Parlementaire vraag - E-2346/2003Parlementaire vraag
E-2346/2003

Verwoesting van ongerept natuur- en cultuurlandschap en vernietiging eco-toerisme door groei van dagmijnbouw in de Poolse provincie Dolnoslaśkie (Neder-Silezië)

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2346/03
van Erik Meijer (GUE/NGL) en Alexander de Roo (Verts/ALE)
aan de Commissie

  1. Is het de Commissie bekend dat kort voor de Poolse toetreding tot de EU mijnbouwmaatschappijen haast maken met aankoop van grond en verwerving van langlopende concessies voor grootschalige dagbouw (d.w.z. mijnbouw in de open lucht) in de gedeeltelijk beschermde berggebieden Góri Izerskie en Karkonosze (Reuzengebergte) aan de zuidrand van de Poolse provincie Neder-Silezië (województwo Dolnoslaśkie)?

 

  1. Is het de Commissie bekend dat sinds 1999 de Zweedse onderneming NCC in Klopotnica (gemeente Mirsk) het landschap alsmede de aantrekkelijkheid ervan voor mensen verwoest door afgravingen, brede toegangswegen, lawaai van explosies en stofwolken, en dat dit ertoe leidt dat toeristen hier nu wegblijven en de streek verarmt?

 

  1. Heeft de Commissie inmiddels vernomen dat uitbreidingsplannen worden ontworpen om een oude niet meer functionerende mijn bij het aan kastelen, paleizen en historische tuinen rijke Karpniki (gemeente Myslakowice) in het beschermde "Rudawski Janowice Park" 20 tot 30 keer zo groot te maken en dat het bedrijf Pol-Skal tevens plannen ontwikkelt voor grootschalige dagbouw van 80 ha voor leuco-granietwinning tussen Mala Kamienica en Chromiec (gemeente Stara Kamienica) die bij uitvoering dit landschap sterk zouden aantasten en verwoesten, en dat deze plannen bij de plaatselijke bevolking op steeds sterkere protesten kunnen rekenen?

 

  1. Zijn de EU of de Europese Investeringsbank op enigerlei wijze betrokken bij de voorbereiding, financiering of uitvoering van deze mijnbouwprojecten? Vindt een milieueffectrapportage plaats?

 

  1. Wat kan en wil de Commissie doen om ertoe bij te dragen dat de verdere ontwikkeling van natuur- en landschapsbescherming en duurzame vormen van toerisme en agrarische bedrijvigheid in het bergland van Neder-Silezië wordt voortgezet en eventueel ondersteund met EU-fondsen, en wordt voorkomen dat hier in de toekomst na verwoesting door dagmijnbouw een onbruikbaar en onherbergzaam maanlandschap achterblijft?