Relato integral dos debates

Quinta-feira, 24 de Junho de 2021 - Bruxelas

8. Mecanismo de empréstimo do setor público ao abrigo do Mecanismo para uma Transição Justa (debate)

  Il-President. – Il-punt li jmiss fuq l-aġenda huwa d-dibattitu dwar ir-rapport ta' Johan Van Overtveldt u ta' Henrike Hahn, f'isem il-Kumitat għall-Baġits u l-Kumitat għall-Affarijiet Ekonomiċi u Monetarji, dwar il-proposta għal regolament tal-Parlament Ewropew u tal-Kunsill dwar il-faċilità ta' self għas-settur pubbliku skont il-Mekkaniżmu ta' Tranżizzjoni Ġusta (COM(2020)0453 - C9-0153/2020 - 2020/0100(COD)) (A9-0195/2020).

  Johan Van Overtveldt, Rapporteur. – Voorzitter, commissaris, collega’s, vooraleer ik inga op de inhoud van voorliggend project wil ik eerst even een aantal dankwoorden uitspreken ten aanzien van medewerkers van de Commissie, van de Raad en van ons Parlement. En ik wil uiteraard ook heel graag mijn corapporteur, Henrike Hahn, bedanken voor de uitstekende samenwerking.

Ik ben ook zeer tevreden over het akkoord dat we uiteindelijk bereikt hebben. Het mechanisme voor een rechtvaardige transitie bestaat uit drie pijlers: het transitiefonds, het transitieschema binnen InvestEU, en als derde pijler deze leenfaciliteit voor de overheidssector. In tegenstelling tot de eerste twee pijlers is deze faciliteit specifiek gericht op publieke entiteiten op gebieden waarvoor de klimaattransitie de grootste gevolgen zal hebben.

Deze faciliteit is iets nieuws, bedoeld om publieke entiteiten een zetje in de rug te geven, daar waar zij initiatieven willen nemen om de groene transitie ter plaatse waar te maken. De faciliteit combineert giften met leningen. Het deel giften is evenwel beperkt en is een stimulans die in bepaalde gevallen doorslaggevend kan zijn om een project haalbaar te maken. Wat dat betreft zullen het andere projecten zijn dan die welke ingediend worden bij InvestEU, een programma dat meer marktgedreven is.

Maar er zijn ook gelijkenissen, aangezien we ook bij deze faciliteit te maken hebben met een bottom-upbenadering waarbij potentiële begunstigden zich kunnen laten bijstaan en zich vervolgens kunnen aanmelden met een project.

De faciliteit combineert 1,5 miljard EUR uit de EU-begroting met 10 miljard EUR aan leningen verstrekt of te verstrekken door de EIB. Samen met de EIB verwacht deze faciliteit de komende zeven jaar tussen 25 en 30 miljard EUR aan publieke investeringen te genereren.

Een van mijn grote punten van zorg gedurende de hele procedure was de administratieve rompslomp voor gegadigden. Ik ben vertrouwd met het beginsel dat vertrouwen goed is, maar controle beter. En ik steun dat beginsel ook, maar een goede samenwerking en een goede besteding van de begroting begint sowieso bij vertrouwen, zeker in dit geval, waarbij de begunstigden steden en gemeenten, regio’s en de publieke entiteiten zijn. Daarom ben ik tevreden dat we dit nieuwe initiatief niet met een hoop toegangsvereisten hebben overladen en dat we de aantrekkelijkheid hebben kunnen behouden die de Commissie in haar voorstel voor ogen had.

Enerzijds is er dus financiering, anderzijds er is ook advies waarmee we deze faciliteit zullen ondersteunen. Dit is van belang om de toegang laagdrempelig te houden en voor iedereen te garanderen. Geïnteresseerde begunstigden zullen in alle stadia van de levensloop van een project een beroep kunnen doen op de steun en ondersteuning van de Commissie en van de EIB.

De grootste bijdrage die het Parlement heeft geleverd aan het bereikte resultaat is zonder twijfel de bijkomende middelen en mogelijkheden waarin nu wordt voorzien voor laagontwikkelde regio’s. We zijn tevreden dat we ook de Commissie en de Raad hebben kunnen overtuigen om deze faciliteit aantrekkelijker en toegankelijker te maken voor potentiële begunstigden in deze regio’s. Het betreft drie elementen:

1) De maximumbijdrage aan giften voor de laagontwikkelde regio’s is nu vastgesteld op 25 % in plaats van de oorspronkelijk voorziene 20 %.

2) Ingeval de aanvragen de beschikbare middelen zouden overschrijden, zal de Commissie criteria hanteren om een selectie te maken. Het akkoord voorziet erin dat in dergelijke gevallen projecten uit de laagontwikkelde gebieden voorrang krijgen.

3) Een veel gehoord punt van zorg is dat onder andere in laagontwikkelde gebieden de administratieve capaciteit ontbreekt. Om iedere drempel voor deelname weg te nemen is dan ook op aandrang van het Parlement besloten om ondersteuning mogelijk te maken in de fase vóór de eigenlijke projectaanvraag en vóór de selectie van de projecten.

Vooraleer ik afsluit, zou ik nog even willen ingaan op de financiering van dit initiatief, want ook dit is iets nieuws. Het grootste deel van het budget dat ter beschikking wordt gesteld is immers afkomstig uit terugvloeiende middelen van bestaande financiële instrumenten. Aangezien zowel het volume als de timing van deze terugvloeiende middelen fundamenteel onzeker is, heeft het Parlement er vanaf het begin op aangedrongen om in de garantie te voorzien dat deze faciliteit onder alle omstandigheden voldoende zal worden gefinancierd. Dat is uiteraard belangrijk voor een goede werking en voor de geloofwaardigheid ten aanzien van alle betrokkenen. Zeker in de huidige economische context is dit denk ik een zeer terechte zorg. De Commissie en het Parlement hebben daarom een gemeenschappelijke verklaring opgesteld die de financiering van deze faciliteit garandeert.

Afsluitend zou ik alle betrokkenen succes willen wensen. Het echte werk start nu. Ik wens de mensen van de Commissie en van de EIB veel moed bij de ontwikkeling van een projectpijplijn, en ik doe graag een warme oproep aan alle potentiële begunstigden om deel te nemen aan deze faciliteit.

  Henrike Hahn, Berichterstatterin. – Frau Präsidentin, Herr Kommissar, liebe Kolleginnen und Kollegen! Die Darlehensfazilität für den öffentlichen Sektor ist eine der drei Säulen des Mechanismus für einen gerechten Übergang. Der Klimawandel ist für uns die größte Herausforderung, vor der wir Menschen jemals standen, und die Europäische Union will der erste klimaneutrale Kontinent der Welt werden. Und dafür brauchen wir ein ambitioniertes Klimagesetz, eine ökologisch-soziale Transformation der Wirtschaft und einen ambitionierten gerechten Übergang, der die Menschen dabei nicht im Stich lässt.

Die Fazilität wird Projekte fördern, die keine ausreichenden Einnahmen generieren, besonders in den Regionen, die in der EU am stärksten vom Übergang zu den Klimaschutzzielen bis 2030 und vom Ziel der klimaneutralen Wirtschaft bis spätestens 2050 betroffen sind. Und bei der Förderung werden die öffentlichen Einrichtungen und Projekte Vorrang haben, die sich in weniger entwickelten Regionen befinden, die zu den Klimazielen beitragen und die die Dekarbonisierungspläne verabschiedet haben.

Und dafür werden Finanzhilfen in Höhe von rund 1,5 Milliarden Euro aus dem EU-Haushalt und 10 Milliarden Euro in Form von Darlehen kombiniert, die von der Europäischen Investitionsbank zur Verfügung gestellt werden. Im Zeitraum von 2021 bis 2027 sollen so 25 bis 30 Milliarden Euro an öffentlichen Investitionen für die betroffenen Regionen mobilisiert werden.

Und diese Fazilität wird genauso wie auch der Fonds für einen gerechten Übergang keine Projekte im Zusammenhang mit fossilen Brennstoffen und Nuklearenergie fördern. Und es ist mir eine ganz persönliche Freude und Ehre, diesen Erfolg als Berichterstatterin des Wirtschaftsausschusses für beide Säulen des Mechanismus für einen gerechten Übergang hier noch einmal ausdrücklich zu betonen. Alles andere wäre auch nicht im Sinne des Green Deals. Das wären stranded assets und wäre auch wirklich komplett widersinnig.

Die EU fördert mit der Fazilität die klimapolitische Wende von Wirtschaft, Industrie und Verkehr, und profitieren werden etwa der Ausbau von Fernwärmenetzen, umweltfreundliche Verkehrsinfrastruktur, energieeffiziente Renovierung, der Übergang zu Kreislaufwirtschaft; aber auch Umschulungen, Ausbildung, soziale Infrastruktur und sozialer Wohnungsbau werden unterstützt.

Und im April 2021 haben wir eine Einigung erzielt, in der Klimaschutz, der Schutz von Grundrechten und Geschlechtergerechtigkeit ausbuchstabiert werden, einschließlich des „Do no significant harm“-Prinzips – das bedeutet, dass Projekte eben nicht klimaschädlich sein dürfen –, des Verursacherprinzips und des Pariser Klimaschutzabkommens.

Außerdem wird sich die Kommission einer geschlechtsspezifischen Folgenabschätzung im Kontext der Überprüfung der Fazilität widmen. Und wir haben außerdem strenge Kriterien für die Auswahl anderer Finanzierungspartner als der Europäischen Investitionsbank festgelegt, damit die Kreditvergabepolitik auch Umweltstandards, Sozialstandards und Transparenzstandards genügt. Transparenz und Überprüfung werden durch die Taxonomie, durch Berichterstattung und Prüfungen des Europäischen Rechnungshofs ebenso gewährleistet. Und bei den weniger entwickelten Regionen wurde die Kofinanzierungsrate auf 25 Prozent angehoben.

Und noch ein Punkt: Das Europaparlament hat im Rahmen des mehrjährigen Finanzrahmens keinen Spielraum, die Gesamtmittel aus dem EU-Haushalt aufzustocken, und die Fazilität wird daher durch naturgemäß ungewisse Rückflüsse finanziert. Und deshalb haben wir jetzt eine gemeinsame Erklärung von Kommission und Parlament, in der man sich verpflichtet, zusätzliche Ressourcen zu ermitteln, wenn diese Rückflüsse nicht ausreichen sollten.

Der Finanzrahmen für die Beratung bei der Vorbereitung, Entwicklung und Durchführung förderfähiger Projekte wurde auf 35 Millionen Euro erhöht, und das Europaparlament hat auch die Ausweitung der Beratung vor der Antragsphase von Projekten durchgesetzt. Mindestens 10 Millionen Euro dieser Mittel werden den Verwaltungen der betroffenen Regionen durch die im Rahmen von InvestEU eingerichteten Beratungsstellen zugutekommen.

Und trotz der guten Kooperation mit dem Rat muss ich trotzdem noch einmal mein großes Erstaunen zum Ausdruck bringen, welchen großen Widerstand wir Parlamentarier im Trilog beim Thema Gleichstellung ganz konkret zur vorab stattfindenden geschlechterspezifischen Folgenabschätzung erfahren haben. Wenn EU-Gelder im Rahmen der COVID-19-Krise und der Klimakrise vergeben werden, dann sollte im 21. Jahrhundert klar sein, dass Investitionen mit größter Sorgfalt geschlechtergerecht ausgegeben werden, gerade um ungleiche Strukturen zu verändern. Und genau diese Haltung erwarten wir Abgeordnete des Europäischen Parlaments als Vertreterinnen und Vertreter der Menschen in Europa auch vom Rat und von der Kommission, und keine andere.

Ein klimaneutrales Europa mit einer ökologisch-sozialen Transformation der Wirtschaft ist eine sehr große Aufgabe, bei der die Darlehensfazilität für den öffentlichen Sektor ein ganz zentraler, wichtiger Baustein des Green Deal ist. Und in diese wichtigen Zukunftsaufgaben müssen wir jetzt all unsere Kraft stecken. Für Veränderung jetzt!

Ich bedanke mich ganz herzlich bei meinem Ko-Berichterstatter und Vorsitzenden des Haushaltsausschusses, Johan Van Overtfeldt, für die vertrauensvolle Zusammenarbeit, ganz besonders auch bei den Schattenberichterstatterinnen und Schattenberichterstattern der Fraktionen, der Vorsitzenden des Ausschusses für Wirtschaft und Währung, Irene Tinagli, den entsprechenden Koordinatoren und Sekretariaten, allen beteiligten Kolleginnen und Kollegen sowie Ausschüssen, den Fraktionsmitarbeitern und den wissenschaftlichen Mitarbeitern in meinem Team. Und ein ganz besonderer Dank geht natürlich auch an Frau Kommissarin Elisa Ferreira und die deutsche und portugiesische Ratspräsidentschaft – nur durch ihren Beitrag und ihre Expertise war all das möglich. Ich danke herzlich für die Kooperation!

  Janusz Wojciechowski, Member of the Commission. – Madam President, honourable Members of the European Parliament, it’s my pleasure to address you today on behalf of my fellow Commissioner, Ms Ferreira.

The public sector loan facility is the third pillar of the Just Transition Mechanism. It is aimed at further increasing the firepower of Member States to implement the massive Just Transition investments that are needed to address the challenges faced by the most affected regions. It completes a set of milestone proposals underpinning the European Green Deal. The Just Transition Mechanism is an integral part of our commitment to making Europe the world’s first climate-neutral continent, and it’s also our commitment to do this the European way, leaving no one behind.

Let me join Commissioner Ferreira in thanking the rapporteurs Mr Van Overtveldt and Ms Hahn, as well as Ms Tinagli and the Parliament negotiating team for their constructive negotiations. The Parliament amendments have improved the initial proposal, especially in terms of strengthening the safety net for the most vulnerable regions, for example by increasing the maximum co-financing rate for the less-developed regions from 20 to 25%, by increasing technical assistance from EUR 25 million to EUR 35 million with a focus on project promoters and by introducing project award criteria which prioritise less-developed regions. Like the Just Transition Fund this third pillar also excludes fossil-fuel investments, placing climate neutrality efforts at the core of support. A set of horizontal principles was added, ensuring that European principles and values will be respected when implementing the facility.

Your vote today is crucial, first to complete all the pillars of the Just Transition Mechanism and to show citizens that Europe’s transition will happen in a way which protects people’s livelihoods in the regions where they live. Second, this vote paves the way to launch the calls for projects before the end of the year once the territorial Just Transition plans are adopted. In doing so, we will live up to our commitments both to Europe, as the world’s first carbon-neutral continent, and to our regions and citizens so that no one will be left behind.

Honourable Members of the European Parliament, with your crucial vote all pillars of the Just Transition Mechanism will be enforced, demonstrating to EU citizens that the European Union climate ambition should not be achieved at the expense of their jobs or at the cost of regional decline. Your vote today paves the way for smooth implementation of the facility and contributes to Member States’ plans towards a carbon-neutral Europe. Making this facility a success is certainly one of the best answers we can give to the challenges ahead of us. The Commission is very committed to this objective and I know we can count also on you.

  Josianne Cutajar, Rapporteur għal opinjoni tal-Kumitat għall-Iżvilupp Reġjonali. – (diskors li ma jinstemax) self għas-settur pubbliku taħt il-mekkaniżmu tat-tranżizzjoni ġusta tfisser appoġġ Ewropew lill-awtoritajiet pubbliċi li jinvestu biex jagħmlu l-irħula tagħna, l-ibliet tagħna u r-reġjuni tagħna aktar nodfa u inklużivi fl-istess ħin. Jiena kburija li l-grupp politiku tiegħi l-S&D, qed jaħdem bla heda biex ikollna Ewropa soċjali fil-Patt Ekoloġiku. Il-mekkaniżmu li qed niddiskutu llum se jagħti spinta lill-investiment fl-akkomodazzjoni soċjali, il-mobbiltà intelliġenti, soluzzjonijiet tal-ekonomija ċirkulari u l-ġestjoni sostenibbli tal-iskart.

Ma għandniex ninsew li l-għanijiet tagħna, l-arja aktar nadifa, oċeani ħielsa mill-plastik u r-rispett tal-bijodiversità jimxu id f’id ma’ attenzjoni qawwija għaċ-ċittadini l-aktar vulnerabbli u l-aktar f’żoni periferali tal-Unjoni Ewropea.

Dan huwa dak li tfisser koeżjoni soċjali u territorjali. Din hija t-tranżazzjoni ġusta għal kulħadd li rridu nwettqu.

  José Manuel Fernandes, em nome do Grupo PPE. – Senhora Presidente, Senhor Comissário, Caras e Caros Colegas, a transição justa implica financiamento, financiamento que asseguramos. Mas também depois implica coordenação, implica articulação e uma ação conjunta entre os Estados-Membros. Nós aprovámos o Quadro Financeiro Plurianual, o Mecanismo de Recuperação e Resiliência, o Fundo para a Transição Justa, o InvestEU e agora este mecanismo também que permite o investimento público na ordem dos 25 a 30 mil milhões de euros na União Europeia.

Mas é urgente que os Estados-Membros façam o seu trabalho. Eu pergunto ao Senhor Comissário: quais são os Estados-Membros que já entregaram os planos nacionais para a transição justa? É que, por exemplo, o meu país, Portugal, ainda não apresentou o plano. Sem a aprovação desse plano não há recursos financeiros disponíveis.

É essencial que depois estes recursos sejam bem utilizados e que nunca ninguém se esqueça não só dos territórios, como das pessoas. E aí as competências também são essenciais. E é necessário um planeamento para que nada se encerre sem que as pessoas tenham alternativas. E o Fundo Social Europeu, o Fundo Social Europeu+ é essencial para este objetivo. Mas depois também o InvestEU, o Horizonte Europa na área da investigação, os Fundos que estão nos acordos de parceria, os Fundos da Política de Coesão, todos eles devem ser usados para promover esta transição justa de forma a que nenhum território nem nenhuma pessoa fique para trás.

  Marek Belka, w imieniu grupy S&D. – Pani Przewodnicząca! Zielona transformacja mojego kraju i regionu łódzkiego, z którego pochodzę, jest dla mnie priorytetem. To pokoleniowa szansa, ale transformacja musi być sprawiedliwa. Instrument pożyczkowy na rzecz sektora publicznego, nad którym pracowałem, jest kolejnym mechanizmem, który wesprze sprawiedliwą transformację energetyczną w Europie i w Polsce. Cały mechanizm wynosi do 30 mld euro grantów i pożyczek z Unii, z czego nawet do 7 mld euro dla Polski. Wywalczyliśmy, by państwa i regiony uboższe, takie jak Polska i Bełchatów, miały podwyższoną kwotę dotacji do 25 proc. kwoty pożyczki.

Niestety istnieje zagrożenie, że przez zaniechania polskiego rządu region bełchatowski, a w tym elektrownia będąca największym emitentem CO2 w Unii, tych pieniędzy nie zobaczy. Oznacza to zagrożenie dla kilkunastu tysięcy miejsc pracy, biedę czy brak realnych alternatyw na pozyskanie dochodu przez region. Szanowni Państwo, Panie Premierze Morawiecki, w latach dziewięćdziesiątych, gdy węgiel był jeszcze akceptowalny, na terenie kopalni Bełchatów nakręcono słynny w Polsce teledysk do piosenki „Orła cień”. Jaki cień pada na Bełchatów dziś, gdy region potrzebuje pomocy i powinien się transformować? To cień rzucony przez indolencję i brak zaangażowania rządzących. Czas ucieka. Naprawcie swoje błędy.

  Nicolae Ştefănuță, în numele grupului Renew. – Doamna președintă, domnule comisar, tranziția justă trebuie făcută la timp și cu prioritate pentru cei mai afectați dintre europeni. Sunt zone întregi în Europa care sunt puternic afectate de schimbările economice prin care trecem. Sunt oameni care riscă să fie abandonați, fără perspectiva unui viitor. Acești oameni nu vor tranziție pe hârtie, ci vor una justă, concretă, la timpul prezent. De aceea, mecanismul de tranziție justă este șansa lor și trebuie folosit ca atare.

În România, de exemplu, în doar două dintre cele mai mari complexuri energetice, și anume, Oltenia și Hunedoara, peste 8 000 de oameni vor fi disponibilizați până în 2032. De aceea, am cerut bani pentru acești oameni, am cerut 17,5 miliarde - și noroc că Parlamentul a luptat pentru acești bani - pentru că ei au nevoie de acești bani acum, pentru că planurile teritoriale ale statelor membre nu sunt încă finalizate.

De aceea, împreună cu colegii mei, am negociat ca mai mulți bani să fie investiți în locuri de muncă noi și pentru a ajuta companiile să devină mai puțin poluatoare. Ne—am propus să oferim un sprijin mai mare regiunilor mai afectate, cele mai afectate, cu 35 de milioane de euro pentru asistență tehnică. Ne-am propus ca aceste regiuni să primească împrumuturi cu 25 % bani nerambursabili, adică granturi.

Domnule comisar, trebuie să folosim banii la timp, pentru că, altfel, va fi mult prea târziu și oamenii vor suferi și imaginea Uniunii va suferi, iar tranziția va deveni un proces dureros în care cetățenii nu vor mai crede.

  Hélène Laporte, au nom du groupe ID. – Madame la Présidente, Monsieur le Commissaire, mes chers collègues, le concept de transition juste, affirmant que les nouvelles politiques climatiques ne doivent pas se faire au détriment des travailleurs, est un principe que j’approuve.

En revanche, sa mise en œuvre n’est pas exempte de critiques.

Tout d’abord, il ne faut pas perdre de vue que c’est pour répondre aux fortes réticences polonaises envers l’objectif européen d’atteindre la neutralité carbone en 2050, que la Commission européenne a créé le Fonds de transition juste. Il faudra conserver la plus grande vigilance dans le respect des nombreux critères pour l’allocation des fonds concernant les entités publiques, à la fois sur le volet «subventions», mais également sur le volet «prêts».

D’une part, la transition juste repose sur le choix des territoires éligibles et les critères devront être appliqués avec justesse. Trois critères cumulatifs seront appliqués: l’intensité carbone des régions candidates, le nombre de pertes d’emplois potentielles et le niveau de revenu national.

Le premier critère est pertinent, car c’est l’objectif premier du texte, même s’il faut bien s’entendre sur le terme de décarbonation.

En revanche, le second critère nous confirme qu’il est difficile d’imbriquer politique sociale et climatique. J’invite la Commission à regarder précisément les particularités du marché du travail dans chaque région concernée. Afin de trouver un accord de sortie du charbon, des négociations auront lieu entre chaque gouvernement concerné et les syndicats. Chaque accord fixera, en conséquence, des schémas de retraite anticipée, des dispositifs de formation ainsi que des programmes d’investissement dans les régions les plus vulnérables. L’appréciation du critère de perte du nombre d’emplois ne pourra donc se réaliser qu’à l’issue de ces négociations, souvent longues, et la Commission devra s’adapter aux accords conclus.

Il est de la plus haute importance que les travailleurs et syndicats de ces filières aient voix au chapitre car chaque emploi supprimé impactera une famille entière. Je serai vraiment vigilante sur ce point car la France compte deux départements éligibles: le Nord et les Bouches du Rhône et ces mesures pourraient mettre à mal environ 153 000 emplois.

Le dernier critère favorisera les régions les moins développées et il faudra inclure dans ce cadre les régions rurales et ultrapériphériques.

D’autre part, cet instrument soutiendra des projets qui ne génèrent pas un flux suffisant de ressources propres pour être financés à titre commercial. Ce critère me semble manquer de clarté, car il est très difficile d’anticiper le comportement des banques face à un projet en fonction d’une entité publique ou privée et, de surcroît, dans de nouveaux secteurs énergétiques.

La sélection des projets par la BEI devra faire l’objet d’une grande transparence afin de respecter l’équité dans la distribution des prêts. Pour conclure, si les garanties sociales pour accompagner la mue vers une économie bas carbone sont nécessaires, ce fonds ne doit pas être dévoyé en cherchant une homogénéité à tout prix.

  Bogdan Rzońca, w imieniu grupy ECR. – Szanowna Pani Przewodnicząca! Jest Fundusz Sprawiedliwej Transformacji, jest fundusz pożyczkowy, mamy w polu widzenia oczywiście biedniejsze regiony, mamy w polu widzenia kwestie doradztwa. To bardzo ważne sformułowania, ale gdy patrzymy na całość spraw związanych z transformacją energetyczną i widzimy wielką pochopność w dążeniu do tej transformacji, to musimy też zobaczyć w przyszłości kryzys przemysłu w Unii Europejskiej, kryzys firm w Unii Europejskiej.

Pamiętajmy, jak powiedział jeden z polityków holenderskich, że siłą napędową OZE nie są tylko wiatry, ale także subsydia i dotacje z poszczególnych państw. Pakiet legislacyjny „Fit for 55” nie jest poprzedzony głęboką analizą skutków gospodarczych i społecznych. OZE dużo kosztują, OZE – odnawialne źródła – generują również bezrobocie. Pamiętajmy o tym.

Niestety, nie ma stuprocentowej skuteczności, jeśli chodzi o funkcjonowanie OZE. Głośno, owszem, mówi się o tym, jak OZE są instalowane i jakie moce są instalowane. Ale dużo ciszej mówi się o tym, jakie są efekty tych instalacji. Ile można energii wydobyć z tych instalacji? O tym już jest trochę ciszej.

Kolejne doradcze ciała, kolejne jakieś rady nie zastąpią myślenia. Wobec tego muszę powiedzieć bardzo wyraźnie, że Unia Europejska już kiedyś zachwalała, czy państwa Unii Europejskiej zachwalały, plastik. Dziś mamy podatek od plastiku. Kto wie, jak będzie w przyszłości z tym problemem takiego galopu do transformacji energetycznej? Uważam, że trzeba kierować się racjonalizmem, rozsądkiem i głęboką analizą tego, co chcemy zrobić. Ale oczywiście ten Fundusz Sprawiedliwej Transformacji wykorzystamy, skoro jest, musimy dobrze z niego skorzystać.

  José Gusmão, em nome do Grupo The Left. – Senhora Presidente, o instrumento que aqui discutimos hoje é um instrumento importante porque sabemos que tem sido o investimento público, as políticas públicas, o setor público quem mais tem feito, e tem sido insuficiente, pelo combate às alterações climáticas. No entanto, é impossível não reparar que os números que estão propostos para este instrumento tão importante são absolutamente ridículos quando comparados com as necessidades de investimento que foram identificadas em 2019 pela própria Comissão.

A Comissão, que diz que vamos precisar de 260 mil milhões de euros de investimento para enfrentar o desafio climático, destina a um instrumento com o objetivo de financiar investimento público nessa mesma prioridade, em financiamento a fundo perdido, menos de 0,1% dessas necessidades de investimento, menos de uma milésima daquilo que é necessário, sendo tudo o resto dívida.

Isto denuncia um profundo preconceito ideológico da Comissão Europeia em relação às políticas públicas, um preconceito ideológico que o planeta irá pagar caro.

  Ivan Vilibor Sinčić (NI). – Poštovani predsjedavajući, danas govorimo o mehanizmu pravdne tranzicije, ali nikakve pravedne tranzicije neće biti dok se ne ograniče resursi i imovina i moć korporacija i superbogataša.

Građani moraju moći kontrolirati i biti suvlasnici proizvodnje energije. Građani moraju kontrolirati i biti suvlasnici proizvodnje hrane i sjemena a slično je s vodom i komunikacijama. Moramo istrgnuti kontrolu iz ruku šačice korporacija i vratiti je građanima, to je demokracija.

Decentralizirajmo sve što možemo. Mediji i društvene mreže ne smiju biti igračke medijskih mogugla, već servis građanima. I konačno, ograničimo imovinu. Ograničimo imovinu, kolegice i kolege, kod korporacija već imamo takve mehanizme, zakone protivi trustova, zakone protiv kartela, međutim, kod superbogatih pojedinaca takva pravila ne postoje. Ograničimo im imovinu i uvedimo limit na bogatstvo a taj novac iskoristimo na uvođenje programa univerzalnog temeljnog dohotka kako bi se vratilo kojima i pripada imovina i novac koje im je oteo nepravedan sustav.

  Frances Fitzgerald (PPE). – Madam President, firstly I’d like to thank the co—rapporteurs and the shadows for all of their cooperation on this file.

The transition to a climate—neutral economy presents massive opportunities to transform our societies and economies. We can look forward to a world where we no longer have to rely on fossil fuels and where we have a fully circular economy.

We cannot underestimate the enormous challenges and the cost, and we cannot forget the huge uncertainty that faces communities, workers and families. That is why we need strong Just Transition funding programmes to support regions and communities who are at the forefront of the climate transition.

No one should be left behind in the climate transition, and with over EUR 100 billion in potential funding we now have a huge job to do to implement these programmes quickly and efficiently. This must be an inclusive process. Just Transition plans must be prepared in strong cooperation with local authorities, civic society, community groups and all other relevant stakeholders.

I encourage all public authorities to adopt a sound, gender—budgeting approach to this funding. After all, this is about a just transition, and the transition needs to be just between men and women.

The last thing I would say is that the Just Transition is not over. We have a long way to go in this climate transition. If we want to truly support those regions most affected, we must come back to the table with more funding further down the line.

  Eero Heinäluoma (S&D). – Arvoisa puhemies, todellakin ilmastonmuutoksen pysäyttäminen on tämän aikakauden suurimpia haasteita. Edessä on valtava yhteiskunnallinen ja taloudellinen muutos ja se täytyy toteuttaa oikeudenmukaisella ja kestävällä tavalla.

Tässä muutoksessa jokaisen jäsenvaltion ja jokaisen alueen täytyy tehdä osansa, mutta kenenkään taakka ei saa olla kohtuuton – ei Keski-Euroopan hiilialueiden, ei Suomenkaan turvealueiden.

Tänään Euroopan unioni ottaa tärkeän askeleen eteenpäin, kun äänestämme uuden ilmastolain puolesta. Tänään äänestämme myös oikeudenmukaista ilmastosiirtymää tukevasta julkisen sektorin lainajärjestelystä. Sen avulla Euroopan investointipankki voi lainoittaa kymmenien miljardien edestä julkisia investointeja energiamuutoksen toteuttamiseen.

Siirtymä kestävään ja hiilineutraaliin yhteiskuntaan vaatiikin todella isoja miljardiluokan investointeja paitsi julkisilta niin myös yksityisiltä toimijoilta. Oikeudenmukaisen siirtymän lainajärjestelyn avulla mahdollistetaan luopuminen kivihiilen ja turpeen käytöstä.

Kunnilla Suomessa ja koko Euroopassa on mahdollisuus nyt saada tästä lainajärjestelystä tukea esimerkiksi vihreisiin infrastruktuurihankkeisiin, tehokkaisiin kaukolämpöverkostoihin tai turvealan työntekijöiden työllistämiseen. Tämä ehdotus ansaitsee kaikkien vastuullisten tämän Euroopan parlamentin jäsenten tuen.

  Linea Søgaard-Lidell (Renew). – Fru Formand! Der er så meget, vi skal gøre rundt om i hele EU for at nå vores klimamål. Her i salen taler vi tit om de helt store ambitioner og de helt store linjer, men vejen derhen er også fuld af mange mindre og lavpraktiske skridt, som det at få grøn varme i radiatorerne i en skole i Polen eller få isoleret en sportshal i Nordjylland. Det er de lavthængende frugter. Dem, vi burde have plukket for længst, for vi har jo kendt løsningerne længe. Det er bare ikke alle steder, man har haft budget til det. Men i dag hjælper vi kommuner og regioner i hele EU med at sætte gang i de konkrete grønne projekter, som skal hjælpe os til et klimaneutralt samfund. De projekter, som er blevet udskudt, fordi budgettet er for stramt, og det så er endt med, at klimaet måtte vente til næste år. Det kan det bare ikke. Så i dag gør vi Europa grønnere. Vi godkender en aftale, som skal være finansiel løftestang for alle de projekter i kommuner og regioner, som vi ved vil nedsætte deres CO2-forbrug og også skabe nye arbejdspladser. Jeg håber meget, at flere egne vil gå i gang med at planlægge deres bidrag til den grønne omstilling nu, for vi har virkelig brug for, at alle kommer med.

  Joachim Kuhs (ID). – Frau Präsidentin, werter Herr Kommissar, liebe Kollegen! Sie kennen sicher alle den weisen Prediger Salomo, den König. Er hat einmal gesagt und beklagt: „Des vielen Büchermachens ist kein Ende.“ Wenn er heute leben würde und die EU kennte, ich glaube, dann würde er sagen: „Der vielen Fazilitäten ist kein Ende.“ Auch hier haben wir wieder eine Fazilität, und ich habe den Eindruck, dass wir solche Programme nur schaffen, um Probleme zu beheben oder aus der Welt zu schaffen, die wir uns selbst eingebrockt haben. Und da kann doch irgendetwas nicht stimmen.

Ich habe nichts gegen dieses Programm. Das ist, denke ich, sicher gut; es ist auch gut ausformuliert, gute Gedanken, gute Ideen. Es hat einen gewissen Transfermechanismus, das ist eben auch ein gewisser Hebel, damit es viele Kredite bewirkt.

Aber zwei Probleme habe ich trotzdem hier gefunden. Das eine ist erstens einmal: Wenn wir ein neues Programm machen, dann schaffen wir uns immer wieder neue Regulierungen, die Schlupflöcher offenlassen, die neue Möglichkeiten der Korruption und des Missbrauchs öffnen. Und ich denke, da sollten wir ein gutes Augenmerk darauf haben. Und da bin ich etwas in Sorge – lieber Kollege Van Overtveldt –, dass wir diese Niedrigschwelligkeit haben. Denn damit kann eben viel leichter auch dem Missbrauch die Tür geöffnet werden.

Das zweite Problem, das ich sehe, ist folgendes: Es wird so getan, als gäbe es die Probleme über den gerechten Ausgleich nur in Regionen, die wirtschaftlich hintennach hängen. Das ist aber nicht der Fall: Wir haben in Deutschland auch ein Riesenproblem damit, dass unsere hochqualifizierte und kompetente Automobilindustrie durch den Green Deal massiv zurückgefahren wird. Da werden Hunderttausende von Arbeitsplätzen aufs Spiel gesetzt, und da habe ich in dieser Fazilität nichts dazu gefunden, dass hier den deutschen Arbeitern und auch den Stahlwerken geholfen wird. Da sollten wir auch ein Augenmerk darauf haben.

Seien wir bitte nicht wie Leute, die sich den Finger abhacken und dann nicht die Blutung stoppen, sondern dafür sorgen wollen, dass sie durch immer mehr Bluttransfusionen die Blutzufuhr nicht unterbrechen. Das ist der falsche Weg.

  Andżelika Anna Możdżanowska (ECR). – Pani Przewodnicząca! Panie Komisarzu! Unia Europejska postawiła sobie bardzo ambitne cele: redukcja emisji gazów cieplarnianych o 55 proc. do 2030 roku i neutralność klimatyczna w 2050. Oczywiście wszyscy się zgadzamy, że musimy chronić środowisko dla przyszłych pokoleń i sukcesywnie minimalizować wpływ na cywilizację i na naturę. I w tej sprawie panuje powszechny i wspólny konsensus.

Niestety Fundusz sprawiedliwej transformacji nie jest sprawiedliwy, bo nie jest wystarczający dla wszystkich krajów europejskich. W trzecim filarze nie uwzględniono niestety tak ważnych dla transformacji projektów sektora gazowego czy wsparcia dla MSP. Udało się zwiększyć do 25 proc. współfinansowanie dla regionów w toku negocjacji oraz dostęp do doradztwa i wsparcia doradczego. Niestety, Drodzy Państwo, by dyskusje na temat ochrony klimatu dla przyszłych pokoleń miały sens, muszą być bardziej realistyczne, a zamiast przymiotnika ambitny musi dominować termin ogólny, optymalny i pożyteczny. Najważniejszy jest fakt wspólnej odpowiedzialności, aby ochrona środowiska nie odbywała się kosztem ludzkiej krzywdy, gdyż łatwo jest być ekologiem mieszkając tu, w Brukseli, dużo trudniej żyjąc w małej górniczej gminie.

  Πέτρος Κόκκαλης (The Left). – Κυρία Πρόεδρε, κύριε Επίτροπε, κύριοι συνάδελφοι, η δανειακή μετάβαση για τον δημόσιο τομέα είναι το τρίτο σημαντικό εργαλείο του Μηχανισμού Δίκαιης Μετάβασης ώστε να βοηθηθούν, κυρίως, οι περιφέρειες και οι δήμοι να αντιμετωπίσουν τις προκλήσεις που απορρέουν από την κλιματική μετάβαση. Η επιτυχία της Ευρωπαϊκής Πράσινης Συμφωνίας εξαρτάται από την αποτελεσματική αντιμετώπιση των κοινωνικοοικονομικών προκλήσεων που θα προκύψουν σε αυτήν τη διαδικασία για την κλιματική ουδετερότητα.

Η πράσινη μετάβαση θα πετύχει μόνο αν είναι δίκαιη. Για αυτό και είμαι ικανοποιημένος από τη διοργανική συμφωνία του Απριλίου, μιας και το Ευρωπαϊκό Κοινοβούλιο πέτυχε να αυξήσει τις επιχορηγήσεις για τις λιγότερο ανεπτυγμένες περιφέρειες, ώστε να αντιμετωπίσουν τις απώλειες των θέσεων εργασίας αλλά και να δημιουργήσουν νέες καινοτόμες επιχειρήσεις, να παρέχεται συμβουλευτική στήριξη για την προετοιμασία, την ανάπτυξη και την υλοποίηση, να επιλέξουν νέους δικαιούχους, με την ενεργό συμμετοχή των τοπικών κοινωνιών.

Να διασφαλίσει ότι ο μηχανισμός θα συμμορφωθεί με την αρχή της μη πρόκλησης σωματικής βλάβης και να διασφαλίσει, τέλος, ότι η ταξινομία θα συμπεριληφθεί ως εργαλείο παρακολούθησης στην ενδιάμεση αξιολόγηση, και αυτό είναι πολύ σημαντικό για να αποφύγουμε το πράσινο ξέπλυμα και μια λαχανί επανάσταση.

  Krzysztof Hetman (PPE). – Pani Przewodnicząca! Panie Komisarzu! Instrument pożyczkowy na rzecz sektora publicznego uzupełnia pakiet narzędzi dostępnych w ramach mechanizmu sprawiedliwej transformacji, aby pomóc regionom w sprostaniu wyzwaniom wynikającym z dążenia do celu osiągnięcia neutralności klimatycznej do roku 2050.

Przed chwilą na tej sali debatowaliśmy o prawie klimatycznym. Ta debata następuje zaraz po, co uważam za wymiar wręcz symboliczny. Tak, Unia stawia ambitne cele, ale oferuje też skuteczna narzędzia, by móc je osiągnąć. Jest to szczególnie ważne dla regionów w znacznym stopniu zależnych od produkcji węgla, dla których ta transformacja będzie stanowić szczególne wyzwanie. Wierzę, że instrument pożyczkowy, który w ciągu siedmiu lat powinien uruchomić ok. 30 mld euro, w sposób realny wesprze Europejczyków poprzez inwestycje, m.in. w budowę nowoczesnych sieci ciepłowniczych, transport przyjazny środowisku, rekultywację gruntów czy też podnoszenie kwalifikacji pracowników.

Cieszy mnie też zwiększenie komponentu grantowego dla regionów mniej rozwiniętych, co bez wątpienia pomoże im w efektywniejszym korzystaniu z tego instrumentu.

Musimy jednak pamiętać, że wyzwania związane z transformacją nie zakończą się w 2027 r. i już teraz należy mieć na uwadze, że podobne wsparcie będzie musiało być kontynuowane w przyszłości.

  Jonás Fernández (S&D). – Señora presidenta, señor comisario, hace ahora dos años me presentaba a las elecciones europeas con muchas esperanzas, con muchos propósitos, pero también con dos compromisos claros con mi región de origen, con Asturias.

El primero de ellos probablemente lo cerremos en el día de hoy con la votación y la aprobación de este Reglamento para facilitar inversiones públicas en regiones en transición que conforma, junto con el Fondo y el apoyo especial de InvestEU que hemos aprobado hace ya varias semanas, un instrumento esencial para colaborar con las regiones en transición en un reto muy muy relevante.

El segundo compromiso era la introducción de un mecanismo de ajuste en frontera por el CO2 importado, un compromiso que sigue pendiente porque esperamos la propuesta de la Comisión para las próximas semanas, y confío en el trabajo de esta Cámara y del Consejo para cerrar ese ajuste en frontera en los próximos meses y, como digo, cumplir dos compromisos esenciales con mi región, con Asturias.

  Anna Zalewska (ECR). – Pani Przewodnicząca! Panie Komisarzu! Wszyscy odmieniamy przez przypadki sformułowanie „sprawiedliwa transformacja”. Myślę, że już za niedługo obywatele Europy nas z tego sformułowania rozliczą. Dlaczego? Dlatego, że ona nie jest sprawiedliwa. Dlaczego? Bo nie ma na nią pieniędzy. Pewnie czytali Państwo sprawozdanie dotyczące prawa klimatycznego, w którym mówi się o skutkach oddziaływania. Nie dość, że zostało ono skrytykowane przez służby parlamentarne, to wynika z niego jednoznacznie, że będzie bezrobocie i ubóstwo energetyczne, a pieniędzy w systemie na sprawiedliwą transformację nie ma. Przeżywają to już podczas negocjacji nad funduszem sprawiedliwej transformacji polskie regiony – nie tylko Bełchatów i Turów, ale wiele innych miejsc, które potrzebują pieniędzy i które pieniędzy nie otrzymają. Dlaczego? Dlatego, że Komisja Europejska mówi wprost „zamknij za rok, za dwa”, mimo, że umówiliśmy się, że o zerowej emisyjności mówimy o odniesieniu do roku 2050.

  Γεώργιος Κύρτσος (PPE). – Κυρία Πρόεδρε, για να γίνει η πράσινη και η ενεργειακή μετάβαση δίκαιη, πρέπει, κατά την άποψή μου, να αυξηθεί η χρηματοδότησή της. Διαφορετικά, όσοι δεν έχουν τις οικονομικές δυνατότητες και τον αναγκαίο δημοσιονομικό χώρο θα πέσουν στο χάσμα μεταξύ φιλόδοξων στόχων και ανεπαρκούς χρηματοδότησης. Η δανειακή διευκόλυνση του δημόσιου τομέα που συζητάμε είναι βήμα προς τη σωστή κατεύθυνση. Δεν καλύπτει, όμως, τις μεγάλες περικοπές που έγιναν στη χρηματοδότηση της δίκαιης μετάβασης με ευθύνη του Ευρωπαϊκού Συμβουλίου.

Για αυτό υποστηρίζω τις πρωτοβουλίες ευρωπαϊκών κυβερνήσεων, όπως για παράδειγμα της κυβέρνησης Draghi στην Ιταλία, για έκδοση πράσινων ομολόγων. Η ποιότητα του πράσινου μέλλοντός μας θα κριθεί σε μεγάλο βαθμό από το ύψος της χρηματοδότησης των αναγκαίων δημόσιων και ιδιωτικών επενδύσεων.

  Janusz Wojciechowski, Członek Komisji. – Pani Przewodnicząca! To była bardzo interesująca debata, dziękuję za wszystkie głosy. Dziękuję przede wszystkim za poparcie inicjatywy Komisji wprowadzającej mechanizm sprawiedliwej transformacji.

Mamy jako Unia Europejska wielkie wspólne wyzwanie, którym jest neutralność klimatyczna, i mamy bardzo różne punkty wyjścia do osiągnięcia tego celu. To jest widoczne w przemyśle, dlatego ten fundusz jest skierowany głównie do krajów z regionu, z którego ja sam osobiście się wywodzę, Europy Środkowej i Wschodniej, bo tam są rzeczywiście duże problemy z transformacją przemysłu, gospodarki opartej na węglu.

Ale jeśli spojrzymy np. na mapę emisji, jeśli chodzi o rolnictwo – to jest akurat obszar, za który ja w Komisji odpowiadam – to ta mapa zagrożeń wygląda zupełnie inaczej. Przy średniej emisji około dwóch i pół tony z hektara rocznie w tej akurat części Środkowo-Wschodniej Europy te emisje są w granicach półtorej tony do dwóch ton. Są w Unii Europejskiej kraje, gdzie wskaźnik ten przekracza 7 ton, a nawet 10 ton z hektara. To kraje o bardziej intensywnym rolnictwie. Mówię o tym, żeby pokazać, że ten problem różnego punktu startu dotyczy różnych sektorów gospodarki i wszędzie musimy poszukiwać sprawiedliwego podejścia.

To co osiągnęliśmy – za co raz jeszcze dziękuję – ten mechanizm sprawiedliwej transformacji jest ważnym krokiem, żeby ta transformacja była bardziej sprawiedliwa. Czy wystarczająco, to jest oczywiście kwestia oceny i te mogą być różne.

Chciałem też wyraźnie oświadczyć, że na obecnym etapie nie ma powodów, by przewidywać, jaki kraj miałby być z tego wykluczony czy jakie konkretne przedsiębiorstwo. Komisja nie ma żadnych takich intencji ani planów, żeby to zrobić. Wszyscy, którzy będą się ubiegać o te fundusze, będą obowiązani do spełnienia tych samych, równych dla wszystkich zainteresowanych kryteriów.

  Il-President. – Id-dibattitu ngħalaq.

Il-votazzjoni se ssir illum 24 ta' Ġunju 2021.

Stqarrijiet bil-miktub (Artikolu 171)

  Gunnar Beck (ID), schriftlich. – Ich habe gegen diesen Bericht gestimmt. Die PSLF soll öffentliche Investitionen in den am stärksten vom Übergang in die „grüne“ Wirtschaft betroffenen Regionen durch vergünstigte Kreditkonditionen unterstützen. Wir sind aus 4 Gründen gegen diesen Fonds: 1) Die Kreditkonditionen sind aufgrund der Gefälligkeits-Negativzinspolitik der EZB bereits extrem günstig. Die PSLF wäre nur unter normalen Zinsbedingungen sinnvoll. 2) Die PSLF ist offensichtlich ein Bestechungsgeld für Osteuropa, um dem Green Deal zuzustimmen. Es ist eine Belohnung für Länder, die sich sonst widersetzten. 3) AfD und RN haben eine Reihe von Änderungsanträgen vorgelegt, um die Kontrolle und Transparenz der Kreditgeschäfte zu erhöhen. Diese Bedenken wurden nicht berücksichtigt. 4) Während sich der Bericht auf den grünen Übergang konzentrieren sollte, enthält er viele Verweise auf die Gleichstellung der Geschlechter und Diskriminierung (Erwägungsgrund 5b, Artikel 3a). Das macht keinen Sinn. Die PSLF wird hauptsächlich für Investitionen in Sektoren verwendet, in denen die überwiegende Mehrheit der Arbeitnehmer Männer sind.

  Pedro Marques (S&D), por escrito. – Está aprovado o mecanismo de empréstimos ao setor público, terceiro pilar do Mecanismo de Transição Justa. Foi concebido para ajudar os Estados-Membros e as regiões a acelerarem a sua transição para uma economia neutra em carbono, objetivo essencial para lutar contra a crise climática. Agora é tempo de os Estados-Membros, sem perdas de tempo, prepararem as estruturas públicas, nacionais e locais para que comecem a ser construídos projetos sólidos e inovadores, que contribuam para os objetivos climáticos e, ao mesmo tempo, tenham em linha de conta a necessidade de não deixarmos ninguém para trás neste processo de transformação. A União Europeia aprovou um importante instrumento, mas que é preciso agora operacionalizar. Vamos ao trabalho.

(Ħin li fih ġiet sospiża s-seduta: 12.58)

Puhetta johti HEIDI HAUTALA
varapuhemies