Fuldstændigt Forhandlingsreferat

Torsdag den 1. marts 2018 - Bruxelles

2. Bankunionen - årsberetning 2017 (forhandling)

  Przewodniczący. – Pierwszym punktem porządku dnia jest sprawozdanie sporządzone przez Sandera Loonesa w imieniu Komisji Gospodarczej i Monetarnej w sprawie unii bankowej – sprawozdanie roczne za rok 2017 (2017/2072(INI)) (A8-0019/2018).

  Sander Loones, Rapporteur. – Dank u wel, mijnheer de Voorzitter. Het is vroeg in de ochtend. Ik ben een goede slaper, op dat vlak heb ik geluk. Ik slaap redelijk gemakkelijk, maar er zijn mensen die minder goed slapen, die zich zorgen maken 's nachts omdat ze zich onzeker voelen, onder andere over hun toekomst, en die zich afvragen of hun spaargeld veilig is. Het is onze taak om die zorgen serieus te nemen, om die aan te pakken, en om die, waar nodig, ook te remediëren.

Mensen zijn immers nog niet vergeten welke diepe wonden de eurocrisis heeft geslagen, hoe hun spaargeld in gevaar is gekomen. We hebben toen allemaal gezegd: dit mag nooit meer gebeuren. Dat is de vraag die we vandaag behandelen in dit verslag. Hebben wij woord gehouden? Zal dit nooit meer gebeuren? Hebben wij regels uitgewerkt die ons bankensysteem robuuster hebben gemaakt, steviger hebben gemaakt wanneer banken failliet gaan?

Laten we beginnen met het eerlijke antwoord: ja, dat hebben wij gedaan. Het systeem ís steviger en robuuster geworden, omdat we bij en na die financiële crisis ook de eerlijke en juiste analyse hebben gemaakt die luidde dat er te weinig regels waren, waardoor bankiers te grote risico's konden opbouwen. Dat hebben we aangepakt. We hebben meer regels op tafel gelegd en ingevoerd.

Ten tweede hebben we ook de logica omgedraaid. Vroeger was het zo dat grote aandeelhouders, grote obligatiehouders van banken, met de winsten gingen lopen wanneer het goed ging, maar de verliezen doorschoven naar de belastingbetaler wanneer het fout ging. Die logica hebben wij omgekeerd.

Wat dit verslag bijzonder maakt, is dat wij niet alleen de regels gezien hebben, maar dat we ook de toepassing van de regels gezien hebben, voor de eerste keer in de Europese Unie en een aantal verschillende landen, met wisselend succes. We hebben dit weekend nog gezien wat er in Letland is gebeurd, maar vorig jaar hebben we vooral de cases gezien in Spanje en Italië, waar de geest van de regels in het ene geval al wat meer is gerespecteerd dan in het andere geval. Ik denk dat we bijvoorbeeld in Italië een wat creatievere interpretatie gezien hebben van de bankenregels. Ik denk dat net dát, collega's, de Europese ziekte is. We hebben eigenlijk betere regels, maar we passen ze niet altijd toe. We zorgen ervoor dat er extra maatregelen worden genomen, maar als er achterpoortjes zijn, dan zijn die toch niet helemaal gesloten.

Ik denk dat we daarmee zouden moeten starten, met eens eindelijk te doen wat we hebben afgesproken. Dat we de regels die op tafel liggen ook effectief zouden toepassen. Maar neen, dan zie je dat hier in het Europese debat zowat het idee circuleert dat je problemen per definitie het makkelijkst oplost door ze te gaan solidariseren, door ze te gaan spreiden. Ik ben papa van drie jonge kindjes. Wanneer onze dochter Suzanne iets fout doet, dan spreek ik haar daarop aan, en dan moet zij daarvoor boeten. Wanneer ik mijn kindjes niet op z'n Vlaams zou opvoeden maar op z'n Europees, dan zou ik niet alleen haar moeten aanspreken, maar ook haar broertjes, Tuur en Cas, terwijl die eigenlijk niets verkeerd hebben gedaan.

Dat is zo'n beetje de logica die je ook ziet in het bankensysteem, dat we solidair moeten zijn, dat lidstaten die niets fout hebben gedaan per definitie toch gevraagd worden om solidair te zijn met lidstaten die wel in de fout gaan. Ik denk dat dat niet juist is. Ik denk dat we eerst moeten vragen dat die lidstaten verantwoordelijkheid opnemen om de rekeningen op orde te zetten vooraleer we zaken gaan solidariseren.

Dat is ook de reden waarom ik in alle eerlijkheid soms wat nerveus word wanneer ik dossiers zie die op de Europese tafel liggen, bijvoorbeeld het Europese deposito- en garantiefonds. Vandaag zijn er nationale fondsen die bevoegd zijn om een regeling te treffen wanneer het spaargeld van mensen tot 100 000 euro in gevaar zou kunnen komen. Europa, de Europese Commissie in het bijzonder, zegt nu dat die nationale potjes te klein zijn, dat we ze zouden moeten vervangen door één grote Europese pot, waardoor banken en spaarders hier in Noord-Europa garant zouden komen te staan voor spaarders in Zuid-Europa. Ik denk dat we hiermee toch moeten oppassen. Ik vind het een goed systeem als wij risico's solidariseren, maar wel op voorwaarde dat de lidstaten eerst zelf hun risico's inperken. Op dat vlak is er toch best nog wel wat werk te doen, in Zuid-Europa in het bijzonder.

  Valdis Dombrovskis, Vice-President of the Commission. – Mr President, I would like to thank Mr Loones for his annual report on the Banking Union. It has provided us with an excellent account of how much has so far been achieved since the last financial crisis and of what remains to be done in the future.

As you know, the completion of the Banking Union is one of the Commission’s highest priorities and we very much welcome the attention and engagement Parliament shows in its annual report for 2017. Major steps have been taken towards Banking Union and results have been achieved since the same debate took place last year, but we agree that we are not done yet.

First, regarding the banking sector, good progress has been made in the negotiations on the November 2016 banking package, which will strengthen the prudential framework and increase banks’ ability to absorb losses in times of crisis – without the help of taxpayers’ money. EU banks are significantly stronger than they were before the crisis, thanks to their own efforts to adjust their business models and also thanks to the regulatory reforms we introduced and to better supervision. However, non-performing-loan ratios remain high in some Member States. To address this, the Commission – as announced in the First Progress Report on the Reduction of Non-Performing Loans in Europe, in January 2018 – will adopt a comprehensive package tackling non-performing loans this spring.

The package will focus on requiring banks to put aside sufficient means to cover losses if new loans become non-performing; tackling delays in debt recovery; opening up secondary markets; and, lastly, clarifying with a blueprint how EU countries can set up national asset-management companies if they so decide.

Bank exposure to sovereigns is another area where the Commission shares Parliament’s view: this problem has multiple implications, including the financial stability and international dimension.

Regarding financial technology (fintech), the Commission fully agrees with the need to ensure a level playing field for all market participants, based on the ‘same activity, same rule’ principle. In line with Parliament’s call, the Commission will adopt on 7 March a communication on fintech, in the form of an Action Plan, which will also include a number of initiatives to strengthen the cyber resilience of the EU financial sector.

Coming to my second point, on the institutional setting of Banking Union, this is an area where more needs to be done. Recent experience will help to improve further the practical application of the rules, as well as coordination among the Commission, the Single Resolution Board, the Single Supervisory Mechanism and the European Banking Authority.

Overall, the two pillars of Banking Union (supervision and resolution) are working well and, as numbers demonstrate, have helped further to reduce risks in the banking sector. But for Banking Union to deliver its full potential it must be complete. For this reason, the Commission welcomes the report’s call to complete the Banking Union with common deposit insurance arrangements, and we are committed to working with Parliament and the Council to advance rapidly on the European Deposit Insurance Scheme. Quick progress is also needed to build up a readily available common backstop for a single resolution fund, in order to increase its credibility.

These are just some of the areas highlighted in your report, and we are looking forward to pursuing work in these areas with you.

  Danuta Maria Hübner, on behalf of the PPE Group. – Mr President, dear colleagues, I think it is very good that the Banking Union Report has been successfully established as one of the routine exercises of the European Parliament. This time around, on many issues related to the functioning of the Banking Union, we have had the opportunity to express ourselves for the first time. I am thinking here of the actions undertaken by the European Institutions to fight non-performing loans or the recent bank resolution cases.

But this year we also have a chance to move forward on legislation. We have received from the Commission a proposal for a fiscal backstop for the Single Resolution Fund. We have also the Commission communication on the Banking Union that, among others, intends to relaunch the discussion on the European Deposit Insurance Scheme (EDIS), the missing pillar of the Banking Union, and to test a new approach to the design of the system. And of course, the Banking Package is still under discussion. But this is also the moment for those Member States that do not share a common currency yet to consider joining the Banking Union as soon as possible. It is a shock-absorption mechanism and also comes with governance arrangements that help deal with home host issues. The benefits of belonging to such a system would be particularly pronounced in Central Europe, where Member States are host countries, hosting a huge number of branches and subsidiaries of institutions that actually come from the Banking Union area. Also, at a time of questions on the future of the Union and the risks of increased fragmentation, a broad membership of the Banking Union would be a way of containing supervisory divergence and fragmentation and of involving all Member States in a common project that fosters resilience and financial stability.

  Mady Delvaux, au nom du groupe S&D. – Monsieur le Président, je voudrais féliciter Sander Loones et le remercier et saluer les rapporteurs fictifs pour leur bonne coopération. Il est incontestable que des progrès ont été accomplis: le système bancaire européen est plus robuste qu’il ne l’était, mais il serait illusoire de penser qu’il est à l’abri d’une prochaine crise tant que l’union bancaire n’est pas complète.

Le troisième pilier, pourtant indispensable, n’est pas en place. La première application du régime de résolution soulève bien des interrogations. Il sera nécessaire de faire toute la transparence et de tirer les conclusions pour l’améliorer. Et je ne parle pas de la sous-capitalisation de certaines banques, des créances douteuses, de la dette souveraine, du partage de risques insuffisant et de la nécessité d’une meilleure coordination entre autorités, sans oublier les défis que constituent les cyberattaques, qui exigent une attention accrue et des investissements importants dans la sécurité.

  Bernd Lucke, im Namen der ECR-Fraktion. – Herr Präsident, meine Damen und Herren! Auch mein Dank gilt dem Berichterstatter für einen wirklich vorzüglichen Bericht zur Bankenunion, der, glaube ich, in diesem Hause zum Teil falsch gelesen wird – jedenfalls was EDIS betrifft. Er hat eine ganz andere Sprache als frühere Berichte zur Bankenunion. Es wird eben nicht EDIS gefordert, Herr Kommissar, wie Sie es gerade falsch gesagt haben, sondern es wird ganz klar gemacht, dass die Bankenunion in ihren bestehenden beiden Säulen wichtige Aufgaben erfüllt, dass wir aber gleichzeitig im Bereich der Einlagensicherung durchaus Mechanismen haben, die bereits sehr vernünftig gestaltet sind, in dem Sinne nämlich, dass wir die Einlagensicherungsrichtlinie haben, die es ermöglicht, dass nationale Einlagensicherungssysteme in Krisen Kredite an bedrängte andere Einlagensicherungssysteme geben, aber sie nicht dazu verpflichtet. Mit diesem Design ist die Bankenunion komplett.

Es ist völlig falsch, ständig zu behaupten, dass wir sie noch komplettieren müssten. Es ist geradezu gefährlich, wenn wir nationale Einlagensicherungssysteme dazu verpflichten würden, in Krisensituationen einen Ressourcenabfluss hinzunehmen, weil gerade das in den helfenden Einlagensicherungssystemen zu einem bank run führen könnte, zu einem Vertrauensverlust führen könnte, der die Sparer dazu bewegt, ihre Einlagen abzuziehen. Das Einlagensicherungssystem EDIS, könnte also zusätzliche Risiken erzeugen, und deshalb ist es ein falscher Schritt, in diese Richtung weiter voranzuschreiten.

  Thierry Cornillet, au nom du groupe ALDE. – Monsieur le Président, Monsieur le rapporteur, Monsieur le Vice-Président, l’union bancaire est une jeune mais une très bonne invention. Il est utile d’en rappeler les objectifs fondamentaux: garantir la solidité des banques et leur capacité à résister à des crises futures, éviter le recours à l’argent du contribuable lorsque ces banques sont en difficulté, harmoniser les règles et, dernier objectif mais non des moindres, renforcer la stabilité financière de la zone euro et, par voie de conséquence, celle de l’Union européenne.

La mise en place du mécanisme de surveillance unique et du mécanisme de résolution unique est récente, elle est donc perfectible. Il y a notamment des marges de progression en matière de transparence, de prévisibilité ou de lisibilité des décisions.

Le troisième pilier de cette union bancaire, c’est le système européen d’assurance des dépôts. Le travail sur celui-ci est nécessaire, même s’il faut prendre le temps d’y réfléchir. Il est utile d’arriver à un système qui incite les banques à la vertu – le rapporteur l’a rappelé tout à l’heure – et garantisse la stabilité du système au bénéfice de tous.

Je rappelle aussi que l’union bancaire est ouverte même à ceux qui n’ont pas encore l’euro comme monnaie. Certains membres qui ne font pas encore partie de la zone euro hésitent, je n’hésite pas à leur dire: venez, vous êtes les bienvenus pour participer activement au renforcement de la stabilité financière et donc, par voie de conséquence, de la stabilité de l’Union européenne toute entière.

  Ernest Urtasun, on behalf of the Verts/ALE Group. – Mr President, the ‘too big to fail’ problem of the European banks remains unchanged. Our banking system has not changed as much as the crisis showed it was needed. On the contrary, we are in a period of regulatory rollback at international and EU level, lowering standards in financial regulation. In this context, the Greens strongly support decisive steps towards risk reduction that should go hand-in-hand with risk-sharing, and we see with concern that this is actually not happening. 2017 was the year when we saw obstacles to resolvability of the Venetian banks and the first resolution under the EU framework, the popular case which shows that further transparency is clearly needed.

We would like to thank Mr Loones for the good work, because the Annual Report on the Banking Union addresses some of our concerns: concerns with resolvability and with mis-selling; good wording on EDIS, which we believe are very important; concerns that our Group has traditionally had with shadow banking, for instance. We believe that this is a good report and we would like to thank the shadow rapporteurs for their cooperation and we will vote in favour.

  Marco Valli, a nome del gruppo EFDD. – Signor Presidente, onorevoli colleghi, ci tenevo anch'io a ringraziare il relatore Loones perché ha fatto un discreto lavoro. Per noi, purtroppo, rimangono dei punti molto difficili da accettare, in generale sull'unione bancaria, a partire dal primo pilastro sulla vigilanza: ci sono evidenti lacune di vigilanza da parte del sistema di supervisione bancaria e la Commissione dovrebbe porvi rimedio. Parlo degli asset di secondo e terzo livello, i derivati, che sono un mercato pari a quasi 12 volte gli NPL – si parla di 6 800 miliardi, arriviamo a 453 miliardi di nozionali.

La Commissione secondo me dovrebbe fare un esame di coscienza e capire se il problema sono solo gli NPL, e quindi il credito, e non invece aggredire anche quello che è un problema sistemico, ovvero quello legato al mercato degli asset level 2 and level 3, perché lì sono gli interessi delle grandi banche d'affari e c'è il vero rischio sistemico.

Per quanto riguarda il secondo pilastro, la risoluzione, abbiamo visto che il bail in porta i risparmiatori e la fiducia nel sistema finanziario a essere poco credibili. Quindi bisognerebbe creare anche un sistema di garanzia di tutti i depositi, in modo tale che i risparmiatori siano e si sentano veramente tutelati, cosa che l'unione bancaria oggi non sta riuscendo a fare, e quindi c'è bisogno di questo. In più, bisogna smetterla di andare a parare sulle conseguenze delle crisi bancarie, ma andare a parare sulle cause. L'unico modo è applicare una vera e reale separazione bancaria riaprendo il progetto di BSR, ovvero banking structural reform, che si è appunto dimenticato e andrebbe invece ripreso.

  Barbara Kappel, im Namen der ENF-Fraktion. – Herr Präsident, Herr Vizepräsident der Kommission! Aufsicht und Abwicklung sind heute die zwei tragenden Säulen der Bankenunion. Der Berichterstatter hat das im Bericht sehr gut herausgearbeitet. Die dritte Säule – die Einlagensicherung – wird kontrovers diskutiert; wir haben das heute im Rahmen dieser Diskussion hier schon miterleben dürfen. Aber es gibt große Mitgliedstaaten, die durchaus der Meinung sind, dass ein systemischer Abbau hoher Risiken in den Bankbilanzen der EU-Institute zu erfolgen habe, bevor es zu einer gemeinsamen Einlagensicherung kommt – also Risikoreduzierung vor Risikoteilung. Ich würde mich dieser Forderung anschließen wollen.

Während eine Einigung bei der Einlagensicherung doch in weiter Ferne ist, sollte die Bankenaufsicht funktionieren. Wenn ich jetzt den Fall der drittgrößten lettischen Bank, der ABLV, anführe, die nach bestandenem Stresstest nach massiven Geldwäschevorwürfen vor dem Zusammenbruch steht und ein Fall für die Bankenabwicklung ist, so stärkt das das Vertrauen in die Aufsicht nicht. Auch dass dieser Fall nicht durch die Bankenaufsicht der EZB aufgedeckt wurde, sondern durch die amerikanischen Finanzbehörden, stärkt das Vertrauen nicht.

Die Bankenunion hat den Finanzsektor zweifellos sicherer gemacht. Das wird auch durch den letzten Fortschrittsbericht der Kommission über den NPL-Abbau deutlich. Der Kommissar hat es angeführt. Die Quoten sind noch unterschiedlich, aber vielleicht sollte man einen Vorschlag des Berichterstatters annehmen und den Stresstests der Bankenaufsicht konsistentere Maßnahmen folgen lassen, damit so ein Fall wie Lettland zukünftig nicht mehr passiert.

  Miguel Viegas, em nome do Grupo GUE/NGL. – Senhor Presidente, durante o ano de 2017, mais uma vez, os contribuintes foram forçados a pagar o resgate da banca italiana, com uma entrada massiva de 17 mil milhões de dinheiros públicos. Este dinheiro retirado diretamente do bolso dos trabalhadores serviu para salvar dois bancos falidos e proteger os seus obrigacionistas.

Em Portugal, o dinheiro dos contribuintes continua a pagar as resoluções do BPN, do Banif e do Banco Espírito Santo. Assistimos, igualmente, a uma vaga de fusões e à criação de gigantescos grupos financeiros, todos eles controlados por grupos estrangeiros, ou seja, tudo ao contrário do que foi anunciado pela União Bancária, que foi criada para acabar com os bancos demasiado grandes para falir e acabar com o regabofe de fundos públicos para pagar as favas da especulação e da irresponsabilidade financeira.

Para o PCP, a União Bancária foi desenhada para reforçar o papel da finança e retirar aos Estados nacionais qualquer capacidade de intervir no sistema financeiro. Sabemos, hoje, que a supervisão é uma farsa e que a resolução não é credível. A nossa proposta é muito clara: só um controlo público da banca poderá colocar o sistema financeiro ao serviço da economia e do desenvolvimento.

  Esther de Lange (PPE). – Dank u wel, mijnheer de Voorzitter. Ik zou allereerst in onze gedeelde taal Sander Loones als rapporteur willen bedanken voor zijn verslag.

I will turn to English as I have put away my prepared short intervention, and I would like to take up some words that we heard from the Commissioner, which are of course well appreciated. He mentioned that the two pillars of the Banking Union are working well – and they are, but not fully. I do think that the situation that has come to light, for example in Latvia – brought to our attention by the US rather than European supervision – shows that there are also still some blind spots in the first and second pillars. I am not mentioning this to be difficult; I am mentioning this because I know it makes the work on the third pillar more difficult. You have heard from colleagues how controversial the European Deposit Insurance Scheme (EDIS) proposal is. There is a will to progress, I think, among many in this House, and I welcome in that regard the Commission Communication that we saw at the end of last year, and also the words of the Commission on the initiatives that we can expect on non-performing loans (NPLs) and exposure to sovereigns. I think these are key, especially if at some point we want to move EDIS beyond liquidity support only. But I believe that progress, especially in these two fields, needs to be measurable, proven and concrete, not only on the flow, but also on the stocks, of NPLs. So there is quite a lot of work ahead of us. The spirit is positive and I thank the Commission for that, but it will, I am afraid, take time.

(The speaker agreed to take a blue-card question under Rule 162(8))

  Paul Rübig (PPE), Frage nach dem Verfahren der „blauen Karte“. – Meine Frage geht in die Richtung der Risikoreduzierung. Wir wissen ja, dass es bei großen Ausfällen bis jetzt üblich ist, dass der Staat einpringt. Bei kleinen Betrieben wird eigentlich relativ schnell und sofort exekutiert.

Glauben Sie, dass die Risikoreduzierung vor allem auch die kleinen und mittleren Betriebe unterstützen sollte, damit sie in der Liquidität bessere Möglichkeiten haben, dementsprechend ihre Geschäftsmodelle durchzuführen?

  Esther de Lange (PPE), blue-card answer. – It is always a pleasure to get a blue card from your own Group. Without going into the detail of the EDIS proposal and the implications for certain Member States and smaller banks, what is clear is that the resolution cases that we have seen taking place in Europe have not all followed the ideal model that we foresaw when we put the legislation into place. That just proves my point that there are still some blind spots in the way that the legislation was meant to be. But I can reassure, in some regards, the colleague from Austria that we are, of course – also in working on the EDIS proposal – aware that the legislation that we make should suit big banks, but also the smaller ones and the particular cases that we have seen in the case of Einlagensicherung in Germany and in Austria.

  Pervenche Berès (S&D). – Monsieur le Président, Monsieur le Commissaire, l’union bancaire est le parapluie du concept de réduction des risques, de partage des risques. J’ai parfois l’impression que, dans la balance, on déséquilibre les choses et qu’on oublie d’évaluer l’ensemble des efforts qui ont déjà été faits en matière de réduction des risques, y compris dans la façon dont l’Union européenne va intégrer les nouveaux concepts internationaux pour lui permettre de respecter ses engagements, s’agissant de l’absorption des pertes – le fameux TLAC – ou encore d’abaisser la valeur domestique des prêts non performants (NPL), sur lesquels nous attendons de nouvelles propositions.

Mais ce rapport annuel, aujourd’hui, est un point de rendez-vous qui nous permet peut-être d’identifier trois domaines dans lesquels davantage doit être fait.

D’abord, on l’a dit ici, les piliers manquants. Au fond, j’en identifie deux, bien sûr, et dix sur lesquels aucune proposition valable ne pourra être faite si on n’avance pas en parallèle sur la question de la liquidité et sur la question de l’absorption des pertes.

Mais il y a aussi ce fameux «dispositif de soutien budgétaire» sur lequel des progrès pourraient être faits avec la transformation du Mécanisme européen de stabilité, mais nous vous invitons à être vigilants pour que cela se fasse selon la méthode communautaire, bien évidemment.

Et puis, il y a la question du lien entre les souverains bancaires et les États. Nous pensons que l’union bancaire doit nous permettre de faire jouer ces fameuses dérogations qui permettent de se servir des bénéfices acquis du fait de l’existence de l’union bancaire.

Enfin, un troisième chantier s’ouvre à nous à la suite du cas letton et de la chute de la banque ABLV, qui nous indiquent à quel point on ne pourra pas avoir une union bancaire sûre et stable si on ne regarde pas la dimension fiscale et notamment l’impact de la lutte contre le blanchiment d’argent sur la stabilité et le caractère systémique des banques.

  Sven Giegold (Verts/ALE). – Herr Präsident, liebe Kolleginnen und Kollegen! Wir haben nach Jahren der Finanzmarktreform eine absurde Situation. Einige Großbanken sind nach wie vor mit Verschuldungsquoten von lediglich 4 % an ihrer Bilanzsumme im Markt unterwegs,während auf der anderen Seite – ich habe mir das in meinem Wahlkreis mehrfach angeschaut – kleinere Institute, die mit einer Verschuldungsquote von 8 – 10 % bestens dastehen, überschüttet werden mit Meldeanforderungen der Zentralbank, national wie europäisch, der Aufseher, national wie europäisch, der Europäischen Bankenaufsichtsbehörde und auch noch der nationalen Statistikbehörden.

Diese Meldeanforderungen sind im Verhältnis zum Ziel der Finanzmarktstabilität völlig disproportional. Deshalb ist es richtig, dass wir hier fordern, dass es ein einheitliches europäisches Meldewesen gibt, das dafür sorgt, dass auch kleinere Finanzmarktakteure nach den Finanzmarktreformen überleben können.

Ich bitte Sie, Herr Kommissar, helfen Sie uns in der aktuellen Gesetzgebung, ein solches umfangreiches europäisches einheitliches Meldewesen auf den Weg zu bringen, damit der bürokratische Aufwand sinkt und wir gleichzeitig die Ziele der Finanzmarktstabilität erreichen.

  Jörg Meuthen (EFDD). – Herr Präsident, verehrte Kollegen! Wir reden heute über die Bankenunion. Die deutsche Bundesregierung hat im Jahr 2012 eine Bankenaufsicht durch die EZB gefordert; das hielt man damals für einen cleveren Schachzug. Heute muss man sagen, dass die Bundesregierung auf ganzer Linie gescheitert ist. Die Bankenunion wird zunehmend zur Transferunion.

Der Bericht fordert eine Letztsicherung der Bankenabwicklung durch den Fiskus. Er behauptet frech, dass dies einen Rückgriff auf Staatsgelder vermeide. Meine Damen und Herren, Sie müssen mir erklären, wie man etwas fiskalisch absichern kann, ohne den Fiskus zu belasten.

Der Bericht fordert auch, den ESM in einen europäischen Währungsfonds zu verwandeln, der diese fiskalische Absicherung übernimmt. Meine Damen und Herren, ich lade Sie ein, meinem Änderungsantrag zuzustimmen und dies abzulehnen. Es ist Zeit, Farbe zu bekennen – gegen Bankenrettung auf Steuerzahlerkosten, gegen eine europäische Einlagenversicherung und gegen den Ausbau der Bankenunion zur Transferunion.

  Theodor Dumitru Stolojan (PPE). – Domnule președinte, uniunea bancară este domeniul în care am progresat destul de mult și Comisia Europeană merită felicitări pentru persistență în acest domeniu. Sunt sigur că vom găsi o soluție rațională și pentru garantarea depozitelor bancare ale oamenilor.

Ceea ce este însă îngrijorător este modul în care se aplică reglementările bancare de către unele bănci europene. Este deranjant să aflăm din Statele Unite ale Americii despre cazuri de spălare a banilor prin bănci europene și să nu aflăm acest lucru din sistemul bancar al Uniunii Europene, pe care l-am creat. Să nu uităm că un miliard de dolari a dispărut din Republica Moldova prin bănci europene, fără ca noi, aici, în Uniunea Europeană, să acordăm atenție și să clarificăm și asemenea cazuri.

  Othmar Karas (PPE). – Herr Präsident, Herr Vizepräsident, meine Damen und Herren! Herzlichen Dank für diesen Bericht, der uns zeigt, dass wir in der Bankenunion viele Schritte nach vorne gemacht haben, aber gleichzeitig auch noch nicht fertig sind. Wir haben die erste Säule der gemeinsamen Aufsicht geschaffen, müssen aber Größe und Komplexität der Institute künftig angemessener berücksichtigen. Wir haben den Bestand an faulen Krediten seit Mitte 2014 um ein Drittel reduziert, aber wir müssen weitere Maßnahmen ergreifen, da der Bestand mit 950 Milliarden Euro noch immer über dem Vorkrisenniveau liegt. Wir haben die zweite Säule der gemeinsamen Abwicklung geschaffen, aber wir müssen bestehende Inkonsistenzen zwischen staatlichen Beihilferegeln und EU-Recht beseitigen. Wir haben die Abwicklungsregeln das erste Mal angewendet, aber wir müssen die Beschlussfassung darüber, ob eine Bank ausfällt oder wahrscheinlich ausfallen wird, verbessern. Und wir haben den Einlagenschutz in Europa gestärkt. Aber wir haben die Arbeiten an der dritten Säule, einer gemeinsamen Absicherung, noch nicht abgeschlossen.

Ich erwarte mir vom Rat, dass Sie EDIS jetzt in Gang setzen, dass Sie den Zeitplan für Risikoreduzierung und Risikoteilung klar festlegen. Es geht nicht mehr um das Ob, es geht nur mehr um das Wie. Bauen wir das Haus der Bankenunion in dieser Legislaturperiode fertig!

Zgłoszenia z sali

  Thomas Mann (PPE). – Herr Präsident! Durch die Europäische Bankenunion wurden der institutionelle und der regulatorische Rahmen seit der Wirtschaftskrise wesentlich gestärkt. Die Eigenkapitalquoten und die Liquiditätsquoten der Banken im Euro-Raum haben sich eindeutig verbessert. Aber in einigen Mitgliedstaaten ist der Anteil an Problemkrediten viel zu hoch. Die Risiken innerhalb bestimmter nationaler Bankensysteme werden nur unzureichend angegangen. Dabei tragen die Mitgliedstaaten und die Banken selbst die primäre Verantwortung für den Abbau von faulen Krediten.

Bei allen aufsichtsrechtlichen Anforderungen dürfen die Kosten der Banken nicht über die Maßen wachsen, mit erheblichen Auswirkungen auf die Finanzierungsmodelle für kleine und mittelständische Unternehmen. Der Grundsatz der Proportionalität muss erhalten bleiben. Allerdings sind Erleichterungen für Banken mit einfachen Geschäftsmodellen notwendig. Die Vielfalt unserer europäischen Banken ist nach wie vor eine stabile Basis für die Konkurrenzfähigkeit unserer Finanzsysteme im globalen Maßstab.

  Maria Grapini (S&D). – Domnule președinte, domnule comisar, raportul este binevenit. Vreau să-l felicit pe raportor și vreau să mă refer la un lucru pe care l-a spus raportorul. Sigur, criza financiară se resimte și acum. Să ne punem întrebarea dacă băncile își asumă riscuri prea mari sau riscuri prea mici. Dar vorbea raportorul și de câștiguri mari în sistemul bancar și de bonusuri și de tot felul de premii. Băncile nu își asumă riscuri pentru IMM-uri. IMM-urile încă nu pot să ia credite și sunt decapitalizate. Din păcate, băncile își asumă riscuri dând asemenea venituri angajaților, peste medie, în sistemul bancar fiind câștigurile cele mai mari.

Eu cred că trebuie, domnule comisar, (sigur, s-au făcut progrese), să se întâmple ceea ce ați spus. Nu este suficient să avem aici reglementări, este foarte important să se și aplice. Cum garantăm depozitele? Există un mare decalaj în unele bănci între cât costă un credit și cât se dă dobândă la un depozit. Și nu sunt garantate, într-adevăr, pentru cetățeni. Noi trebuie să protejăm, și eu, în calitate de membră a comisiei IMCO, mă gândesc cum protejăm consumatorii, IMM-urile, cum protejăm cetățenii. Deci aici trebuie să progresăm, pentru că altfel batem pasul pe loc.

  Przewodniczący. – Serdeczna prośba o przestrzeganie reżimu czasowego. Musimy rozpatrzyć cztery projekty i o godz. 11.30 przystąpić do głosowań.

  Νότης Μαριάς (ECR). – Κύριε Πρόεδρε, λόγω της οικονομικής κρίσης, τρισεκατομμύρια EUR Δημοσίου χρήματος διατέθηκαν για τη διάσωση των τραπεζών, επιβαρύνοντας το δημόσιο χρέος των κρατών κι όλα αυτά τη στιγμή που τα κεφάλαια που διατέθηκαν για την αντιμετώπιση της ανεργίας ήταν ελάχιστα. Στην Ελλάδα έγιναν τρεις ανακεφαλαιοποιήσεις τραπεζών που αύξησαν το δημόσιο χρέος και κοινωνικοποίησαν τις ζημιές των τραπεζών, μια και διέσωσαν τους μετόχους των τραπεζών, πολλοί από τους οποίους ήταν ξένοι μέτοχοι. Μάλιστα, με το τρίτο μνημόνιο πωλήθηκαν ξανά οι τράπεζες σε ιδιώτες, αντί πινακίου φακής, με αποτέλεσμα το δημόσιο να ζημιωθεί τουλάχιστον 30 δισεκατομμύρια EUR και, σαν να μην έφτανε αυτό, οι τράπεζες που διασώθηκαν επιτίθενται πλέον κατά των ίδιων των καταθετών, κατά των ίδιων των πολιτών, οι οποίοι τις διέσωσαν, οι οποίοι δυστυχώς έχουν κόκκινα δάνεια και ενεργοποιούν πλέον ηλεκτρονικούς πλειστηριασμούς στην Ελλάδα, με αποτέλεσμα τα κοράκια να αρπάζουν τα σπίτια των Ελλήνων. Είναι απαράδεκτο. Δεν πρέπει να συνεχιστεί αυτή η κατάσταση. Ο ελληνικός λαός δεν θα επιτρέψει να αρπάξουν τα κοράκια τα σπίτια των Ελλήνων.

  Δημήτριος Παπαδημούλης (GUE/NGL). – Κύριε Πρόεδρε, χωρίς το ευρωπαϊκό σύστημα εγγύησης καταθέσεων, χωρίς τον τρίτο πυλώνα, δεν υπάρχει τραπεζική ενοποίηση. Δεν είναι θωρακισμένα η ευρωπαϊκή οικονομία και το ευρωπαϊκό σύστημα απέναντι σε μία μελλοντική κρίση. Στο θέμα αυτό, η ολοκλήρωση του τρίτου πυλώνα, που είναι θετικός για τους πολίτες, την ευρωπαϊκή προοπτική, τις μικρομεσαίες επιχειρήσεις, καθυστερεί επικίνδυνα γιατί υπάρχουν ορισμένα κράτη μέλη μέσα στο Συμβούλιο, η Ολλανδία, η Γερμανία, μια μικρή μειοψηφία, αλλά πολύ ισχυρή, που ουσιαστικά βάζει βέτο. Γιατί και μέσα στο Ευρωκοινοβούλιο, υπάρχουν ενστάσεις και αντιρρήσεις από την δεξιά και την άκρα δεξιά πλευρά του πολιτικού φάσματος. Αλλά πρέπει να προχωρήσουμε διότι αυτό είναι το συμφέρον των πολιτών. Έχουν γίνει σημαντικά βήματα στη μείωση του ρίσκου. Πρέπει να γίνουν βήματα και στην αμοιβαιοποίηση του ρίσκου. Η ευρωπαϊκή ενοποίηση δεν μπορεί να είναι «αλά καρτ», πρέπει να προχωρήσει και στο ευρωπαϊκό σύστημα εγγύησης καταθέσεων.

  Σωτήριος Ζαριανόπουλος (NI). – Κύριε πρόεδρε, οι τελευταίες αποφάσεις του Εurogroup με την υπογραφή της κυβέρνησης ΣΥΡΙΖΑ είναι σαφείς: 11 000 πλειστηριασμοί μόνο για φέτος στην Ελλάδα. Τραπεζική Ένωση δηλαδή σημαίνει περαιτέρω κεφαλαιακή ενίσχυση των τραπεζών, το οποίο στην Ελλάδα σημαίνει τρία μνημόνια, απολύσεις και δραματικές μειώσεις μισθών και συντάξεων δίχως τέλος, ακόμη και μετά την τυπική λήξη του μνημονίου, τώρα πια και με απώλεια της λαϊκής στέγης και της πρώτης κατοικίας, με σκοπό την ανάκτηση τραπεζικών κεφαλαίων, με χιλιάδες ηλεκτρονικούς πλειστηριασμούς και με πωλήσεις δανείων στα κοράκια των Funds με ένα και μοναδικό σκοπό: να χρηματοδοτηθούν οι βιώσιμες (βλέπε μεγάλες) επιχειρήσεις. Μια ακόμα τεράστια κλοπή λαϊκής περιουσίας για το κεφάλαιο. Είναι τόσο πιεστική αυτή η ανάγκη του συστήματος που η λαϊκή αντίσταση στους πλειστηριασμούς τιμωρείται σαν ιδιώνυμο έγκλημα, χτυπιέται με δακρυγόνα και με ΜΑΤ, όπως χθες στην Αθήνα. Η Ελληνική Κυβέρνηση και η Ευρωπαϊκή Ένωση ας το πάρουν χαμπάρι: ο λαός δεν πρόκειται να κάνει πίσω. Χωρίς όρους προστασία της λαϊκής κατοικίας, όχι στους εκβιασμούς των τραπεζών και του κράτους!

  Brian Hayes (PPE). – Mr President, congratulations to Mr Loones on his report. I have just three observations to make. Firstly, the last pillar of banking union needs to be done. I agree with Mr Karas that it is how it is done, and I fully back the approach of Esther de Lange when she spoke to the House about the necessity of having risk-sharing and risk reduction at the same time. This has to be done in a phased way. We have made progress, and it remains to be done in terms of the last issue.

My second remark is in relation to NPLs. It is really important that we resolve this issue, because without resolving this issue, we will stop lending to the real economy, to households, to SMEs, and the longer we put it off, the longer it takes for real growth and investment to occur in our economies. In my own country, we have a significant problem with NPLs in some of our banks, which have to be resolved. We also need a system which works within a code that the ECB have set, which is fair and equitable while at the same time recognising the necessity to resolve this issue. We do need more progress on insolvency laws across Europe, more judicial guidance, and we also need a code that is in place for all Member States of the eurozone.

  Andrejs Mamikins (S&D). – Mr President, if you do not maintain order at home, then you should not be surprised if your house is managed by strangers. This fully applies to the European Banking Union. Two weeks ago, the US Financial Crimes Enforcement Network imposed sanctions on ABLV Bank, the third-largest bank in my country, Latvia, by prohibiting it from opening and maintaining a correspondent account in the United States. ABLV was under European Central Bank supervision. Neither the Latvian regulator nor the European Central Bank tried to check the accuracy of the charges. Moreover, after the bank had such difficulties, they helped to push back into the EDIS. The bank was forced to announce self-liquidation. Hundreds of Latvians lost their jobs. Dear colleagues, the authorities of another country can destroy large EU banks by a mere statement of suspicion. Such a situation is unacceptable. The European Union must protect its interests and the interests of European businesses. We need the European Union and European banking as a real thing.

  Κώστας Μαυρίδης (S&D). – Κύριε Πρόεδρε, θα ήθελα καταρχάς να δώσω τα συγχαρητήριά μου στην εισηγήτρια για την έκθεση. Θα επικεντρωθώ μόνο σε δύο σημεία. Στην έκθεση αυτή καταγράφεται το ζήτημα των μη εξυπηρετούμενων δανείων, το οποίο είναι κυρίως πρόβλημα των τραπεζών αλλά, όπως σημειώνεται στην έκθεση, είναι επίσης ζήτημα πολιτικών των κρατών μελών, αλλά και πολιτικών σε ευρωπαϊκό επίπεδο, ούτως ώστε να αποφύγουμε μια νέα υπερδιόγκωση αυτού του προβλήματος. Τώρα περνώ στο επόμενο ζήτημα που συζητάμε εδώ και καιρό, για την τραπεζική Ένωση. Συνάδελφοι, συμφωνήσαμε πριν πολλά χρόνια την τραπεζική Ένωση με τρεις πυλώνες. Εφαρμόσαμε τους δύο. Η χρονική σειρά εφαρμογής των πυλώνων είχε σκοπό να απαντηθούν εκείνες οι εύλογες ανησυχίες των κρατών μελών που έλεγαν ότι δεν πρέπει να έχουμε υπερβολική μεταφορά κινδύνων. Τώρα προβάλλονται τεχνικοί λόγοι για να μη εφαρμόσουμε την τραπεζική εγγύηση. Προς την Επιτροπή: κύριε Dombrovskis ποιοι είναι οι πραγματικοί λόγοι - και όχι οι τεχνικοί - που εμποδίζουν την εφαρμογή του τρίτου πυλώνα;

(Koniec zgłoszeń z sali)

  Valdis Dombrovskis, Vice-President of the Commission. – Mr President, let me once again thank Mr Loones for his excellent report and for today’s debate. The debate shows once again that we agree on the importance of the Banking Union in order to ensure a robust and stable financial system where banks are able to play their role of lending to the economy and helping to stimulate further economic growth.

To achieve this common goal, we should move from our current positions and make every effort to find solutions that could accommodate all interested stakeholders. As we have emphasised a number of times, we need to move with risk-sharing and risk-reduction hand—in—hand.

Several colleagues raised issues relating to the ABLV Bank, and I think it has exposed certain weakness in a banking union. In recent years we have substantially strengthened the EU’s anti-money laundering (AML) framework, whereas the enforcement of this framework remains largely national. So there we must really see what we can do more at European level as regards AML enforcement.

As has been said several times, also by the Commission, we need to take advantage of this favourable economic moment to complete the Banking Union. This is the only way to ensure that the overall economic and monetary union is completed as well and is strong enough to cope with a future crisis. We count on your efforts and support to help move this regulatory agenda forwards.

  Sander Loones, Rapporteur. – Dank u wel, mijnheer de Voorzitter. Dank u wel aan de collega's, vooral aan de schaduwrapporteurs, voor de fijne samenwerking en voor het interessante debat. Ik denk dat het interessant is dat zowat iedereen die we hier gehoord hebben, zegt: ja, er is veel werk gedaan, goed werk, maar er ligt ook nog werk op de plank. We hebben dus nog wat zaken te doen. In dat opzicht is dit ook een behoorlijk kritisch verslag geworden, met een aantal aanzetten tot de discussies van de toekomst. Als u mij persoonlijk zou vragen waarop nu de focus moet liggen, dan zie ik zelf vier punten.

Eén: ik denk dat wij onze staatssteunregels meer moeten aanscherpen. Dat hebben we geleerd uit de bankenreddingen in Italië. Twee: we moeten meer werken op het vlak van supervisie. Recent nog hebben we gezien – en er is ook herhaaldelijk naar verwezen in dit debat – wat er in Letland is gebeurd. Drie: we hebben nood aan meer transparantie. Ook op dat vlak ligt er nog bijzonder veel werk op de plank. En ten slotte vier, en dat is toch het belangrijkste: de regels moeten nog scherper worden en mogen niet worden afgezwakt.

In dat verband kijk ik toch met meer dan enige belangstelling naar wat bijvoorbeeld in Italië gebeurt. Daar staan er dit weekend verkiezingen op de agenda en zowat elke prominente Italiaanse politicus pleit voor een afzwakking van de bankenregels. Dat is niet de weg die wij moeten opgaan. De richting die wij moeten inslaan, is om eerst te kiezen voor verantwoordelijkheid en dan voor solidariteit. Ik hoor de commissaris ook spreken over risk sharing en risk reduction, risicodeling en risicobeperking. Dat is juist, maar het is tegelijk ook fout. Het zou andersom moeten zijn. In dit Parlement zouden wij eerst moeten praten over risk reduction en dan pas over risk sharing. Eerst praten over verantwoordelijkheid en dan over solidariteit.

  Przewodniczący. – Zamykam debatę.

Głosowanie odbędzie się w środę 1 marca 2018 r.

Oświadczenia pisemne (art. 162)

  João Ferreira (GUE/NGL), por escrito. – O ano de 2017 viu repetir-se uma história conhecida: mais uma vez, os contribuintes foram forçados a pagar resgates de bancos privados. O resgate da banca italiana envolveu 17 mil milhões de euros de recursos públicos. Este dinheiro, retirado diretamente do bolso dos trabalhadores, serviu para salvar dois bancos falidos e proteger os seus obrigacionistas.

Em Portugal, o dinheiro dos contribuintes continua a pagar as resoluções do BPN, do Banif ou do BES. Mas a tão propagandeada União Bancária, servida aos povos adocicada com a falsa promessa do fim dos resgates feitos com dinheiro dos contribuintes, significa, na verdade, bem mais do que a continuação desses mesmos resgates. Assistimos igualmente a uma vaga de fusões e ao impulso para a concentração monopolista do sector financeiro à escala europeia, com a criação de gigantescos grupos financeiros, todos eles controlados por grandes grupos, no caso de Portugal todos estrangeiros. Ou seja, tudo ao contrário do que foi anunciado com a União Bancária, supostamente criada para acabar com os bancos «demasiados grandes para falir» e acabar com o regabofe de fundos públicos para pagar as consequências da especulação e da irresponsabilidade financeira.

Só um controlo público da banca poderá colocar o sistema financeiro ao serviço da economia e do desenvolvimento.

  Vladimír Maňka (S&D), písomne – Hlavnou úlohou bankovej únie, tvorenej jednotným mechanizmom dohľadu a jednotným mechanizmom riešenia krízových situácií, je zabezpečenie spoľahlivého a bezpečného bankového sektora v Európskej únii. Finančná stabilita v Únii ovplyvňuje celý ekonomický a hospodársky život a má dosah na každý subjekt. Podporujem posilnenie dohľadu nad bankovým sektorom tak, aby v prípade ohrozenia dokázala Únia včas reagovať a flexibilne prijať potrebné opatrenia. Rovnako pokladám za zásadné, aby bolo čo najskôr prijaté nariadenie o európskom fonde na ochranu vkladov, ktorý posilní finančnú stabilitu a zvýši dôveru obyvateľov vo finančný a bankový sektor.

  Eva Maydell (PPE), in writing. – With all European economies performing considerably better, 2018 has been the first time since 2012 that we can focus on upgrading our economic structure – to equip the Banking Union and the euro area with all the necessary tools in case of a new crisis. It is now time for the economies of the countries of the community to be supported with adequate tools to increase their resilience to future shocks. We want banks to act responsibly and our responsibility as policymaker is to help them by completing the Banking Union. We must not get complacent and rely on good economic times lasting forever. Reaching an agreement on a common financial backstop for the SRF, adopting the financial instruments for reforms and meeting the conditions to set up a European deposit insurance scheme must be top priorities for the EU and finalised before the end of the legislative term of EC and EP. It must be clear that the Banking Union is not an end in itself for the regulators. It is a condition to ensure that taxpayers money is not first in line to pay for banking shocks.

  Pirkko Ruohonen-Lerner (ECR), kirjallinen. – Pankkiunionin vuosikertomuksessa käsitellään Euroopan talous- ja rahaliiton EMU:n loppuunsaattamista. Käytännössä kyse on talous- ja rahaliiton syventämisestä kohti suurempaa yhteisvastuuta pankkien veloista ja vastuista, mitä en voi kannattaa.

Yhteisvastuun laajentamiseen kuuluu myös koko euroalueen kattava talletussuojajärjestelmä. Pankkien ongelmien taso vaihtelee suuresti eri maiden välillä, eivätkä vuosikertomuksessa esitetyt keskimääräiset luvut kerro paljoakaan kokonaistilanteesta. Monissa maissa, kuten Italiassa, pankkisektorilla muhii valtavia riskejä.

Periaatteessa pankkiunionissa on siirrytty pankkien pelastamiseen omistajien rahoilla. Käytännössä vuonna 2017 esiin tulleet tapaukset kuitenkin osoittavat, ettei pankkien pelastamisesta veronmaksajien rahoilla ole päästy eroon. Ongelmaluotot tulee selvittää perusteellisesti ja pankkien taseet siivota, ennen kuin voidaan edes keskustella siirtymisestä yhteiseen talletussuojajärjestelmään. Ilman näitä toimenpiteitä puheet veronmaksajien rahojen suojelemisesta ovat tyhjiä lupauksia.