Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Volledig verslag van de vergaderingen
Dinsdag 7 juni 2011 - Straatsburg Uitgave PB

6. EHEC-uitbraak in de EU-lidstaten (debat)
Video van de redevoeringen
Notulen
MPphoto
 

  De Voorzitter. - Aan de orde is de verklaring van de Commissie over de EHEC-uitbraak in de EU-lidstaten.

 
  
MPphoto
 

  John Dalli, lid van de Commissie. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil u allen bedanken voor deze gelegenheid om u te informeren over de ontwikkelingen met betrekking tot de E. coli-uitbraak.

Ik maak me grote zorgen over het grote aantal doden en zieken die deze door voedsel veroorzaakte ziekte binnen de Europese bevolking teweeg heeft gebracht, en ik wil deze gelegenheid benutten om nogmaals mijn medeleven te uiten met degenen die slachtoffer zijn geworden van deze epidemie.

In dit verband moet ik opmerken dat de situatie zich nog steeds uitbreidt. Er zijn nu meer dan 1 672 gevallen van shigatoxine producerende E. coli, en minstens 661 mensen hebben ernstige complicaties. Volgens de meest recente informatie is deze uitbraak verantwoordelijk voor 21 doden in Duitsland en één in Zweden. Er zijn geïsoleerde gevallen gemeld in elf andere lidstaten. Zwitserland heeft ook vijftien gevallen gemeld, en de Verenigde Staten vier gevallen. Het epicentrum van de ziekte is nog steeds het gebied rond Hamburg in Noord-Duitsland. Het merendeel van de gevallen dat buiten Duitsland is gemeld, betreft hetzij Duitse onderdanen die op reis zijn, of mensen die dit deel van Duitsland hebben bezocht. Dus wat doet de Europese Commissie om de uitbraak aan te pakken?

Op de eerste plaats hebben we onmiddellijk al onze netwerken geactiveerd die verantwoordelijk zijn voor het beheersen van crises. De netwerken hebben dagelijks contact en maken het mogelijk om snel informatie uit te wisselen en zo de basis te leggen voor snelle actie. De Commissie houdt bijna dagelijks bijeenkomsten met uw autoriteiten voor de volksgezondheid en voor voedselveiligheid om de ontwikkeling van de uitbraak, de genomen gezondheidsmaatregelen om infectie te voorkomen en de behandeling van de getroffen mensen te bespreken. Het alarm- en reactienetwerk (Early Warning and Response System) en het systeem voor snelle waarschuwingen voor levensmiddelen en diervoeders (RASFF, Rapid Alert System for Food and Feed) bieden een solide basis voor informatie-uitwisseling.

Op de tweede plaats hebben we het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC, European Centre for Disease Prevention and Control) gevraagd om een wetenschappelijke risicobeoordeling uit te voeren, die regelmatig wordt geactualiseerd, terwijl de situatie zich ontwikkelt. We hebben nu een EU-gevalsdefinitie die de lidstaten in staat stelt om dezelfde aanpak van het onderzoek van de uitbraak te delen. Het ECDC verzamelt en vergelijkt patiëntenvragenlijsten voor het onderzoeken van de uitbraak. Het ECDC heeft ook samen met de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA, European Food Safety Authority) een advies opgesteld met betrekking tot preventieve maatregelen gericht op het publiek. Dit advies is nu op de website van de Commissie beschikbaar in alle officiële talen.

We hebben het ECDC gevraagd om snel een platform op te zetten voor de uitwisseling van beste praktijken op het gebied van de behandeling, waarbij zowel de lidstaten als beroepsorganisaties betrokken zijn. Ons Europees referentielaboratorium voor voedselveiligheid in Rome heeft in recordtijd een methode ontwikkeld die de benodigde tijd om de E. coli-bacterie in voedsel te detecteren verlaagt van circa zes dagen naar 48 uur.

Tot slot wil ik benadrukken dat de perceptie van het publiek heel belangrijk is. In dit verband stelt de Commissie dagelijkse updates op, die worden gedeeld met het communicatienetwerk van het Comité voor de beveiliging van de gezondheid en met autoriteiten voor voedselveiligheid. De Commissie houdt daarnaast haar website actueel die is gewijd aan deze uitbraak.

Ik wil de leden van het Europees Parlement dringend verzoeken om deze wetenschappelijk onderbouwde mededelingen aan het publiek te steunen, teneinde onnodige zorgen zo veel mogelijk te voorkomen en onze gemeenschappelijke inspanningen te versterken. Ik kan u verzekeren dat de Commissie, samen met deze agentschappen, heel hard samenwerkt met de nationale ministeries voor volksgezondheid en voedselveiligheid, om hen te steunen bij het beheersen van deze uitbraak.

Daartoe moeten we het onderzoek naar de bron van de besmetting intensief voortzetten; dat werk wordt op dit moment gedaan. Gisteren heb ik Duitsland tijdens de Raad Volksgezondheid verzocht het toezicht, de uitbraakcontroles en maatregelen op te voeren, om de bron van de uitbraak te identificeren en de verspreiding van de infectie tot staan te brengen. Ik heb ook gevraagd om de oorzaken van de besmetting snel aan te pakken. De Duitse autoriteiten hebben het voorstel van de Commissie geaccepteerd om deskundigen van de Commissie, het ECDC en de EFSA op het gebied van de epidemiologie van door voedsel veroorzaakte ziekten naar Duitsland te sturen.

Op zondag 5 juni zijn de deskundigen begonnen met hun missie om de Duitse autoriteiten bij te staan bij de lopende epidemiologie, de resultaten te verifiëren en bij te dragen aan het lopende onderzoek om de bron te identificeren. Zoals we allemaal weten, is het aanvankelijke vermoeden van de Duitse autoriteiten dat komkommers uit Spanje de oorzaak waren, door geen enkel beschikbaar testresultaat bevestigd.

Op zondag 5 juni hebben de Duitse autoriteiten de Europese Commissie medegedeeld dat zij op basis van de epidemiologische onderzoeken denken dat taugé de mogelijke bron is van de E. coli-uitbraak die hoofdzakelijk het noordelijke deel van Duitsland treft. De informatie is terstond via het systeem voor snelle waarschuwingen voor levensmiddelen en diervoeders aan alle lidstaten doorgegeven.

De Commissie volgt alle nieuwe ontwikkelingen op de voet en zal besluiten nemen over de aangewezen handelswijze, zodra laboratoriumtesten een bepaalde epidemiologische bevinding bevestigen. We hebben tot nu toe nog geen resultaten.

Ik moet hier benadrukken dat het cruciaal is dat de nationale autoriteiten niet overhaast informatie geven over een eventuele infectiebron die nog niet is aangetoond door een bacteriologische analyse, aangezien dit leidt tot onterechte angsten onder de bevolking in heel Europa en tevens leidt tot problemen voor onze voedselproducenten die producten verkopen in de EU en daarbuiten.

Terwijl deze intensieve onderzoeken lopen, moeten we oppassen dat we geen overhaaste conclusies trekken. In dit verband wil ik de nieuwste informatie noemen die uit Duitsland komt over het vermoeden dat kiemgroente mogelijk de bron van de besmetting is; daarin werd opgemerkt dat de laboratoriumtests nog niet zijn afgerond en dat overhaaste conclusies derhalve moeten worden vermeden.

Dit illustreert dat het voor de lidstaten belangrijk is om in het RASFF waarschuwingen in te voeren die zijn gebaseerd op zorgvuldig bevestigd, wetenschappelijk bewijs, en het RASFF te activeren wanneer de lidstaten overtuigd zijn van het wetenschappelijk bewijs dat de waarschuwingskennisgeving onderbouwt.

We zullen snel en doortastend moeten handelen om de interne markt te beschermen. Als we daarin slagen, kunnen we lessen trekken uit deze crisis en onze systemen voortdurend verbeteren. Ik herhaal het steeds: ons systeem werkt. We moeten lessen trekken, terwijl we voortgaan. Ik denk dat dit onze verantwoordelijkheid is: flexibel zijn en onze processen en procedures snel aanpassen om te kunnen reageren op dit type incidenten.

Coördinatie en duidelijke informatie- en communicatielijnen blijven de kern van ons vermogen om in dit soort situaties effectief te zijn. We moeten op dit vlak lessen trekken.

Voordat ik afsluit, wil ik nog kort twee andere punten naar voren brengen. Het eerste betreft verwijzingen naar verboden op bepaalde producten. Ik wil nogmaals benadrukken dat de uitbraak geografisch beperkt is tot een gebied rondom de stad Hamburg, dus er is op dit moment geen reden om op Europees niveau zulke maatregelen te nemen. Daarom, en gezien de stappen die worden genomen om de bron te identificeren, zijn wij van mening dat een verbod op producten onevenredig is.

Tot slot heb ik ook oog voor de financiële gevolgen die deze crisis heeft voor boeren, in het bijzonder groentetelers. Ik werk daarom nauw samen met mijn collega, commissaris Cioloş, om iets te doen aan de problemen waarmee deze groep burgers, die ook wordt getroffen door de uitbraak, wordt geconfronteerd. De ministers van Landbouw houden vandaag zelfs een buitengewone zitting van de Raad om de E. coli-uitbraak te bespreken. Wanneer ik hier afsluit, ga ik terug naar Brussel om me te voegen bij mijn collega Cioloş in deze buitengewone zitting van de Raad van ministers van Landbouw.

We hebben bovendien voortdurend contact met derde landen, in het bijzonder met Rusland, om hen te vragen hun verbod op te heffen, dat we onevenredig vinden. De Commissie werkt hand in hand met de lidstaten met één gemeenschappelijk doel: zo snel mogelijk een einde maken aan deze uitbraak. Ik houdt tegenover alle betrokkenen vol dat we, in situaties zoals deze, geen lokaal probleem hebben, maar een Europees probleem.

(Applaus)

 
  
MPphoto
 

  Peter Liese, namens de PPE-Fractie. – (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, dames en heren, ik zou commissaris Dalli willen bedanken, omdat hij allereerst is ingegaan op de patiënten. Dat zou ik ook willen doen. Honderden patiënten zijn ernstig ziek, en het medisch personeel in Noord-Duitsland levert werkelijk bovenmenselijke inspanningen. Er zijn al 22 mensen overleden. In de Raad heeft een vertegenwoordiger van een andere lidstaat, Luxemburg, gezegd dat financiële schade kan worden goedgemaakt, maar dat een mensenleven definitief verloren is. Daarom hoop ik dat u er begrip voor heeft dat we een waarschuwing laten horen, ook al weten we niet honderd procent zeker wat de bron is. Ook al is het slechts een verdenking, we publiceren die informatie toch.

Desondanks moeten we natuurlijk de bron vinden. Ik heb vastgesteld dat veel medewerkers van de overheidsdiensten, ook met de steun van de EFSA, daar werkelijk koortsachtig aan werken, en ik zou de Europese instellingen en commissaris Dalli hartelijk willen bedanken voor de steun van de Europese Unie. Desondanks kan ik hier niet zeggen dat alles goed verloopt, al ben ik een Duitse volksvertegenwoordiger, er zijn wat problemen ontstaan bij het crisismanagement.

De wethouder voor gezondheidszorg in Hamburg heeft bijvoorbeeld een persconferentie gehouden, en dat was terecht, hoewel we niet honderd procent zeker wisten dat Spaanse komkommers de bron waren. De Spaanse komkommers waren besmet met de EHEC-kiem, en dat is niet normaal. Dat weten de Spaanse collega's waarschijnlijk ook wel. De pers heeft de informatie echter eerst gekregen, en pas veel later, uren later, een halve dag later, hebben de Europese Commissie en de Spaanse overheid die informatie gekregen. Dat was niet correct, en we moeten in Duitsland zelf nadenken over hoe we dat kunnen verbeteren. We moeten ons er echter allemaal van bewust zijn dat niet Spanje of Duitsland de boosdoener is, maar de kiem, die we moeten vinden en bestrijden.

Tot slot wil ik er nog op wijzen dat we tijdens de vorige vergadering een resolutie hebben aangenomen over resistentie tegen antibiotica. We moeten deze kiem weliswaar niet primair met antibiotica bestrijden, maar het is toch een probleem dat hij tegen veel van de gebruikelijke antibiotica resistent is. Dat blijft een probleem, en we moeten dat nu nog sneller aanpakken. Het is namelijk denkbaar dat we de kiem de volgende keer met antibiotica moeten behandelen, maar dat dit dan niet mogelijk is, omdat hij resistent is. Daar moeten we iets aan doen.

 
  
MPphoto
 

  Linda McAvan, namens de S&D-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, commissaris, u hebt gelijk dat dit een volksgezondheidskwestie is, en een hele ernstige ook, en onze aandacht moet nu gaan naar zorg voor de zieken en naar de identificatie van de bron, maar daarna moeten we ook naar de lange termijn kijken en naar manieren om te voorkomen dat zoiets nog een keer gebeurt.

Een paar weken geleden heb ik een vertegenwoordigster van de Amerikaanse Inspectie van voedings- en geneesmiddelen (FDA, Food and Drug Administration) ontmoet. Zij vertelde me over de problemen met E. coli in fruit en groenten in de Verenigde Staten, en we hebben het erover gehad dat dit niet veel voorkwam in de Europese Unie. Nu hebben we deze uitbraak, dus we moeten onszelf een paar vragen stellen. Gaat het om onze teeltmethoden, zoals Peter Liese zojuist zei? Gaat het om intensieve landbouw, het in kassen telen van groente en fruit? Gaat het om een overmatig gebruik van antibiotica bij vee? Gaat het om de verspreiding van mest? Zou een nauwkeurigere etikettering van voedingsmiddelen ons hebben geholpen om de bron van de besmetting sneller te identificeren? Ik constateer dat de Raad hier vandaag niet aanwezig is, maar de Raad verzet zich tegen een goede vermelding van het land van herkomst op de etiketten van onze voedingsmiddelen. Ik hoop dat ze in de toekomst naar dit debat zullen luisteren.

Commissaris, we moeten op de langere termijn dus grondig onderzoek verrichten en we moeten lessen trekken en deze integreren in ons beleid. Maar al te vaak horen we deze Commissie en velen in dit Parlement spreken over zelfregulering, maar net als bij de banken, begin ik me af te vragen of we niet de neiging hebben om de behoeften van de markt en toeleveringsketens vóór die van de bescherming van het publiek en de consument te stellen. ‘Business as usual’ zal niet volstaan. Het is niet normaal dat mensen in Europa ergens buitenshuis een salade eten en daardoor vervolgens komen te overlijden, en we hebben een beleidswijziging nodig om hier iets aan te doen.

 
  
MPphoto
 

  Corinne Lepage, namens de ALDE-Fractie. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, ik wil u bedanken omdat u allereerst gesproken hebt over de slachtoffers en de mensen die ziek zijn geworden. Het spreekt vanzelf dat onze eerste gedachten naar hen moeten uitgaan, evenals naar de boeren die zich in een heel moeilijke positie bevinden, waarvoor wij alle begrip kunnen opbrengen.

Ik wil drie punten aan de orde stellen. Ten eerste staan wij achter het voorzorgsbeginsel. Dat is in dit geval toegepast, dus wij mogen niet klagen, en uiteraard moeten wij daarvan de gevolgen onder ogen zien. Zoals de heer Liese zojuist al zei, gaan mensen natuurlijk vóór economische kwesties, die altijd nog kunnen worden aangepakt. De dood is, helaas, definitief.

Ten tweede ben ik het volkomen eens met wat mevrouw McAvan zojuist over het belang van traceerbaarheid zei. Wij voeren momenteel besprekingen over etikettering. Het is absoluut van fundamenteel belang dat deze etikettering compleet is en dat wij producten kunnen traceren om te weten waar ze vandaan kwamen.

Ten derde, als het gaat om het absoluut cruciale vraagstuk met betrekking tot de kern van het probleem, moeten wij toegeven dat wij niet alles weten, dat er lacunes in onze wetenschappelijke kennis zijn en, inderdaad, dat wij soms volledig in het duister tasten. Wij kunnen niet alles weten. Wij kunnen degenen die besluiten hebben genomen niet tegenspreken en tegelijkertijd van mening zijn dat we zouden moeten wachten. In dit geval moet het voorzorgsbeginsel prevaleren.

 
  
MPphoto
 

  James Nicholson, namens de ECR-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, allereerst wil ook ik mijn medeleven betuigen aan degenen die zijn getroffen. Wat betreft degenen die hun leven hebben verloren: je kunt iemand niet meer tot leven brengen. We kunnen de onderliggende situatie waarschijnlijk op lange termijn wel rechtzetten, maar het laat wel zien hoe verkeerd het is om al in een heel vroeg stadium conclusies te rekken. Ik begrijp de woede – als er woede is, en ik ben er zeker van dat die er is – van de Spaanse kant en van degenen die hun omzet kwijt zijn geraakt. We kunnen waarschijnlijk iets doen om dat te compenseren, maar je kunt een leven niet meer terughalen.

We moeten hiervan leren en ervoor zorgen dat we in de toekomst een solide basis hebben voor een reactie, zoals de commissaris zei. We moeten zo snel mogelijk een oplossing vinden voor de huidige situatie, en op de lange termijn moeten we onze reactiemechanismen voor dit type situaties verbeteren.

Ik denk dat het heel gemakkelijk is om achteraf te praten over wat had kunnen worden gedaan of had moeten worden gedaan, of wat we niet hebben gedaan, maar we zouden nu, met de wijsheid achteraf, mechanismen kunnen invoeren om te waarborgen dat dit nooit meer gebeurt. De commissaris heeft gelijk. We moeten lessen trekken uit deze situatie. Je moet altijd leren van je fouten. Als er fouten zijn gemaakt, laten we deze dan rechtzetten en ervoor zorgen dat ze nooit meer plaatsvinden.

 
  
MPphoto
 

  Rebecca Harms, namens de Verts/ALE-Fractie. – (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, u heeft gelijk: door deze EHEC-kiem zijn te veel mensen ziek geworden of overleden, en ik ben van mening dat deze situatie ook aantoont dat Duitsland noch de Europese Unie voorbereid is op deze EHEC-epidemie.

Wanneer we onze aanpak even vergelijken met wat andere landen doen, wordt wel duidelijk dat we heel wat kunnen verbeteren. Ik wil nog eens ingaan op het voorbeeld van de VS. Sinds de jaren tachtig wordt daar heel veel onderzoek verricht, alle gevallen moeten worden gemeld, er bestaat een centrale overheidsdienst voor besmettelijke ziekten in Atlanta, die vergaande bevoegdheden heeft om direct in te grijpen bij een dergelijke epidemie. In Duitsland zijn echter twee nationale ministeries bevoegd, en blijkbaar kunnen die het niet eens worden over de vraag wie de verantwoordelijkheid draagt. Bovendien hebben ook de deelstaten ministeries, die de verantwoordelijkheid willen en moeten dragen, maar daartoe blijkbaar niet in staat zijn. We hebben problemen met de communicatie tussen de laboratoria en de politici. Daardoor is volkomen onduidelijk wanneer de wetenschap het initiatief moet nemen, wanneer we de epidemie moeten bestrijden, en wanneer de politiek aan zet is.

Wanneer een minister te horen krijgt dat het aan de komkommers ligt, heb ik er begrip voor dat ze de burgers waarschuwt, maar de details moeten worden gecoördineerd, en dat gebeurt niet. Wie moet de besluiten nemen? Ik heb de indruk, en ik zeg dat heel voorzichtig, dat men bij de kiemen, net als bij de komkommers, te snel gereageerd heeft. De coördinatie tussen wetenschappelijke resultaten en politieke reacties is gebrekkig.

Ik wil nog even terugkomen op wat we moeten doen: er moet in heel Europa een meldplicht komen, we moeten centrale laboratoria aanduiden, en een centrale instantie in de Europese Unie in het leven roepen, die bij een dergelijke epidemie bevoegd is voor de besluitvorming. Dat lijkt me de juiste aanpak.

Ik ben de heer Liese bijzonder dankbaar voor het feit dat hij is ingegaan op het probleem van de antibiotica. Ook dat probleem kennen we eigenlijk al. We schrikken echter terug voor een conflict met de medische sector, met de farmaceutische industrie en met de intensieve veehouderij – daarover valt van alles te zeggen. Daarom treden we niet hard genoeg op in de strijd tegen de resistentie tegen antibiotica. EHEC en de resistentie tegen antibiotica – dat zijn twee grote problemen.

 
  
MPphoto
 

  Sabine Wils, namens de GUE/NGL-Fractie. – (DE) Mijnheer de Voorzitter, de EHEC-epidemie toont aan wat de structurele problemen zijn van de industriële productie van levensmiddelen op de geliberaliseerde interne markt van de EU. Wanneer het winstbejag voorrang krijgt op de bescherming van de volksgezondheid, gaat dat ten koste van de kwaliteit en de veiligheid van de levensmiddelen. Tot nu toe zijn in Duitsland ten minste 22 personen overleden na een besmetting met de EHEC-kiem, en meer 1 500 personen zijn besmet geraakt. Bij meer dan 600 patiënten is het gevaarlijke HUS-syndroom vastgesteld, dat ook tot neurologische storingen kan leiden.

Nu, na meer dan twee weken, is nog steeds niet duidelijk wat de bron van de besmetting is van deze levensgevaarlijke epidemie. Wanneer we de levensmiddelen regionaal zouden produceren, zou het makkelijker zijn om vast te stellen wat de bron van de besmetting is, en de gevolgen van de epidemie zouden minder ernstig zijn. Omdat de levensmiddelen over lange afstanden worden vervoerd, en niet bekend is onder welke omstandigheden ze geproduceerd zijn, is het heel moeilijk om vast te stellen waar ze vandaan komen. De traceerbaarheid van levensmiddelen is echter een absolute voorwaarde voor de voedselveiligheid. De consumenten hebben het recht om te weten hoe hun levensmiddelen geproduceerd worden, en waar ze vandaan komen.

De Duitse regering heeft bij de EHEC-epidemie volledig gefaald. De samenwerking tussen de deelstaten en de nationale overheid was chaotisch, en het crisisbeheer heeft daaronder geleden. De toezichthoudende instanties waren niet voorbereid op deze situatie.

Het roer moet om in het landbouwbeleid. Levensmiddelen moeten veilig zijn, maar ook de producenten in de landbouwsector moeten worden beschermd tegen financiële risico's met een onbekende omvang. We moeten in ons beleid voor de ondersteuning van de landbouw en van het platteland consequent de nadruk leggen op het decentraliseren van de structuren voor de productie en de verkoop van levensmiddelen.

 
  
MPphoto
 

  Francisco Sosa Wagner (NI).(ES) Mijnheer de Voorzitter, ik zou drie zaken aan de orde willen stellen over de situatie met betrekking tot de komkommers.

Ik ben de kleinzoon van een Duitser en ik draag Duitsland een warm hart toe, maar het is duidelijk dat de Duitse overheden in dit geval overhaast en onvoorzichtig te werk zijn gegaan.

Als we kijken naar de Europese instellingen dan blijkt dat de Europese Autoriteit voor de voedselveiligheid en de Commissie slap en onhandig gereageerd hebben. Ze zijn niet in staat geweest om een coördinerende, leidinggevende rol te spelen.

Ten derde hebben de gedupeerden recht op snelle financiële schadevergoeding. Vooralsnog stel ik dit Parlement echter voor dat wij in Brussel, of hier in Straatsburg, een grote voedselbeurs over de Europese gastronomie organiseren waarop de komkommer een centrale plaats inneemt.

We moeten de verloren eer opeisen – om een favoriete uitdrukking van de Duitse schrijver Heinrich Böll te gebruiken – van de komkommerproducenten. Europa is hiervoor de geëigende plaats.

 
  
MPphoto
 

  Esther Herranz García (PPE).(ES) Mijnheer de Voorzitter, we kunnen niet anders dan onze droefenis uitspreken over de drieëntwintig dodelijke slachtoffers van dit drama: tweeëntwintig in Duitsland en één in Zweden. Deze crisis toont duidelijk aan dat de Europese Unie nog een lange weg te gaan heeft om haar waarschuwingssysteem voor de voedselveiligheid en de interne coördinatie op dit punt te verbeteren.

De betrokken lidstaten hebben hier traag, ondoeltreffend en slap op gereageerd, en nu, drieëntwintig sterfgevallen later, weten we nog steeds niet waar het probleem vandaan komt.

De Commissie dient zich ernstig te bezinnen op de problemen die zij veroorzaakt door haar onverantwoordelijke acties of haar gebrek aan optreden in tijden van een crisis als deze. Gevolgen hiervan zijn faillissementen, de vernietiging van voorheen stabiele arbeidsplaatsen, werkloosheid en rechteloosheid, en uiteraard een enorm riskante crisis van de volksgezondheid. Terwijl u in de Commissie uw oren liet hangen naar de onverantwoordelijke verklaringen die regionale autoriteiten in Duitsland verspreid hadden – verklaringen die volkomen verkeerd geïnterpreteerd en tamelijk onverantwoordelijk waren – en waarin Spaanse landbouwbedrijven met naam en toenaam genoemd werden, was de bevolking nog steeds, en zonder dat te weten, aan de bewuste bacterie blootgesteld. Omdat de mensen dachten dat ze het contact met die bacterie vermeden, liepen ze juist meer risico om mogelijk schadelijk voedsel te eten..

Op de Landbouwraad die vandaag om twee uur vanmiddag in Luxemburg gehouden wordt, zou de Commissie moeten voorstellen om een deel van de 2 500 miljoen euro overschot van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid te gebruiken. Die 2 500 miljoen euro zouden gebruikt moeten worden om de schade zo veel mogelijk te herstellen. Daartoe zal er een geschikte wettelijke oplossing gevonden moeten worden, naar het voorbeeld van andere gevallen, zoals die van de “gekke koeien” of die van de dioxine. Een dergelijke oplossing moet ook nu worden gevonden.

Commissarissen, ministers, uw optreden vandaag in Luxemburg dient evenredig te zijn aan het kaliber van uw functie.

Verder zouden de Duitse autoriteiten gezien hun roekeloze beschuldigingen zonder enige twijfel deze financiële oplossing moeten steunen vanaf het begin, en eigen fondsen moeten gebruiken om voorlichtingscampagnes te financieren teneinde het vertrouwen van de consument in de groente- en fruitproductie te herstellen, dat nu in gruzelementen is.

 
  
MPphoto
 

  Luis Manuel Capoulas Santos (S&D). - (PT) Mijnheer de Voorzitter, de EHEC-uitbraak in Duitsland plaatst ons voor een van de moeilijkste situaties ooit in verband met het crisisbeheer van de volksgezondheid. De Commissie en met name Duitsland zijn tot nu toe niet op de beste manier met die crisis omgegaan. We hebben te maken met een enorme menselijke tragedie waarbij ook vele mensenlevens verloren zijn gegaan en het leven van duizenden andere mensen in gevaar wordt gebracht. Het is een crisis waarbij het consumentenvertrouwen in basislevensmiddelen in het geding is met economische en sociale gevolgen die nauwelijks zijn te overzien.

De samenleving verwacht van de nationale en communautaire autoriteiten een snel en doeltreffend antwoord waarmee duidelijkheid gecreëerd wordt over de oorzaken van deze crisis. Het is echter ook noodzakelijk de schadelijke gevolgen voor een andere groep onschuldige slachtoffers zo klein mogelijk te houden. Ik doel hiermee op de reeds genoemde tuinders die op een overhaaste en onrechtvaardige wijze verantwoordelijk zijn gesteld voor deze crisis. Zij hebben inkomsten gederfd en hun toekomst wordt serieus bedreigd.

Het is tevens urgent preventieve maatregelen te nemen om herhaling van soortgelijke situaties in de toekomst te voorkomen. Het vergroten van de doeltreffendheid van de mechanismen voor toezicht en controle op het gebruik van antibiotica bij dieren zou deel moeten uitmaken van die maatregelen. Ik heb daar al op gewezen tijdens een debat dat we minder dan een maand geleden hier hebben gehouden. Een ander belangrijk element van die maatregelen vormt de opzet van het nieuwe en hervormde gemeenschappelijk landbouwbeleid. Het is van fundamenteel belang dat de stimuli en prikkels in de toekomst gericht zullen zijn op op kwaliteit gebaseerde duurzame productiemethoden, zoals de Fractie van de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten in het Europees Parlement nadrukkelijk eist.

 
  
MPphoto
 

  Frédérique Ries (ALDE).(FR) Mijnheer de Voorzitter, de situatie is nog verder verslechterd: er zijn 23 mensen overleden en meer dan 2 200 mensen ziek geworden in Europa. Natuurlijk gaan onze gedachten vanmorgen in het bijzonder naar hen uit. De Duitse autoriteiten zijn er nog altijd niet in geslaagd om de oorzaak van deze epidemie officieel vast te stellen. Ondertussen wil niemand meer Europese groenten kopen en is deze gezondheidscrisis uitgegroeid tot een sociale crisis en, uiteraard, ook tot een economische crisis. De tuinbouwsector eist terecht compensatie, en zoals de commissaris al vertelde, hebben de betrokken ministers en commissarissen hierover vanmiddag een vergadering in Luxemburg.

Los van wat er al is gezegd over het voorzorgsbeginsel en over de noodzakelijke traceerbaarheid – het eerste punt –, moeten wij er ook achter komen hoe deze algemene waarschuwing, waarin de Spaanse komkommer als de boosdoener werd aangewezen, kon worden verspreid, zonder dat daar enig bewijs voor was. Welke dringende lessen is de Commissie van plan uit deze ernstige crisis te trekken, mijnheer de commissaris, opdat ons waarschuwingssysteem voor levensmiddelen meer dan ooit gebaseerd zal zijn op ´sound and well sustained scientific evidence´, zoals u het zelf omschreef, mijnheer de commissaris?

 
  
MPphoto
 

  Janusz Wojciechowski (ECR). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, ook ik ben zeer bedroefd over het feit dat er dodelijke slachtoffers zijn gevallen en ik wil iedereen die ziek is veel beterschap wensen. Er dienen tal van kwesties opgehelderd te worden. Wij moeten niet alleen vaststellen wat de bron en de oorzaak van de EHEC-uitbraak zijn, maar moeten ook achterhalen wat de bron en de oorzaak zijn van de onjuiste berichtgeving over de infectie die in Europa en in de rest van de wereld is verspreid. Het gaat immers om foutieve en negatieve informatie die ontzettend veel schade heeft aangericht. Wij moeten goed kijken naar de oorzaken van de EHEC-uitbraak en dienen onze aandacht met name te richten op de industriële veeteelt waar massaal antibiotica worden gebruikt. Ik sluit me aan bij de sprekers die dit punt eerder hebben aangehaald. Als er op zo grote schaal gebruik wordt gemaakt van antibiotica, is het niet verbazingwekkend dat er bacteriënstammen opduiken die niet meer reageren op antibiotica. Ik ben van oordeel dat intensieve landbouw waarbij gebruik wordt gemaakt van antibiotica in de Europese Unie sterk aan banden dient te worden gelegd en misschien zelfs moet worden verboden. Daarnaast zou de geleden schade moeten worden vergoed door diegenen die ze hebben veroorzaakt.

 
  
MPphoto
 

  Martin Häusling (Verts/ALE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, EHEC is geen nieuw probleem, maar we stellen helaas vast dat Europa nog steeds onvoldoende voorbereid is op een dergelijke crisis. Het duurt te lang voordat er duidelijke richtlijnen worden uitgevaardigd. Drie weken, dat is veel te lang.

We zijn het er wel over eens dat de consumentenbescherming altijd voorrang heeft op financiële belangen. We moeten echter ook duidelijk regelen wie er waarschuwt, en wanneer, wie dan achteraf de verantwoordelijkheid voor die waarschuwingen op zich neemt, en wanneer de Europese Commissie op het toneel komt. In Duitsland zijn zestien deelstaten en twee ministeries verantwoordelijk, dat is te kleinschalig voor een Europese crisis. Dit moet in een vroegere fase ook op het Europese niveau getild worden. Ik denk dat we de lessen uit de crises in de jaren negentig niet hebben geleerd, en het is de hoogste tijd dat we dat alsnog doen.

We moeten garanderen dat onze levensmiddelen transparant en traceerbaar geproduceerd worden. We moeten zorgen voor een duidelijke oorsprongsetikettering. We moeten echter ook een Europees mobiel team in het leven roepen om het wetenschappelijke en medische werk te coördineren, en plannen voor de controle op te stellen.

(Applaus)

 
  
MPphoto
 

  João Ferreira (GUE/NGL). - (PT) Mijnheer de Voorzitter, gezien de stroom van tegenstrijdige berichten over de oorsprong van deze uitbraak is het noodzakelijk stil te staan bij een aantal zaken. Op de eerste plaats wil ik erop wijzen dat het meer dan veertien dagen na de melding van de eerste gevallen en meer dan een maand na de eerste besmettingen nog niet gelukt is om middels de Europese snelle waarschuwingssystemen de echte bron van besmetting te bepalen, met alle schadelijke gevolgen die hier al genoemd zijn. Op de tweede plaats wil ik eraan herinneren dat dit een ernstig geval van gebrek aan voedselveiligheid in de Europese Unie is, dat trouwens niet op zichzelf staat. Ik hoef maar te wijzen op het recente debat over het dioxineprobleem.

Deze gevallen zijn onlosmakelijk verbonden met een gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) dat intensieveproductiemodellen bevordert die gericht zijn op de export en de productie en consumptie van lokale producten onmogelijk maken. Die productie zou juist gestimuleerd moeten worden aangezien daarmee de traceerbaarheid van die producten veel doeltreffender gegarandeerd kan worden en de kwaliteit en voedselveiligheid ervan groter zijn.

Tot slot moeten de Europese producenten in het gebied van de EHEC-uitbraak en daarbuiten gecompenseerd worden voor de geleden schade. Dat moet gebeuren op basis van communautaire maatregelen daar het GLB gemeenschappelijk is. Als de producenten alleen op grond van nationale maatregelen schadeloos worden gesteld zou dat immers tot ongelijkheid leiden.

 
  
MPphoto
 

  Nick Griffin (NI).(EN) Mijnheer de Voorzitter, eerst waren het komkommers, gisteren was het taugé. Vandaag is het geen taugé. De waarheid is dat de deskundigen het gewoon niet weten, maar elke keer dat zulke beschuldigingen worden geuit, vernietigen ze middelen van bestaan in de economieën van landen. Wat we wel weten, is dat er iets heel vreemds is aan deze uitbraak. Er is sprake van een onnatuurlijke combinatie van stammen en DNA in het virus. Het treft ongebruikelijke groepen mensen op een manier die doorgaans niet met E. coli-uitbraken wordt geassocieerd. Het heeft al veel meer mensen getroffen en op veel meer plaatsen toegeslagen dan bij een normale uitbraak, en anders dan bij normale uitbraken, is de bron niet snel teruggevoerd naar een of twee leveranciers van voedingsmiddelen.

Moet er, gezien al deze onverklaarbare factoren en het feit dat er in het verleden berichten zijn geweest dat verschillende landen – met inbegrip van het Verenigd Koninkrijk, de VS, Irak en Israël – experimenteren met genetisch gemanipuleerde E. coli als een biologisch wapen, niet dringend onderzoek worden gedaan naar de mogelijkheid dat deze uitbraak eigenlijk een geval is van, of misschien een proef voor, biologisch terrorisme?

 
  
MPphoto
 

  Françoise Grossetête (PPE).(FR) Mijnheer de Voorzitter, de situatie is ernstig, zeer ernstig zelfs, aangezien deze EHEC-uitbraak een compleet mysterie is. Ik kan mij de angst voorstellen van degenen die ziek zijn geworden, en wij kunnen de sterfgevallen die zich hebben voorgedaan, alleen maar diep betreuren.

Deze hele kwestie moet ons ertoe aanzetten om bij problemen voor de Europese volksgezondheid voor een zeer strenge aanpak te kiezen, en doet ons inzien dat het van essentieel belang is om samen te werken met onderzoekers en met de farmaceutische industrie teneinde effectief te kunnen inspelen op een dergelijke situatie, en ook om onszelf uit te rusten met de middelen om dit te doen.

De bacterie kost levens, te veel levens. Daarnaast kost de bacterie onze boeren veel geld en tast zij het vertrouwen van de consument in onze landbouwproducten en agrolevensmiddelenindustrie ernstig aan, terwijl deze beslist het veiligst en strengst gecontroleerd ter wereld zijn.

Na eerder al komkommers, tomaten, sla en taugé is het de vraag welk product het volgende slachtoffer van deze gezondheidshysterie zal zijn. Dit heeft ernstige economische gevolgen voor de boeren. Feit is dat het waarschuwingssysteem prima functioneerde. Het probleem is dat de Europese Commissie noch de middelen noch de mogelijkheid heeft om te controleren of informatie die door een lidstaat wordt verschaft, wel of niet klopt.

Tegenwoordig verspreiden bacteriën zich sneller dan vroeger het geval was. Er moeten lessen worden getrokken, in termen van communicatie, uit de wijze waarop deze gezondheidscrisis is beheerd. Er moet feedback worden gegeven. Er moet beslist worden voorzien in extra controles alvorens de conclusies van een nationale of regionale gezondheidsinstantie voor zoete koek te slikken.

Tot slot toont deze crisis aan dat een wezenlijke verbetering van de traceerbaarheid van levensmiddelen volkomen gerechtvaardigd is. De verplichting om het land van herkomst of de plaats van oorsprong te vermelden geldt nu helaas alleen in een beperkt aantal gevallen. Dit zou moeten worden uitgebreid tot een groter aantal levensmiddelen. In geval van een gezondheidscrisis zou dan sneller kunnen worden vastgesteld wat de besmettingsbronnen zijn en zouden de betrokken consumenten sneller kunnen worden gewaarschuwd.

 
  
MPphoto
 

  Jo Leinen (S&D). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, dames en heren, we kunnen boeren compensatie betalen, maar een mensenleven is definitief verloren. We treuren natuurlijk over alle doden, en leven mee met alle patiënten in de ziekenhuizen. Deze situatie is dramatisch en onaanvaardbaar. Het is onaanvaardbaar dat we drie weken na het uitbreken van deze crisis nog steeds niet precies weten wat de oorzaak is. Dat zou in Europa eigenlijk niet mogen gebeuren.

We moeten hieruit meerdere lessen trekken. Ten eerste moeten we de bron vinden, en vaststellen of er nog steeds verkeerde methodes worden gebruikt voor de productie of de verkoop van levensmiddelen. Onze wetgeving bestaat al twintig jaar, en de normen van de Europese Unie zijn tamelijk streng, maar toch stellen we vast dat we nog steeds kwetsbaar zijn bij onze voeding, bij onze levensmiddelen. Het lijkt erop dat er nog steeds lacunes en tekortkomingen bestaan, en we moeten hier lering uit trekken.

Ik ben ook van mening dat de communicatie in deze zaak verkeerd en zelfs chaotisch verlopen is. We hebben meer Europa nodig, dat is wel duidelijk. Dat hebben een aantal collega's al gezegd. Wanneer iedere regionale of nationale overheid een waarschuwing voor heel Europa afgeeft, moet dat wel mislopen. Het ECDC heeft volgens mij goed werk geleverd, voor zover ik dat kan beoordelen, maar we moeten een beter en moderner systeem voor de verplichte meldingen uitwerken, om vast te stellen wat de oorzaken zijn, en een beter systeem voor de informatie van de burgers.

 
  
MPphoto
 

  Antonyia Parvanova (ALDE).(EN) Mijnheer de Voorzitter, de Duitse en Europese autoriteiten proberen nog steeds de bron van de E. coli-uitbraak op te sporen. Momenteel hebben we nog steeds geen concreet bewijs van de oorzaak van deze verspreiding, en alle scenario's moeten worden overwogen, met inbegrip van potentiële nalatigheid of onbedoelde toegang van de bacterie tot de voedselketen. Hoe de bacterie daadwerkelijk is ontstaan, is een ander verhaal; er zijn dringend onderzoek en bevindingen nodig. Ik wil echter ook een speciale opmerking maken over de manier waarop de huidige gebeurtenissen door de Duitse en Europese autoriteiten aan het grote publiek worden bekendgemaakt, met de bekende ernstige gevolgen voor de fruit- en groentesector, niet alleen in Spanje, maar in onze hele Unie.

Dit is niet de eerste keer dat we een probleem hebben met de voedselveiligheid in Duitsland. Ik stel voor dat de Commissie de Duitse autoriteiten helpt om de traceerbaarheid en controle van de Duitse procedures te verbeteren, en er moeten vergelijkbare maatregelen worden genomen met betrekking tot de procedures in de andere lidstaten.

Om het consumentenvertrouwen te behouden, is transparantie nodig. Alle informatie moet beschikbaar zijn, maar deze informatie mag niet zo worden gecommuniceerd dat meerdere waarschuwingen worden afgegeven en de angsten van consumenten worden aangewakkerd, terwijl er nog geen bewijs is gevonden. Ik wijs ook op de verantwoordelijkheid van de media.

 
  
MPphoto
 

  Marina Yannakoudakis (ECR).(EN) Mijnheer de Voorzitter, geruchten kunnen gevaarlijk zijn. Is deze uitbraak begonnen in Duitsland of in een andere lidstaat? Geruchten kunnen destructief zijn en kunnen een uitbraak zelfs helpen verspreiden. Er zijn nog veel onbeantwoorde vragen rond deze uitbraak. Het enige dat zeker is, is dat de meeste lidstaten gevallen van de bacterie hebben gemeld. Tot nu toe hebben we 22 sterfgevallen in de EU.

Deze uitbraak toont het belang aan van grensoverschrijdende samenwerking op het gebied van de preventieve gezondheidszorg. Zij benadrukt ook het belang van een Europees agentschap zoals het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) om toezicht te houden, samen te werken en de lidstaten te informeren. We hebben in het Verenigd Koninkrijk relatief geluk dat we tot nu toe slechts drie meldingen hebben, maar dat is de situatie van vandaag: morgen kan de situatie veranderen, en we moeten waakzaam zijn. We moeten niet alleen de oorzaak van de uitbraak vinden, maar ook het publiek op de hoogte en dus beschermd houden. Het ECDC publiceert dagelijks actuele informatie.

Door samen te werken, kunnen we deze uitbraak onder controle krijgen. Als onze burgers geïnformeerd zijn, hebben ze een grotere kans om besmetting te voorkomen. We moeten bovenal kalm en zorgvuldig zijn in onze reactie.

 
  
MPphoto
 

  Nikolaos Chountis (GUE/NGL). - (EL) Mijnheer de Voorzitter, voor de tweede keer in zes maanden wordt Europa geconfronteerd met een voedselcrisis die ernstige gezondheidsproblemen heeft veroorzaakt bij vele mensen, maar ook medemensen van ons het leven heeft gekost. Hier gaat iets niet goed, mijnheer de commissaris.

In januari speelde het dioxineprobleem in Duitsland; nu hebben we het probleem met de bacterie, weer in Duitsland. Het eerste geval werd verzwegen, terwijl het al sinds maanden bekend was; in het tweede geval werd voor het gemak de schuld aan Spaanse komkommers gegeven.

Het gaat hier om een probleem van herkenbaarheid, van traceerbaarheid en ontoereikende controle op EU-niveau. In het eerste geval, in januari, heeft u ons gezegd, mijnheer Dalli, terwijl u het over dioxines had, dat u alle nodige maatregelen zou treffen om de wetgeving over het controlesysteem voor voedsel aan te scherpen. Enkele dagen geleden heeft u gezegd dat het niet om een probleem van herkenbaarheid gaat, maar om iets anders. De houding van de Commissie wordt gekenmerkt door verwarring, verhulling en paniek, met als gevolg dat wij nu een verlies aan levens en ziektegevallen te betreuren hebben, met negatieve gevolgen voor de landbouwproductie.

 
  
MPphoto
 

  Elisabetta Gardini (PPE).(IT) Mijnheer de Voorzitter, we bespreken hier een zeer ernstige situatie, maar ik denk dat we in bepaalde gevallen nog steeds zeer verschillende niveaus door elkaar halen.

Het verlies van mensenlevens is uiteraard van een geheel andere orde dan economische problemen, en zo zien wij dat ook. Ik wil echter benadrukken dat we het probleem niet kunnen oplossen door oorzaken aan te wijzen die vervolgens de oorzaken niet blijken te zijn.

Als er een onschuldig persoon voor moord achter de tralies wordt gezet, zal dat geen genoegdoening of gerechtigheid vormen met betrekking tot de moord. Toch is dat precies wat wij doen: in een zeer ernstige situatie, waarin er sprake is van een volksgezondheidscrisis en waarin de voedselveiligheid op het spel staat, beschuldigen wij personen die vervolgens niet schuldig blijken te zijn, waardoor er nog meer mensen slachtoffer worden.

De Spaanse landbouwers zijn de straat al op gegaan en vandaag, over ongeveer veertig minuten, zullen ook de Italiaanse zelfstandige landbouwers gaan demonstreren. In de straten van Milaan en de provincie Latina zullen ze consumenten verse komkommers en andere groenten en vruchten aanbieden om aan te tonen dat dit gezonde voedingsmiddelen zijn, die belangrijk zijn in een gezond, uitgebalanceerd dieet. We willen de Duitse consumenten niet extra hard treffen door ze voedingmiddelen te onthouden die absoluut onmisbaar zijn in hun dieet en voor hun gezondheid.

Ik wil tevens wijzen op enkele cijfers waarmee met name de betrokken autoriteiten ernstig rekening zouden moeten houden bij het naar buiten brengen van bepaalde informatie die aanleiding kan geven tot onrust, angst en paniek. Uit cijfers die zijn aangeleverd door Eurobarometer en verzameld door Coldiretti in Italië, blijkt bijvoorbeeld dat 43 procent van de Italianen, in geval van een voedselcrisis, de voedingsmiddelen waarover iets is gezegd tijdelijk vermijdt, en 13 procent van hen eet deze voedingsmiddelen nooit meer. We moeten ons daarom proberen te realiseren wat we zeggen en hoe we de eetgewoonten van mensen beïnvloeden.

Daarom wil ik de Commissie vragen of zij het niet toepasselijk vindt een beroep te doen op de Europese urgentieclausule en de discussie over financiële compensatie naar voren te schuiven.

 
  
MPphoto
 

  Dagmar Roth-Behrendt (S&D). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer Dalli, u en uw collega's in het directoraat-generaal Gezondheid hebben alles goed aangepakt. Dat kunnen we niet zeggen over de Duitse overheidsdiensten. Het minste wat we kunnen zeggen is dat de communicatie chaotisch verloopt, en dat is nog heel voorzichtig uitgedrukt. Het feit dat de Duitse minister voor Volksgezondheid het gisteren niet nodig vond om naar Luxemburg te komen, waar de Raad van ministers voor Volksgezondheid hoofdzakelijk over deze ernstige epidemie wilden spreken, maakt wel duidelijk dat hij geen flauw benul heeft van wat er in Europa werkelijk op het spel staat, dat hij de problemen niet onder ogen ziet, of nog steeds verstrikt is in een interne partijpolitieke crisis.

(Applaus)

Ik moet ook vaststellen – en dat heeft de heer Dalli ook gezegd – dat de Duitse instanties blijkbaar van mening waren dat ze het wel zonder de deskundigen van de Europese Unie aankonden; ze waren arrogant en uit de hoogte, en dachten dat ze die hulp niet nodig hadden. Het is ook een schandaal dat deze deskundigen pas drie dagen in Duitsland zijn, en dat bekritiseren wij. Tegelijkertijd moeten we echter ook erkennen dat het in de Europese Unie onze taak is om de consumenten te waarschuwen wanneer er gevaarlijke levensmiddelen op de markt zijn.

Een ding is duidelijk: wanneer patiënten niet overlijden na het eten van komkommers of sla, terwijl er gewaarschuwd was dat ze besmet zijn met gevaarlijke bacteriën, dan is dat misschien goed nieuws, maar volgens mij geen reden om compensatie te claimen. Het is nu eenmaal een feit dat komkommers uit Spanje en uit andere landen besmet waren met EHEC-bacteriën. Het waren weliswaar niet de bacteriën die deze epidemie veroorzaakt hebben, maar het duurt even om daar achter te komen.

Dat is voor mij echter niet het belangrijkste punt. Iedereen die vertrouwd is met de Europese Unie, en met het alarmsysteem, weet hoe dat systeem functioneert. U weet dat daarin bepaald is dat het product moet worden genoemd, en ook de naam van de producent. Dat kunt u gewoon nalezen in de wetstekst. De vraag is volgens mij echter: wat gebeurt er in de toekomst? In de toekomst moeten we overwegen of we nog gier mogen gebruiken, of we mogen blijven werken met onaanvaardbare productiemethodes. Wie controleert in de Europese Unie eigenlijk wat, wanneer en met welk resultaat, wie moet dat documenteren, en hoe?

(Applaus)

 
  
MPphoto
 

  George Lyon (ALDE).(EN) Mijnheer de Voorzitter, dit is een echte crisis. Er zijn 23 mensen overleden, meer dan tweeduizend mensen zijn ziek geworden, de groentemarkten zijn in een staat van beroering, met prijzen die een dieptepunt hebben bereikt, en er wordt geschat dat producenten een verlies lijden van 300 miljoen euro per dag. De betrekkingen tussen Duitsland en Spanje zijn, op zijn best, gespannen, en toch hebben we drie weken na het begin van deze crisis nog steeds geen idee waar de bron van deze besmetting vandaan komt.

Commissaris Dalli, ik wil hier vandaag van u de geruststelling dat absoluut alles wordt gedaan om te achterhalen waar de bron van deze E. coli-uitbraak vandaan komt, want we kunnen niet beginnen met het herstellen van het consumentenvertrouwen, zolang we de bron niet hebben gevonden. Op de tweede plaats wil ik graag dat u nauwkeurig omschrijft welke maatregelen u voornemens bent te nemen, wanneer we eenmaal weer uit deze crisis zijn, om de markt te stabiliseren en het consumentenvertrouwen weer op te bouwen.

Op de derde plaats moeten we van u horen wat de Commissie van plan is te doen om boeren te compenseren die, buiten hun schuld, hun afzetmarkt vernietigd hebben zien worden en hun producten niet meer kunnen verkopen. Op de vierde plaats wil ik van de Commissie de garantie dat er een transparant, onafhankelijk onderzoek wordt opgezet om feitelijk vast te stellen wat er verkeerd is gegaan. Pas wanneer we de feiten hebben, kunnen we actie ondernemen om de hiaten in de wetgeving inzake voedselveiligheid te vullen.

 
  
MPphoto
 

  Elisabeth Köstinger (PPE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, deze crisis, die is veroorzaakt door de EHEC-kiem, heeft werkelijk tragische gevolgen voor de slachtoffers. De situatie is ernstig. We moeten de slachtoffers zo snel mogelijk helpen, en alle mogelijke maatregelen nemen om te verhinderen dat nog meer personen besmet raken. We moeten de onderzoeksinstituten en ziekenhuizen de daarvoor nodige middelen ter beschikking stellen.

Toen de kiem de kop opstak, moesten we snel reageren. De reactie was echter niet bijzonder professioneel, er was geen uniform crisisbeheer in heel Europa, en ook geen gezamenlijke communicatie naar buiten toe. Er is op een ziekelijke manier gezocht naar de bron van de besmetting, en dat heeft tot voorbarige wederzijdse beschuldigingen geleid. Al die conflicten hebben dagen lang tot negatieve krantenkoppen geleid, en de consumenten volledig verward.

Voor de betrokken producenten heeft dit tot een drastische daling van hun omzet geleid, die hun overleven in gevaar heeft gebracht. Zelfs producten uit de regio, waar helemaal niets op aan te merken was, bleven in de schappen liggen. Alleen al in Oostenrijk is de afzet van verse groente met maar liefst 75 procent gedaald. Dit is het hoogtepunt van het oogstseizoen, en dit raakt de tuinbouwers in hun portemonnee. De ongecoördineerde informatie van de consumenten over deze crisis is een aanleiding om onze eis te herhalen: we willen voor alle gewassen en voor alle sectoren een oorsprongsetikettering, en een efficiënte controle, volgens het motto: 'van a tot z geëtiketteerd en gecontroleerd'.

De consument heeft het recht om te weten waar de producten vandaan komen. Dat geldt voor de schappen in de supermarkt, maar evenzeer voor de horeca en voor kantines.

Nu is het de taak van alle overheidsdiensten om snel een einde te maken aan de vooroordelen over verse groente, de afzet van verse groente weer op gang te brengen en de handel met derde landen te bevorderen. Onze tuinbouwers zijn door het optreden van de EHEC-kiem plotseling en zonder enige schuld in een existentiële crisis terecht gekomen. De Commissie moet nadenken over een eventuele compensatie, via een Europees landbouwfonds, via het Europees crisisfonds of door maatregelen om de afzet te bevorderen.

Ik ben het helemaal met Peter Liese eens dat een mensenleven nooit meer terugkomt, en dat ieder slachtoffer één slachtoffer te veel is. We mogen onze producenten echter niet in de steek laten, die zonder enige schuld in deze situatie terecht zijn gekomen, en die hun broodwinning zouden kunnen verliezen.

 
  
MPphoto
 

  Iratxe García Pérez (S&D).(ES) Mijnheer de Voorzitter, we willen allemaal dat de Duitse voedselcrisis zo snel mogelijk is afgelopen. We moeten de slachtoffers herdenken, en ik hoop dat het, als de aanvankelijke fouten eenmaal hersteld zijn, mogelijk zal zijn om de besmettingshaard vast te stellen, voor ons aller gemoedsrust.

Los van het gezondheidsaspect van deze crisis, wil ik de economische gevolgen ervan aan de orde stellen. De Spaanse groente- en fruitbranche heeft de economische verliezen als gevolg van de ons nu bekende, fatale communicatiefouten geschat op 200 miljoen euro per week. Ik zou hier de verantwoordelijke houding van deze branche willen benadrukken, en haar volledige samenwerking met de autoriteiten van mijn land.

Commissaris, het traceren van de oorsprong heeft gewerkt, maar hoeveel tijd is niet verloren gegaan met het focussen op de oorsprong, die gezocht werd in de landbouwproductie, terwijl andere vormen van besmetting werden uitgesloten, zoals de behandeling of distributie op het punt van bestemming? Waarom herhaalde de Commissie de overhaaste informatie uit Duitsland?

Er is een gebrek aan coördinatie geweest, commissaris, en het eenzijdig afsluiten van de grenzen voor Spaanse producten bewijst dat het niet gelukt is om de crisis onder controle te krijgen in de Europese Unie.

Ik zou de Commissie willen verzoeken om ogenblikkelijk alle mechanismen te activeren die nodig zijn voor het compenseren van de schade die de Spaanse en de Europese sector geleden hebben, zowel financieel als ten aanzien van het imago voor de consument. Op langere termijn moet echter nog bekeken worden welke andere maatregelen er in dit verband moeten worden genomen.

Ongegronde beschuldigingen, geïmproviseerd beleid, gebrek aan coördinatie, miljoenenverliezen, aanvallen op de eer en geloofwaardigheid van een hele branche: is dat niet voldoende aanleiding om te vragen dat iemand de verantwoordelijkheid neemt?

 
  
MPphoto
 

  Mairead McGuinness (PPE).(EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil de heer Dalli bedanken voor zijn zorgvuldige opmerkingen aan het begin van het debat. Er zijn in het Parlement enkele minder zorgvuldige opmerkingen gemaakt, vanwege de gevolgen voor de levens van mensen, en ook de bijkomende gevolgen voor producenten en het consumentenvertrouwen. Dit is een heel ernstige voedselcrisis, en de heer Dalli heeft dat ook erkend. We weten dat de crisis geregionaliseerd is tot een bepaald deel van de Europese Unie, maar het is niet uitsluitend een Duits probleem, maar een Europees probleem.

Het systeem om de oorzaak te vinden en om te gaan met de gevolgen bestaat, maat ik ben bang dat niet alle delen van het systeem doeltreffend zijn ingevoerd, en ik heb enkele vragen met betrekking tot de timing. Ik begrijp dat de snelle waarschuwing is afgegeven op 22 mei 2011: ik maak me zorgen dat de Europese deskundigen pas op zondag 5 juni naar Duitsland zijn gegaan. Waarom heeft men zo ongelooflijk lang gewacht? Ik vind dat hiernaar moet worden gekeken.

Volgens artikel 55 van Verordening 178/2002 hebben we de mogelijkheid om een crisiseenheid op te richten. Iedereen die heeft gesproken, heeft gezegd dat dit een crisis is, en de heer Dalli erkent dat het een crisis is. Het is een crisis die eerder in omvang toeneemt dan afneemt, en ik zou in overweging willen geven dat het nu tijd is dat de EU deze verordening inroept en zo'n crisiseenheid opricht.

Het meest verontrustende is de feitelijke ‘naming and shaming’ van groenten die dan vervolgens weer onschuldig worden verklaard. Dit heeft het consumentenvertrouwen kapotgemaakt, niet alleen het vertrouwen in verse groente en fruit, maar in ons systeem voor voedselveiligheid en controle. Commissaris Dalli, ik weet dat u instemmend knikt, en ik verwelkom dat, maar ik denk dat dit het moment is om de crisiseenheid op te richten, en ik zou graag zien dat u hierop ingaat in uw afsluitende opmerkingen.

 
  
MPphoto
 

  Ulrike Rodust (S&D). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, ik kom uit de streek waar de EHEC-kiem het meest tekeergaat. We kunnen deze agressieve kiem blijkbaar niet stoppen. Van midden mei tot gistermiddag zijn 1 733 mensen besmet geraakt, 23 patiënten zijn na een zware doodsstrijd gestorven. De situatie in de klinieken is zeer gespannen. De bedden op de afdeling intensive care zijn bijna allemaal bezet, we hebben dringend bloedplasma nodig. En het eind is niet in zicht. De burgers in mijn kiesdistrict zijn iedere dag bang dat er weer besmettingen bij komen.

Het is voor mij een bewijs van verantwoordelijkheid en moed wanneer we de consument waarschuwen voor alle mogelijke producten die met deze kiem besmet kunnen zijn. We hebben allerlei levensmiddelen geanalyseerd, maar we hebben de bron nog niet gevonden. Hoogwaardige levensmiddelen zijn voor mij producten die gezond zijn, en die gecontroleerd worden voor ze in de handel terecht komen. Ik denk dat er in dat verband ernstige fouten zijn gemaakt, en eens te meer stellen we vast dat er lacunes bestaan. Wie in deze situatie beweert dat hij weet welk product de bron is, zonder dat in een laboratorium te hebben onderzocht, gedraagt zich echter buitengewoon nonchalant. Ik begrijp wel dat er paniek heerst, maar er mag geen heksenjacht op touw worden gezet, want veel tuinbouwers in heel Europa, die hun werk heel serieus nemen, worden daardoor geruïneerd. Daarom moet iedereen zich ervan bewust zijn dat we in de Europese Unie solidair met elkaar moeten zijn, en elkaar in noodsituaties moeten steunen. Dat betekent dat alle medische deskundigen met elkaar moeten samenwerken, en dat we diegenen financieel moeten ondersteunen die zonder eigen schuld in een financiële noodsituatie terecht zijn gekomen.

 
  
MPphoto
 

  Pilar Ayuso (PPE).(ES) Mijnheer de Voorzitter, in de eerste plaats wil ik mijn condoleances overbrengen aan de gezinsleden van de mensen die als gevolg van deze crisis om het leven zijn gekomen.

Commissaris, het publiek informeren over gezondheidsrisico’s is een moeilijke en hachelijke taak, en moet geschieden op basis van adequate en aantoonbare bronnen. Het gaat er niet om schuldigen aan te wijzen, maar er zijn in deze zaak aanzienlijke fouten gemaakt, om te beginnen met de roekeloze en overhaaste veronderstellingen van een regionale beleidsmanager die nog maar kort in functie was, en die grote sociale onrust en een ernstige en onherstelbare economische crisis ontketend heeft.

Verder lijkt het er niet op dat de Commissie de aanpak van deze crisis goed gecoördineerd heeft. Ik vraag me af wanneer het eerste geval van besmetting zich voordeed en of artikel 3 van de Verordening betreffende het systeem voor snelle waarschuwing is nageleefd - dat de lidstaten ertoe verplicht een risico meteen en in een termijn van 48 uur te melden - en of artikel 8 van die verordening is nageleefd, die de Commissie ertoe verplicht na te gaan of de informatie volledig, betrouwbaar en duidelijk is en voldoende rechtsgrondslag heeft.

Zeker is in elk geval dat de ernstige tekortkomingen van deze verordening aan het licht zijn gekomen en dat het huidige rechtskader moet worden herzien om onder andere precies te definiëren wat de procedures voor crisisbeheersing zijn die gebruikt worden door de bevoegde autoriteiten, om de fouten of omissies bij de veroorzaker in de voedingsketen te leggen (daarvoor wordt traceerbaarheid gebruikt), om te voorkomen dat er achter de bescherming van de gezondheid geen handelsbarrières schuilgaan, en om compensatieregelingen overeen te komen voor schade aan handelsbelangen en gederfde winst.

Commissaris, komkommers of soja zijn hiervan niet de oorzaak. Zoals de heer Liese zei, is de oorzaak een ziektekiem. De oorzaak is serotype O104:H4 van de bacterie Escherichia coli, die al vaker beschreven is in wetenschappelijke literatuur en die in verband wordt gebracht met vleesproducten.

Hoe het echter ook zij, commissaris, we moeten wetenschappers in staat stellen hun werk te doen: ze moeten onderzoek doen naar de hele traceerbaarheid, in de hele voedingsketen, met inbegrip van de behandeling en distributie van de levensmiddelen.

 
  
MPphoto
 

  Andrés Perelló Rodríguez (S&D).(ES) Mijnheer de Voorzitter, niets van wat wij hier of in de Europese Unie doen, zal de overledenen weer tot leven brengen, maar ik hoop dat wat er nu wordt gedaan zal voorkomen dat er nog meer doden vallen en dat het de keten zal doorbreken van mensen die ziek zijn en lijden zonder dat ze ook maar iets gedaan hebben wat deze problemen heeft veroorzaakt.

Inderdaad, we weten niet wat de oorzaken zijn, maar we weten wel dat een aantal dingen bij hun naam moeten worden genoemd: er is sprake geweest van onachtzaamheid in het politieke optreden en er is sprake geweest van onachtzaamheid bij de Duitse federale regering; die niet mag optreden alsof Hamburg een stadstaat op een ander continent was.

Als mevrouw Merkel en haar minister van gezondheid de arrogantie waarmee zij andere staten vaak aanspreken hadden omgezet in zorgvuldigheid en efficiëntie, dan zouden sommige dingen niet gebeurd zijn. Die onachtzaamheid heeft misdadige gevolgen gehad voor een andere lidstaat, te weten Spanje, en voor de belangrijkste sector van dat land: de landbouw. Duizenden mensen en kleine ondernemers zijn hierdoor geruïneerd, en de reputatie van onze economie is hierdoor voor lange tijd geschaad.

Ik verzoek u om vandaag naar de Raad te gaan en om volledige schadevergoeding te vragen voor degenen die gedupeerd zijn, want we kunnen niet vragen de overledenen weer tot leven te brengen. Ik verzoek u ook de controlestelsels te herzien. Mevrouw Merkel verzoek ik om haar verantwoordelijkheid te nemen. Ik vraag haar om minder arrogantie en meer zorgvuldigheid. Ze moet verantwoordelijk worden gesteld voor de schade die ze veroorzaakt heeft. Ze kan niet ontkennen dat Hamburg in haar land ligt. Ze kan haar verantwoordelijkheden niet ontkennen. Ze kan de schuld niet in de schoenen schuiven van een gedecentraliseerde en federale staat als zijzelf verantwoordelijk moet worden gehouden voor de schade die is aangericht.

Wat meer nederigheid, een wat beter beleid en wat minder conservatisme zouden al een stuk geholpen hebben om te voorkomen dat deze crisis hun tussen de vingers geglipt is, en dat Spanje en andere landbouwers in het zuiden daarvan de pijnlijke gevolgen hebben moeten ondervinden.

Herzie de controles, herzie de waarschuwingsstelsels, en laat mensen hun verantwoordelijkheid nemen, want juist dat, commissaris, is wat wij in Spanje vragen, van u, van de Raad en van Duitsland.

 
  
MPphoto
 

  Esther de Lange (PPE). - Voorzitter, ik wil de commissaris bedanken voor zijn aanwezigheid hier, maar ik had liever gehad dat hij ergens anders was. Op het vliegtuig naar Rusland bijvoorbeeld, om er op het hoogste niveau voor te pleiten dat het verbod dat Rusland nu heeft ingevoerd, wordt ingetrokken omdat het volledig overtrokken is. Ik dank de commissaris dat hij nu met ons wil communiceren, maar de communicatie, ook van de zijde van de Europese Commissie, heeft tot nu toe schandalig gefaald. Pas dagen nadat de crisis was uitgebroken kwam de commissaris met een persconferentie. Maar toen was de geest al lang uit de fles en circuleerden er in de media al de meest wilde verhalen. De commissaris sprak over een mogelijke bron op Nederlandse komkommers, terwijl dagen eerder al uit meer dan 200 tests was gebleken dat daar niets aan de hand was.

Ik ben het met u eens: de technische kant van het verhaal, die werkt. Rapid alert, tracking and tracing, dat functioneert allemaal. Maar er is ook nog de communicatiekant van deze hele kwestie en die is belabberd. Allereerst natuurlijk in Duitsland, waar zoveel verschillende instituten, overheden en zelfs meerdere ministers allemaal verschillende signalen afgeven. Een landbouwminister, die een onzinnige opmerking maakt over 'helemaal geen rauwkost meer eten', terwijl zij niet eens ter zake bevoegd is! Ik neem aan dat u Duitsland hierop aanspreekt, want er zal een grondig onderzoek moeten gebeuren naar hoe dit allemaal zo slordig is kunnen verlopen.

Verder hoop ik dat u straks bij de landbouwministers zult pleiten voor een noodfonds, te financieren via de marge die nog beschikbaar is in het landbouwbudget. Net zoals we dat gedaan hebben bij de zuivel, toen daar een diepe crisis uitbrak, moet ook nu die marge aangesproken worden. Alleen al in mijn land lijdt de sector 80 miljoen euro schade per week, terwijl de bron daar niet te vinden is en waardoor nu gezonde bedrijven op omvallen staan. Dat kan niet de bedoeling zijn in deze Europese Unie. Ik neem aan dat u dit sterke signaal vanuit dit Huis zal meenemen naar de vergadering van de landbouwministers.

 
  
MPphoto
 

  Anna Záborská (PPE).(SK) Mijnheer de Voorzitter, Commissaris, ik ben blij met dit debat. We benaderen dit probleem vanuit verschillende invalshoeken, we kijken naar de bron van de infectie, naar de identificatie van de ziekteverwekker en naar de mogelijke behandelingen. Ik wacht nu alleen nog tot een farmaceutisch bedrijf met de mededeling komt dat het een geneesmiddel heeft tegen deze ziekte en er opnieuw paniek uitbreekt.

Ik zie nog de meeste ruimte voor verbetering in de bewustmaking van de burgers. Het is naar mijn mening niet afdoende en onverantwoord om de burgers op een bepaalde dag te vertellen welke levensmiddelen ze niet moeten kopen of welk voedsel verdacht is.

We moeten burgers informeren over hoe ze zich in hun dagelijks leven zouden moeten gedragen en er zou een informatiecampagne moeten komen op zowel Europees als nationaal niveau. Als de burgers zich houden aan de elementaire regels voor de hygiëne, zorgen voor hun persoonlijke hygiëne en levensmiddelen wassen of verhitten is dat voldoende om infectie te voorkomen. Een dergelijke campagne is niet veeleisend, maar ik denk dat epidemieën en verschillende ziekten hier zijn geweest en in de toekomst ook zullen blijven, en dat wat burgers heeft beschermd hun eigen gedrag is geweest.

Ik ben er stellig van overtuigd dat een dergelijke campagne zal helpen in de preventie tegen deze ziekte en tegelijkertijd de groentetelers zal helpen.

 
  
MPphoto
 

  Czesław Adam Siekierski (PPE). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, het is belangrijk dat wij hier vandaag debatteren over het gevaar voor patiënten, voedselproducenten en consumenten dat is veroorzaakt door de verspreiding van een gevaarlijke bacteriënstam waarvan de bron tot dusver nog niet kon worden achterhaald. Wij zeggen dat we over een goed systeem beschikken om de voedselkwaliteit te controleren en om onze strikte normen te handhaven. Desalniettemin komen we telkens opnieuw in zwaar weer terecht, zoals ook nu het geval is. Het is derhalve essentieel dat we ons monitoring- en controlesysteem herzien en verbeteren. We moeten voorbereid zijn op situaties die nog gevaarlijker kunnen zijn. We mogen in geen geval informatie verspreiden over de mogelijke bronnen van een uitbraak wanneer deze informatie niet betrouwbaar is. Een dergelijke gang van zaken zorgt voor vertraging bij de verdere zoektocht naar de bron en heeft enorme morele en economische schade tot gevolg.

Wij betuigen uiteraard ons medeleven aan de familieleden van de slachtoffers en aan iedereen die ziek is, maar mogen evenmin vergeten om de schade te vergoeden die de landbouwers in een aantal landen hebben geleden. Wij debatteren over de toekomst van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en over onderwerpen als veiligheid met betrekking tot de toegang tot voedsel en de voedselkwaliteit. Misschien gaan we door deze moeilijke situatie eindelijk beseffen hoe belangrijk dergelijke vraagstukken en problemen zijn. Ze houden immers niet alleen verband met wat onze burgers eten, maar ook met hun gezondheid.

 
  
MPphoto
 

  Josefa Andrés Barea (S&D).(ES) Mijnheer de Voorzitter, we hebben te maken met een probleem van de volksgezondheid, met een epidemie, om de woorden van de commissaris te gebruiken, en naar aanleiding daarvan is naar schuldigen gezocht, niet naar de oorzaak.

Die aanpak heeft niet gewerkt: de teller staat op 22 doden en 1 600 patiënten, en drie weken later weten kennen nog altijd niet wat de oorzaak is, en op basis van het beginsel van voorzorg wordt de schuld bij Spanje gelegd, zonder dat dit wetenschappelijk onderbouwd is.

Dames en heren, de Spaanse komkommers waren niet besmet. Ze waren niet besmet! Ik herhaal dit omdat hier een aantal tegenovergestelde verhalen de ronde hebben gedaan. Om u te zeggen waartoe deze woorden geleid hebben: 300 000 banen zouden hierdoor op het spel kunnen komen te staan, het vertrouwen is geschaad.

Een epidemie kent geen grenzen. U heeft gelijk, commissaris, die kent geen grenzen!

Wij vragen om verantwoordelijkheid voor wat er niet gedaan is, voor wat we nu meteen moeten doen, want in Duitsland bestaat het gevaar van verdere besmetting – het heeft het hoogste aantal besmette mensen – maar Spanje treft geen schuld. Wij vragen om schadevergoeding.

 
  
MPphoto
 

  Isabelle Durant (Verts/ALE).(FR) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, zoals u al zei is het probleem niet lokaal, ook al wordt het gelokaliseerd. Ik zou willen dat u dit nog luider en duidelijker zei, want wij hebben ernstig behoefte aan meer instrumenten en Europese coördinatie in deze kwesties.

De boodschap was uiterst verwarrend en had ernstige gevolgen, ook voor de Spaanse producenten, maar niet alleen voor hen, aangezien ook anderen getroffen zijn. Dit punt is zojuist al een aantal keren aan de orde gesteld.

Het is weliswaar moeilijk om de juiste balans te vinden tussen vroegtijdig waarschuwen enerzijds en transparantie anderzijds. Maar voorzorg of het voorzorgsbeginsel betekent niet dat wij in het wilde weg en veel te snel moeten communiceren. Er moeten dan ook zaken worden rechtgezet, en degenen die verantwoordelijk zijn voor een vroegtijdige waarschuwing, moeten ook degenen zijn die een schadeloosstelling betalen. Dat is wat u vanmiddag gaat bespreken. Dat is wat belangrijk is, hoewel mijn gedachten natuurlijk, net als bij iedereen, in de eerste plaats naar de slachtoffers uitgaan. Niettemin zijn de boeren in afwachting van de compensatie waar zij recht op hebben.

Voor het overige blijven antibioticaresistentie en traceerbaarheid kernvraagstukken die wij verder moeten onderzoeken.

 
  
MPphoto
 

  Diane Dodds (NI).(EN) Mijnheer de Voorzitter, met 22 mensen die in de EU zijn overleden en meer dan tweeduizend mensen die in het ziekenhuis zijn opgenomen voor behandeling als gevolg van de heersende E. coli-uitbraak in heel Europa, is het gepast dat dit Parlement zijn medeleven betuigt met degenen die een dierbare hebben verloren, en anderen een spoedig herstel toewenst.

Consumenten eisen voedsel dat van goede kwaliteit, veilig en traceerbaar is. Het feit dat de bron van deze uitbraak nog steeds onbekend is en dat de zoektocht naar antwoorden op sommige momenten lukraak leek, betekent dat het consumentenvertrouwen snel wegebt. Economisch gezien zijn het boeren die te lijden hebben, zolang dit duurt – boeren waarvan het voedsel volkomen veilig is.

We moeten ook aandringen op kalmte in deze situatie. Nationale regeringen hebben snel schuldigen aangewezen. In het verleden hebben we in het Verenigd Koninkrijk te lijden gehad van zulke bangmakerij met betrekking tot onze producten, en er moet een einde komen aan dit speculatieve schuldspelletje. Ik wil ook opmerken dat dit Parlement zich voortdurend haast om wetgeving in te voeren. Voordat we dit nu opnieuw doen, moeten we een volledig en gedegen onderzoek naar de feiten hebben.

 
  
MPphoto
 

  Teresa Jiménez-Becerril Barrio (PPE).(ES) Mijnheer de Voorzitter, het belangrijkste hier, en dat wat ons vandaag verenigt, zijn de slachtoffers, want niemand zou zich zo onbeschermd moeten voelen als wij, Europese consumenten, ons nu voelen. Verder zijn duidelijkheid en verantwoordelijkheid geboden, uit eerbied voor de slachtoffers.

Mijn verantwoordelijkheid is het om de Duitse autoriteiten te veroordelen, die onterecht en overhaast de schuld hebben gelegd bij de Spaanse komkommers en met name bij de coöperaties in Málaga en Almeria, die modelbedrijven waren en die de gevolgen van deze beschuldigingen niet te boven zullen komen.

Duizenden gezinnen zonder werk vragen zich af waarom – en zij hebben een antwoord nodig – en zij willen vooral weten hoe de toekomst er nu voor hen uitziet, niet alleen in Andalusië, maar overal in de landbouw in Europa.

In de hoop dat deskundigen de oplossing snel zullen vinden, verzoek ik de Commissie dan ook met klem om er vandaag in haar gesprek met de Raad op aan te dringen dat er nu meteen immateriële en economische regelingen getroffen worden voor alle producenten uit Andalusië en heel Europa, die verontwaardigd maar ook hoopvol hun blik op ons gericht houden.

 
  
MPphoto
 

  Antonio Masip Hidalgo (S&D).(ES) Mijnheer de Voorzitter, in plaats van voorrang te geven aan onderzoek en Europese samenwerking hebben de Duitse autoriteiten komkommerproducenten en anderen belasterd en schade berokkend. Nog steeds is er niemand in Duitsland die zijn functie heeft neergelegd of die vergoedingen heeft aangeboden voor de schade die is aangericht. Het is Duitsland dat met een ernstig geloofwaardigheidsprobleem zit. De manier waarop mevrouw Merkel de landen in het zuiden behandelt, zowel ten aanzien van de landbouw als in financieel opzicht, is onaanvaardbaar.

Iemand heeft gezegd dat Merkel een volgeling is van Adenauer en van Kohl. Daar klopt niets van: zij heeft onvoldoende moreel gezag.

 
  
MPphoto
 

  Bart Staes (Verts/ALE). - Voorzitter, commissaris, we moeten natuurlijk leren uit de fouten die gemaakt zijn. Er is het coördinatieprobleem, er is het coördinatieprobleem in Duitsland - dat is ook gezegd door verschillende Duitse collega's, zowel vanuit de meerderheid als de oppositie, - de twee Bondsministeries, de zestien Länder, het gebrek aan coördinatie.

Er moet een streng nationaal controlesysteem komen en er moet worden nagegaan hoe dat loopt, in Duitsland, maar vooral ook in de 26 andere lidstaten. Want nu wijzen we met de vinger naar Duitsland, maar misschien mogen we straks naar onze eigen lidstaat wijzen. Dus die vraag moet worden gesteld: zijn de interne controlesystemen in alle nationale lidstaten voldoende sterk? De Europese systemen – mevrouw Roth-Behrendt heeft het terecht gezegd – die zijn er, die werken. Er is misschien een gebrek aan coördinatie. Er is in elk geval een gebrek geweest aan communicatie. Dus daar moeten we voor gaan.

Aan de commissaris wil ik ten eerste vragen of u ingaat op de vraag van onder meer meneer Leinen en mevrouw Roth-Behrendt om met een echt Europese oplossing te komen. En ten tweede, kunt u aangeven wat u op de landbouwtop wil doen en hoe u de landbouwers die schade hebben geleden, kunt vergoeden?

 
  
MPphoto
 

  Gabriel Mato Adrover (PPE).(ES) Mijnheer de Voorzitter, juist in crisissituaties kun je zien hoe doeltreffend en betrouwbaar instellingen zijn. In dit geval hebben ze veel te wensen overgelaten.

De commissaris heeft letterlijk gezegd dat de verdenkingen jegens de komkommer niet bevestigd zijn. Nee commissaris, wat bevestigd is, is dat de vermoedens ongegrond en onverantwoord waren en niet op objectieve gegevens berustten; wat bevestigd is, is dat er 22 doden zijn en dat de Spaanse groente- en fruitsector enorme schade geleden heeft.

Wat ook bevestigd is, is dat de Commissie moet doen wat ze tot nog toe niet gedaan heeft, namelijk met overtuiging optreden op verschillende fronten: de uitbraak de kop indrukken; voorkomen dat ongegronde verdenkingen een schijn van geloofwaardigheid krijgen, en daardoor buitengewoon schadelijk zijn voor een bepaalde lidstaat – in dit geval Spanje -, door de maatregelen te nemen die nodig zijn om dat te bereiken; de gedupeerden onmiddellijk schadeloos stellen, en de reputatie van de merknaam Spanje herstellen als producent van veilige en hoogwaardige voedingsmiddelen.

 
  
MPphoto
 

  Judith A. Merkies (S&D). - Voorzitter, commissaris, we zitten midden in een crisis en eerlijk gezegd hebben we zinniger zaken te doen op dit moment dan met de vinger gaan wijzen en schuld toewijzen. Als je midden in een crisis zit, zit er niets anders op dan op je kiezen te bijten en eerst de crisis op te lossen. Alle andere zaken kunnen we dan wel daarna bespreken. De eerste prioriteit is voor de patiënten een behandeling te vinden tegen deze antibioticaresistente bacterie en de bron op te sporen. Daarnaast moeten we vooral heel goed communiceren om de dunne lijn te lopen tussen de informatie aan de patiënten, aan de consumenten en aan de producenten en iedereen recht te doen.

De vraag daarna is: hoe staat het eigenlijk met ons crisismanagement? Het is vast niet de laatste crisis. Wie heeft de regie? Teveel autoriteiten zijn hierbij betrokken en iemand moet de leiding nemen. Daar moet het gesprek vanmiddag met u, met de Raad over gaan. Hoe gaat het met de regie in de toekomst en wie gaat die in handen nemen? Het antibioticagebruik is inderdaad een doorn in het oog, met dieren en mensen. Er zijn te grote verschillen tussen landen. En last but not least, de schade moet worden vergoed. Duidelijkheid en daadkracht.

 
  
MPphoto
 

  Angelika Werthmann (NI). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, EHEC is de afkorting van de afgelopen week. We leven natuurlijk zeer mee met de slachtoffers. De overheid heeft de plicht om de burgers op de hoogte te brengen van risico's voor de volksgezondheid. Het welzijn van de burgers geniet de hoogste prioriteit.

In de VS bestaat daarvoor een alarmsysteem. Het is een feit dat meer dan twee duizend patiënten besmet zijn, en dat meer dan twintig personen om het leven gekomen zijn. Het is onze plicht om te vertellen welke producten met die kiem besmet zijn. Het waren de Spaanse komkommers, en daar hoort die kiem zeer zeker niet thuis, een fecale kiem heeft absoluut niets te zoeken op of in levensmiddelen.

De veroorzaker moet de financiële compensatie betalen, en niemand anders. Tot slot wil ik er nog even op wijzen dat de Raad bij de hele discussie over deze kwestie niet aanwezig was.

 
  
MPphoto
 

  Bogusław Sonik (PPE). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, ik wil u allereerst bedanken omdat u mij de gelegenheid geeft om het woord te nemen tijdens dit belangrijke debat. De burgers van de Europese Unie verwachten dat de EU-instellingen op diverse terreinen efficiënt optreden, onder meer bij het tegengaan van de verspreiding van welke ziekte dan ook in elk deel van de Europese Unie. Dat is begrijpelijk. Desalniettemin zouden agentschappen die zich bezighouden met preventie op het gebied van gezondheid en voedselveiligheid over de nodige instrumenten moeten beschikken om paniek te voorkomen. Deze instanties zouden volledig onafhankelijk moeten zijn van de overheden van de lidstaten van de Europese Unie en zouden zelfs uitvoeringsbevoegdheden moeten krijgen, zodat ze kunnen optreden in het geval van een crisis.

We zijn er deze keer niet in geslaagd om paniek te voorkomen. Daardoor is er voor miljoenen euro schade ontstaan. Ook de Poolse boeren zijn hiervan het slachtoffer. De groenteprijzen op de Poolse markt zijn in een week tijd met tweederde gedaald. Onze Poolse groentetelers leiden dagelijks verliezen die oplopen tot 2 miljoen zloty. Een aantal maanden geleden hebben we de noodklok geluid over de Mexicaanse griep. De EU-instellingen bleken toen niet opgewassen tegen hun taak en zijn er niet in geslaagd om te verhinderen dat er in de hele Europese Unie paniek uitbrak. Dat is vandaag niet anders.

 
  
MPphoto
 

  Marc Tarabella (S&D).(FR) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, dames en heren, solidariteit moet vooropstaan: dat is een van de grondbeginselen van de Europese Unie, maar solidariteit moet geen excuus zijn voor de diverse actoren om zich te onttrekken aan hun verantwoordelijkheid.

Het is niet juist dat de Duitse autoriteiten, van het begin af aan, hebben nagelaten de zaak over te dragen aan de Europese Unie, terwijl er meteen aan het einde van hun eerste persconferentie, toen zij ten onrechte de schuld bij de Spaanse komkommer legden, al sprake was van een tragedie die hun grenzen overschreed. Het is niet juist om ongefundeerde beschuldigingen te uiten, om twijfelachtige informatie naar buiten te brengen en om een dergelijke verwarring te zaaien. Het is niet juist dat alle beginselen op het gebied van crisiscommunicatie op deze manier met voeten zijn getreden. Hierdoor is de crisis uitgegroeid tot hysterie. Deze geruchten en heksenjachten die door deze zelfde autoriteiten werden gevoed, hebben enorm veel schade aangericht, hetgeen duidt op een gebrek aan verantwoordelijkheidsgevoel. De vertrouwensrelatie tussen consumenten en producenten heeft eens te meer een deuk opgelopen.

Laten wij ervoor zorgen dat deze tragedie niet ook nog een vreselijke verspilling wordt, door er belangrijke lessen uit te leren: wij moeten bepalen wat de beste manieren zijn om een betrouwbaar, grensoverschrijdend traceerbaarheidssysteem te implementeren en om een Europese eenheid voor communicatie en een eenheid voor crisismanagement op te richten. Als wij niet snel lering trekken uit dit fiasco, dan zijn er 23 mensen voor niets gestorven.

 
  
MPphoto
 

  John Dalli, lid van de Commissie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil u en ook alle afgevaardigden die aan dit debat hebben bijgedragen, bedanken. Ik heb geen tijd om te reageren op elke interessante opmerking die is gemaakt, maar ik kan u verzekeren dat we kennis hebben genomen van het gevoel dat in dit Parlement is verwoord. Zoals ik heb gezegd, zal ik vandaag de Raad van ministers van Landbouw bijwonen. Morgen zal ik in Berlijn zijn om deel te nemen aan een coördinerende vergadering van de voedselveiligheidssector en de volksgezondheidssector, tezamen met de deskundigen die we daar ter plaatse hebben.

Mijn belangrijkste zorg is een einde te maken aan de ziekenhuisopnamen: dat is mijn belangrijkste doelstelling. Ik concentreer me op mobilisering en op het versnellen van de identificatie van de oorzaak van de uitbraak. We hebben op 30 mei 2011 de crisiseenheid opgericht, en op het niveau van de Commissie waren we op dat moment volledig gemobiliseerd. Mijn afdeling Volksgezondheid heeft het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) gemobiliseerd, en het ECDC heeft zijn crisismodus geactiveerd om zo snel mogelijk wetenschappelijke beoordelingen te kunnen maken.

De Commissie heeft het ECDC onmiddellijk verzocht om een wetenschappelijke beoordeling uit te voeren. In haar dagelijkse bijeenkomsten met deskundigen uit de lidstaten heeft de Commissie beoordelingsmaatregelen gecoördineerd: de vaststelling van gemeenschappelijke gevalsdefinities, de melding van gevallen, patiëntenvragenlijsten, het delen van perspectieven op behandeling, en advies voor het publiek met betrekking tot hygiëne zijn enkele van de dingen die we in heel korte tijd hebben bereikt.

We moeten heel voorzichtig zijn en we moeten alles in perspectief blijven zien. Het is voor ons allemaal gemakkelijk om met wijsheid achteraf te oordelen en uitspraken te doen, in plaats van in het oog van de storm te verkeren, wanneer zich een crisis voordoet. We moeten voorzichtig zijn in onze uitspraken en kritiek, want ook al eisen we – zoals ik doe – dat besluiten worden genomen op basis van zorgvuldig bevestigde aanwijzingen, we mogen degenen op wie een beroep wordt gedaan om gedurfde besluiten te nemen, soms in zeer moeilijke omstandigheden, niet de angst aanjagen dat ze achteraf in de beklaagdenbank worden gezet en iedereen een oordeel zal uitspreken over hun besluiten. Ik denk dat dit aspect van crisisbeheersing heel belangrijk is.

Hetzelfde geldt voor het controleren en beheersen van de informatie die circuleert. We hebben in Europa een systeem dat snelle communicatie mogelijk maakt, en om snelle communicatie te hebben, passen we het subsidiariteitsbeginsel toe – we kijken naar het laagst mogelijke niveau als de plaats waar de communicatie moet beginnen. We moeten oppassen, want als we allerlei controles op elkaar gaan stapelen om de informatie die circuleert, te verifiëren, dwarsbomen we het doel van snelheid, en snelheid is van het grootste belang in situaties waarin het om gezondheid gaat, en waarin het soms een kwestie van leven en dood is.

Wat betreft de informatievoorziening, we verstrekken voortdurend informatie, zodra we deze ontvangen. In dit opzicht zijn we het er bij de Commissie over eens dat gecoördineerde en snelle communicatie een essentieel element is van risicobeheersing. U herinnert zich wellicht dat we in 2009-2010 naar aanleiding van onze H1N1-ervaringen een systeem hebben opgezet om voorlichting met betrekking tot de volksgezondheid te coördineren, en ons Europees Comité voor de beveiliging van de gezondheid heeft een communicatienetwerk. We zullen regionale actoren en de Wereldgezondheidsorganisatie doeltreffender bij dit proces moeten betrekken. Gisteren heb ik aan de telefoon nog met Margaret Chan, de directeur-generaal van de Wereldgezondheidsorganisatie, gesproken over dit aspect van het coördineren van informatie en het waarborgen van volledige coördinatie, voordat enige communicatie plaatsvindt.

We zullen bestuderen wat er is gebeurd, en nadere onderzoekingen en analyses uitvoeren. Zodra we ervan overtuigd zijn dat de besmetting een halt is toegeroepen, zullen we ons concentreren op wat er is gebeurd in de informatiesector, op het punt van de onderzoeksprotocollen en in termen van de coördinatie over de hele linie toen de crisis zich voordeed, en we zullen ons dan bezinnen op de vraag of we meer hulpmiddelen en nauwere Europese coördinatie nodig hebben. Dat is mogelijk een deel van het antwoord, maar dat zal, zoals u zegt, nog heel wat discussie betekenen, zowel hier in het Parlement als op het niveau van de lidstaten.

Wat betreft de kwestie van compensatie, deze zal vanmiddag worden besproken in de Landbouwraad, en ik ben er zeker van dat mijn collega commissaris Cioloş zijn uiterste best doet om wegen en manieren te vinden en uit te werken om onze boeren die lijden onder dit probleem, te compenseren.

 
  
  

VOORZITTER: ALEJO VIDAL-QUADRAS
Ondervoorzitter

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. - Het debat is gesloten.

Schriftelijke verklaringen (artikel 149)

 
  
MPphoto
 
 

  János Áder (PPE), schriftelijk. (HU) Het meest recente voedselveiligheidsschandaal in Duitsland heeft onze aandacht wederom op de tekortkomingen van bevredigende officiële controle gevestigd. Opnieuw heeft het vertrouwen van de consument in de zorgvuldigheid van de producenten van levensmiddelen en niet in de laatste plaats in het vakkundig functioneren van de controleautoriteiten een forse deuk opgelopen. In een goed functionerende rechtsstaat mogen consumenten met reden aannemen dat de levensmiddelen die bij hen op tafel komen en die ze aan hun kinderen geven veilig kunnen worden geconsumeerd. Helaas is dit vertrouwen niet voor het eerst geschaad. We hoeven maar te denken aan het schandaal uit mei rond vergiftigde tomaten in Hongarije, maar we zouden ook het schandaal uit januari rond dioxinevarkens in Duitsland kunnen vermelden. Al deze droevige gebeurtenissen wijzen ons er steeds weer op dat de staat officiële controles moet versterken en zo strikt mogelijk moet optreden tegen alle tekortkomingen of vormen van misbruik. Er kan ten slotte onmogelijk van burgers verwacht worden dat ze dit werk in plaats van de staat moeten doen. We kunnen ons niet laten opleiden tot voedselwetenschapper en geen laboratoria voor voedselinspectie in onze woning inrichten. In plaats daarvan bestaat de juiste oplossing erin de hardste sancties op te leggen jegens overtreders en zelfs niet terug te schrikken voor het sluiten van bedrijven.

 
  
MPphoto
 
 

  Luís Paulo Alves (S&D), schriftelijk. – (PT) Op de eerste plaats wil ik mijn solidariteit betuigen met de familieleden van de slachtoffers. De inspanningen van de EU en de lidstaten moeten nu meteen gericht zijn op het ontdekken van de oorsprong van de besmetting om een eind te maken aan de uitbraak en de doden die erdoor gevallen zijn en het vertrouwen van de consument in de voedselketen te kunnen herstellen. Zonder dat vertrouwen kunnen we onmogelijk de wanhopige situatie waar onze boeren zich in bevinden beëindigen. Om die doelen te bereiken moeten de Europese voedselveiligheidsautoriteiten en de ministeries van Volksgezondheid van de lidstaten gezamenlijk optreden. Die gezamenlijke actie is laat op gang gekomen ten gevolge van het rampzalig beheer van de crisis door Duitsland. In deze situatie mag de EU haar landbouwers niet vergeten. Er is een mechanisme nodig waarmee de enorme negatieve gevolgen van deze crisis snel gecompenseerd kunnen worden. Door de crisis zijn veel bedrijven al in hun voortbestaan bedreigd. De bescherming van de consument heeft absolute prioriteit, maar we dienen de procedures daarvoor bij te stellen. Het is van fundamenteel belang vast te leggen wie alarm slaat en wanneer en hoe dat gedaan wordt om chaotische toestanden bij het verstrekken van informatie, zoals we nu meegemaakt hebben, te voorkomen. Die chaos heeft rampzalige gevolgen gehad zonder dat de oorsprong van het probleem is geïdentificeerd. We hebben ook duidelijke actie nodig van pan-Europese instanties.

 
  
MPphoto
 
 

  Ivo Belet (PPE), schriftlelijk. Commissaris, collegae, onze bekommernis gaat eerst en vooral uit naar de slachtoffers van deze epidemie en hun nabestaanden. Deze rampzalige situatie mag zich niet herhalen; we moeten er snel lessen uit trekken om in de toekomst sneller te kunnen detecteren waar de oorzaak zit, en efficiënter en gecoördineerder communiceren. Want dat is toch wel jammerlijk mank gelopen, de communicatie en het gebrekkige overleg daarover tussen de lidstaten. Er is heel veel economische schade aangericht, die perfect vermeden had kunnen worden, als zorgvuldiger met crisiscommunicatie was omgesprongen. De getroffen ondernemers hebben recht op schadevergoeding. Daarom pleiten we voor de oprichting van een Europees noodfonds. Extra nationale steunmaatregelen zijn in dezen een doekje voor het bloeden, en getuigen bovendien niet van grote Europese solidariteit. Zoals Commissaris Dalli hier vanmorgen zei: 'Dit is geen nationaal, Duits probleem. Dit is een Europees probleem.' Laten we het daarom ook in Europees verband aanpakken. Deze crisis is ook een kans om aan de Europese burger duidelijk te maken dat Europa de slachtoffers van een dergelijke ramp inzake de volksgezondheid niet in de steek laat.

 
  
MPphoto
 
 

  Sergio Berlato (PPE), schriftelijk. (IT) Het blijkt moeilijk vast te stellen wat de bron van de EHEC-uitbraak is. Er werd aangenomen dat taugé de infectiebron was en de oorzaak was van twintig sterfgevallen in Europa en van nog eens ongeveer driehonderd ernstige gevallen die alleen al in Duitsland werden vastgesteld. De uitslagen van de meest recente tests van taugémonsters waren echter negatief. Het directe gevolg van de uitbraak was een duidelijke daling van de groente- en fruitconsumptie in heel Europa. Op dit moment zijn er nog geen exacte cijfers bekend over de omvang van de verliezen die de Europese groente- en fruitsector heeft geleden als gevolg van de EHEC-crisis, maar het is duidelijk dat de financiële schade die deze sector is berokkend, niet te verwaarlozen zal zijn. Aangezien ik al een parlementaire vraag heb gesteld over deze kwestie, maak ik hier, in dit parlement, van de gelegenheid gebruik om te benadrukken dat het noodzakelijk is dat de EU zich inzet om de Europese producenten in deze sector te steunen met instrumenten die passen bij de ernst van deze crisis. Ik wil de Commissie er tevens op wijzen dat zij moet overwegen maatregelen in te voeren die erop gericht zijn de conservering van groente en fruit te verbeteren en de controles op de verpakking ervan te verscherpen.

 
  
MPphoto
 
 

  Spyros Danellis (S&D) schriftelijk. – (EL) Wanneer de voedselveiligheid in de EU voor de tweede keer binnen zes maanden wordt getroffen, en nog wel met zoveel doden, dan spreken we niet meer van een voedselschandaal, maar van een voedselcrisis. Wanneer wij na twee weken zelfs niet de oorzaak gevonden hebben, maar ons wel haasten om met de beschuldigende vinger te wijzen, dan hebben wij een vertrouwensprobleem geschapen.

Wij hebben producenten aan de rand van de afgrond gebracht die, hoewel zij goed werk verrichtten, in de positie van zondebok zijn terechtgekomen en daar nu nog steeds voor moeten boeten. Wij hebben het vertrouwen van Europese en niet-Europese consumenten ondergraven. We hebben een breuk in onze handelsrelaties en in de interne cohesie veroorzaakt. Deze crisis zet het Europese landbouwmodel zelf op losse schroeven en stelt het functioneren van de interne markt zwaar op de proef. Het is niet voldoende om te zeggen aan wie of wat wij de schuld geven. De Commissie moet permanente verbeteringsmaatregelen treffen, waaronder traceerbaarheid, die een hoge prioriteit moet krijgen.

 
  
MPphoto
 
 

  Anne Delvaux (PPE), schriftelijk. – (FR) Er zijn verscheidene belangrijke punten die aan de orde zouden moeten worden gesteld in verband met de kwestie die wij bespreken, en ik geef hier uiting aan de zorgen van mijn medeburgers.

Ten eerste moeten Europese consumenten kunnen weten wat zij op hun bord hebben. Daarom is het van essentieel belang om een volledige traceerbaarheid van landbouwproducten op Europees niveau te waarborgen.

Ten tweede moeten wij Duitsland oproepen om er alles aan te doen om de oorsprong van de bacterie te vinden. In dit opzicht ben ik blij met het besluit van de Commissie om deskundigen naar Duitsland te sturen. De Commissie moet haar werk echter ook op een bredere schaal doen en nagaan of men zich wel terdege aan alle controle-, analyse- en onderzoeksystemen heeft gehouden, want wij moeten onze waarschuwingsmechanismen voor de voedselveiligheid verbeteren en versterken.

Ten derde moeten er in heel Europa audits worden uitgevoerd om te waarborgen dat de monitoringsystemen doeltreffend zijn.

Ten vierde, tot slot, mogen wij de boeren die benadeeld zijn niet vergeten: zij werden ten onrechte verdacht, zonder dat ze ook maar iets gedaan hadden! En er zullen nog veel meer boeren zijn die schade ondervinden van het wantrouwen onder de consumenten. Europa moet zich dan ook solidair tonen en zich vóór concrete compensatiemaatregelen uitspreken.

 
  
MPphoto
 
 

  Elżbieta Katarzyna Łukacijewska (PPE), schriftelijk. – (PL) In het kader van het debat over de EHEC-uitbraak in de lidstaten van de Unie zou ik erop willen wijzen dat als gevolg van de besluiten van EU-landen en niet-EU-landen grenzen zijn gesloten om de markt te beschermen tegen de massale invoer van groenten uit landen waar de vermeende bron van de infectie zich bevindt. Wij krijgen verontrustende berichten van groentetelers. Groenteverkopers stellen vast dat de consumenten niet langer komkommers, tomaten of andere groenten willen kopen. Dit leidt tot grote financiële verliezen, aangezien de verkopers gedwongen zijn om hele leveringen weg te gooien of om de producten van de hand te doen voor een prijs die aanzienlijk lager ligt dan de inkoopprijs die ze zelf hebben betaald. Producenten stoppen met het telen van groenten en schakelen over op een andere vorm van productie, hetgeen op zijn beurt tot het ontslag van werknemers leidt. Indien de vooruitzichten zo zorgwekkend blijven en als we de bron van de infectie niet vinden, zullen bedrijven niet anders kunnen dan hun deuren sluiten wegens een gebrek aan liquiditeit. Ik denk dat de Unie over de administratieve instrumenten beschikt die haar in staat stellen om snel te reageren in dit soort situaties. We moeten ons daarom afvragen hoe we het systeem kunnen verbeteren en efficiënter kunnen maken. Aangezien we over deze instrumenten beschikken, moeten we in staat zijn om de bron van de infectie zo snel mogelijk te vinden, teneinde te verhinderen dat groentetelers nog meer schade leiden.

 
  
MPphoto
 
 

  Katarína Neveďalová (S&D), schriftelijk.(SK) De maatschappij moet er langzamerhand aan wennen dat zich elk jaar wel een epidemie voordoet. Eerst was het de vogelgriep, toen de varkensgriep en nu een bacterie in verse groenten.

Ook deze epidemie heeft slachtoffers gemaakt en enorme financiële schade opgeleverd. Het belangrijkste verschil ten opzichte van de voorgaande epidemieën is naar mijn mening dat we er nog steeds niet in zijn geslaagd de bron van de infectie met zekerheid vast te stellen. Eerst waren het (Spaanse) komkommers, nu is het (Duitse) taugé.

Tegelijkertijd worden er vragen gesteld over fouten die door de lidstaten zijn gemaakt. Ik doel daarmee op het in gebreke blijven van Duitsland, dat hulp van de Commissie van de hand heeft gewezen en heeft geprobeerd deze crisis zelf op te lossen. Valse beschuldigingen hebben de Spaanse landbouw enorme financiële verliezen opgeleverd, en niet alleen hun maar waarschijnlijk de hele landbouwsector.

De Europese Commissie heeft gisteren een schadevergoeding van 150 miljoen euro voorgesteld voor de groentetelers die verliezen hebben geleden als gevolg van de darminfectie in Duitsland. Ik vind het heel belangrijk dat er wordt onderhandeld over schadevergoeding voor de gemaakte fouten, zoals in het geval van Spanje. Volgens de laatste ontwikkeling lijkt het alsof de enige schade die is geleden de financiële schade van Europese landbouwers is. We mogen echter niet vergeten dat de hoogste prijs die we voor deze epidemie betaald hebben bestaat uit de tientallen slachtoffers die zijn gevallen in verschillende lidstaten van de Europese Unie. Het is onze plicht ervoor te zorgen dat dergelijke fouten en uitbraken niet ontstaan.

 
  
MPphoto
 
 

  Rareş-Lucian Niculescu (PPE), schriftelijk. (RO) Een eerste verduidelijking die zich opdringt, aangezien daarover in het Parlement een opmerking is gemaakt, is dat bij een dergelijke crisis het landbouwbeleid niet het probleem is, maar de oplossing. De Europese consument is gewend om de voedingsmiddelen in de winkel te vertrouwen, juist omdat de Europese producenten zich aan de meest strenge normen ter wereld moeten houden. Deze crisis heeft echter laten zien dat het Europese systeem niet onfeilbaar is en dat we zeer kwetsbaar zijn. We moeten nu inderdaad in de eerste plaats aan de slachtoffers denken. Wat er gebeurd is, is een tragedie. Maar we moeten ook denken aan de nodige steunmaatregelen om verlies van duizenden arbeidsplaatsen in de landbouw te voorkomen of erger nog, de verwoesting van een hele bedrijfstak.

 
  
MPphoto
 
 

  Georgios Toussas (GUE/NGL), schriftelijk. – (EL) Het nieuwe voedselschandaal met de hypertoxische bacterie, dat reeds tientallen sterfgevallen en ernstige gezondheidsproblemen bij duizenden werkenden heeft veroorzaakt, kan worden toegevoegd aan de lange, schijnbaar eindeloze lijst van voedselschandalen in de EU. Het gaat in werkelijkheid om misdrijven van internationale bedrijven die de voedselketen vergiftigen en het leven van mensen en de gezondheid van het volk opofferen om hun winsten te vergroten. Deze nieuwe voedselepidemie toont aan dat de EU het leven van mensen en de volksgezondheid noch wil noch kan beschermen, want als transnationale unie der monopolies heeft zij zich ten doel gesteld de winsten van het kapitaal te dienen en te verdedigen en niet het leven van arbeiders. De ongegronde beschuldigingen – waarvoor geen wetenschappelijke basis bestaat – van de Duitse autoriteiten tegen kleine en middelgrote landbouwproducenten van Zuid-Europa, die de EU prompt heeft overgenomen en waarmee zij de boeren in deze landen ernstige schade heeft toegebracht, hadden als enige doel om het antivolkse en gevaarlijke karakter van het GLB te maskeren en te verbergen, evenals de verantwoordelijkheden van de EU, van de burgerlijke regeringen en de monopolistische consortia, die niet aarzelen om de werkenden op het meest giftige en voor hun gezondheid gevaarlijke voedsel te trakteren, als de winsten van het kapitaal maar gemaximaliseerd worden.

 
  
MPphoto
 
 

  Kathleen Van Brempt (S&D), schriftelijk. De manier waarop er gereageerd wordt op de uitbraak van EHEC-besmetting in het noorden van Duitsland, doet belangrijke vragen rijzen. Vooreerst moeten we ons bezinnen over de oorzaken van deze besmetting en de elementen die de bestrijding hinderen. Zitten er te veel antibiotica in het veevoer? Speelt een te intensieve landbouw ons parten? In welke mate hebben we betere etikettering en tracering nodig? Dit zijn belangrijke vragen, zeker nu de herziening van het gemeenschappelijk landbouwbeleid eraan komt.

Daarnaast is ook duidelijk geworden dat er nog substantiële pijnpunten zitten in het Europese crisismanagementsysteem voor voedselcrisissen. Zeker in een dergelijke situatie, waar er naast de federale overheid ook nog eens twee bevoegde ministeries per regio zijn, is er te veel versnippering en onduidelijkheid in de aanpak van en communicatie over de crisis. In dergelijke crisissen is het van cruciaal belang, zowel voor de consumenten als voor de voedselproducenten, dat er zo snel mogelijk een Europese coördinatiecel wordt opgericht die zowel voor de communicatie zorgt als de coördinatie van het wetenschappelijk onderzoek doet. Op die manier kan er veel sneller en efficiënter gezocht worden naar de oorzaken van de besmetting door ook de expertise van andere Europese onderzoekers en laboratoria ten volle te benutten.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid