Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2011/2682(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

O-000087/2011 (B7-0315/2011)

Debatten :

PV 09/06/2011 - 4
CRE 09/06/2011 - 4

Stemmingen :

Aangenomen teksten :


Volledig verslag van de vergaderingen
Donderdag 9 juni 2011 - Straatsburg Uitgave PB

4. Misleidende bedrijvengidsen (verzoekschriften 0045/2006, 1475/2006 e.a.) (debat)
Video van de redevoeringen
Notulen
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Aan de orde is de mondelinge vraag (O-000087/2011) van Erminia Mazzoni, namens de Commissie PETI, en Malcolm Harbour, namens de Commissie INTA, aan de Commissie: Misleidende gegevensbankdiensten (Β7-0315/2011).

 
  
MPphoto
 

  Simon Busuttil, ter vervanging van de auteur. − (EN) Mevrouw de Voorzitter, tweeënhalf jaar geleden heb ik in deze vergadering een verslag gepresenteerd over bedrijven die misleidende gegevensbankdiensten aanbieden. De boodschap die dit Parlement destijds heeft afgegeven was helder: dat frauduleuze praktijken van misleidende bedrijvengidsen een ernstig probleem vormen, dat tienduizenden van onze kleine ondernemingen, vrijwilligersorganisaties en zelfs charitatieve instellingen ten prooi vallen aan deze frauduleuze praktijken, en dat we een eendrachtige aanpak nodig hebben om dit bedrog voor eens en voor altijd een halt toe te roepen.

Nu, tweeënhalf jaar later, zijn we hier jammer genoeg weer bijeen om te praten over hetzelfde onderwerp, aangezien er deerniswekkend weinig is ondernomen om het probleem van de misleidende bedrijvengidsen tegen te gaan. Dat is onacceptabel.

Ik herinner u er graag nog eens aan waarover we het nu precies hebben. Het komt erop neer dat een misleidende bedrijvengids een formulier uitstuurt en mensen daarbij ogenschijnlijk enkel vraagt hun eigen persoonlijke gegevens of bedrijfsgegeven te actualiseren, in ruil voor een ogenschijnlijk kostenloze opname, een gratis vermelding in de bedrijvengids. In eerste instantie wijst niets erop dat hier kosten aan verbonden zijn, dat uit het invullen van het formulier enige betalingsverplichting zal voortvloeien. Zodra het formulier is ingediend ontvangen slachtoffers echter een brief waarin een betaling van 1 000 euro per jaar wordt geëist voor de volgende drie jaar. Betaalt men niet, dan bedienen de misleidende bedrijvengidsen zich van tactieken die zich laten kenschetsen als intimidatie: mensen worden telefonisch lastiggevallen, bedreigd met juridische stappen en achtervolgd door incassobureaus.

Het meest zorgwekkend van dit alles is dat dergelijke illegale tactieken worden gebruikt pal onder de neus van de autoriteiten van verschillende lidstaten, die dondersgoed weten dat deze misstanden plaatsvinden maar geen enkele actie hebben ondernomen om er een einde aan te maken. European City Guide, Construct Data, TEMDI, EU Business Services, World Business Directory, Expo Guide en DAD kunnen nog steeds gewoon hun gang gaan. De Commissie heeft reeds verklaard dat dergelijke misleidende praktijken indruisen tegen de EU-wetgeving, maar zij heeft niet genoeg gedaan om ze te stoppen. Daarom zijn we hier vandaag bijeen.

 
  
MPphoto
 

  Eija-Riitta Korhola, ter vervanging van de auteur. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, uit het grote aantal klachten over misleidende bedrijvengidsen blijkt wel dat deze misstanden voor kleine en middelgrote ondernemingen een ernstig probleem vormen. Malafide bedrijven die gegevensbankdiensten aanbieden brengen kleine ondernemingen financiële schade toe en vallen ze lastig. Tussen 2003 en midden 2008 zijn bijna 14 000 klachten en informatieverzoeken geregistreerd. En nog steeds worden honderden klachtenbrieven ontvangen van nieuwe slachtoffers.

Door de moeilijkheden die komen kijken bij het traceren van dit soort activiteiten wordt de interne markt in zijn functioneren ondermijnd. Misleidende praktijken zijn illegaal onder de richtlijn inzake misleidende reclame en vergelijkende reclame en de richtlijn betreffende oneerlijke handelspraktijken.

We kampen echter met een gebrek aan effectieve rechtsmiddelen en handhaving. De Commissie interne markt en consumentenbescherming, de bevoegde commissie als het gaat om deze wetgeving, heeft deze kwestie recentelijk opgenomen met de Nederlandse autoriteiten en hen gewezen op frauduleuze praktijken van een in Nederland gevestigd bedrijf dat gegevensbankdiensten aanbiedt.

Uit het antwoord van de Nederlandse autoriteiten is op te maken dat de lidstaten zich vooral zorgen maken over wat er gebeurt op hun eigen grondgebied. Gezien het grensoverschrijdend karakter van het probleem is meer samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van handhaving mijns inziens een absolute voorwaarde om een einde te maken aan deze frauduleuze praktijken.

De Commissie zou zelf een actievere bijdrage kunnen leveren door met de lidstaten samen te werken aan grensoverschrijdende handhaving, met gebruikmaking van bestaande EU-brede netwerken om de samenwerking tussen de lidstaten te vergemakkelijken. Er moet meer nadruk worden gelegd op effectieve en ontradende sancties tegen dit soort malafide bedrijven in alle lidstaten, waardoor dergelijke bedrijvengidsen ten onder zouden gaan en de mensen die erachter zitten zouden kunnen worden gestraft.

Er moet worden overwogen het toepassingsbereik van de richtlijn betreffende oneerlijke handelspraktijken zo uit te breiden dat deze alle commerciële praktijken tussen bedrijven en consumenten bestrijkt, of het nu gaat om de bescherming van consumenten of concurrenten. Op die manier zouden voor de meeste, zo niet alle commerciële praktijken tussen bedrijven onderling in de detailhandel dezelfde regels gelden als voor oneerlijke commerciële praktijken tussen bedrijven en consumenten, waarmee ze in de regel overlappen.

Het is daarnaast belangrijk om ondernemingen te helpen in de strijd tegen deze zwendel door de toegang tot informatie te verbeteren en het bewustzijn te vergroten door het verbeteren van regelingen voor verhaal. De commissaris zou ik het volgende willen vragen: wat zijn de belangrijkste hinderpalen voor een grotere betrokkenheid van overheden bij de grensoverschrijdende samenwerking op het gebied van handhaving, en welke maatregelen denkt de Commissie te nemen ter bestrijding van bedrijven die misleidende gegevensbankdiensten aanbieden?

 
  
MPphoto
 

  Günther Oettinger, lid van de Commissie.(DE) Mevrouw de Voorzitter, geachte afgevaardigden, de Commissie sluit zich aan bij de bezorgdheid, twijfels en kritische analyse van het Europees Parlement. De misleidende praktijken van gegevensbankdiensten veroorzaken voor talloze ondernemingen problemen. Drie jaar geleden hebben wij opdracht voor een enquête gegeven en naar aanleiding daarvan zijn duizenden klachten binnengekomen. Wij gaan ervan uit dat dit slechts het topje van de ijsberg is, hetgeen betekent dat het aantal ondernemingen dat zich als het ware bedrogen voelt, vele malen groter is.

Mevrouw Reding, de commissaris die verantwoordelijk is voor Justitie, fundamentele rechten en burgerschap, verzamelt op dit moment gegevens om de omvang van het probleem vast te stellen. Ik wil graag benadrukken dat dergelijke praktijken op grond van Richtlijn 2006/114/EG inzake misleidende reclame en vergelijkende reclame en op grond van de wetgeving inzake de fraudebestrijding in de diverse lidstaten, reeds verboden zijn. Sommige frauduleuze praktijken hebben een grensoverschrijdend karakter en worden in zakelijke transacties tussen verschillende ondernemingen gebruikt. Gezien de huidige stand van zaken is het echter moeilijk om de daders te vervolgen.

Om deze problemen aan te pakken en op te lossen, is mevrouw Reding voornemens om eind van dit jaar een mededeling te publiceren over de status van de tenuitvoerlegging van de huidige Richtlijn inzake misleidende reclame en vergelijkende reclame en over de mogelijkheden die er op dit moment bestaan voor een herziening van die richtlijn. De mededeling zal daarnaast een evaluatie van de huidige situatie bevatten. Zij overweegt ook om de inhoud te verbeteren op basis van de conclusies die over die misleidende praktijken worden getrokken. Bovendien zal zij ook aandacht besteden aan de wijze waarop de samenwerking tussen de nationale autoriteiten bij de vervolging van grensoverschrijdende zaken verbeterd kan worden.

Bovendien is zij van plan om voor te stellen om burgers en ondernemingen meer bewust te maken van het steeds groter wordende probleem van de misleidende praktijken van gegevensbankdiensten. Zij wil in dat verband ook de noodzaak van meer voorlichtingsactiviteiten op dit gebied benadrukken. De richtlijn (uit 2006) is inmiddels door alle lidstaten ten uitvoer gelegd. Niettemin heeft de Commissie de lidstaten verzocht om informatie over die tenuitvoerlegging en de genomen maatregelen te verstrekken en om zo spoedig mogelijk, in ieder geval vóór de publicatie van de mededeling, een statusrapport te overleggen. Ter ondersteuning van dit proces heeft de Commissie eind mei een conferentie georganiseerd waaraan nationale autoriteiten, belangengroepen en onafhankelijke deskundigen hebben deelgenomen. De nadruk van de conferentie lag op de frauduleuze praktijken van gegevensbankdiensten en met name op hun grensoverschrijdende activiteiten.

Tijdens het debat werd duidelijk dat er een betere en systematische samenwerking tussen de autoriteiten in de lidstaten nodig is. Die constatering zal dan ook worden geïntegreerd in de mededeling van mevrouw Reding die voor het eind van dit jaar gepland staat. Ik kan u de verzekering geven dat wij deze kwestie net zo urgent vinden als u. Daarom willen wij de volgende stappen zo snel mogelijk zetten. Vanwege formele redenen moeten wij echter zorgen dat de relevante ondernemingen op gepaste wijze bij dit proces betrokken worden. Daar is tijd voor nodig. Op basis van de resultaten van het raadplegingsproces en na bestudering van alle argumenten, is de Commissie voornemens om aanvullende corrigerende maatregelen te nemen teneinde misleidende en illegale grensoverschrijdende praktijken te voorkomen. Ik dank u hartelijk voor uw breed gedragen steun voor deze kwestie.

 
  
MPphoto
 

  Georgios Papanikolaou, namens de PPE-fractie. – (EL) Meneer de Voorzitter, commissaris, iedereen moet het wel eens zijn met wat u heeft gezegd. Ik zal u vertellen wat een Griekse landgenoot van mij heeft doorgemaakt, die bij mij zijn beklag deed over eenzelfde geval van misleidende reclame waar hij het slachtoffer van werd en die mij ook de brieven heeft gegeven. Bovenaan de brief die het betrokken bedrijf stuurt, staat dat de informatie free of charge is. Onze medeburger ziet dan dat hij bepaalde gegevens moet invullen, vult die in en verstuurt de brief. In heel kleine lettertjes op de achterkant van de brief staat, net zoals de heer Busuttil zojuist heeft verteld, dat hij duizend euro per jaar moet betalen. Na enige tijd, stuurt de zogenaamde juridische afdeling van het bedrijf brieven, die ik ook hier heb,waarin hij mijn landgenoot sommeert 3.529,18 euro te betalen, blijkbaar inclusief de rente en de onkosten voor juridische bijstand van het bedrijf.

Meneer de commissaris, het staat buiten kijf dat er een wetgevend kader bestaat. Wij weten echter niet, in hoeverre deze richtlijnen worden toegepast en adequaat door de lidstaten zijn omgezet. Het Stockholm-programma schrijft voor dat wij deze kwesties onmiddellijk moeten aanpakken. Wij staan achter onze medeburgers en delen ook in hun dagelijkse zorgen. Onze medeburgers moeten weten dat wij niet ergens ver weg zitten en ons alleen bezighouden met de grote Europese thema’s. Wij weten wat er bij hen leeft en het is aan ons om deze kwestie onmiddellijk op te lossen.

 
  
MPphoto
 

  Monika Flašíková Beňová, namens de S&D-Fractie (SK) Op de allereerste plaats dient duidelijk gezegd te worden dat deze ondernemingen niet alleen misleidend zijn, maar bovenal regelrechte oplichters.

Ondernemen is van nut als het de hele samenleving ten goede komt. Maar zo goed als niemand onderneemt op dusdanige wijze dat ze andere, eerzame zelfstandige ondernemers en bedrijven hun bedrijvengidsen aansmeren uitsluitend en alleen om daar zelf beter van te worden en nog wel door gebruik te maken van slimme trucjes. In dat geval hebben we het over oplichterij, hoe hard ze ook mogen roepen dat er niets wederrechtelijks aan de hand is. Verder moet worden geconstateerd dat krachtens de richtlijn inzake misleidende en vergelijkende reclame de praktijken van deze gegevensbankdiensten onmiskenbaar wederrechtelijk zijn.

Nieuwe wetgeving is hier echter niet nodig. Wel moet ervoor worden gezorgd dat de wetgeving zo snel en zo doeltreffend mogelijk wordt omgezet in de praktijk. De problemen zijn een gevolg van het feit dat de gegevensbankdiensten vaak toeslaan bij bedrijven in een andere lidstaat van de Europese Unie, alsook van het feit dat veelal kleinere familiebedrijven zich in de praktijk niet met juridische middelen weten te beschermen of doordat het hen gewoon buitensporig veel moeite en geld zou kosten. Ik heb slechts een aanvullende vraag, en wel of de Commissie mogelijkheden ziet voor een publiekscampagne waarin de desbetreffende gegevensbankdiensten bij naam en toenaam genoemd worden en eerzame ondernemers worden gewaarschuwd om niet met hen samen te werken.

 
  
MPphoto
 

  Marian Harkin, namens de ALDE-Fractie. – (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik wil de commissaris vertellen dat ik in de afgelopen jaren vele Ierse burgers heb gesproken die het slachtoffer zijn van bedrijven die misleidende gegevensbankdiensten aanbieden.

Zo heb ik een secretaresse van een school ontmoet die meer dan 2 000 euro heeft betaald omdat de school dit niet kon opbrengen, en zij zich verantwoordelijk voelde omdat zij degene was die het formulier had ondertekend. Ze voelde zich ook heel dom. Ze dacht dat ze de enige was die een dergelijke stommiteit had gedaan, en realiseerde zich uiteraard niet dat ook vele anderen in deze val zijn getrapt.

Ik heb een oudere dame ontmoet wier echtgenoot taxichauffeur was. Zij ontving een formulier waar een paar fouten in stonden. Zij dacht dat ze alleen de fouten corrigeerde, stuurde het formulier terug en ontving vervolgens twee jaar lang dreigbrieven. Zij voelde zich zo geterroriseerd door die brieven dat ze bang was ze te openen als ze bij haar op de deurmat vielen. Ik kon haar niet zeggen dat ze niet moest betalen. Ik kon haar alleen vertellen dat ik, als ik haar was, het geld niet zou betalen. Dat was het beste advies dat ik haar kon geven.

En zo zijn er nog vele andere voorbeelden, u ongetwijfeld bekend. Feit is dat burgers verwachten dat de Europese wetgeving hen beschermt, en ze begrijpen dan ook niet waarom de Europese wetgeving op dit punt tekortschiet. Op dit punt constateer ik een zekere tegenstrijdigheid. Zoals ik al zei vertel ik burgers dat ik geloof dat ze op bescherming kunnen rekenen, maar ik kan het niet garanderen. Zo heb ik begrepen dat een van deze bedrijven is veroordeeld in een regio van Spanje, maar vervolgens simpelweg is verhuisd naar een andere regio om daar zijn praktijken voort te zetten.

Een van de zaken die burgers zorgen baren is, dat ze niet precies weten hoe rechtsstelsels in andere landen functioneren. Ze vertrouwen erop dat ze in hun eigen lidstaat zullen worden beschermd, maar weten niet zeker hoe dat is in een andere lidstaat. En ook als deze bedrijven verkassen naar een locatie buiten de EU, is dat voor onze burgers reden tot ongerustheid.

Het doet me dan ook deugd dat de Commissie onze zorgen deelt, dat zij aandringt op samenwerking tussen de lidstaten, dat zij zich nogmaals buigt over grensoverschrijdende gevallen en dat ze probeert burgers en bedrijven te informeren.

Commissaris, u zei dat de situatie urgent is, maar dat is zij al heel, heel lang. Burgers zien dat de EU-wetgeving op velerlei gebied hun leven beïnvloedt, en ze kunnen dus niet begrijpen waarom ze niet worden beschermd tegen frauduleuze bedrijven. Ik verzoek u, commissaris, tot u door te laten dringen dat met ‘urgent’ ‘nu’ wordt bedoeld.

 
  
MPphoto
 

  Struan Stevenson, namens de ECR-Fractie. – (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik ben het helemaal eens met het relaas van mevrouw Harkin van zojuist. In mijn kiesdistrict in Schotland zijn het voornamelijk bejaarden en mensen die een bed and breakfast drijven of vakantiehuisjes verhuren die ten prooi vallen aan deze criminele activiteit. Ze laten hun adres opnemen in zo’n gids en krijgen vervolgens een rekening van duizend euro. Bejaarden zijn vaak doodsbenauwd als ze deze dreigbrieven ontvangen van de zogenaamde wettelijke vertegenwoordigers van deze bedrijven.

Dit is een grensoverschrijdende criminele activiteit. Deze bedrijven geven hun identiteit en hun adresgegevens prijs. We moeten ze opsporen, sluiten en vervolgen en de burgers van de Europese Unie beschermen. Als burgers uit mijn kiesdistrict me benaderen zeg ik ze dat ze het bedrijf in kwestie moeten terugschrijven en moeten vragen alle toekomstige correspondentie naar mij te sturen. Ze horen dan direct niets meer. De mensen achter deze bedrijven verdienen echter ook gevangenisstraf.

 
  
MPphoto
 

  Keith Taylor, namens de Verts/ALE-Fractie. – (EN) Mevrouw de Voorzitter, deze motie is hard nodig. We hebben dan wel de richtlijn uit 2006, maar het is zonneklaar dat deze niet naar behoren functioneert. De bedrijven waarover we hebben gehoord bestaan enkel en alleen om argeloze organisaties, die soms krap bij kas zitten, op te lichten, en ik vind dit helemaal schanddalig als ze communautaire ondernemingen, vaak met een beperkt budget, duperen.

Met tactieken waarvan ook vechtersbazen en gangsters zich bedienen lokken ze nietsvermoedende mensen in de val met mooie beloften, maar mijns inziens moet de boodschap zijn dat een aanbod, wanneer het te mooi lijkt om waar te zijn, dat waarschijnlijk ook is. Deze bedrijven zijn net haaien op rooftocht en we hen een halt toeroepen.

Uiteraard verwelkomt onze fractie deze resolutie; deze komt geen minuut te vroeg en we zullen er onze steun aan geven, aangezien de Commissie erin wordt opgeroepen van de lidstaten te eisen dat ze de richtlijn adequaat handhaven.

 
  
MPphoto
 

  Derek Roland Clark, namens de EFD-Fractie. – (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik ken European City Guide het beste en in weerwil van pogingen dit bedrijf te sluiten duurt deze terreur nog altijd voort. In het Verenigd Koninkrijk zijn in 2008 de verordeningen betreffende misleidende marketing ingevoerd. Krachtens deze verordeningen is het niet toegestaan de kleine lettertjes van een document te gebruiken om de ware kosten van een dienst te verdoezelen. Het Office of Fair Trading (OFT) kan nu dus optreden tegen Britse bedrijven, maar er is één groot nadeel.

Het OFT is niet bevoegd om afzetterij vanuit andere landen, waaronder andere lidstaten, aan te pakken, en dus blijft het probleem bestaan en blijven de klachten komen. Wat ik eigenlijk wil zeggen: dat deze bedrijven elders hun gang kunnen gaan dankzij nonchalante handhaving is nog tot daar aan toe, maar waarom kan mijn eigen regering niets beginnen tegen deze zwendelpraktijken van personen die opereren vanuit het Europese vasteland? Het antwoord op deze vraag ligt in het hart van deze nutteloze EU, die de nationale grenzen heeft afgebroken. Het vrije verkeer van personen, goederen en diensten vormt een perfecte dekmantel voor de mensensmokkelaars, de terroristen en voor deze bedreigende, traumatiserende zwendelpraktijken die tot doel hebben argeloze mensen een poot uit te draaien.

 
  
MPphoto
 

  Philippe Boulland (PPE). – (FR) Mevrouw de Voorzitter, commissaris, dames en heren, we kunnen de situatie rond de misleidende bedrijvengidsen die zogenaamd gratis zijn, in cijfers weergeven. Er zijn vierhonderd verzoekschriften naar de Commissie verzoekschriften van het Europees Parlement gestuurd. Er zijn vijftigduizend heel kleine ondernemingen, verenigingen of organisaties getroffen, die bestookt werden tot ze betaalden. Gemiddeld moest er duizend euro in drie jaar tijd worden betaald voor de ongewenste contracten, zoals de heer Busuttil heeft opgemerkt.

Deze cijfers geven het leed van de slachtoffers van deze oplichters slechts ten dele weer. Deze mensen nemen al risico's door een onderneming te beginnen en hebben snel te maken met zakelijke problemen, de economische crisis en onzekerheden in de toekomst. Laten we voorkomen dat ze te maken krijgen met dit soort frauduleuze praktijken. Ze ontberen de personele en financiële middelen om die te bestrijden.

We kunnen verschillende voorstellen overwegen: in de eerste plaats een halt toeroepen aan deze oplichters, die onze economie in gevaar brengen. Daarvoor zou het wenselijk zijn, commissaris, dat de herziening van de richtlijn inzake misleidende reclame en vergelijkende reclame wordt versneld, gezien het feit dat misleidende reclame toeneemt en complexer wordt.

Laten we daarna een zwarte lijst opstellen van deze ondernemingen, die als referentie kan dienen, volgens het principe van naming and shaming. Met de hulp van de nationale fraudebestrijdende autoriteiten en de getroffen ondernemingen zouden we een eenvoudig en doeltreffend instrument in handen kunnen hebben voor ontmoediging en preventie. Tot slot moeten de daders van dit soort praktijken zwaar worden gestraft. De opgelegde straffen en boetes zijn vaak lager dan de bedragen die deze oplichters hebben buitgemaakt. We moeten de lidstaten aansporen om strenger te zijn op dit gebied.

 
  
MPphoto
 

  Evelyne Gebhardt (S&D).(DE) Mevrouw de Voorzitter, geachte heer Oettinger, de Commissie sluit zich dus aan bij de bezorgdheid van het Europees Parlement. Dat is heel prettig, maar wij wachten al jaren op het moment dat de Commissie actie onderneemt om nu eens een keer echte vooruitgang op dit gebied te boeken. Het verslag-Busuttil ligt thans voor ons. In de laatste parlementaire zittingstermijn heeft de Commissie interne markt en consumentenbescherming herhaaldelijk benadrukt dat wij nu eindelijk iets moeten doen om de mensen te helpen. Het probleem is dat de mensen nog steeds op die hulp zitten te wachten.

Veel van de kleine vrijwilligersorganisaties die negatieve gevolgen van die praktijken ondervinden, beschikken niet over de financiële middelen of de flair om zichzelf te verdedigen. Vorige week nog ontving ik een brief met de volgende vraag: “Hoe kan ik mij daartegen verdedigen? Ik heb geen geld voor een advocaat, dus kan ik niet nar de rechter stappen.” Naar mijn idee moeten wij de burgers van Europa nu eindelijk een effectief middel geven om van dit probleem verlost te raken.

 
  
MPphoto
 

  Catherine Stihler (S&D). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, frauduleuze bedrijven die hun geld verdienen met bedrog, die het gemunt hebben op kleine ondernemingen en daarbij legitimiteit voorwenden – en die vaak een bedrijfsnaam hebben waarin de naam ‘Europa’ voorkomt – moeten worden verboden. Deze zwendelpraktijken schaden niet alleen kleine bedrijven, die worden bedreigd, lastiggevallen en geïntimideerd om ze zover te krijgen dat ze betalen voor diensten waarvan ze dachten dat ze gratis waren; ze schaden ook de Europese Unie als we geen stevige maatregelen nemen om deze praktijken tegen te gaan.

‘Denk eerst klein’ mag dan wel de mantra van de Europese Commissie zijn, maar ondertussen hamer ik, zoals talrijke collega’s hebben opgemerkt, nu al vele jaren op dit probleem en is er desondanks geen enkele directe actie ondernomen. Waarom niet? We horen verhalen over enquetes, over het verzamelen van informatie en bijeenkomsten van belanghebbenden. We hebben behoefte aan daden, niet aan woorden, en als we zeggen dat we het nog de tijd zullen geven tot het eind van dit jaar, of het nog een paar jaar zullen aankijken, dan is dat gewoon te laat: we moeten nu handelen.

Zal de Commissie, gezien de aard van deze zwendelpraktijken en hun EU-brede en grensoverschrijdende karakter, dus overwegen een vorm van juridische bijstand in het leven te roepen om KMO’s te helpen deze zwendel aan te pakken? Dit soort zwendel zal blijven doorgaan totdat de Commissie harde maatregelen neemt.

 
  
MPphoto
 

  Phil Prendergast (S&D). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, het Europees Parlement heeft honderden verzoekschriften ontvangen van kleine ondernemingen uit alle regio’s van de EU, die zeggen het slachtoffer te zijn van deze zwendelpraktijken. Door het betalen van deze schanddalig hoge rekeningen komen onschuldige bedrijven financieel zwaar in de problemen, en de slachtoffers zijn vaak te klein om de juridische kosten te betalen die gemoeid zijn met het zetten van juridische stappen tegen deze bedrijvengidsen.

Deze bedrijven richten vaak hun pijlen op slachtoffers die zijn gevestigd in andere lidstaten. Hierdoor ontstaat juridische onzekerheid voor de slachtoffers, aangezien ze vaak niet weten wat in een ander land de juridische status van dergelijke contracten is. De bedrijvengidsen maken handig gebruik van die onzekerheid.

De Commissie heeft duidelijk aangegeven dat de richtlijn inzake misleidende reclame en vergelijkende reclame de misleidende praktijken van deze bedrijvengidsen verbiedt. Zij moet zich echter ook buigen over de omzetting van deze richtlijn door de lidstaten om vast te stellen of burgers overal in Europa even goed zijn beschermd. Dat deze richtlijn is omgezet door de lidstaten betekent nog niet dat de betreffende maatregelen voldoende uitgebreid zijn en op elkaar aansluiten.

 
  
MPphoto
 

  Sylvana Rapti (S&D). – (EL)Mevrouw de Voorzitter, ongeoorloofde handelspraktijken zijn net als water. Waar een gat wordt gevonden, daar wordt gebruik van gemaakt. En hier hebben ze twee gaten gevonden. Het ene gat zit in de richtlijn 2006, die al genoemd is; het andere gat zit in de verordening over samenwerking tussen de lidstaten.

Op dit moment, meneer de commissaris, dat u alle fracties in het parlement, het hele parlement aan uw zijde heeft, moet u snel in actie komen, want tijd is geld. Zoals mijn collega’s al hebben gezegd, zijn er ten minste drie jaar verstreken, drie jaar waarin deze mensen, terecht ʺhuftersʺ genoemd door vele collega’s - en ik sluit mij hierbij aan -, collega’s misleiden en kleine zelfstandigen, die de ruggengraat vormen van de economie in de Europese Unie, misleiden. Doe er wat aan en snel graag!

 
  
MPphoto
 

  Marc Tarabella (S&D). – (FR) Mevrouw de Voorzitter, commissaris, dames en heren, het is van essentieel belang om te weten of de richtlijn inzake misleidende reclame en vergelijkende reclame goed is omgezet en ten uitvoer wordt gelegd in de lidstaten. We moeten echter ook andere fundamentele aspecten van deze problematiek, die overigens ook van toepassing kunnen zijn op andere vormen van grensoverschrijdende misleiding, snel en diepgaand aan de orde stellen.

In de eerste plaats betreft dat de informatie die de Commissie, de lidstaten en hun organisaties aan de consumenten moeten verstrekken. Het is niet aanvaardbaar dat steeds meer burgers worden opgelicht.

In de tweede plaats zouden de slachtoffers toegang moeten hebben tot collectieve rechtsmiddelen om hun rechten te laten gelden. We wachten al meer dan twintig jaar op die rechtsmiddelen.

In de derde plaats zou de huidige discussie over de herziening van alternatieve manieren van geschillenbeslechting ook kunnen voorzien in bepalingen om deze vorm van misleiding aan banden te leggen.

Commissaris, we verwachten concrete en snelle maatregelen van u op dit gebied.

 
  
MPphoto
 

  Seán Kelly (PPE). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, de situatie is door collega’s zeer treffend beschreven. Ik weet dit omdat in mijn eigen kiesdistrict, en met name in Cork, een bedrijf met de naam European City Guide allerlei ondernemingen heeft bedrogen. Ondanks het feit dat dit bedrijf, naar ik heb begrepen, in 2001 door het hooggerechtshof in Catalonië is gesommeerd zijn activiteiten te stoppen en door de Belgische rechtbanken en door het Britse Office of Fair Trading schuldig is bevonden aan misleidende praktijken, blijft het zijn producten aan de man brengen. Dit is niet goed genoeg.

Het is uitermate belangrijk dat we twee dingen doen: ten eerste moeten we ons inspannen om het bewustzijn van bedrijven in Europa te vergroten om ze waakzaam te maken en te voorkomen dat ze het slachtoffer worden van deze misleidende bedrijven, en ten tweede moeten we wetgeving invoeren die ervoor zorgt dat deze bedriegers, wanneer ze worden vervolgd, hun commerciële activiteiten staken of achter de tralies worden gezet. Zo simpel is het.

 
  
MPphoto
 

  Zuzana Roithová (PPE). - Mevrouw de Voorzitter, het Parlement heeft meer dan 400 petities gekregen en ook ikzelf heb talloze klachten binnengekregen van ondernemers, non-profitorganisaties, scholen, liefdadigheidsinstellingen en zelfs een aantal overheidsinstellingen die het slachtoffer zijn geworden van gegevensbankdiensten. In de veronderstelling hun gegevens te actualiseren, gaan ze grote financiële verplichtingen aan. De frauduleuze gegevensbankdiensten opereren opzettelijk vanuit andere lidstaten of derde landen. Dit vraagt om een duidelijke pan-Europese oplossing, maar ondanks inspanningen van het Europees Parlement doet de Europese Commissie die het wetgevend initiatief heeft, helemaal niets.

Als schaduwrapporteur heb ik in het verslag van het Parlement een groot aantal oplossingen aangedragen. Het zou eenvoudigweg volstaan dat de Commissie deze praktijken op de zwarte lijst van verboden misleidende reclame van de desbetreffende richtlijn laat zetten. Dit probleem vraagt niet alleen om een robuuste Europese legislatieve oplossing, maar ook om een snelle oplossing.

Ik roep de Commissie op om de versnelde wetgevingsprocedure in te zetten. De laksheid van de Commissie in dit geval heeft talloze fatsoenlijke burgers al heel wat geld gekost. Ook denk ik dat de tijd rijp is voor een onderzoek van Europol.

 
  
MPphoto
 

  Olga Sehnalová (S&D). - (CS) Mevrouw de Voorzitter, de duistere praktijken van zogeheten gegevensbankdiensten zijn en blijven een ernstig probleem. Hun activiteiten zijn in alle gevallen een kwestie van wetsontduiking en ze maken misbruik van uiterst moeilijk af te dwingen rechtsregels. Talloze slachtoffers besluiten om financiële redenen om niet eens de gang naar de rechter te maken. Daar bovenop komt nog eens het groeiende aantal gevallen waarin absurde vonnissen worden geveld op basis van formalistische interpretaties van de wetsregels door rechterlijke instanties en andere toezichthoudende organen.

De oplichters maken echter in de allereerste plaats misbruik van de beperkte juridische kennis binnen de verantwoordelijke instellingen en verder van de helaas in vele gevallen tekortschietende bereidheid en daadkracht en in sommige gevallen zelfs een zekere gemakzucht aldaar. Door de wet formalistisch te interpreteren, hoeft er niet te worden ingegrepen, hoeven deze gevallen niet te worden vervolgd en kan men zich de handen wassen in onschuld. Paradoxaal genoeg leidt dat tot bescherming van de belangen van de oplichters in plaats van die van hun slachtoffers.

In de vraag aan de Commissie wordt terecht gevraagd hoe de lidstaten met deze kwestie omgaan. Hoe voeren zij de richtlijn inzake misleidende en vergelijkende reclame uit? Zonder een actieve en niet uitsluitend formele rol van de overheid is dit probleem volstrekt onoplosbaar en kunnen we nog meer petities van opgelichte slachtoffers tegemoet zien.

 
  
MPphoto
 

  Andreas Schwab (PPE).(DE) Mevrouw de Voorzitter, geachte heer Oettinger, de Fractie van de Europese Volkspartij (Christendemocraten) is een groot voorstander van de actie om de kleine en middelgrote ondernemingen te bevrijden van de bedreiging die de gegevensbankdiensten vormen. Die diensten beweren dat ze die KMO’s een dienst bewijzen, maar zij leveren uiteindelijke helemaal niets, behalve rekeningen. Zoals u echter terecht heeft gezegd, mijnheer Oettinger, biedt Richtlijn 2006/114/EG hiertegen een adequate rechtsgrondslag. Alleen is die richtlijn blijkbaar niet in alle lidstaten succesvol ten uitvoer gelegd. Ik hoop dan ook dat de Commissie dit probleem bij de wortel aanpakt en dat zij een systematische benadering zal hanteren om zo snel mogelijk een oplossing te bewerkstelligen in die lidstaten waar de situatie op dit punt bijzonder slecht is. Vanwege het grensoverschrijdende karakter van de gegevens kan het probleem zich uiteraard vanuit deze lidstaten naar andere buurlanden verspreiden.

Een globale aanpak werkt in dit geval niet, aangezien duidelijk is dat het probleem vanuit bepaalde lidstaten wordt veroorzaakt.

 
  
MPphoto
 

  Elena Băsescu (PPE).(RO) Mevrouw de Voorzitter, bedrijvengidsen zijn een van de meest gebruikte informatiebronnen over het aanbod in een bepaalde bedrijfstak. Dankzij hun prestige is hun aanzien onder Europese consumenten groot. Daarom zijn misleidende gegevensbankdiensten schadelijk voor degenen die er gebruik van maken. Aan deze praktijk kan een halt toe worden geroepen door een juiste toepassing van de richtlijn inzake misleidende reclame en vergelijkende reclame. Helaas hebben niet alle lidstaten deze richtlijn omgezet in nationale wetgeving. De slachtoffers kunnen daardoor niet schadeloos worden gesteld voor de hen toegebrachte schade. Herziening van de richtlijn zou de instrumenten verschaffen om deze praktijk te bestrijden. Het aanvullen van de EU-wetgeving met specifieke bepalingen zou ook het verschijnen van misleidende gegevensbankdiensten beperken. Naar mijn mening moeten de slachtoffers van deze praktijken de mogelijkheid hebben om een direct beroep te doen op justitie.

 
  
MPphoto
 

  Gerald Häfner (Verts/ALE).(DE) Mevrouw de Voorzitter, geachte heer Oettinger, dames en heren, volgens mij hebben wij hier met een echt Europees probleem te maken. Iedereen kent dit soort zaken en wij horen ook verhalen uit uiteenlopende landen. Ik heb een hele stapel van dergelijke gevallen op mijn bureau liggen en ik moet bekennen dat ik er ook in getrapt zou zijn. Wij hebben deze kwestie al een aantal keren behandeld, wij beschikken over Richtlijn 2006/114/EG, wij hebben dit onderwerp in 2008 in de Commissie verzoekschriften besproken en wij hebben hierover in de plenaire vergadering gedebatteerd, maar het probleem is er nog steeds en lijkt alleen maar groter te worden.

Mijnheer Oettinger, ik heb gehoord wat u aan het begin zei en ik heb de indruk dat u het probleem op waarde schat. Wellicht dat een nieuwe commissaris ook over nieuwe mogelijkheden beschikt om op dit gebied actie te ondernemen. Ik wil u graag verzoeken om dit probleem serieus te nemen. Het lijkt dan misschien een klein probleem, maar het heeft grote gevolgen en het raakt met name kleine en middelgrote ondernemingen en familiebedrijven en zij vormen de ruggengraat van onze economieën en maatschappij. Als wij er niet in slagen om aan deze praktijken in alle lidstaten een einde te maken en om de richtlijn op uniforme en effectieve wijze in heel Europa ten uitvoer te leggen, zal de schade alleen nog maar groter worden.

 
  
MPphoto
 

  Günther Oettinger, lid van de Commissie.(DE) Mevrouw de Voorzitter, geachte afgevaardigden, ik ben dankbaar voor de veelomvattende en consequente beschrijving van de situatie zoals die gegeven is door de geëngageerde afgevaardigden die hier vandaag aanwezig zijn. Ik zal mevrouw Reding hiervan op de hoogte stellen en haar aansporen om een uitgebreide mededeling op te stellen met de sterke en zwakke punten van de huidige Europese en nationale wetgeving en om de richtlijn op die basis te herzien.

Het is duidelijk dat de richtlijn uit 2006 door de lidstaten ten uitvoer is gelegd. Dat betekent dat het probleem geen verband houdt met het aanpassen van de nationale wetgeving. In de eerste plaats wordt de wet bij grensoverschrijdende problemen in veel gevallen niet eens toegepast. Dat is een gevolg van de nog lang niet ideale samenwerking tussen de autoriteiten in de verschillende lidstaten. Dat betekent dat dergelijke gevallen zelfs helemaal niet onderzocht worden. In de tweede plaats vindt er vaak geen strafrechtelijke vervolging plaats. Het strafrecht is een zaak van de lidstaten. Dat geldt zowel voor het vaststellen van de sancties als voor de beslissing om al dan niet formele onderzoeken in te stellen naar dergelijke gevallen door de autoriteiten, openbare aanklagers en de rechtbaken.

In de derde plaats, en nu kom ik bij de kern van het probleem, heeft de richtlijn uit 2006 alleen betrekking op oneerlijke praktijken bij zakelijke transacties tussen ondernemingen en consumenten en niet tussen ondernemingen onderling. Dat betekent dat de richtlijn voornamelijk bescherming voor particuliere burgers biedt tegen de praktijken van deze frauduleuze ondernemingen. De richtlijn biedt dus ondernemers, kleine zelfstandigen, winkeliers, zakenmensen en eigenaren van kleine en middelgrote bedrijven geen bescherming tegen dit soort fraude. Het was echter precies dit aspect – het uitbreiden van het toepassingsgebied van de richtlijn tot zakelijke transacties tussen ondernemingen – waartegen de meerderheid van de lidstaten zich tijdens het wetgevingsproces toentertijd heeft verzet. Dat betekent dat wij onszelf eigenlijk redelijk bewust met deze richtlijn beperkt hebben tot de regulering van transacties tussen frauduleuze ondernemingen en burgers en dus transacties tussen frauduleuze ondernemingen en kleine bedrijven buiten beschouwing hebben gelaten. Aan Europese voorschriften op dit gebied, waar u terecht over klaagt op basis van uw praktijkervaringen, was toentertijd geen behoefte.

De richtlijn was een ambitieus project en de Commissie was in die tijd bezorgd dat het hele voorstel af zou ketsen en dat er helemaal geen richtlijn zou komen als zij vast bleef houden aan een breder toepassingsgebied dan de transacties tussen frauduleuze ondernemingen en burgers. Gezien de specifieke voorbeelden die u hier vandaag heeft gegeven en de gevallen van misbruik die door de Commissie aan de kaak zijn gesteld, zou het mogelijk moeten zijn om het toepassingsgebied van de richtlijn alsnog breder te maken dan uitsluitend de betrekkingen tussen frauduleuze ondernemingen en burgers. Dit zou dan moeten gebeuren in het kader van de herziening van volgend jaar. Wij zullen de benodigde werkzaamheden hiervoor onmiddellijk in gang zetten.

Tot slot zijn er ook lidstaten die wel over adequate instrumenten beschikken op grond van hun materieel of strafrecht om dergelijke betrekkingen tussen die fraudeurs en hun burgers strafrechtelijk te vervolgen en die dat ook doen. Goede voorbeelden hiervan zijn Oostenrijk, België en Frankrijk. In andere lidstaten, en u hebt er een aantal genoemd, is de nationale regelgeving niet adequaat. Wij zullen moeten afwachten of deze lidstaten over een jaar bereid zijn om in de Raad hun steun te geven aan een algemene Europese gestandaardiseerde regulering om burgers te beschermen die ook als ondernemer actief zijn.

 
  
MPphoto
 

  De Voorzitter. – Tot besluit van het debat is er een ontwerpresolutie ingediend door de Commissie verzoekschriften, overeenkomstig artikel 115, lid 5, van het Reglement(1).

Het debat is gesloten.

De stemming vindt vandaag om 12:00 uur plaats.

Schiftelijke verklaringen (artikel 149)

 
  
MPphoto
 
 

  Ildikó Gáll-Pelcz (PPE), schriftelijk. (HU) Het probleem is reëel, heeft zich helaas wijd verbreid en kan in vrijwel de hele Europese Unie worden waargenomen. Goedgelovig sluiten de slachtoffers een contract om in een bedrijvengids geadverteerd te worden na in de waan te zijn gelaten dat dit gratis gebeurt. Vervolgens vragen de exploitanten op verschillende rechtsgronden alsnog om geld, vallen ze niet-betalers voortdurend lastig, zetten ze hen onder psychologische druk en bedreigen ze hen zelfs met juridische stappen. Om verdere misleidende reclame te voorkomen moet zonder meer gecontroleerd worden of lidstaten de EU-wetgeving efficiënt toepassen, en desnoods moet er een nieuwe wijziging van de EU-wetgeving worden voorgesteld om het huidige probleem op te lossen. Op dit moment is het van essentieel belang om ondernemingen die in de problemen zijn gekomen te laten zien dat we niet alleen begrip hebben voor hun situatie, maar ook volledig achter hen staan. Daarnaast moeten ondernemingen achter bedrijvengidsen met misleidende praktijken worden opgeroepen om een eind te maken aan hun opzettelijk misleidende handelsactiviteiten, aangezien die in strijd zijn met de geest van het concurrentiebeleid van de Europese Unie.

 
  

(1) Zie notulen

Juridische mededeling - Privacybeleid