Acta literal de los debates

Miércoles 31 de mayo de 2023 - Bruselas

13. Diligencia debida de las empresas en materia de sostenibilidad (debate)

  President. – The next item is the debate on the report by Lara Wolters, on behalf of the Committee on Legal Affairs, on the proposal for a directive of the European Parliament and of the Council on Corporate Sustainability Due Diligence and amending Directive (EU) 2019/1937 (COM(2022)0071 – C9-0050/2022 – 2022/0051(COD)) (A9-0184/2023).

  Lara Wolters, rapporteur. – Mr President, we have just commemorated the horrors of Rana Plaza, the hundreds of victims, many of whom had not wanted to go into the building but were threatened and made to pay with their lives, in a disaster that tragically could have been avoided.

Rana Plaza is not the only disaster linked to corporate greed or the only disaster linked to companies misbehaving and turning a blind eye. Saeeda Khatoon died last December and in her lifetime never had justice for her son, who died in a burning clothing factory in Bangladesh. Fire escapes were blocked, the factory in question made jeans for a known German brand. Or Rosita, Tikwari, Veronica and Manimbu, who are still fighting for justice after their homes were destroyed by a palm oil company in West Papua, financed with European money. Injustice, impunity that makes your stomach turn!

These are examples that show the need for rules on responsible business, because we are talking about daily occurrences of injuries, pollution, corruption on the other side of the world, as well as in Europe. Tragically, nobody is ever to blame. Everybody points to someone else. Companies say it wasn’t them, it was their supplier. They didn’t know. Low prices are very welcome, responsibility is not.

But we’re not talking about all companies. Let’s be very clear about that. Many companies and sectors have taken action voluntarily, especially after Rana Plaza, and yet it hasn’t been enough for true change. Action has been too patchy and there’s often too little justice for victims. So for victims, the case for this law is very, very clear.

For businesses, this law is of vital importance also. Why? Because they need certainty about what to do, as well as the certainty that their competitors are doing the same.

As for consumers, they in themselves cannot change the world. Even if it were possible for people to check every company and every label, that won’t make enough of a difference. That’s why we’re making a law on what responsible business means.

What we have before us is a political agreement that I am very proud of. It was painstakingly negotiated over three years, and it tries to take into account every difficulty that was raised by everyone who will be affected by this law – workers and companies alike.

It has always been my aim to negotiate a position with cross—party support in this House which is proportionate and workable for business and effective and accessible for victims. Why? Because this legislation is too important for us not to deliver.

This is about what kind of Europe you want to live in and what we as Europeans value. It’s about what kind of trade we want in the future, how we see globalisation, and about defining our relationship with China. It is about serious action on sustainability and climate. If we don’t take a firm stand in Europe, then who will? Our task in a united Parliament is to set global standards as we have done in the past.

“Een betere wereld begint bij jezelf.” Ik vond die reclames heel mooi als kind, maar ze hebben hun glans verloren. Het is namelijk niet waar. Jij en ik, wij kunnen de wereld niet in ons eentje veranderen. De sterkste schouders, die moeten de zwaarste lasten dragen.

En een betere wereld begint bij bedrijven. Dat is beter voor iedereen die in de winkel staat en zich afvraagt waar een trui gemaakt is, maar ook beter voor bedrijven zelf, want bedrijven die hun plicht naar mens en milieu serieus nemen, daar zijn er een boel van. Die bedrijven geven we met een antiwegkijkwet een steuntje in de rug.

Maar grote cowboybedrijven die regels aan hun laars lappen, die moeten we de pas afsnijden, zodat we niet meer hoeven te lezen over duizenden arbeiders die in Qatar stierven tijdens de bouw van voetbalstadions, Oeigoeren die in China onder dwang onze kleding maken, zodat het klaar is met voetbalvelden aan gekapt regenwoud in Zuid—Amerika, natuurgebieden waar oliemaatschappijen pijplijnen doorheen bouwen, uitgebuite gastarbeiders die tomaten plukken in Spanje.

Voor verantwoord ondernemen is Europese wetgeving nodig. En veel bedrijven vragen zelf om duidelijke regels die in heel Europa gelden. Op rechts is dat op dit moment aan dovemansoren gericht. Rechtse partijen in dit Parlement schermen met spookverhalen over het vestigingsklimaat en over regeldruk voor bedrijven. Klagende multinationals wordt de hand boven het hoofd gehouden.

Het is klaar – wat mij betreft – met politieke spelletjes. Laten wij morgen verantwoordelijkheid nemen als Europa, als Europees Parlement, en laten we morgen een serieuze stap zetten richting een duurzamere en eerlijke wereld.

  Raphaël Glucksmann, rapporteur pour avis de la commission des affaires étrangères. – Monsieur le Président, chers collègues, c’est dans la boîte de ce test de grossesse que fut retrouvée cette lettre: l’appel à l’aide d’un prisonnier chinois forcé de fabriquer des produits qui sont ensuite vendus dans une pharmacie à Paris. Voilà où mène la pyramide d’irresponsabilités qu’est la globalisation. Voilà où mène un monde sans règles dans lequel ceux qui ont le plus de pouvoir ont aussi le moins de responsabilités. Le monde de Zara, de Shein ou de Nike.

Aujourd’hui, le moment est venu de tourner la page de l’impunité des plus puissants. Le moment est venu de rendre les multinationales comptables des destructions de l’environnement et des violations des droits de l’homme commises sur leurs chaînes de valeur. Le moment est venu de les empêcher de se cacher derrière leurs fournisseurs, leurs sous-traitants ou leurs filiales. Cette législation sur le devoir de vigilance est une révolution juridique d’ampleur. Tenter de l’affaiblir, ou la rejeter même, est contraire à nos principes, mais aussi à nos intérêts. Chacun d’entre nous, chers collègues, aura à répondre de son vote.

  Barry Andrews, rapporteur for the opinion of the Committee on International Trade. – Mr President, dear colleagues, all companies carry out due diligence on their supply chains, but only insofar as it impacts the operations of their own company. What makes this proposal radical is that, for the first time, companies will be mandated to carry out due diligence on their supply chain as it affects the planet, as it affects human rights abuses.

This has been an extremely divisive text, but I want to set the record straight. Contrary to what you might hear in this Chamber today, SMEs are excluded from the proposal. Contrary to what you might hear today, this is not a regulatory burden. There are already supply-chain laws in EU Member States, so this is deregulatory in effect by creating a level playing field. It is also aligned with the Corporate Sustainability Reporting Directive, and therefore companies not only know what they have to report, but they also know what they have to do. So this provides businesses with the opportunity to take advantage of the European Green Deal. It also gives citizens, for the first time, a very clear choice: it takes human rights and environmental degradation out of our shopping baskets.

  René Repasi, Verfasser der Stellungnahme des mitberatenden Ausschusses für Wirtschaft und Währung. – Herr Präsident, Herr Kommissar, liebe Kolleginnen und Kollegen! Geld bewegt die Welt – eine Welt, in der Unternehmen kaum beeindruckt sind von unterbesetzten staatlichen Aufsichtsbehörden und von Haftungsansprüchen, deren Voraussetzung von Klägerinnen und Klägern nur schwierig bewiesen werden können. Nein, in dieser Welt haben sie nur Angst, dass ihnen der Geldhahn zugedreht wird, wenn sie sich nicht um die Menschenrechte und um die Umwelt in ihren Wertschöpfungsketten kümmern.

Diesen Zahn haben die Regierungen im Rat gezogen, indem sie die Finanzen aus dem Lieferkettengesetz herausnehmen wollen. Diesen Zahn will die rechte Seite des Hauses ziehen, die heute noch nicht einmal dabei ist. Sie ist den Sirenengesängen der Finanzlobby erlegen.

Wer dicke Gewinne gemacht hat in Europa, wer diese einstreicht, hat die verdammte Pflicht, diese Profite zum Schutz der Menschenrechte und der Umwelt einzusetzen. Insoweit kann ich an die nicht anwesende rechte Seite nur appellieren: Kommen Sie rüber auf die gute Seite der Macht. Es ist noch nicht zu spät.

  Samira Rafaela, Rap avis EMPL. – Voorzitter, ik hoop dat het Europees Parlement morgen zijn verantwoordelijkheid neemt. Het is jammer om te zien dat de afgelopen dagen een aantal collega’s, met name hier rechts, bezig zijn geweest om coalities te bouwen om bijvoorbeeld amendementen te maken die geheel tegen de essentie van deze nieuwe en belangrijke wetgeving ingaan.

Ik dank de rapporteur. Heel goed werk. Het is geen geheim dat de Commissie sociale zaken en werkgelegenheid nóg verder wilde gaan. En als het aan mij zou liggen, dan zou ieder bedrijf zijn verantwoordelijkheid moeten nemen op het gebied van mensenrechten en klimaat, ongeacht hoe groot het bedrijf is. Dit is een goede deal. Het maakt namelijk helemaal niet uit hoe groot of klein de administratieve druk is. Mensenrechten mogen hier niet aan onderdoen.

Maar dit is geen tijd om dogmatisch te zijn. We moeten nu doorpakken en bedrijven eindelijk de manieren geven om internationaal verantwoord te ondernemen conform de OESO-richtlijnen. We gaan nu ook doorpakken. Hierna gaan we door met het weren van producten die gemaakt zijn uit dwangarbeid. Die moeten van onze markt weggehouden worden. De economie wordt gemaakt en gedragen door mensen, dus daar doen we het ook in eerste instantie voor: voor mensen.

  Tiemo Wölken, Verfasser der Stellungnahme des mitberatenden Ausschusses für Umweltfragen, öffentliche Gesundheit und Lebensmittelsicherheit. – Herr Präsident, sehr geehrter Herr Kommissar, schön, dass Sie da sind; liebe Kolleginnen und Kollegen! Mit welchem Recht konsumieren wir in der Europäischen Union Produkte, die in Teilen der Welt hergestellt worden sind, wo dadurch Menschenrechte verletzt werden, die Umwelt zerstört wird oder tatsächlich Menschen ausgebeutet werden? Welches Recht haben wir dazu?

Wir haben dazu kein Recht, und deswegen braucht es ein klares, ein starkes Lieferkettengesetz, das sicherstellt, dass Menschenrechte nicht nur in der Europäischen Union gelten und an den Außengrenzen aufhören, sondern dass sie weltweit gelten.

Mit diesem europäischen Lieferkettengesetz, über das wir morgen abstimmen, haben wir die Chance, dafür zu sorgen, dass wir nicht mit zweierlei Maß messen, sondern dass wir dafür sorgen, dass Menschenrechte und Umweltschutz überall auf der Welt gleichermaßen gelten. Das ist unsere Pflicht. Und ich hoffe sehr, dass die EVP morgen diesem Gesetz zustimmen wird und sich nicht verabschiedet aus einem Kompromiss, der dafür sorgt, dass Menschenrechte und Umweltstandards weltweit eingehalten werden.

Dieser Kompromiss ist ein guter: Er sorgt für einen fairen Ausgleich für die Unternehmen, für die Beschäftigten, für die Umwelt und für die Verbraucherinnen und Verbraucher. Und deswegen müssen wir morgen dieses klare Signal hier gemeinsam setzen.

  Didier Reynders, membre de la Commission. – Monsieur le Président, Mesdames et Messieurs les députés, je suis particulièrement heureux d’avoir aujourd’hui ce débat avec vous au sujet du projet de rapport de votre Parlement sur le devoir de vigilance des entreprises en matière de durabilité.

La Commission se félicite du travail de la commission JURI, ainsi que de l’intérêt du Parlement européen pour la proposition législative présentée par la Commission en février 2022, qui constitue une priorité politique commune. Je souhaite en particulier remercier la rapporteure, Mme Lara Wolters, ainsi que les rapporteurs fictifs dans ce dossier. Nous avons eu l’occasion d’échanger à de nombreuses reprises tout au long du processus, dans une atmosphère particulièrement constructive.

Nous partageons l’ambition d’une action législative horizontale au niveau européen, afin de mettre en œuvre, concrètement, les engagements de l’Union en faveur d’une transition vers une économie plus juste et plus durable dans le domaine du droit des sociétés.

You will vote tomorrow on a proposal that represents a unique opportunity for the Union. This legislation can have an important impact on the way companies operate globally. It can lead to the development of new, more sustainable business models by large companies operating in the European Union market. Many stakeholders are asking for this: consumers, investors, employees and the wider public, as well as many companies themselves. Indeed, this is an initiative where we want companies to be on board. We are ready to continue to work together with them to make due diligence a reality on the ground.

In order to achieve our goals, we proposed harmonised and mandatory rules on corporate due diligence and directors’ duties. Existing international recommendations and voluntary schemes have played an important role so far, but they have not been sufficient to lead to the necessary changes and to ensure a level playing field throughout the whole economy. With this proposal, we can indeed offer legal certainty and a level playing field for companies across the European Union, support for SMEs, better access to finance and guidance to facilitate the transition.

This proposal aims to support companies in running their business in a way that effectively addresses possible negative impacts on human rights and the environment throughout their value chains. A review of more than 2 000 studies shows that integrating human rights and environmental protection into business operations leads to competitive advantages in all sectors of the economy and to more innovation.

So, our main objective is to ensure that long—term perspectives and sustainability factors are better integrated in corporate strategies and decision making. Therefore, in our view, a clarification of the directors’ duty of care is also useful. The duty of care of directors is already present in all the legal systems of all Member States. The Commission’s proposal does not set a new duty of care, but only clarifies duties already present in national law to make sure that directors are empowered to act also with regard to the long term.

It is important to make sure that sustainability considerations are taken into account in the major decisions of large companies. The proposal does not change the existing enforcement regime in this regard. Only shareholders would be able to hold directors to account.

As regards climate change, in our proposal, we provided for a special regime that would require large companies to adopt a climate transition plan to ensure that their business model and strategy are compatible with the objective to limit global warming to 1.5 degrees in line with the Paris Agreement. The Commission changed to be covered by the whole due diligence regime. And of course the Commission did not propose, sorry, to change to be covered by the whole due diligence regime. So there are two systems, one with the due diligence process for harm to the environment and violation of human rights and a transition plan for climate.

Ladies and gentlemen, the Commission proposed that the new rules apply only to large companies which have the capacity to implement the measures needed and notably to scrutinise their value chains. SMEs don’t fall under the scope of the proposed directive and would therefore be excluded from the administrative and civil-liability regimes contemplated in terms of enforcement. To limit the impact of this proposal on SMEs across value chains, the Commission also proposed to provide them with technical and financial support, notably, SMEs should benefit from specific guidance and tools.

In a nutshell, our approach when designing the proposal has therefore been guided by the need to ensure proportionality, being mindful of impacts on competitiveness, while at the same time ensuring that we trigger a solid change on more sustainable value chains.

I would like to conclude by praising again your work and commitment on this file. With this report, we are making further progress in this important field. It is a good indicator that we should be able to reach a final agreement soon. I am now looking forward to the upcoming trilogues. I thank you, of course, for your attention and if it’s possible to go further tomorrow we will start very fast the trilogue. But before that I will now listen with interest to your interventions.

  Ilan De Basso, föredragande av yttrande från utskottet för utveckling. – Herr talman! Vi ska rösta om en banbrytande lagstiftning som sätter press på företagen att ta hänsyn till mänskliga rättigheter och miljön. På 2000-talet borde det här inte vara så speciellt banbrytande, men det är det.

Företag som bedriver verksamhet i utvecklingsländer måste respektera mänskliga rättigheter, miljö och rättsstatsprincipen, inte minst för att vi ska kunna nå målen i FN:s Agenda 2030. Det är inte storleken på företagen utan storleken på den skada som företagen orsakar som är det väsentliga. Därför måste fler företag omfattas av lagstiftningen.

Fackföreningarnas inflytande är oerhört centralt för att förstärka denna lagstiftning. Vi behöver effektiva och proportionerliga sanktioner mot de företag som bryter mot mänskliga rättigheter och skadar miljön.

Nu är det viktigt att vi ror detta i hamn för att skapa en framtid som skyddar människor och miljön, och där de som missköter sig hålls ansvariga för sina gärningar.

  Deirdre Clune, rapporteur for the opinion of the Committee on the Internal Market and Consumer Protection. – Mr President, we need to support and enable businesses to act more sustainably and responsibly in their global and their EU activities. This proposal is a step towards doing that while also bringing legal certainty and a level playing field when compared to the existing situation, where there’s a varying degree of approaches taken across the Member States.

Products and services that are a result of human rights and environmental violations should not be allowed on the European market. The EU is capable of setting high standards and having a strong influence on global supply chains, and we can use this influence to address human rights violations and breaches of social and environmental standards.

I was concerned that the proposed directive took a minimum harmonisation approach because it leaves room for Member States to impose diverging obligations from those in this directive that may actually undermine legal certainty and that creation of that level playing field. So the improved text, with a dedicated article to fully harmonise the provision of this directive during its transposition, and thereafter there will be a revision of six years to assess whether it should be turned into a regulation, is an improvement and it will lead to an increase of harmonisation and cross—border cooperation.

  Axel Voss, im Namen der PPE-Fraktion. – Sehr verehrter Herr Präsident, sehr verehrter Herr Kommissar, liebe Kolleginnen und Kollegen – insbesondere aus der Arbeitsgruppe des JURI-Ausschusses! Ich danke recht herzlich für die sehr vertrauensvolle und respektvolle Zusammenarbeit. Auch wenn wir immer inhaltlich extrem auseinanderlagen, so haben wir es am Ende doch geschafft, hier zumindest Kompromisse zu erreichen.

Es ist ein sehr politisches Thema – auch innerhalb der EVP –, und deshalb ist es auch nicht einfach für uns. Wir sind hier auch an einen Punkt gelangt, wo wir sagen müssen: Wir müssen den bürokratischen Aufwand gerade für die Unternehmen stoppen, und insbesondere natürlich auch für die kleinen und mittelständischen Unternehmen. Und wir müssen dabei auch die Realitäten beachten, in denen wir uns im Moment bewegen – ob das jetzt COVID ist, ob das der russische Angriffskrieg ist oder ob das die Expansion von China ist. Deshalb ist es ein schwieriges Umfeld, und deshalb würde ich auch sagen, dass ich eigentlich ursprünglich von der Kommission einen noch besseren Vorschlag erwartet hatte, in dem das mehr ausbalanciert ist.

Worauf wir besonders viel Wert legen, ist im Grunde eine Vollharmonisierung. Die Unternehmen brauchen einen Binnenmarkt, in dem sie auch arbeiten können, und nicht, dass wir das eigentlich den Mitgliedstaaten überlassen. Da hätte ich mir mehr Mut gewünscht, mehr forscheres Vorangehen – obwohl natürlich die rechtliche Situation schwierig ist, aber ich glaube, das wäre schon adäquat gewesen.

Die Brancheninitiativen, die wir jetzt vereinbart haben, sind etwas, wo ich Hoffnung schöpfe, dass wir zumindest hier etwas mehr Harmonisierung reinbekommen. Für uns ist auch der risikobasierte Ansatz besonders wichtig, mit dem wir uns konzentriert auf die Stellen oder die Lieferketten orientieren, an denen auch wirklich Risiken bestehen, und wir nicht einfach so etwas ins Blaue hinein machen.

Was für uns natürlich immer wieder extrem wichtig ist, ist, den bürokratischen Aufwand hier so gering wie möglich zu halten. Ich glaube nach wie vor, wenn wir die Unternehmen noch mehr umarmen würden und sie fragen und ihnen sagen würden: „Macht doch dieses!“ – und sie fühlen sich den Zielen verpflichtet, dann würden wir bessere Ergebnisse erreichen, als wenn wir sie jetzt einfach nur so verpflichten werden.

Aber ich denke, die Kompromisse sind da. Wir haben eine gute Grundlage, mit der wir arbeiten können. Nicht alles, was dort drinsteckt, gefällt mir oder uns. Aber ich hoffe, dass wir auch noch die eine oder andere Verbesserung im Trilog hinbekommen werden – auch im Sinne der Unternehmen und auch im Sinne von weniger Bürokratie.

  Evelyn Regner, im Namen der S&D-Fraktion. – Herr Präsident, sehr geehrter Herr Kommissar und sehr geehrte Abgeordnete, die mit so viel Herzblut an diesem wichtigen, ganz wichtigen Dossier gearbeitet haben.

Unser EU-Lieferkettengesetz ist eine einmalige Chance. Es ist die Chance, dass wir den Unternehmen klare Regeln geben, was wir von ihnen erwarten, und zwar in einem Rahmen, der für sie machbar ist. Es ist die Chance, dass wir den Konsumentinnen und Konsumenten die Verantwortung abnehmen, wenn sie im Supermarkt oder im Geschäft stehen und nicht wissen, welches Produkt sie reinen Gewissens kaufen können. Es ist die einmalige Chance, dafür zu sorgen, dass jedes Produkt auf unserem EU-Binnenmarkt im Einklang mit Menschen- und Umweltrechten hergestellt wird.

Beim Lieferkettengesetz geht es um Transparenz, es geht um Inklusion der Gewerkschaften und der NGOs, es geht um Achtung der Menschen- und Sozialrechte, es geht um den Schutz der Umwelt. Und wir können es uns nicht leisten, das alles, diese einmalige Chance, zu verpassen.

  Adrián Vázquez Lázara, en nombre del Grupo Renew. – Señor presidente, señor comisario, señorías, hace poco más de un mes se cumplía una década del trágico colapso de la fábrica textil de Rana Plaza: un accidente y una negligencia que se cobraron la vida de 1 134 personas y dejaron más de 2 500 heridos. Hoy sabemos que eso se podía evitar y se debió haber evitado. Esos trabajadores jamás debieron ser obligados a volver a su trabajo después de haberse detectado grietas estructurales en el edificio que se acabó derrumbando. Una tragedia que hace más importante, si cabe, que impulsemos leyes que eleven nuestros estándares, otorguen derechos a nuestros ciudadanos y también protejan nuestro planeta.

Mañana votaremos la Directiva sobre diligencia debida de las empresas en materia de sostenibilidad, una norma que tiene por objetivo que el desarrollo económico y el progreso social sean más compatibles con la protección de los derechos de las personas y del medio ambiente. Es un texto equilibrado que ha llevado horas y horas de negociación. Es equilibrado porque pone en la balanza la libertad y la competitividad económica junto con la responsabilidad y la protección. Porque la libertad sin responsabilidad es injusta y la responsabilidad sin libertad es insoportable.

Por eso yo pido a todos los diputados, a todos los grupos políticos, que apoyen esta Directiva, que va a ser un hito en esta legislatura y también en el futuro de nuestro continente.

Salgamos con una propuesta firme para que no se pueda decir que esta Cámara no ha hecho todo lo posible por ello.

  Heidi Hautala, on behalf of the Verts/ALE Group. – Dear President, Commissioner, colleagues, since the adoption of the UN Guiding Principles on Business and Human Rights over ten years ago, many businesses have worked hard to ensure that their activities are not linked to human rights violations or environmental destruction. European consumers and investors expect nothing less. Nevertheless, too many companies still act as free riders and gain unfair competitive advantage from irresponsible business activity.

The agreement that has now been reached in the Legal Affairs Committee offers to level the playing field. It is a balanced compromise, well aligned with widely—accepted international standards. A key feature is access to justice. Without access to justice, the directive would end up as a paper tiger. Victims of human rights abuses linked to corporate activities must have the right to seek justice and to hold companies accountable for dodging their obligations.

Now, the world is keenly watching what we decide here tomorrow. Yet another ‘Brussels moment’ could be at hand. As one of the world’s largest markets, the EU can be a force for good in clearly defining the responsibilities of companies to respect human rights and protect the environment.

It should be noted that many developing countries producing goods destined for the EU market will need support in adapting to this legislation. Luckily, the EU has several avenues available, ranging from development cooperation to partnerships and integrating responsible business conduct into different instruments and dialogues.

This legislation is not about soothing the conscience of European consumers. It is about promoting the core values of our union and responding effectively to global environmental and human rights challenges. We must now seize this opportunity to leverage the power of business to strengthen respect for human rights and to fight environmental destruction throughout the world.

  Jorge Buxadé Villalba, en nombre del Grupo ECR. – Señor presidente, señor comisario, señor ponente, hemos llegado al abismo del sentido común con este proyecto de diligencia debida en las empresas. Las violaciones de derechos humanos se persiguen con policía, jueces, cárcel o dejando de financiar a sátrapas extranjeros, pero no imponiendo más cargas, obligaciones, gastos e ideología a las empresas. La única consecuencia es que las empresas y trabajadores europeos van a ser más pobres y menos competitivos; y donde hoy hay empresas europeas, mañana habrá empresas chinas o americanas.

Si les decimos a nuestras empresas que no pueden subcontratar en terceros países donde no hay cuotas de género, pero sí firmamos acuerdos con teocracias islamistas o financiamos los planes de regadío de terceros países que no se comportan como buenos aliados, ¿por qué exigen a las empresas lo que no se exigen a ustedes mismos?

Quieren convertir a las empresas en agentes activos de la Agenda 2030, el evangelio de las élites. Llevan demasiado tiempo jugando con la vida y el dinero de los que están ahí fuera —las empresas tienen que crear empleo, riqueza y crecimiento—. Pero esto se acaba: el 23 de julio, España, con Vox, seguirá el camino de Italia, Suecia, Finlandia, Polonia y Hungría. Una nueva Europa de naciones y de libertades va a resurgir.

  Gilles Lebreton, au nom du groupe ID. – Monsieur le Président, chers collègues, l’idée d’obliger les entreprises à veiller à ce que leurs partenaires respectent l’environnement et les droits de l’homme tout au long de leur chaîne d’approvisionnement est séduisante. Elle correspond à l’objectif ambitieux de procéder à une sorte de moralisation du capitalisme. Mais elle implique aussi de faire supporter aux entreprises de nouvelles et lourdes contraintes administratives. Il convient donc de n’avancer dans cette voie qu’avec prudence, après s’être assuré qu’on ne va pas déstabiliser des secteurs entiers de l’économie européenne.

Certaines garanties ont certes été obtenues, par exemple l’exonération des PME, qui ne seront soumises à l’obligation de vigilance que sur la base du volontariat, ou encore l’application du système aux grandes entreprises non européennes commerçant en Europe.

Mais des incertitudes demeurent, concernant notamment l’étendue des obligations écologiques à mettre en œuvre ou portant sur le caractère démesuré de la chaîne d’approvisionnement à prendre en compte, laquelle ne se limite, hélas pas, aux relations commerciales directes des entreprises. Ces incertitudes ne permettent pas aux entreprises de bénéficier d’un niveau de sécurité juridique acceptable. C’est pourquoi je ne soutiens pas ce texte.

  Manon Aubry, au nom du groupe The Left. – Monsieur le président, chers collègues, c’est avec beaucoup d’émotion que je vous parle aujourd’hui d’une immense victoire contre l’impunité des multinationales. Une victoire pour les droits de l’homme et l’environnement, auquel les très grandes entreprises ne pourront plus porter atteinte sans en être tenues responsables devant des tribunaux. Une victoire pour les 100 000 paysans expropriés par Total en Ouganda, les familles des 6 500 ouvriers morts sur les chantiers de la Coupe du monde au Qatar, ou encore les milliers de Ouïghours exploités de force par les grandes marques de vêtements comme Shein ou Zara. Une victoire pour toutes ces victimes, qui pourront enfin accéder à la justice sans que les multinationales ne se cachent derrière leurs sous-traitants ou leurs filiales.

Une victoire, il faut le dire, chers collègues, arrachée aux lobbies, prêts à tous les mensonges pour protéger leurs profits délirants sur l’autel des droits de l’homme et de l’environnement. Le résultat de quatre ans de combats acharnés ici à Bruxelles, où nous avons bataillé tous azimuts pour que ces crimes ne restent plus jamais impunis. Alors aujourd’hui, pour une fois, ici au Parlement européen, on a fait la démonstration que le pouvoir des gens pouvait l’emporter sur celui de l’argent.

  Ivan Štefanec (PPE). – Vážený pán predsedajúci, zodpovedné podnikanie je dôležité nielen pre tvorbu nových pracovných miest, ale svojím príkladom aj pre rozvoj celej spoločnosti. Mnohé spoločnosti sa princípmi zodpovedného podnikania začali riadiť na základe vlastného rozhodnutia. Som presvedčený, že zodpovedné podnikanie sa nedosahuje administratívou a ani preň nepotrebujeme dodatočné výkazy, správy či nariadenia. Dodržiavanie ľudských práv nemôžeme vynucovať prostredníctvom navýšenia byrokracie, ktorá je už teraz obrovskou záťažou najmä pre malé a stredné podniky. Legislatíva by mala jasne definovať, ktoré oblasti sú skutočne rizikové. Spoločnosti nemôžu byť finančne zodpovedné za škody, na ktoré nemajú dopad, či nahrádzať úlohu štátu. Hlavným základom pre úspech musia byť jasne definované úlohy, zodpovednosť a rozsah tejto legislatívy. Bez takýchto úprav sa stane len ťažko vykonateľným nástrojom a prekážkou zodpovedného podnikania a nie jeho podporou.

(Rečník súhlasí so zodpovedaním otázky položenej zdvihnutím „modrej karty“)

  Manon Aubry (The Left), question "carton bleu". – Monsieur Štefanec, je vous ai écouté attentivement, et vous dites que les entreprises ne peuvent pas avoir une responsabilité tout le long de leur chaîne d’approvisionnement. Mais j’ai une question assez simple: êtes-vous d’accord que les entreprises connaissent leur chaîne d’approvisionnement, et quand il s’agit de faire remonter les bénéfices, elles n’ont aucun souci à trouver l’usine où la main-d’œuvre est la moins chère. Alors pourquoi peuvent-elles faire remonter les profits, mais jamais la responsabilité quand il s’agit de violations des droits de l’homme? Et donc, en conséquence, pourquoi allez-vous vous opposer à ce texte?

  Ivan Štefanec (PPE), odpoveď na otázku položenú zdvihnutím modrej karty. – Budem hlasovať proti tomuto textu, pretože ide nad rámec návrhu, ktorý bol pôvodne zámerom Európskej Komisie. A keď sa pýtate, či majú firmy vedomosti o svojich dodávateľoch, samozrejme, že majú. Ale nie všetky firmy v takejto forme môžu dodržiavať to, čo je navrhované. Táto smernica nie je vykonateľná. Stretol som sa s mnohými investormi, ktorí investujú v Európskej únii a hovoria, že nemôžu kontrolovať všetkých, ktorí dodržujú či nedodržujú takéto predpisy pri čo najmenších súčiastkach. Táto smernica je jednoducho nevykonateľná, vytvára dodatočnú administratívu, dodatočnú záťaž a som presvedčený, že, na základe svojej osobnej skúsenosti, zodpovedné podnikanie je cťou a že firmy, ktoré máme v Európskej Únii, drvivá väčšina sa chváli zodpovedným podnikaním, že je to ich privilégiom. Ale zodpovedné podnikanie nemôžeme vynucovať administratívou. Zodpovedné podnikanie je niečo, čo je prirodzené a takýmto nariadením zhoršujeme pozíciu podnikania a zhoršujeme pozíciu najmä malých podnikateľov, ktorí tvoria najviac pracovných miest.

  Marek Belka (S&D). – Panie Przewodniczący! Gdy 10 lat temu zawalał się budynek szwalni Rana Plaza, ogromny ciężar spadł również na nasze europejskie serca i umysły. Oddając się czarowi zakupów z promocji albo przebierając w ubraniach z metką „Made in Bangladesh”, zupełnie zapomnieliśmy, że za naszą niską ceną na półce mogą stać ludzkie tragedie, niewolnicza praca dzieci czy zdewastowane środowisko naturalne.

W idealnym świecie moglibyśmy oczekiwać, że klienci będą świadomi pochodzenia i prawdziwych kosztów kupowanych produktów. Niestety, gdy część korporacji, także polskich, poprawia warunki pracy i produkcji swoich wyrobów, inne godzą się na niewolniczą pracę Ujgurów czy dewastowanie środowiska naturalnego.

Właśnie dlatego należy poprzeć wprowadzenie dyrektywy w sprawie due diligence i sprawozdanie Lary Wolters, wprowadzające obowiązkowy mechanizm należytej staranności dla firm w dziedzinie praw pracowniczych, praw człowieka i ochrony środowiska. Pamięć o ofiarach Rana Plaza obliguje nas do tego działania. Namawiam wszystkie Koleżanki i wszystkich Kolegów z Polski, aby poparli kompromisowy projekt wypracowany w komisji JURI bez poprawek.

  Katalin Cseh (Renew). – Mr President, dear colleagues, our smartphones, the devices we carry in our pockets, often contain minerals that finance bloody civil wars. Some 20% of global wool production originates from Xinjiang Province, where evidence clearly shows that Uyghur forced labour fuels the industry. Soybeans used in industrial cattle farming are directly linked to the destruction of the Amazon.

You know, over the last couple of months I’ve heard so many colleagues, so many lawmakers – and I have to say, sorry, but particularly from the right – dismissing these concerns saying that, yes, it happens in distant places, this is not really our business. Well I’m sorry to say, but this is literally our business at its core!

The Corporate Sustainability Due Diligence Directive focuses on the footprint our European companies leave on human rights and the environment wherever they may operate in the world. We want our companies to be the agents of positive change. Should they cause harm, it is also our responsibility to hold them accountable here in the European courts.

So the European Parliament has made crucial improvements to the Commission’s proposal and it is very important to stick to them. The time for progress is now!

  Marie Toussaint (Verts/ALE). – Monsieur le Président, chers collègues, la situation est simple: si les entreprises ne respectent pas l’accord de Paris, alors nous ne pourrons pas limiter le réchauffement climatique à 1,5 °C. Et soyons clairs, soyons honnêtes, aucune des entreprises pétro-gazières européennes, ni Repsol, ni ENI, ni bien évidemment Total, ne se situe aujourd’hui sur la trajectoire de l’accord de Paris.

Les choses sont simples: si les entreprises continuent d’épandre du plastique ou des polluants éternels tout au long de leurs chaînes de valeur, alors nous ne pourrons protéger ni l’Arctique, ni l’Himalaya, ni les forêts du monde de ces pollutions qui rendent notre planète toxique. En somme, si nous ne sommes pas en mesure de réencastrer l’économie dans le cadre des limites planétaires, alors nous continuerons à rendre notre planète invivable.

C’est là tout l’enjeu du texte sur le devoir de vigilance que nous étudions et que nous devons impérativement adopter demain. Parce que les entreprises sont tenues de respecter les lois, les droits et les principes qui s’imposent à tous, et qu’elles doivent assumer leurs responsabilités sociales et environnementales.

Parce que les vies des ouvrières, brisées tant par le travail forcé que par les produits toxiques qui s’infiltrent dans leur corps, hors de nos frontières, ont tout autant de valeur que les vies que nous avons à préserver sur le territoire européen.

Parce que quand Hilda, Vanessa ou Patience nous demandent de protéger leurs parcs naturels et leurs terres des forages du projet EACOP de Total en Ouganda et que la jeunesse du monde clame son droit à un avenir, nous, dans l’Union européenne, nous nous devons d’agir.

  Alexandr Vondra (ECR). – Pane předsedající, já jsem ještě ze staré tradiční kapitalistické školy. Myslím si, že úkolem byznysu je generovat zisk a ne do posledního puntíku prokazovat, jak jej kdo dosáhl, nebo projevovat loajalitu zdejší vrchnosti a její dominantní ideologii.

Hodně se tu mluví o Číně, ale k úspěšné konkurenceschopnosti s Čínou se určitě neproregulujeme. Koncept due diligence tak, jak jej pojímá tato zpráva, je podle mého soudu za hranou a nepřímo, o to však intenzivněji, zasáhne především malé a střední podniky, firmy, které tady vždycky všichni unisono a často pokrytecky vyzývají jako páteř evropské ekonomiky.

Pojďme se teď dohodnout, že to s nimi skutečně myslíme vážně, a odmítněme tuto hloupou a nebezpečnou zprávu.

  Antonius Manders (PPE). – Voorzitter, commissaris, collega’s, het CDA steunt enorm de voorstellen, de uitgangspunten, van maatschappelijk verantwoord ondernemen, want dat hoort bij onze normen en waarden. Er zit – en dat heb ik al verschillende collega’s horen noemen, die het hebben gehad over een level playing field dat we moeten creëren in Europa – maar één weeffout in dit voorstel. Het is namelijk een richtlijn. En een richtlijn, die wordt omgezet in elk land. En dan krijgen we 27 verschillende systemen, en dat is geen level playing field.

Ik roep dus ook iedereen op om morgen amendement 423 te steunen, dat pleit voor een maximale harmonisatie, zodat de uitgangspunten waar wij volledig achter staan voor alle Europese bedrijven gaan werken. Dus ik roep de commissaris op om dat te steunen. Ik roep Lara op om dat te steunen in de trialoog en ik hoop ook dat iedereen daar morgen positief over gaat stemmen.

Last but not least wil ik graag vragen aan de commissaris – en ook aan Lara om te bevestigen – dat heel kleine ondernemers, zoals bijvoorbeeld de slager om de hoek, de bakker et cetera, maar ook de lokale voetbalvereniging en de lokale muziekvereniging, nooit ofte nimmer in de keten zullen vallen dat zij moeten rapporteren onder de voorwaarden van deze wetgeving. En dan zeg ik maar “better safe than sorry”.

  Patrizia Toia (S&D). – Signor Presidente, arriviamo a questa approvazione dopo mesi intensi e difficilissimi di negoziato. Voglio ringraziare la collega Lara Wolters per il lavoro che ha fatto, veramente profondo e attento.

Dopo campagne di sensibilizzazione a favore di una responsabilità delle imprese in tema ambientale e in tema di diritti umani – dobbiamo tutti ricordare la tragedia del Rana Plaza, se non siamo ipocriti, per le lacrime che allora abbiamo versato – il testo di compromesso adottato in commissione JURI è quello che si allinea in modo molto coerente con i principi e le raccomandazioni internazionali dell'ONU e dell'OCSE proprio in materia di condotta responsabile e vuole coinvolgere in ogni fase gli stakeholder.

Io sono della commissione industria, quindi posso ascoltare, e ho ascoltato, le perplessità che sorgono da una parte del mondo imprenditoriale, ma ricordo qui che con questo testo noi abbiamo previsto una maggiore assistenza alle PMI, attraverso ad esempio la regolamentazione dei processi di approvvigionamento o l'esenzione delle PMI dai costi legati alle attività di audit, o ancora la protezione da disposizioni contrattuali, che possono scaricare su di loro le responsabilità che magari invece sono in capo a grandi aziende. Insomma, sono certa che ho fatto il mio dovere e che ho dato, assieme alla collega e alla commissione JURI, le risposte più giuste alle esigenze più fondate.

Allora penso che l'industria europea può e deve essere pronta a questo cambiamento, che non solo è doveroso, ma può portare, come molte aziende hanno intuito, a nuove possibilità di business e di sviluppo.

  María Soraya Rodríguez Ramos (Renew). – Señor presidente, la votación de esta Directiva sobre diligencia debida de las empresas en materia de sostenibilidad es un momento sin precedentes, porque establece obligaciones vinculantes y tiene un ámbito de aplicación que no tiene parangón en el ámbito global.

Yo, hoy, quiero pedir a todos los diputados que apoyen esta Directiva y que voten en contra de las enmiendas. Que la apoyen, porque es un paso adelante hacia la honestidad y la coherencia de los valores que decimos representar, para que, efectivamente, estos valores se respeten. Es un paso muy importante para las víctimas de catástrofes como las de Bangladés o Brumadinho, y para sus familias. Familias que buscan verdad y justicia, a las que esta Directiva garantiza el acceso y, también, el derecho de no repetición.

Que voten a favor, porque lo quieren la mayoría de los ciudadanos europeos —más del 76 %—. Que voten a favor, porque la mayoría de las empresas europeas lo quieren, porque la mayoría de las empresas europeas actúan con diligencia debida y tenemos que garantizar que las que no lo hacen lo hagan. Por lo que somos, por la defensa de los derechos humanos y del medio ambiente.

  Sara Matthieu (Verts/ALE). – Voorzitter, commissaris, de sweatshops draaien nog steeds op volle toeren. De slachtoffers daarvan zijn de onzichtbare handen die onze goedkope kleding maken. Het gaat over miljoenen werknemers in de “fast fashion”—industrie, vooral vrouwen, die vandaag in zeer onveilige werkomstandigheden werken en aan een hongerloon. Een sterkere zorgplichtwet moet daar echt een vuist tegen maken. Het is tijd voor een radicale verandering.

De cowboys, die moeten eruit. Deze wet zal ervoor zorgen dat de hele keten onder de loep komt te liggen. Gedaan dus met verwijzen naar onderaannemers, waardoor misbruik blijft bestaan. Maar collega’s, daar heb je recht op als consument: dat wat in de rekken hangt, op een verantwoorde manier is gemaakt. En ook voor de producenten die het wél goed doen, is dit heel belangrijk. Zij zijn vragende partij voor deze wet, want zo creëren we echt een eerlijk speelveld, een gelijk speelveld zonder concurrentie op de kap van de arbeiders.

  Ibán García Del Blanco (S&D). – Señor presidente, señorías, léanse la Directiva. Las pequeñas y medianas empresas están expresamente excluidas de su funcionamiento. Luego, quienes tengan esa preocupación, que se la quiten; pueden tocar y pueden votar esta norma con toda tranquilidad. Las empresas de más de 250 empleados son las que están contempladas en ella, no las menores.

Pero yo les quería hablar fundamentalmente de una persona a la que he conocido esta misma mañana: se llama Segundo, es un descendiente afro-ecuatoriano que lleva trabajando en el sector de la vacada en una empresa multinacional desde los 9 años, que después de 49 años sigue viviendo hacinado, con montones de personas, sin agua corriente, sin seguro sanitario, sin derecho a la jubilación. ¿De verdad, señorías, estamos dispuestos a seguir avalando este tipo de prácticas por parte de nuestras empresas? También el trabajo infantil: ¿de verdad no somos mejores los europeos y las europeas que todo eso? Porque yo sí me considero mejor que todo eso y creo que la mayoría, la abrumadora mayoría de los ciudadanos y ciudadanas europeas son mejores que todo eso.

Así que hay momentos, señorías, queridos compañeros y compañeras, hay momentos en los que hay que escuchar a la conciencia. Así que mañana, de verdad, por favor, esta vez escuchen a su conciencia antes de votar.

Catch-the-eye procedure

  Henna Virkkunen (PPE). – Arvoisa puhemies, on aivan selvää, että yritystoiminnan on oltava vastuullista ja jokainen yritys voi vastata oman toimintansa vastuullisuudesta.

Yritysvastuudirektiivissä on hyvät tavoitteet, mutta yritysten velvollisuudet menevät todella pitkälle, kun tämän lainsäädännön seurauksena yritysten täytyy arvioida omaa toimintaansa ja koko arvoketjun toimintaa tavarantoimittajien, kuljetusten, jakelun ja myynnin osalta. Yritysten täytyy selvittää ihmisoikeus- ja ympäristövaikutukset, ja se on erittäin iso tehtävä.

Täällä puhuttiin kansainvälisistä jäteistä. Tosiasiassa lainsäädännön rajana on nyt 250 työntekijän yritykset ja sitä suuremmat yritykset, mutta joka tapauksessa velvoitteet tulevat ulottumaan myös pienempiin yrityksiin, koska näiden yritysten arvoketjussa on erittäin paljon pieniä yrityksiä tavarantoimittajina, kuljetuksissa, jakelussa ja myynnissä ja kaikkien toimintaa täytyy tämän seurauksena selvittää.

Näin ollen tästä tulee kyllä merkittävästi hallinnollista taakkaa ja isot velvoitteet, joita on syytä jatkokäsittelyssä edelleen keventää. Samoin on arvioitava paremmin myös direktiivin vaikutuksia finanssialaan. Sitä ei ole tässä vielä nyt otettu huomioon. Jatkokäsittelyssä se on myös yksi tärkeä arvioitava asia. Samoin kuin se, että tämä menee myös erittäin pitkälle yritysten hallintoon ja päätöksentekoon, mistä sääntelyntarkastelulautakunta on jo todennut, että tämä ei ole hyvän sääntelyn ja paremman sääntelyn periaatteiden mukaista.

  Maria Arena (S&D). – Monsieur le Président, Monsieur le Commissaire, alors jusqu’aujourd’hui, on sait que le monde de l’entreprise s’est opposé à toute loi imposant le devoir de vigilance. Aujourd’hui, c’est un grand pas qui sera fait si nous votons effectivement cette loi, parce que de quoi parle-t-on? On parle de TotalEnergies avec le projet EACOP qui est un projet climaticide. On parle de TÜV SÜD qui n’a pas correctement garanti les barrages au Brésil. On parle de Nike qui fait de l’argent sur le travail forcé. On parle de Syngenta qui exporte des produits chimiques hautement toxiques au Pérou. On parle de Seat qui est créateur de déforestation en Asie du Sud-est.

Et donc, chers collègues, les démarches volontaires ne marchent pas et elles conduisent à ce que nous vivons aujourd’hui, c’est-à-dire des catastrophes environnementales et des catastrophes humaines. Alors cette loi, elle doit nous permettre de prévenir, de minimiser, mais aussi de réparer grâce à l’accès à la justice, c’est-à-dire créer un cercle vertueux par rapport à nos entreprises. Alors nous devons faire en sorte que nos entreprises soient des acteurs de changement positif et non plus des complices de toutes ces violations en matière de droits de l’homme et environnementales.

  Malte Gallée (Verts/ALE). – Herr Präsident, lieber Herr Kommissar, liebe Kolleginnen und Kollegen! Wahnsinnig oft höre ich immer wieder auf den Straßen, auf den Plätzen: Ja, was haben wir denn damit zu tun, wenn in Bangladesch ein Haus zusammenfällt? Oder: Was haben wir denn damit zu tun, wenn in Brasilien ein Damm bricht? Oder: Was haben wir denn damit zu tun, wenn in Uganda Menschen einfach enteignet werden? Da sollen sich die Länder doch selber drum kümmern.

Und genau diesen Menschen müssen wir sagen: Wir leben nun einmal mittlerweile in einer globalisierten Welt. Wir tragen Verantwortung dafür, was unsere Unternehmen weltweit so anstellen. Und das ist halt nicht immer die Sahnehaube.

Wir haben jetzt die riesengroße Chance, dafür zu sorgen, dass die Regeln, die wir für unsere Unternehmen in Europa auferlegen – mit Blick auf Menschenrechte –, dass die eben nicht nur hier bei uns gelten, sondern natürlich auch im Ausland. Das stärkt die europäischen Unternehmen, darüber müssen wir uns im Klaren sein, das verhindert Ausbeutung. Und deswegen bitte ich Sie alle, diesem Vorschlag zuzustimmen.

VORSITZ: OTHMAR KARAS
Vizepräsident

  Özlem Demirel (The Left). – Herr Präsident! 2012 starben 259 Menschen in einer pakistanischen Textilfabrik. Sie starben bei einem Brand. Sie produzierten für den deutschen Textildiscounter KiK. Die Angehörigen, die später KiK verklagt haben, wurden bei ihrer Anklage abgewiesen. Der Fall sei verjährt, hieß es. Welch ein Hohn, oder? Und KiK ist nicht das einzige Beispiel.

Im globalen Süden, in Lateinamerika, in Afrika, in Asien beuten multinationale Konzerne, westliche Konzerne – auch europäische Unternehmen – Menschen und Natur brutal aus. Sie höhlen die Rechte von Arbeitnehmerinnen und Arbeitnehmern aus, missachten Arbeitnehmerschutz-Richtlinien – und sie können das ohne mit der Wimper zu zucken, weil sie eben keine Sorgfaltspflicht haben.

Und da muss doch was gemacht werden, Herr Voss! Sie stellen sich hier hin und sagen: Dann setzen wir auf Freiwilligkeit. Dann umarmen wir mal die Unternehmen, denn die wollen das doch auch. Nein, Herr Voss, es ist nicht an der Zeit, die Unternehmen zu umarmen, sondern die Arbeiterinnen mal zu umarmen, die Gewerkschaften mal zu umarmen, die Umweltverbände mal zu umarmen, die seit Jahren genau auf diese Verletzungen, auf die Missachtung von Menschenrechten, Arbeitnehmerrechten hinweisen!

Und deshalb ist diese Richtlinie keine Revolution, sie ist das Minimalste, was man tun muss. Und im Übrigen sind es die Arbeiter, die dann tatsächlich auch den Wohlstand schaffen und nicht nur die Unternehmen. Herr Voss, ich bitte Sie, ich bitte die konservativen Kollegen: Stimmen Sie dieser Richtlinie zu, seien Sie nicht gewerkschaftsfeindlich!

  Enikő Győri (NI). – Elnök Úr! Ez a javaslat egy újabb tőrdöfés Európa versenyképességének. Gúzsba köti a vállalatokat, miközben teljhatalmat ad az NGO-knak, hogy sakkban tartsák az általuk kipécézett céget. Olyan dolgokért kell felelősséget viselniük, melyekre nincs ráhatásuk. A vállalatok mostantól egymás csendőrei lesznek ahelyett, hogy érték- és munkahelyteremtésre koncentrálnának. Kérdezem a Bizottságot: hogy lesz így meg a beharangozott 25 százalékos jelentéstételi kötelezettségcsökkentés? Mi lett a „One in, one out” kezdeményezéssel? Hol a híres kkv-szűrő, miszerint a Bizottság nem áll elő olyan javaslattal, amely rossz a kkv-knak?

Csak az elmúlt öt évben majd 150, cégeket érintő jogszabály látott napvilágot. A háború és a szankciók következtében elszabadult infláció, az energiaárak különösen a kkv-kat hozzák nehéz helyzetbe. Legkevésbé adminisztratív és pénzügyi terheik növelésére van most szükség. Higgyük el, hogy a vállalatok fenyegetés nélkül is képesek tisztességesen eljárni. A baloldal mindig is üzletellenes volt, de kérem a Néppártot és a liberálisokat, ébredjenek végre fel, és ne szavazzák meg ezt a szörnyszülöttet!

  Mónica Silvana González (S&D). – Señor presidente, somos el mayor agente de desarrollo del mundo. Por ello, tenemos una responsabilidad añadida. Esta Directiva, la Directiva sobre diligencia debida de las empresas en materia de sostenibilidad, en línea con la política comercial de la Unión, viene precisamente en apoyo de nuestro objetivo: evitar la corrupción en las cadenas de valor globales y las relaciones de negocios. Sin embargo, también es importante que se incluya a las pymes, que esta nueva norma se aplique a todo tipo de empresas, ya sean públicas o privadas, y que cuente con un sistema de responsabilidad que incluya responsabilidad administrativa, civil y penal.

Ahora debemos seguir luchando en los diálogos tripartitos para lograr una aplicación correcta, también en lo que respecta a los acuerdos que se están negociando, como el Acuerdo con Mercosur.

La aprobación de esta Directiva nos mantendrá a la vanguardia del respeto de los derechos humanos y de la sostenibilidad en todo el mundo. Por favor, no apoyéis las enmiendas; mantengamos el texto original, con el que estamos de acuerdo todas las comisiones.

  Κώστας Παπαδάκης (NI). – Κύριε Πρόεδρε, η οδηγία αποτελεί μνημείο ασυλίας για τα μονοπώλια. Η Ευρωπαϊκή Ένωση ξεπλένει τους μεγάλους επιχειρηματικούς ομίλους και τους απαλλάσσει, ακόμα και από οποιαδήποτε τυπική επίπτωση ή κύρωση, για το γεγονός ότι, κυνηγώντας τη μέγιστη δυνατή κερδοφορία, προωθούν την εργασιακή γαλέρα ενάντια στους εργαζόμενους, τα εργοδοτικά εγκλήματα, την καταλήστευση των πελατών τους και τη λεηλασία του περιβάλλοντος.

Το καπιταλιστικό κράτος, και με τη βούλα της οδηγίας, εκχωρεί κάθε υποχρέωση ελέγχου των ομίλων στους ίδιους, κατά το «Γιάννης κερνάει και Γιάννης πίνει». Είναι αυτοί που αυτοαξιολογούνται, αυτοελέγχονται και παίρνουν διαπιστευτήρια δέουσας προσπάθειας, ως και βεβαιώσεις περί τήρησης ανθρωπίνων δικαιωμάτων, προς αυτοδιαφήμιση έναντι των ανταγωνιστών τους. Στην ίδια οδηγία προβλέπεται ότι οι διευθυντές των εταιρειών είναι υπεύθυνοι να ελέγξουν την ίδια τους την εταιρεία.

Μιλάμε για προκλητικό εμπαιγμό του λαού. Στην Ελλάδα οι εργαζόμενοι, ο λαός, μπορούν να δώσουν απάντηση στην Ευρωπαϊκή Ένωση, το κεφάλαιο και τα κόμματά τους, θέτοντας ως κριτήριο το δίλημμα «ή τα κέρδη τους ή οι ζωές μας», με ένα πολύ πιο ισχυρό Κομμουνιστικό Κόμμα.

  Maria-Manuel Leitão-Marques (S&D). – Senhor Presidente, quando era pequena, na aldeia dos meus avós, havia um rio escuro e poluído em cuja água não nos deixavam sequer tocar. Uma empresa de celulose tinha matado o rio, acabando com a vida no seu leito e nas suas margens. Tudo lhe era desculpado, em nome dos empregos que criava na região.

Hoje tal não seria possível, e sabemos que muitas empresas participam ativamente na criação de sociedades sustentáveis e que nós, cidadãos, valorizamos a sua responsabilidade empresarial. Esta diretiva serve para que sejam mais, sejam mais a prevenir em vez de remediar, de modo a não verem um dia destes a sua reputação destruída por terem sido descobertas práticas intoleráveis, aqui perto, ou num qualquer mundo distante que até julgavam bem escondido.

(Ende der spontanen Wortmeldungen)

  Didier Reynders, membre de la Commission. – Monsieur le Président, Mesdames et Messieurs les députés, permettez-moi de vous remercier pour vos contributions au cours de ce débat. L’Union européenne s’est, comme vous le savez, dotée d’un agenda ambitieux en matière de durabilité.

Avec cette initiative, que j’ai annoncée sept ans après la tragédie du Rana Plaza, nous avons la possibilité de mettre en œuvre concrètement nos engagements sociaux, environnementaux et en matière de droits de l’homme grâce à la gouvernance des entreprises.

La Commission a suivi une approche à la fois ambitieuse et proportionnée dans sa proposition de directive, dont les petites et moyennes entreprises sont exclues.

Je suis heureux d’avoir pu bénéficier d’un large soutien de votre Parlement dans cet effort qui permettra d’éviter une fragmentation à travers de multiples législations nationales dans l’Union européenne et de développer une économie plus juste et plus durable.

Je serais très heureux d’entamer les trilogues avant l’été si cela est possible. Ce dossier constitue, comme vous le savez, une des grandes priorités politiques de mon mandat et vous pouvez compter sur mon engagement personnel en vue de son adoption.

  Lara Wolters, rapporteur. – Mr President, I should like to thank colleagues for this debate. Thank you to all those who participated. It’s great to see the support expressed by so many colleagues here today. I hope that this backing will transform into a substantial majority tomorrow.

At the same time, let me address some of the criticism expressed here today. I hear that due diligence will affect Europe’s competitiveness, but the very core of this law is a level playing field between EU and non EU companies. I have heard also that this would be a disproportionate burden for companies, but that overlooks the reality of what we’re proposing here. We don’t ask companies to go and fight every problem on this planet. We allow them to prioritise actions that are relevant to them and to the risks that they face. We’re aware of the importance of industry collaboration in different sectors, and we’re preventing heavy contractual obligations for SMEs.

Meneer Manders, die kan ik ook geruststellen. Zolang de lokale harmonie, de lokale voetbalclub of de carnavalsvereniging niet geregistreerd staan als bedrijf, geen 250 medewerkers hebben en 40 miljoen omzet, zullen zij niet onder deze wet vallen.

Let me also be clear about the world in 2023: not only are companies able to rise to the challenge of due diligence in the future, they are already doing it: Aldi, Ikea, Unilever, ASOS, Mars, Ericsson – those are just some of the companies calling for human rights and environmental standards that give more clarity on what we mean by responsible business. They are joined by prominent trade associations in the financial, pharmaceutical and technology sectors, to name a few.

Those who are now seeking to frustrate this law are siding with a minority of political and commercial interests, and they are electioneering. To my colleagues who need to vote tomorrow I want to say, if you’re on the side of millions of citizens who want to see change, as well as the businesses and civil society that are pleading for that, if you’re on the side of responsibility and a Europe fit to lead on the big questions of our time, then show that tomorrow: reject the amendments, back this compromise and let us go to trilogues.

And last but definitely not least, I want a very warmly thank the Commissioner for his leadership in this, all of my colleagues who have worked so constructively with me on this and who have been so involved, and my own team, Matthew Hogarth and Hélène Beaghe, whose very last working day in the European Parliament is tomorrow, and without whose help this would not have been possible. So thank you so much to you all.

  Der Präsident. – Die Aussprache ist damit geschlossen.

Die Abstimmung findet am Donnerstag, 1. Juni 2023, statt.

Schriftliche Erklärungen (Artikel 171)

  Andrus Ansip (Renew), kirjalikult. – Euroopa tarbijad tahavad olla veendunud, et nendele pakutav oleks toodetud kõrgeid inimõiguste ja keskkonnastandardeid järgides. Ettevõtjad on huvitatud võrdsetest konkurentsitingimustest. Inimõiguste rikkumine ja keskkonda saastav tootmine pole vastuvõetav tarbijatele ega ausatele ettevõtjatele. Paraku annab näiteks lapstööjõu või orjatöö kasutamine ning keskkonnahoiuks vajalike investeeringute tegemata jätmine konkurentsieelise kõrgeid standardeid järgivate ettevõtete ees. Äriühingu hoolsuskohustust käsitlev liidu õigusakt edendab inimõiguste austamist ja keskkonnakaitset, loob liidus ettevõtjatele võrdsed võimalused ja hoiab ära killustatuse, mis tuleneb liikmesriikide omaette tegutsemisest. Hoolsuskohustust tuleks kasutada vahendina, millega teha kindlaks väärtusahela riskid ja suurendada vastupidavust ootamatutele muutustele. Paratamatult toob direktiivi rakendamine kaasa teatud halduskoormuse tõusu. Direktiivi edasisel menetlemisel tuleb jälgida, et see oleks proportsionaalne eesmärkidega.

  Marc Botenga (The Left), par écrit. – Il faut que les multinationales européennes respectent la loi et les droits des travailleurs. L'effondrement de l'immeuble du Rana Plaza au Bangladesh, en 2013, a causé la mort de 1135 travailleuses et travailleurs. Deux mille personnes ont été blessées. Le bâtiment abritait des ateliers de confection pour les multinationales des vêtements. Malgré les fissures dans les murs, les patrons avaient poussé les travailleurs à venir travailler. Cette loi doit limiter l'impunité des multinationales. Le texte contient bien des points pour lesquels les syndicats et les ONG se sont mobilisés pendant des années afin d'en finir avec l'impunité totale des multinationales. Bravo à celles et ceux qui se sont mobilisés. Cette première victoire prouve la force de la mobilisation. Mais la partie n'est pas jouée. Le texte proposé contient trop de lacunes. Plein d'entreprises, dont le secteur financier, y échappent. L'accès des victimes à la justice restera très difficile. Sans obligation de mise en œuvre, la partie climatique du texte restera lettre morte. Qui plus est, ce texte risque même de ne jamais être appliqué. Les multinationales et les gouvernements veulent l'affaiblir encore. Il s'agira de ne rien lâcher dans le bras de fer qui s'annonce. Les travailleurs du monde méritent mieux.

  Milan Brglez (S&D), pisno. – Predlog zakona o (družbeno in okoljsko) odgovornem poslovanju podjetij pomeni konkreten korak na poti k novemu družbenemu dogovoru, čigar sestavni del predstavlja (dejansko) uresničevanje zavez Unije o reševanju okoljske in podnebne krize, ki je utemeljeno na socialni dimenziji.

Okoljsko obremenjenost našega planeta, ki v poslovnih modelih predvsem nekaterih (velikih) multinacionalk sovpada z izkoriščanjem delovne sile ter kršenjem človekovih in delavskih pravic, je potrebno zamejiti in preprečiti. To lahko storimo le z novimi zavezujočimi pravili na ravni Unije, ki zagotavljajo, da se podjetja vedejo odgovorno pri njihovem poslovnem ravnanju, v celotni vrednostni verigi njihovega delovanja, od načrtovanja in proizvodnje do prodaje in distribucije, tako znotraj kot zunaj Evropske unije.

Kot največji skupni trg in v vlogi svetovnega akterja z normativno močjo ima Evropska unija dolžnost in priložnost postaviti zavezujoče okvire odgovornega poslovanja podjetij, katerih cilj je odprava anomalij v celotni oskrbovalni verigi, ki predstavljajo tveganje za okolje in podnebje ter grožnjo spoštovanju človekovih pravic. V posebno čast mi je, da je pobuda za oblikovanje te zakonodaje prišla pred tremi leti iz vrst Skupine naprednega zavezništva socialistov in demokratov (S&D). S tem smo enkrat več pokazali, da se kot evropska politična skupina znamo soočiti s sodobnimi zahtevnimi izzivi in tudi predlagati konkretne rešitve.

  András Gyürk (NI), írásban. – A háború és a rosszul megalkotott szankciós politika miatt Európa versenyképessége történelmi mélyponton van. A nagyvállalatok leépítik európai tevékenységüket, az elszálló energiaköltségek, az infláció és a Bizottság következetlen gazdaságpolitikájának árát pedig így elsősorban a kkv-k fizetik meg. Ez a javaslat pedig tovább növeli a pénzügyi és bürokratikus terheiket. A Bizottság és a baloldal javaslata szerint a vállalkozásoknak a teljes értéklánc mentén nem csak a közvetlen beszállítóik, de áttételes partnereik tetteiért is jogi felelősséget kellene vállalniuk.

Elfogadhatatlan, hogy az érték- és munkahelyteremtés helyett, a cégeknek egymás csendőreivé kellene válniuk, és szűkös erőforrásaikat újabb- és újabb jelentéstételi kötelezettségek teljesítésére kell fordítaniuk. Ezzel a javaslattal a baloldal és a Bizottság a vállalkozások helyett újra az NGO-k oldalára állt, amik így lehetőséget kaphatnak arra, hogy sakkban tartsák az általuk kipécézett cégeket. Európa megint önmagát lőné lábon, ha ez a javaslat jogszabállyá válna, ugyanis az Unión kívüli cégeknek nem lesznek ilyen terhei, tehát az ő versenyképességük fog nőni a mieink rovására. Remélhetőleg az intézményközi tárgyalások során sikerül az európai vállalkozások érdekeit is figyelembe vevő kompromisszumot elérni.

  Eugen Jurzyca (ECR), písomne. – Cieľom tejto smernice je eliminovať negatívne dopady činnosti veľkých firiem a ich dodávateľských reťazcov na ľudské práva a životné prostredie, a to aj v krajinách mimo EÚ. Regulované firmy budú musieť napríklad preukazovať, že všetci ich obchodní partneri a dodávatelia nevyužívajú detskú či nútenú prácu a nezhoršujú biodiverzitu. Ochranu ľudských práv a životného prostredia podporujem. Za problém však považujem to, že predkladatelia k tomuto návrhu nepredložili analýzu, ktorá by preukázala efektívnosť navrhovaného riešenia. Mám dlhoročné skúsenosti s tým, že populistickí politici často presúvajú regulácie z miest, kde sú viditeľné, na miesta, kde ich vidno nie je. Aby verejnosť nevnímala náklady takejto prenesenej regulácie. Tie však stále existujú, často ešte väčšie, a preto sú potrebné analýzy. Podľa môjho názoru je efektívnejšie, keď sa o verejné statky, ktorými sú aj ľudské práva a životné prostredie, stará prioritne štát, na to vlastne je. Nemá túto starostlivosť masívne prenášať na podniky. Z uvedených dôvodov budem hlasovať proti tomuto návrhu.

  Benoît Lutgen (PPE), par écrit. – Madame, Monsieur, La directive sur la « due diligence » que nous votons aujourd’hui sera bénéfique à la planète, soutiendra nos valeurs et aidera nos entreprises. Elle sera bénéfique à la planète car le contrôle du respect des normes en matière d’environnement par les chaînes de valeurs des entreprises participera à la lutte contre le changement climatique et la préservation de la biodiversité. Elle soutiendra nos valeurs car le respect par ces chaînes des normes en matière de droits de l’homme permettra de faire passer des messages essentiels à nos partenaires commerciaux. Nous n’acceptons pas le travail des enfants ! Nous soutenons les droits syndicaux! Nous refusons l’exploitation des personnes détenues par des régimes répressifs comme la Chine avec les Ouïghours. Enfin, l’adoption de normes nationales par trop divergentes, alourdissant les tâches des entreprises obligées de se conformer à des principes différents selon les Etats membres, aurait été une atteinte à un des fondements essentiels de notre Union : le Marché unique. C’est pourquoi je suis heureux qu’en plus des syndicats et ONGs, ce texte soit également soutenu par de nombreuses entreprises. Cela montre que la société européenne est unie dans la défense de ses principes et valeurs.

  Katarína Roth Neveďalová (S&D), písomne. – Správa o náležitej starostlivosti podnikov v oblasti udržateľnosti zdôrazňuje kľúčovú úlohu, ktorú udržateľnosť a zodpovedné obchodné praktiky zohrávajú pri formovaní prosperujúcejšej a inkluzívnejšej spoločnosti. Touto pripravovanou smernicou sa zavedú povinnosti pre spoločnosti z EÚ a spoločnosti mimo EÚ pôsobiace v rámci EÚ, pokiaľ ide o skutočné a potenciálne nepriaznivé vplyvy na ľudské práva a nepriaznivé vplyvy na životné prostredie v súvislosti s ich vlastnými operáciami a operáciami ich dcérskych spoločností a iných subjektov v ich hodnotovom reťazci. Považujem ju za dôležitú, lebo sa ňou presadzujú hodnoty EÚ v prostredí podnikov a má za cieľ napomáhať zabraňovaniu porušovania základných ľudských práv. Podniková udržateľnosť nie je len morálnou požiadavkou, ale aj strategickou výhodou, nakoľko spoločnosti, ktoré uprednostňujú udržateľnosť, s väčšou pravdepodobnosťou dosiahnu dlhodobejší úspech a odolnosť v aktuálne rýchlo sa meniacom svete. Zároveň je však dôležité, aby sa našla rovnováha a nebola vytváraná nadmerná administratívna či finančná záťaž pre európsky podnikateľský sektor.

  Waldemar Tomaszewski (ECR), raštu. – Ponia Pirmininke, Europos Sąjunga turėtų būti grindžiama pagarba žmogaus orumui, laisvei, demokratijai, lygybei, teisinei valstybei ir pagarba žmogaus teisėms. Šie principai turi būti be išimties taikomi ir įmonių veiklai. Atsakingas verslo valdymas taip pat turi būti labai svarbus aspektas vykdant veiklą, turime užtikrinti padorų darbą ir darbuotojų teisių apsaugą. Tai pavyzdys, kaip Europos socialine rinkos ekonomika galima bus atnaujinti ekonomikos valdymo praktiką, kad paskatintumėme įmones vykdyti savo įsipareigojimus ir ginti žmogaus teises bei orumą. Todėl ši direktyva visų pirma turėtų padėti įgyvendinti Europos socialinių teisių ramstį, kuris remia teises, užtikrinančias sąžiningas darbo sąlygas. Tai taip pat padidins šio ramsčio matomumą, įmonių įsipareigojimą šiam ramščiui, kuris yra būtinas veiksmingam jo įgyvendinimui. Tai taip pat yra ES politikos ir strategijų dalis, susijusi su sąžiningo ir padoraus darbo teikimo skatinimu. Atsižvelgdamos į visa tai, įmonės turi būti atsakingos už savo žmogaus teisių patikrinimą, nustatydamos, užkirsdamos ir sušvelnindamos neigiamą savo veiklos poveikį žmogaus teisėms, taip pat atsakydamos už tai, kaip jos reaguoja į šį poveikį. Pagal šias gaires įmonės turėtų vengti žmogaus teisių pažeidimų ir reaguoti į jų sukeltą neigiamą poveikį.