Compte rendu in extenso des débats

Jeudi 9 juillet 2015 - Strasbourg

17.2. La République démocratique du Congo (RDC), en particulier le cas de deux militants des droits de l'homme en détention, Yves Makwambala et Fred Bauma

  Przewodniczący. – Kolejnym punktem porządku dnia jest debata nad siedmioma projektami rezolucji w sprawie Demokratycznej Republiki Konga, w szczególności w sprawie dwóch zatrzymanych działaczy na rzecz praw człowieka Yves'a Makwambali i Freda Baumy (2015/2757(RSP)).

  Judith Sargentini, Auteur. – Dank u, commissaris, dat u hier bij ons bent. Het Europees Parlement vraagt inderdaad aandacht voor het lot van Yves Makwambala en Fred Bauma. Zij zitten in Kinshasa in de gevangenis nadat ze waren opgepakt als leden van een jeugdorganisatie die demonstreerden voor meer democratie en tegen de nieuwe kieswetten in Congo. De jeugdorganisatie Filimbi probeert de democratie in Congo te verbeteren en wordt hard neergeslagen.

Het EP vraagt de onmiddellijke vrijlating van Yves Makwambala en Fred Bauma en een intrekking van de aanklachten tegen de activisten in Kinshasa én in Goma, waar ze de straat op gingen uit solidariteit met hun collega's in Kinshasa.

Daarnaast vragen we aandacht voor het massagraf dat gevonden is in Kinshasa. In april werden namelijk een aantal anonieme stoffelijke overschotten gevonden, maar volgens de regering in Kinshasa is er niet zo veel aan de hand. Human Rights Watch heeft een en ander onderzocht en is van mening dat dit wel eens een massagraf zou kunnen zijn met lichamen van activisten waar de overheid van af wil. Het Europees Parlement wil graag de onderste steen boven hebben en vraagt de regering in Kinshasa om dit scherp te onderzoeken en hiermee ook de familieleden van vermiste personen te kunnen inlichten over het lot van hun dierbaren.

Het is een verkiezingsjaar in Congo en het zou nog wel eens ongelooflijk uit de hand kunnen gaan lopen. Het is zaak dat we de vinger aan de pols houden. Het zou verschrikkelijk zijn als de verkiezingen in Congo verder escaleren, want wat we zouden willen zien is toekomst voor dit land.

  Ignazio Corrao, Autore. – Signor Presidente, onorevoli colleghi, grazie Commissario, la situazione della Repubblica democratica del Congo è molto simile a quella del Burundi, di cui abbiamo già parlato: attivisti che vengono imprigionati e chi si oppone al governo o alla volontà del Presidente di rinnovare all'infinito il proprio mandato governativo finisce per scomparire o essere imprigionato.

È chiaro che noi, con questa risoluzione, stiamo esprimendo tutto il nostro sostegno agli attivisti e chiediamo al governo di Kinshasa il rilascio immediato dei due ragazzi che sono stati arrestati.

Credo che, per quanto riguarda la Repubblica democratica del Congo, dobbiamo ricordare al governo gli impegni che ha assunto nel quadro dell'accordo di Cotonou ed esercitare quanta più pressione possibile affinché ciò avvenga.

  Mark Demesmaeker, Auteur. – Voorzitter, in de nasleep van de onlusten in Burundi en de Centraal-Afrikaanse Republiek roeren de geesten zich ook in Congo. Bij grote groepen jonge Congolezen leeft de drang om maatschappelijk burgerschap op te nemen en een rol te spelen om het leven in het land te verbeteren.

Drie maanden geleden werd een eenvoudig burgerinitiatief om jongeren bewust te maken, door veiligheidsdiensten stilgelegd en verdwenen dertig mensen achter de tralies. De buitenlanders werden inmiddels vrijgelaten, maar de organisatoren – Yves Makwambala en Fred Bauma – zitten vandaag nog steeds vast op verdenking van landverraad.

De Congolese regering blijft worstelen met een immens identiteitsprobleem. Enerzijds beschikt het land over enorm getalenteerde jongeren, anderzijds botsen hun initiatieven op een vastgeroeste en corrupte overheid.

Het Panzi-ziekenhuis van dokter Mukwege, vorig jaar nog laureaat van de Sacharovprijs van het Europees Parlement, kijkt aan tegen een schuld van ruim een half miljoen euro aan achterstallige belastingen. Een onbetaalde factuur, volstrekt surreëel.

De Congolese generatie van vandaag symboliseert de hoop op verandering en vrede. Jammer genoeg kunnen volksinitiatieven om jongeren te informeren over hun burgerrechten in de "Democratische" Republiek Congo al snel de vrijheid kosten. O ironie.

  Bogdan Brunon Wenta, autor. – Panie Przewodniczący! Wspólna rezolucja Parlamentu Europejskiego w sprawie Demokratycznej Republiki Konga jest ważnym sygnałem politycznym do władz w tym kraju. Dlatego – tak jak inni moi koledzy – wzywam ich do jak najszybszego uwolnienia Freda Baumy oraz Yves'a Makwambali, aktywistów z Filimbi, ruchu młodzieżowego w Kongo.

Ironią jest fakt, iż Republika Konga określana jest jako Demokratyczna, biorąc pod uwagę, że wszelkie przejawy pluralizmu czy opozycji wobec władz wywołują w ostatnim czasie zdecydowaną reakcję rządzących. Aresztowanie opozycjonistów, a w szczególności aktywistów ruchów młodzieżowych, nie leży u podstaw pojęcia demokracji. Podobnie jak ograniczenie swobody wypowiedzi oraz prawa do zgromadzeń. Śmierć kilkunastu demonstrujących w styczniu tego roku pokazuje, że sytuacja naprawdę wymyka się spod kontroli władzom w Kinszasie, zmierzając powoli do tego, co się dzieje w Burundi.

Do wyborów w Kongo pozostał jeszcze ponad rok, dlatego dalsze wsparcie Unii Europejskiej dla procesu wyborczego w Kongo będzie zależało od wdrażania zaleceń misji obserwacyjnej i poprawy sytuacji w tym kraju.

  Marie-Christine Vergiat, auteure. – Monsieur le Président, je vous remercie pour votre français. Vingt-cinq ans de dictature puis quinze ans de guerre civile instrumentalisée par les pays voisins cherchant à prendre le contrôle des richesses, notamment minières; près de 7  millions de morts selon Caritas. Selon les Nations unies, l'exploitation illégale de l'or, du bois, de l'ivoire, des minerais dépasse le milliard de dollars seulement pour l'Est du pays. L'essentiel des bénéfices est capté par des criminels transnationaux finançant les groupes armés de la région.

Dans ce pays meurtri, la société civile joue pourtant un rôle important, notamment depuis 2003. Certains l'ont payé de leur vie, comme Floribert Chebeya. Une répression sanglante a eu lieu lors des manifestations de janvier dernier, provoquée par la volonté de Joseph Kabila de modifier la loi électorale pour se maintenir au pouvoir. Les cibles de la répression sont d'abord les militants de la société civile, du mouvement des jeunes, Filimbi, comme beaucoup de défenseurs des droits de l'homme. Yves Makwambala et Fred Bauma en sont des symboles, comme en témoigne l'appel du 15 juin dernier demandant leur libération, soutenu par quinze ONG internationales et vingt organisations congolaises.

L'Union européenne doit peser de tout son poids pour les faire libérer mais aussi, comme le demande l'opposition, en participant à une médiation internationale, indispensable au rétablissement d'un dialogue politique pluraliste et transparent avant les prochaines échéances électorales.

Je crois que le peuple congolais a droit à cela.

  Javier Nart, Autor. – Gracias, señor Presidente, por dirigirse a mí en español. Llamar democracia a la República del Congo es un oxímoron, una contradicción en término. Hablamos de una dinastía fundamentada en la corrupción y en la represión. Ya se ha dicho lo que tenía que decirse.

Yo voy directamente a la sustancia de la cuestión. Europa puede hacer dos cosas: una, que es practicar la hipocresía democrática —o sea, hacemos acuerdos de asociación, el artículo 2, la cláusula democrática que no aplicamos nunca—; y dos, aplicar el Acuerdo de Cotonú, con los artículos 8, 9 y 96, que se han aplicado en muy pocas ocasiones.

Si a la República llamada Democrática del Congo no se le envía un mensaje claro y rotundo, lo que vamos a hacer es una Resolución que no servirá para absolutamente nada y lo sabemos todos. Yo me siento muy satisfecho de que esté el apartado 13, que le recuerdo y que quiero que tenga claro. Y es que se exija el comportamiento correspondiente al Acuerdo de Cotonú, esto es, el respeto de los derechos humanos como parte fundamental del desarrollo, y, si no se aplica de manera radical, que se aplique el procedimiento correspondiente a los artículos 9 y 96. Y, si no lo aplicamos, no hagamos resoluciones, no tranquilicemos nuestra conciencia y no practiquemos eso, que a mí me parece repugnante, que es la hipocresía democrática.

  Josef Weidenholzer, Verfasser. – Herr Präsident! Die Demokratische Republik Kongo ist ein Land voller Instabilität. Menschenrechtsverletzungen sind an der Tagesordnung, und das Land beschäftigt uns häufig auch hier im Haus, zuletzt im Mai, als es um die Zertifizierung von Konfliktmineralien ging, und vor einem Jahr, als Doktor Mukwege den Sacharow-Menschenrechtspreis verliehen bekam. Es war eine sehr beeindruckende Feier. Er stellte diese Zusammenhänge klar. Er sprach zur Zuschauertribüne, und die Menschen aus der Emigration, die hier leben, jubelten ihm zu. Er meinte, dass dieses Land sich verändern müsse. Genau in dieser Situation stehen wir. Die beiden Menschenrechtsaktivisten sind inhaftiert, aber nicht nur sie, sondern auch viele andere. Wir fordern ihre Freilassung, und wir fordern auch die Kommission auf, den nötigen Druck auszuüben und alle ihre Möglichkeiten auszuschöpfen, um dem Land bei den nächsten Wahlen im Jahr 2016 eine friedliche Zukunft zu ermöglichen.

  Maria Arena, au nom du groupe S&D. – Monsieur le Président, Fred Bauma et Yves Makwambala sont deux jeunes citoyens congolais qui sont actuellement détenus à Kinshasa, simplement parce qu'ils se sont réunis avec d'autres jeunes Africains, d'autres mouvements d'Afrique, afin de militer pour la citoyenneté, la liberté et la démocratie. Ils se trouvent dans la prison de Makala, après avoir passé quelques mois dans le cachot de l'agence nationale des renseignements.

Leur procès vient de commencer aujourd'hui. Ils sont accusés d'avoir attenté à la vie du président Kabila, simplement pour s'être réunis. Ce que nous demandons, ici à l'Europe, c'est bien entendu leur libération immédiate, l'abandon, par la République démocratique du Congo, de toutes les charges qui pèsent contre eux et contre les mouvements Filimbi et Lucha, parce que ces mouvements sont essentiels dans le contexte actuel préélectoral tendu. Ils doivent permettre de canaliser une forme de citoyenneté des jeunes.

Si nous ne voulons pas que le chaos règne à nouveau en République démocratique du Congo, nous devons soutenir les militants pour la démocratie.

  Dita Charanzová, on behalf of the ALDE Group. – Mr President, a strong civil society is vital to any democratic process. In Congo, civil organisations have an exceptional role in filling the void of a state that fails to provide fully for its citizens. Peaceful and civic engagement should never be punished. Congo cannot silence the violence of its people or deny them the right to mobilise. The fact that recent violations have specifically targeted youth movements and the political opposition is additionally disturbing.

As a first step towards reconciliation with its own people, Yves Makwambala, Fred Bauma and all Arab political prisoners must be released. The Congolese authorities should make use of the critical benefits brought by an active civil society. A dynamic civil society not only keeps the state in check but also brings the community the capacity to resolve common problems. It is time for the Congolese authorities to celebrate this as a virtue rather than attack it as a threat.

Pytania z sali

  Ivan Jakovčić (ALDE). – Gospodine predsjedniče, možemo se svi pitati je li ovo uvod u izbornu kampanju. Jesu li Makwambala i Bauma novi simboli otpora u Kongu i jesu li oni nove žrtve onoga što možemo dalje očekivati do samih izbora u Kongu.

Tko će dalje pljačkati tu zemlju? Tko će dalje imati koristi od onoga što se dešava u Kongu na potpuno nedemokratski, necivilizirani način? A možemo se pitati i tko možda u Europi može imati interes od takvih događanja u Kongu? I tko u Europi može imati interes od režima u Kongu?

Mislim da moramo biti iskreni među sobom i otvoriti ta pitanja jer sigurno je jedno: i Europa ima svoje interese u Kongu, a ako ih imamo, onda ajmo pokušati tu prijateljsku zemlju na neki način dovesti u red.

  Fabio Massimo Castaldo (EFDD). – Signor Presidente, onorevoli colleghi, Yves Makwambala, Fred Bauma: la lotta dei giovani congolesi deve essere anche la nostra, altrimenti, colleghi – mi dispiace – non ha senso attribuire premi come quello Sacharov a Mukwege in quest'Aula e poi dimenticarcene.

È il 20° anniversario del genocidio del Ruanda e ancora in molti Stati subsahariani ci sono violenti conflitti e penso anche a quelli potenziali come il Burundi. I due attivisti sono stati arrestati semplicemente perché volevano esercitare la libertà di espressione, la libertà di manifestazione. 425 corpi vengono trovati in una fossa comune a Fula Fula e probabilmente sono altri giovani, altri oppositori politici.

Noi dobbiamo fare in modo, come diceva prima il collega Nart, che gli accordi di Cotonou e tutti gli altri impegni internazionali non restino lettera morta. Altrimenti ci prendiamo in giri da soli.

Io voglio che in quest'Aula risuonino le parole di Fred Bauma quando diceva, appunto, che "Non accetteremo mai che il treno della libertà, della democrazia, già in marcia nel nostro Paese, sia bloccato da qualcuno. Ci siamo impegnati come giovani cittadini per l'avvento della democrazia nel nostro Paese e nulla potrà fermarci nemmeno, gli arresti arbitrari".

Neanche noi dobbiamo fermarci.

Ne laissons pas mourir les aspirations démocratiques de la jeunesse congolaise.

  Krisztina Morvai (NI). – Elnök Úr, az előbb a plenáris ülés azon élcelődött, hogy az egyik képviselőtársnőnket, aki a szocialista frakcióba tartozik, tévedésből a néppárt soraiba sorolta a levezető elnök. Elviccelődtek ezen, lehet is, hiszen mindenki tudja, hogy semmi lényeges különbség nincsen, hiszen az igazán fontos kérdésekben a status quo fenntartásában úgyis kéz a kézben járnak. Így van ez abban a kérdésben is, hogy mindkettőjük szerint ugye a kongói emberi jogi helyzettel kell itt most foglalkozni, és abban is, hogy például Magyarországon – ugye – amikor a 2006-os tömeges rendőri brutalitások és egyébként önkényes letartóztatások voltak, ezt a szocialista bajtársaik követték el. Most a néppárt alá tartozó rendőrségnek, ügyészségnek kellene a felelősségre vonást elvégeznie, de abszolút nem végzi el, védi a szocialista pajtásaik, elvtársaik jogsértéseit. Ennyit arról, hogy mi a különbség a két nagy frakció között.

(Koniec pytań z sali)

  Cecilia Malmström, Member of the Commission. – Mr President, this is indeed a very important debate, and let me assure you that we have heard the very clear message here and we will, of course, convey it to the High Representative as well. We feel that we have strong support from this plenary to continue to pay close attention to the cases of Mr Bauma and Mr Makwambala and also the other people involved.

As you know – and some Members mentioned – this year 30 people were arrested at the Filimbi workshop event in Kinshasa, the youth platform to encourage young people to get involved in civic life in a peaceful and responsible way. Most of those arrested were released or deported but two participants were detained further – the two people we are talking about here today. They were held by the National Intelligence Agency for more than 40 days without charge and without access to legal assistance. Later they were transferred to the Public Prosecutor’s Office and charged with several offences.

The very little information that we have has led many to conclude that the charges are disproportionate and unsubstantiated, and there is an obvious risk in this context that the charges are politically motivated. We regret that a solution can still not be found to release those activists. A parliamentary investigation found no evidence to indicate that either the leaders or the participants at the Filimbi workshop were involved in planning terrorist or violent crimes, yet the Communication Minister of the Democratic Republic of Congo said that the Filimbi leaders were planning ʽterrorist activitiesʼ and ʽviolent insurrectionʼ – and I quote him. There is no evidence backing this, so these statements are of course without substance.

Naturally we will continue to follow these cases extremely closely. Two démarches have been made to the Minister of Justice and EU Member States have been observing court hearings. Both EU Member States and our EU delegation have regular contact with human rights organisations and lawyers on the cases and you can count on our continued attention.

More broadly, many of you have called for human rights to be at the centre of our dialogue with the Democratic Republic of Congo (DRC). It is a country with a remarkable plurality of parties, views and aspirations, and it is vital – this year more than ever – that all political and civil actors feel free to speak their minds and to submit themselves to the public through debate and discussion. Respect for human rights and fundamental freedoms are essential elements in the Cotonou Agreement. These issues are also critical for the electoral cycle between now and the end of next year.

The EU wants to support that process, but we need to have the right conditions to be in place in terms of budget, calendar and political climate. In both the local statements and Council conclusions the EU has expressed concerns in the narrowing of the political space, particularly since the events accompanying the revision of the electoral law at the end of January earlier this year. We have underlined the risk of any perception that justice could be instrumentalised or serve political events. We are concerned by arbitrary detentions and arrests, especially those involving intelligence services, and by unnecessary use of force, physical threats and intimidation of journalists. Where members of the security services have carried out illegal actions, the Congolese authorities should take urgent action to investigate and prosecute cases.

In our responses we have drawn on the African Charter on Democracy, Elections and Governance, which stresses the importance of a political climate free of tension, allowing for an open debate, protecting freedom of expression and the right of the opposition to ensure the independence and impartiality of justice.

The EU stands ready to support the DRC in a genuine partnership. The launching of a national indicative programme of EUR 620 million stands as proof of that commitment. However, we will continue to speak up and engage where we have concerns, in this case and in many others.

  Przewodniczący. – Zamykam debatę.

Głosowanie odbędzie się po debacie.

Pisemne oświadczenia (art. 162 Regulaminu)

  Monica Macovei (PPE), in writing. – On 15 March 2015 Congo’s national intelligence agency arrested 30 pro-democracy activists in Kinshasa while they were attending a workshop for Filimbi, a movement to promote mobilisation in politics. Yves Makwambala and Fred Bauma were among these people. Over the following weeks, mass arrests continued in Kinshasa and Goma, where people were tortured because they were peacefully protesting the arrest of the activists. Those arrested are still detained and they do not have access to legal assistance.

In the light of the provisions of the African Charter, which Congo ratified, I shall remind the Congolese authorities of their obligations to guarantee fundamental rights such as the freedom of expression and assembly, and access to justice. Freedom of expression is the vital element for a healthy society and for any individual. Human Rights are universal and inalienable; therefore they should be applied in Congo too! I condemn the extreme form of violence held against the human rights defenders and demand their immediate release. Following the Cotonou Agreement, I reaffirm that it is impunity which contributes to the preservation of cycles of violence and the cause of human rights violations. The perpetrators of violence against activists and journalists should be brought to justice!

  Jiří Maštálka (GUE/NGL), písemně. – Je symbolické, že zájem o lidská práva v Demokratické republice Kongo dnes projevujeme v Bruselu. Myslím, že nikoho neurazím tím, že připomenu některá historická fakta. Podle Britské encyklopedie mělo Kongo v roce 1885, kdy je belgický král získal jako kolonii, 20 milionů obyvatel. Za čtvrt století se snížil počet tamních obyvatel na 8 milionů. Připomínám tuto skutečnost proto, že Belgie jako konstituční monarchie už tehdy měla vzorovou ústavu obsahující vznešenou deklaraci lidských práv. Kolik let trvalo, než se ideály lidských práv začaly vztahovat i na tuto kolonii? Dvě světové války proběhly, než v roce 1960 Republika Kongo získala nezávislost. I dnes budou jistě mnozí Afričané, zvláště pak v bývalém belgickém Kongu, s despektem hledět na evropská doporučení týkající se lidských práv. Myslím ale, že nás to nesmí odradit. Jen musíme více působit vlastním příkladem, méně nátlakem a mentorováním. Musíme ctít tamní tradice a připomínat si velikost takových lidí, jako byl Patrice Lumumba. A také se musíme zbavit iluze, že moderní občanskou společnost lze vybudovat na bázi chudoby a negramotnosti. V těchto sférách musíme pomáhat, nechceme-li, abychom místo zdokonalování demokracie dláždili cestu k moci nějakém novému Mobutuovi. Lidská práva nelze v rozvojových zemích nařídit úpravou vnitřních zákonů nebo vnutit armádami Západu.

  Pavel Svoboda (PPE), písemně. – Oba aktivisté, o kterých dnes především hovoříme, reprezentují bohužel řadu podobných osudů lidí, kteří bojují za lidská práva všude ve světě. Je naší povinností, aby se těmto lidem dostalo zastání. Pouze s jejich pomocí docílíme např. toho, že svobodným volbám bude předcházet svobodná výměna názorů ve svobodném tisku či realizace práva shromažďovacího. Jen takové volby je možno považovat za svobodné. Žádám tedy propuštění všech osob zadržovaných v Demokratické republice Kongo jen z politických důvodů.