-Op 1 juni is een geroep gewapende politiemannen 's avonds binnengevallen in een privé-woning in de hoofdstad Minsk en heeft daar een hindoeïstisch meditatie-ritueel onderbroken;
-de leidervan de groep, Natalya Solovyova, heeft verklaard dat deze inval precies een week na een soortgelijke inval in een ander deel van de stad heeft plaatsgevonden;
-de hindoeïstische gemeenschap is niet beboet voor deze bijeenkomsten, maar is bedreigd met gerechtelijke maatregelen, waaronder gevangenneming, aangezien deze gemeenschap door de politie is bestempeld als een sekte;
-de autoriteiten hebben zich nooit op de wet beroepen als rechtsgrondslag voor een rechtvaardiging van de inval;
-de groep heeft vergeefs gepoogd zich te laten registreren vóór de inwerkingtreding van de meer restrictieve Wet op de godsdiensten van afgelopen november;
-geen enkele functionaris voor nationale of lokale godsdienstzaken - waaronder Alla Ryabitseva, hoofd van de afdeling etnische en religieuze zaken van Minsk - heeft uitleg gegeven over de reden van de gewapende onderbrekingen van de bijeenkomsten.
Kan de Commissie - gezien het bovenstaande en de uitstekende samenwerkingsbetrekkingen tussen de Europese Unie en Wit-Rusland op economisch en commercieel gebied - mededelen:
-of zij op de hoogte is van de hierboven uiteengezette feiten?
-welke initiatieven in het kader van de samenwerking een serieus en doeltreffend middel zouden kunnen zijn om Wit-Rusland ertoe te brengen de godsdienstvrijheid te eerbiedigen?