Die Präsidentin. – Als nächster Punkt der Tagesordnung folgt die Aussprache über fünf Entschließungsanträge zur Lage von Journalisten in Marokko, insbesondere zum Fall Omar Radi (2023/2506(RSP))*.
_______________
* Sk. protokolu.
Thijs Reuten, auteur. – Voorzitter, vandaag schrijven we een klein beetje geschiedenis. Voor het eerst in tientallen jaren debatteert het Europees Parlement over Marokko’s mensenrechtenschendingen.
Zeker nadat Marokko de vreedzame Hirak-protesten in de noordelijke Rifregio hard neersloeg, is de lijst van mensenrechtenschendingen lang geworden. En het houdt niet op. Omar Radi, een fantastisch journalist die de corruptie van de Marokkaanse overheid aan de kaak stelde, is voor zes jaar achter de tralies gezet, onder meer ook voor zijn verslagen over de Hirak Rif. En hij is niet de enige. Nasser Zefzafi, de leider van de Hirak, en andere politieke gevangenen zijn in de gevangenis zelfs gemarteld. Hun misdaad? Opkomen voor meer jobs, betere scholen en goede gezondheidszorg.
En het stopt niet bij de grens. Tot in onze Europese Unie achtervolgt en intimideert Marokko dappere activisten. Zelfs hier in ons Parlement liepen vertegenwoordigers van de Marokkaanse overheid de afgelopen dagen schaamteloos de deur plat. En dat midden in een corruptieschandaal. Het is te bizar voor woorden!
De eisen in onze resolutie zijn snoeihard. Stop nu met die intimidatie en laster tegen journalisten, mensenrechtenactivisten en de diaspora. Laat politieke gevangenen onmiddellijk vrij. Vrijheid voor Nasser Zefzafi, vrijheid voor Omar Radi. De Europese Unie – en ook mijn land, Nederland – moet heel duidelijk begrijpen dat niet migratieafspraken, niet de chantage door Rabat, maar mensenrechten de basis zijn voor de relaties met Marokko. Vandaag een nieuw hoofdstuk voor Marokko én voor Europa. De tijd dat Rabat overal mee wegkwam, is voorbij.
Georgios Kyrtsos, author. – Madam President, we call upon the authorities of Morocco to free the independent investigative journalist Omar Radi and stop restricting media freedom.
According to the annual report of Reporters Without Borders, the Moroccan authorities control most media outlets and suppress freedom of opinion and independent reporting. Morocco is ranked 135th out of a total of 180 countries, according to the World Press Freedom Index.
The methodology followed by Moroccan authorities against its critics is completely unacceptable. Morocco’s intelligence services use Pegasus to wiretap investigative reporters and then launch legal proceedings against them using or even perverting private data. It is no coincidence that most critics of the Moroccan regime have been condemned for alleged sexual crimes after carefully staged trials that characterise authoritarian regimes.
Moroccan authorities have also acquired the habit of trying to influence Members of the European Parliament and our decision-making process by means that refer to Qatargate.
In the interests of cooperation between EU and Morocco, we call upon the Moroccan authorities to immediately release from prison Omar Radi, other journalists, as well as all prisoners of conscience.
Tineke Strik, author. – Madam President, Commissioner, for the first time in 25 years, the human rights situation in Morocco is on the Parliament’s agenda. Omar Radi and many other journalists critical of the regime face smear campaigns, arbitrary detention and are convicted in dodgy trials. Peaceful Hirak al—Rif protesters and diaspora activists are systematically harassed and intimidated. Sakharov Prize finalist Nasser Zefzafi is still in prison.
With intimidation, blackmail, instrumentalisation of migrants and even bribery of MEPs, Rabat tries to silence critics and cover up the domestic human rights situation – successfully, until now. Let this be a moment of reflection, not only for this Parliament, but also for the Commission and the Member States to critically assess their priorities within their relationship with Morocco. Human rights are universal. If we want to be credible, we cannot be silenced by regimes just because we prioritise our own interests.
Miguel Urbán Crespo, autor. – Señora presidenta, más de veinte años y un escándalo de corrupción como el Moroccogate han tenido que pasar para que podamos hablar sobre los derechos humanos en esta Cámara. Hasta ahora, Marruecos ha sido el niño mimado de la política exterior europea.
Solo así se entiende que Europa mire hacia otro lado ante la represión de las protestas en el Rif, en las que cientos de personas como Nasser Zefzafi fueron detenidas y torturadas por exigir los derechos más básicos, y ante la criminalización de los periodistas que denuncian esta situación o la corrupción del régimen marroquí, como el caso del periodista Omar Radi, que es un magnífico ejemplo de cómo el régimen marroquí encarcela y espía con programas como Pegasus a periodistas independientes o críticos. Europa no puede seguir siendo cómplice de la violación de los derechos humanos y la libertad de información o de la ocupación del Sáhara.
Por ello debemos exigir la libertad de Omar Radi y del resto de periodistas presos, así como el cese del acoso judicial al periodista español Ignacio Cembrero y la libertad de los presos políticos y de conciencia, especialmente saharauis y rifeños. Mención especial debe hacerse del finalista del Premio Sájarov Nasser Zefzafi.
Debemos pedir el respeto escrupuloso de la libertad de expresión y de prensa y condicionar los fondos europeos al respeto de los derechos humanos y no al control migratorio. Y adoptar con Marruecos las mismas medidas cautelares que con Qatar hasta que se aclare judicialmente la presunta trama de injerencia en este Parlamento.
Hoy podemos mandar un mensaje al pueblo marroquí: que más allá de los cálculos económicos o geoestratégicos, los derechos humanos, la libertad de prensa y la democracia en Marruecos importan y que quienes luchan por conseguirlo en Marruecos nunca estarán solos.
Kathleen Van Brempt, namens de S&D-Fractie. – Voorzitter, het Europees Parlement – en laat me zeggen, de S&D-Fractie in het bijzonder – zal schendingen van mensenrechten blijven aankaarten binnen Europa, wereldwijd en dus ook in Marokko.
De veroordeling en opsluiting van Omar Radi is geen alleenstaand geval. Hij past in een rij van politiek gemotiveerde veroordelingen die het gemunt hebben op mensenrechtenactivisten, journalisten en leiders van de Hirak Rif. Finalist voor de Sacharovprijs Nasser Zefzafi – en ik heb er een klein aandeel in, samen met vele collega’s, om hem genomineerd te krijgen – zit vandaag na zoveel jaar nog steeds als politiek gevangene opgesloten in een Marokkaanse gevangenis. Dit omdat hij vreedzaam opkwam voor de mensenrechten in de Rif en kritiek leverde op het regime. Dat is onaanvaardbaar.
Ik roep de collega’s van de Commissie op om de situatie van de mensenrechten en de onvoorwaardelijke vrijlating van alle politieke gevangenen, onder wie Nasser Zefzafi en Omar Radi, bij élk gesprek met de Marokkaanse overheid op tafel te leggen. Respect voor de mensenrechten is een fundament waarop de EU-Marokko-relaties gebaseerd zijn.
Salima Yenbou, au nom du groupe Renew. – Madame la Présidente, Omar Radi, Hajar et Soulaimane Raissouni, Taoufik Bouachrine, voilà quelques noms de ceux dont les droits à une justice équitable sont bafoués au Maroc pour leur travail de journaliste. Allégations d’espionnage, de blanchiment d’argent, de viols ou encore d’adultère réservé aux seules femmes: Human Rights Watch l’a montré, c’est un véritable arsenal de techniques répressives qui est utilisé systématiquement par les autorités marocaines pour faire taire toute voix dissonante.
L’État marocain a tenté de réfuter les arguments de notre résolution. Alors quoi? Nous devrions les croire et jeter à la poubelle le rapport de 150 pages de Human Rights Watch, les rapports de Reporters sans frontières, du Comité de protection des journalistes, de l’Association marocaine des droits humains, de l’Association féministe marocaine Khmissa et d’Amnesty International?
Je le répète, la garantie de la liberté et de la pluralité de la presse est vitale à notre démocratie. Peuple marocain, journalistes, défenseurs des droits humains, je suis à vos côtés dans ce combat pour la liberté et, comme le chante Soolking : «La liberté, nous, ça nous fait pas peur».
Jordi Solé, au nom du groupe Verts/ALE. – Madame la Présidente, le Maroc s’est engagé à faire des progrès en matière de droits humains, mais dans certains domaines, ces progrès ne se font pas sentir. C’est le cas de la liberté de la presse et des actes d’intimidation dont sont victimes les journalistes critiques du gouvernement, à travers des campagnes de diffamation et de harcèlement judiciaire ou par des méthodes de surveillance illicites telles que Pegasus, y inclus contre des journalistes européens, comme Ignacio Cembrero.
Les cas que nous dénonçons aujourd’hui sont des exemples de la façon dont on discrédite les journalistes et détruit leur réputation par l’utilisation abusive d’accusations de harcèlement sexuel, entérinées dans des procédures judiciaires qui ne respectent pas les normes d’un procès équitable. Nous appelons les autorités marocaines à lever les restrictions à la liberté d’expression qui sont incompatibles avec le droit international et à mettre fin aux tactiques d’intimidation contre les journalistes critiques qui finissent par saper la liberté de la presse.
Thierry Mariani, au nom du groupe ID. – (Début de l’intervention hors micro) ... ce discours en disant que nous nous réunissons pour condamner les pratiques d’un pays qui brime les droits de l’homme, oppresse les voix contestataires et participe à la déstabilisation de l’Afrique. Mais alors cela signifierait que nous parlons ici de l’Algérie. Or, la gauche européenne ne condamne jamais l’Algérie et l’Union européenne lui passe tout en espérant son gaz. À la place, nous débattons du Maroc, qui est pourtant un des pivots de notre partenariat stratégique en Afrique. Qu’y a-t-il dans cette résolution? L’affirmation que M. Radi ne serait pas un violeur. Comme chacun d’entre vous, je n’en sais rien.
En revanche, à la différence de la majorité de cette assemblée, je ne considère pas que les décisions de la justice marocaine, que les accusations de la victime du viol valent moins que les communiqués d’Amnesty International ou de Human Rights Watch. Le récent exemple des pratiques de l’ONG Fight Impunity devrait d’ailleurs avoir alerté chacun d’entre nous sur le crédit que nous accordons systématiquement aux ONG. Comme les États, elles ont leurs intérêts et leurs limites.
Si M. Radi est victime d’un complot, c’est à ses avocats et au peuple marocain de le démontrer, et ce n’est pas au Parlement européen de s’essuyer les pieds sur la justice marocaine.
Fabio Massimo Castaldo (NI). – Signora Presidente, gentile Commissaria, onorevoli colleghi, oggi abbiamo il dovere di sostenere il coraggio dei giornalisti marocchini, che sono stati tra i primi al mondo a denunciare l'uso di spyware contro i reporter e le inquietanti criticità di questa pratica di sorveglianza digitale già nel 2015.
Bene aver fatto riferimento al testo del regolamento del dual use: è un passo importante, ma non basta. Dovremmo andare oltre e iniziare a pensare ai software e ai dispositivi di sorveglianza nello stesso modo in cui pensiamo alle esportazioni militari ordinarie, includendoli ogni volta in cui si parla di sanzioni o di embargo delle armi senza sconti e mettere finalmente sanzioni dure, automatiche e dissuasive per gli Stati inadempienti. Se non ora, quando?
Cari colleghi, questa risoluzione è fondamentale per lanciare, dopo il Qatargate, un forte segnale alle autorità marocchine e prendere le distanze dalla condotta indegna di questa casa, tenuta da alcuni di noi. Il tempo dell'ambiguità, della connivenza, del chiudere un occhio o anche tutti e due è finito. Niente più business as usual. Dobbiamo applicare le stesse norme pensate per il Qatar e non ci faremo intimidire.
Dobbiamo chiedere a gran voce la liberazione di Omar Radi, di tutti gli attivisti e giornalisti che si battono per la libertà della società civile marocchina, perché la loro lotta, la lotta per l'indipendenza è anche la nostra lotta. Speriamo di dirlo tutti insieme.
Pedro Marques (S&D). – Senhora Presidente, Senhora Comissária, a prisão de jornalistas e a sua condenação, com base em acusações que, de acordo com reputadas organizações de direitos humanos, são, pelo menos, muito duvidosas, têm sido utilizadas pelas autoridades marroquinas como forma de pressão e intimidação.
Este tipo de ações é inaceitável para este Parlamento e para a União Europeia; e Marrocos, com quem a União Europeia tem uma relação privilegiada, tem a obrigação de cessar essas e todas as atividades que violam a liberdade de imprensa, a liberdade de expressão e os direitos humanos em geral.
Apelamos, assim, às autoridades marroquinas para que libertem imediatamente os jornalistas detidos num processo de regularização do funcionamento democrático que o povo marroquino merece.
Finalmente, não poderia deixar de me referir às suspeitas de corrupção com origem em Marrocos: a confirmarem-se, terão da parte deste Parlamento uma resposta veemente.
O Grupo dos Socialistas e Democratas estará na linha da frente para exigir sanções contra todos aqueles que procuraram subverter a democracia europeia.
Jordi Cañas (Renew). – Señora presidenta, Marruecos es un socio estratégico de la Unión Europea y, como socio estratégico, debe respetar los acuerdos y los compromisos que adopta.
Cuando no lo hace, este Parlamento está en la obligación de recordarle que no puede usar la inmigración para chantajear a un Estado miembro, que no puede espiar a Gobiernos amigos y que no puede sobornar a diputados de este Parlamento para condicionar sus debates. Y, cuando no cumple los derechos humanos, este Parlamento está en obligación de recordarle que no puede violarlos, que no puede perseguir y encarcelar ilegalmente a periodistas marroquís por hacer su trabajo, que no puede acosar a periodistas europeos por denunciar lo que hace el régimen marroquí y, sobre todo, lo que no puede hacer es mirar hacia otro lado mientras todo esto pasa.
Hoy hace más de veinte años que en este Parlamento no se hablaba sobre la situación de los derechos humanos en Marruecos. Ahora sabemos por qué. Pero Marruecos —su Gobierno— tiene que saber que este Parlamento no va a volver a mirar hacia otro lado. Que una buena relación de socios se debe fundamentar en el respeto de los derechos humanos y en el respeto mutuo, por muchas presiones que el Gobierno marroquí haga sobre esta Cámara.
Irena Joveva (Renew). – Gospa predsednica. Pravica do informacij in svoboda izražanja. Zapisani sta v maroški ustavi. Za prazen nič očitno. Novinarke in novinarji so v svojem delovanju izjemno omejeni, prisiljeni v samocenzuro. Pravica do poročanja o korupciji, statusu monarhije in statusu Zahodne Sahare je, milo rečeno, izredno okrnjena. Ker če nihče ne poroča o vladni korupciji, potem ta zagotovo ne obstaja, kajne?
Medtem maroška vlada navidezno prikazuje pluralizem medijev v državi. V resnici imajo pa samo en neodvisni medij, čigar novinarje nadlegujejo, preganjajo, pogosto neupravičeno aretirajo, jih celo zaprejo na podlagi lažnih obtožb o nezakoniti prekinitvi nosečnosti in spolnih napadih.
Vse to in še več, kar počne maroška vlada, je nezaslišano. Čas je, da EU ne samo jasno obsodi takšna ravnanja, ampak ukrepa še bolj ostro. Naj bo ta resolucija šele začetek. In gospodom, ki zagovarjajo takšne poteze, sporočam: Ne, resolucija ne temelji na prirejenih podatkih in ne bomo tiho in mirno gledali tega, kar počnete.
Spontane Wortmeldungen
Ana Miranda (Verts/ALE). – Madame la Présidente, le Maroc vit une régression sans précédent. Je dénonce la mise à mal de la liberté de la presse au Maroc et nous demandons la libération de M. Omar Radi, des journalistes marocains, de Nasser Zefzafi, des prisonniers politiques du Rif et des prisonniers politiques du Sahara occidental. Nous dénonçons la constitution du discours intimidateur, la torture et la manque de garanties des prisonniers.
La liberté de la presse au Maroc n’existe pas. Ces derniers mois, les services secrets du Maroc ont provoqué l’arrestation de journalistes, de blogueurs, de rappeurs et d’utilisateurs des médias sociaux qui réagissaient à la répression de la dissidence et de la libre opinion de la presse. Je témoigne toute ma solidarité et tout mon support au comité de soutien et aux associations de défense des droits de l’homme au Maroc, ainsi qu’au journaliste espagnol Ignacio Cembrero.
Le style du régime dictatorial du Maroc est la corruption, l’espionnage, l’ingérence et l’intimidation des voix libres, des tactiques qui touchent l’Europe en son cœur. Liberté pour les pétitionnaires. Liberté pour les journalistes. Fin de l’impunité du Maroc.
(Ende der spontanen Wortmeldungen)
Adina-Ioana Vălean,Member of the Commission. – Madam President, respect for human rights and fundamental freedoms underpins the strong and strategic partnership the EU has built with Morocco over time and which we are committed to developing even further.
The EU and Morocco have put in place a trustworthy and open dialogue. Human rights features regularly on the agenda of our discussions, and we do not shy to express our concerns to the Moroccan partners. In particular, freedom of expression, media freedom and the protection of journalists and human rights defenders are an area where we express concern to our Moroccan partners whenever appropriate. This was also the case most recently during the visit of High Representative Borrell to Rabat on 5 and 6 January, where the point was raised with the Minister for Foreign Affairs, Mr Bourita.
As the High Representative stressed in his press conference, the EU Morocco partnership is based on values. We attach great importance to the protection of fundamental rights, human rights defenders, fundamental rights such as freedom of the press and freedom of expression and we work together with Morocco on this subject. The work of national and international non—governmental organisations remains therefore of critical importance to assess the situation on the ground in these areas. The EU takes good note of the fact that some NGOs continue to report that more needs to be done to create an enabling environment for the full exercise of freedom of expression.
We also pay special attention to the need to ensure full respect for due process guaranteed for all. Specific institutional fora are the most appropriate framework to raise in a spirit of constructive criticism and further improvement the situation of human rights in Morocco. We have created, under the framework of the EU Morocco Association Agreement, a Subcommittee on Democracy and Human Rights, which meets regularly. We discuss the principles, but when relevant and useful, we do not refrain from referring to individual cases.
This structure complements our continuous engagement, both in Brussels and in Rabat, through our delegation, with civil society organisations, human rights defenders and relevant international actors to promote and consolidate respect for human rights and fundamental freedoms. Morocco’s membership of the United Nations Human Rights Council in January this year will provide additional opportunities to explore areas of joint cooperation in this field.
Let me conclude by reiterating the EU’s commitment, in Morocco as everywhere in the world, to media freedom and the protection of journalists in compliance with international human rights obligations. We will continue our efforts to ensure that all citizens can benefit from the rights guaranteed by their constitution and the full respect and implementation of the laws.
Die Präsidentin. – Die Aussprache ist geschlossen.
Die Abstimmung findet am Donnerstag, 19. Januar 2023, statt.
Schriftliche Erklärungen (Artikel 171)
Elżbieta Kruk (ECR), na piśmie. – Pogarsza się sytuacja dziennikarzy w Maroko. Dotykają ich stronnicze procesy, przedłużone, tymczasowe aresztowania, skazania na wieloletnie wyroki więzienia na podstawie sfabrykowanych zarzutów, inwigilacja i zastraszanie. Debata na ten temat winna być przyczynkiem do generalnej oceny zagrożeń, z jakimi dziennikarze borykają się w trakcie swojej pracy. Według danych UNESCO w 2022 roku na całym świecie zginęło 86 dziennikarzy i pracowników mediów. Dotknięty został każdy region, w tym Europa. Nie tylko w Maroko wobec dziennikarzy stosowane są różne formy przemocy, jak porwania, nieuzasadnione zatrzymania, nękanie prawne, inwigilacja i przemoc cyfrowa. Wojna z Ukrainą pogorszyła i tak trudną sytuację niezależnych dziennikarzy w Rosji. Ich bezpieczeństwo jest na tyle zagrożone, że wielu ucieka z kraju, a niezależne redakcje zamykają działalność. Presja Kremla wobec mediów niepodających rządowej propagandy jest coraz silniejsza, a uciszane są również dlatego, by świat nie dowiedział się o protestach przeciw wojnie. Istnieje więc ogromna potrzeba silnej kontroli w tym zakresie ze strony społeczności międzynarodowej. Wolność, niezależność i pluralizm mediów to fundament wolnego świata. Pytanie jest, czy Unia Europejska robi wystarczająco dla zagwarantowania tych wartości i bezpieczeństwa dziennikarzy? I czy gdy tu mowa o wolnych mediach, chodzi na pewno o takie, które mówią prawdę?