor Europa te beslissen hoe het moet reageren op de revoluties aan zijn zuidelijke grenzen. De democratisering van die regio is van essentieel belang voor de EU. De Europese Unie moet voor de stroom vluchtelingen uit die regio een oplossing vinden die de humanitaire beginselen en mensenrechten eerbiedigt. Er is solidariteit nodig tussen de lidstaten, maar vooral jegens de vluchtelingen die naar Europa komen. Wij Hongaren kunnen het belang daarvan werkelijk begrijpen, aangezien honderdduizenden van onze landgenoten na de revolutie van 1956 in veel landen van de wereld zijn opgevangen.
Het antwoord op de migratiedruk ligt niet in een herinvoering van de binnengrenscontrole, maar in een bespoediging van de lopende onderhandelingen over een spoedige aanneming van het asielpakket, het gemeenschappelijk Europees migratiebeleid en het Schengenevaluatiemechanisme.
Ook een tijdelijke herinvoering van grenscontrole zou een van de symbolische verworvenheden van de EU ondermijnen door belemmeringen op te werpen voor het vrij verkeer van burgers. Het is een verworvenheid die bij Europese burgers in hoog aanzien staat en tegelijk ook een van de garanties is voor de implementatie en het succes van de gemeenschappelijke economische ruimte. We moeten samen een antwoord vinden op de nieuwe problemen en mogen niet toegeven aan populistische en individuele stemmen die een schijnoplossing bieden.
Lena Kolarska-Bobińska (PPE), schriftelijk. – (PL) Tijdens ons debat over de versterking en verbetering van de governance van het Schengengebied moeten we ons ook buigen over een nieuw migratiebeleid voor de Europese Unie, niet enkel in de context van de situatie in Noord-Afrika, maar ook in de context van eventuele gebeurtenissen bij onze oosterburen. Het is moeilijk te voorspellen wat er in de toekomst zal gebeuren in de voormalige Sovjetlanden. We moeten ook rekening houden met de uitdagingen die Europa te wachten staan. De bevolking van de Europese Unie vergrijst en daarom mag de toestroom van migranten niet enkel als een bedreiging voor de Europese arbeidsmarkten worden beschouwd. Migranten dragen vaak bij tot de economische groei van het land waar ze zich gaan vestigen.
Dit was ook het geval na de toetreding van de nieuwe lidstaten tot de Europese Unie. Duitsland, dat vreesde voor een toestroom van migranten, paste een overgangsperiode toe en heeft pas nu zijn grenzen opengesteld voor werknemers uit Polen. Groot-Brittannië daarentegen besliste wel om onmiddellijk zijn arbeidsmarkt open te stellen, en plukt nu de vruchten van de arbeid van ongeveer twee miljoen jonge, bekwame en energieke Polen. Het wordt ook vaak herhaald dat we politieke migratie moeten aanvaarden, maar dat we Europa voor economische migratie moeten sluiten. Volgens mij heeft zo'n opdeling geen zin, want het is vaak erg moeilijk om deze twee types migratie van elkaar te onderscheiden. Hoe kunnen we de protesten van de middenklasse in de Arabische landen classificeren? Ze hadden immers zowel een politieke als economische achtergrond. Laten we dus niet toegeven aan ingebeelde angsten, maar laten we denken aan de kansen voor onze ontwikkeling.
Edward Scicluna (S&D), schriftelijk. – (EN) De agressieve standpunten die door de Franse en Italiaanse politieke leiders zijn ingenomen met betrekking tot het incident van Ventimiglia hebben niets te maken met de Schengenovereenkomst, maar zijn veeleer een poging om indruk te maken op de eigen burgers. De ongeveer 20 000 migranten waren voornamelijk economische migranten op zoek naar werk en betere economische kansen. Tunesië zou financieel geholpen moeten worden door de EU, in plaats van iets te moeten ondergaan wat op zijn best een brain drain genoemd kan worden, en in de plaats van te moeten aanzien hoe zijn knapste koppen om economische redenen willen emigreren. Dan kan Tunesië economische ontwikkelingsprogramma's uitvoeren die werk creëren voor jongeren en werklozen. Dat mag ons echter niet afleiden van de noodzaak het echte probleem aan te pakken, namelijk de vraag hoe we het beste kunnen omgaan met de migratie van echte asielzoekers uit Noord-Afrika, die vluchten of zullen vluchten uit door oorlog verscheurde landen. Hiervoor hebben we niet de terugkeer van nationale grenscontroles nodig. Tot de beginselen van de EU behoren vrij verkeer van personen en solidariteit tussen de lidstaten, en wij moeten in dat opzicht geen stappen achteruit zetten. Wij hebben een bepaling in de Verdragen waarin staat dat gezorgd moet worden voor één asielstelsel van de EU en een passende lastenverdeling tussen de lidstaten. In plaats van het rechtse populisme in de kaart te spelen zouden wij als Europeanen eraan moeten werken om de noodzakelijke wetgeving te krijgen.
Debora Serracchiani (S&D) , schriftelijk. – (IT) Uit de toestroom van migranten op Lampedusa gedurende de afgelopen dagen blijkt dat het immigratieprobleem een actueel thema is dat dringende maatregelen vereist. Het is duidelijk dat het Schengengebied beter bestuurd moet worden, zoals ook is aangegeven in de mededeling van de Commissie van 4 mei jongstleden.
Hiertoe moeten de solidariteitsmechanismen worden versterkt door asielzoekers te verspreiden, mobiliteit te organiseren en nieuwe partnerschappen te sluiten met derde landen. De herziening van de mechanismen voor uitvoering van het Schengenacquis mag geen excuus zijn om het recht op vrij verkeer naar believen in te perken, maar moet veeleer nieuwe kansen creëren.
Ik hoop dat er snel concrete voorstellen worden gedaan om vooroordelen en discriminatie tegen te gaan, wetteloosheid te bestrijden en mensenrechten, menselijke waardigheid en een vreedzame samenleving te bevorderen. Middels een goed, op het bevorderen van vooruitgang en veiligheid gericht beleid, moet dag in dag uit gestreefd worden naar een efficiëntere beheersing van immigratie en een vreedzame samenleving worden bevorderd. Het terugsturen van grote aantallen migranten naar hun landen van herkomst helpt allesbehalve om de afstand tussen Europeanen en immigranten te handhaven. Het gevaar bestaat juist dat de illegaliteit en onveiligheid zullen toenemen, evenals de economische kosten.
Monika Smolková (S&D), schriftelijk. – (SK) De massale migratie van mensen uit Noord-Afrika was een paar maanden geleden al te voorspellen, en Frankrijk en Italië hadden toen meteen in actie moeten komen, samen met de Commissie. Hun verklaringen en acties van nu, die onder meer impliceren dat de politie van het ene land de documenten van het andere land weigert te aanvaarden, hebben meer dan alleen verbazing gewekt. De eisen om belangen aan de binnengrenzen te beschermen ten koste van 25 000 vluchtelingen, zijn precedentloos, populistisch en in strijd met alles wat Schengen vertegenwoordigt. Op 22 december 2007 heb ik geholpen bij het verwijderen van de slagbomen aan de grens tussen Slowakije en Hongarije. Als je kijkt naar het enthousiasme van de mensen van toen, dan lijkt het wel of met de huidige versterking van de binnengrenzen het ideaal van Schengen volkomen ontkend wordt. Vrijheid, vrij verkeer van personen en goederen, en solidariteit met iedereen die solidariteit nodig heeft: dat moeten prioriteiten blijven van de Europese Unie. Ik ben tegen binnengrenzen, en ik verwacht dan ook dat de controlemechanismen van Schengen zullen worden versterkt om de populistische tendensen van sommige lidstaten de wind uit de zeilen te nemen, om radicalisering en intolerantie te voorkomen en om het Schengensysteem te verstevigen, dat een van de grootste verworvenheden is van het huidige Europa.
Nuno Teixeira (PPE), schriftelijk. – (PT) Het eiland Lampedusa wordt geteisterd door een humanitaire crisis als gevolg van de volksopstanden in Noord-Afrika en de komst van meer dan 20 000 Tunesische vluchtelingen tussen januari en april. Het is de Italiaanse regering niet gelukt om het enorme aantal asielaanvragen en de plotselinge komst van duizenden illegale immigranten te verwerken. De Schengenovereenkomst van 1985, die in het Verdrag betreffende de Europese Unie is opgenomen, wordt beschouwd als een van de grootste verworvenheden van de Europese integratie. Het is daarom van belang dat we de grondbeginselen ervan niet uit het oog verliezen, omdat de effectiviteit van het Schengengebied in het geding komt als er aan getornd wordt. De Schengenovereenkomst moet correct toegepast worden met een door solidariteit, wederzijdse informatieverstrekking en coördinatie gekenmerkte geest. De humanitaire crisis die we nu meemaken moet worden opgelost maar met gebruikmaking van de juridische instrumenten van het Schengenacquis. Er zal onderscheid gemaakt moeten worden tussen enerzijds mensen die recht hebben op internationale bescherming, zoals vluchtelingen, en anderzijds economische migranten, zodat degenen die de bescherming echt hard nodig hebben inderdaad beschermd kunnen worden. Aan de andere kant moet koste wat het kost voorkomen worden dat de Schengenovereenkomst eenzijdig geschonden wordt omdat hiermee de opbouw van een Europese ruimte zonder grenzen, waarmee in 1985 een begin is gemaakt, in gevaar komt.
Kathleen Van Brempt (S&D), schriftelijk. – De voorstellen die de Commissie woensdag bekendmaakte om het asiel- en migratiebeleid aan te scherpen bevatten één stommiteit en enkele goede aanzetten. De verwijzing naar grenscontroles aan de binnengrenzen getuigt meer van politiek opportunisme dan van leiderschap en inzicht. Maar goed, deze toegeving aan Frankrijk en Italië is gelukkig slechts symbolisch. Daarnaast ben ik blij dat de Commissie in haar voorstellen toont dat ook zij beseft dat gedegen oplossingen voor een efficiënter asiel- en migratiebeleid niet onder de kerktoren moeten worden gezocht, maar dat een en ander meer Europese samenwerking vereist.
Er zijn enorme verschillen tussen de lidstaten in de verwerking van asielaanvragen en de uitkomst van deze procedures. Een ééngemaakt Europees asielsysteem is dus nodig, zodat asielzoekers zien dat Europa kan helpen waar nodig, maar geen vrijkaart geeft aan avonturiers. Dit moeten we koppelen aan het ontwikkelen van zinvolle partnerschappen tussen Europa en de buurlanden om groei en ontwikkeling te ondersteunen. Ik hoop dat de Commissie zich niet meer als speelbal laat gebruiken in de binnenlandse profilering van enkele politici. Waar we nood aan hebben, zijn gedegen Europese oplossingen voor een Europees probleem. Deze voorstellen zijn een goede basis, maar voor mij mag het best nog wat meer zijn.
Iuliu Winkler (PPE), schriftelijk. – (RO) De ernstige gevolgen van de economische en financiële crisis en de repercussies van de Arabische lente met haar verstrekkende gevolgen voor immigratiestromen en toegang tot aardolie, zorgen voor toenemende verdeeldheid in de EU. Hierdoor bestaat het risico dat de EU een van zijn meest kostbare verworvenheden prijsgeeft: vrij verkeer binnen het Schengengebied. Het beperken van het vrij verkeer van Europese burgers door het opleggen van nieuwe beperkingen, zij het tijdelijk, en door Roemenië en Bulgarije aanvullende criteria op te leggen naast de Schengenovereenkomst, zal leiden tot een ondermijning van de Europese eenheid. Ik geloof in een krachtig, solidair Europa en ik steun de visie van het Hongaarse voorzitterschap, uitgedrukt in de slagzin 'Sterk Europa'. Echter, gezien de recente ontwikkelingen in het Schengengebied moet ik zeggen dat we op het verkeerde pad zijn. In kritieke momenten zoals het huidige moet de EU-leiding meer visie en solidariteit tonen en zich bezighouden met het tegenhouden van het botte populisme en interne protectionisme in Europa. Deze problemen zullen dramatische gevolgen hebben, die eenvoudig te voorspellen zijn. Het Schengengebied zal zeker niet sterk en stabiel worden met behulp van beperkingen en verboden.
Anna Záborská (PPE), schriftelijk. – (SK) In het debat in de plenaire vergadering van het Europees Parlement is ook gebleken dat de vrijheid van verkeer, die mogelijk is gemaakt door de Schengenovereenkomst, een van de voornaamste pijlers van de Europese samenwerking is, en we moeten alles doen om die vrijheid te behouden. Tegelijkertijd zien we echter dat Europa niet was voorbereid op de groeiende aantallen migranten uit Tunesië en Libië. Het feit dat Italië deze migranten reisdocumenten verschaft heeft, stelt hen in staat om zich vrij te verplaatsen binnen de Schengenruimte. Andere landen, met name Frankrijk en Duitsland, hebben zich hierdoor gedwongen gezien om intensief naar een oplossing te zoeken. In het kader van Schengen kunnen landen in bijzondere omstandigheden aan hun grenzen steekproefsgewijs reizigers controleren, en Denemarken bijvoorbeeld heeft al gebruik gemaakt van deze optie. Naar mijn mening is de oplossing niet gelegen in een gemeenschappelijk Europees migratie- en asielbeleid, omdat deze kwestie onder de bevoegdheid van de lidstaten valt. De grenslanden van de Schengenruimte moeten nu hun verantwoordelijkheid nemen om de gemeenschappelijke grens te beschermen, en maatregelen treffen voor een snelle terugkeer van de economische migranten naar hun land van herkomst.