Parlementaire vraag - E-2931/2003Parlementaire vraag
E-2931/2003

Benoeming van generaal Ammar tot voorzitter van het Nationaal organiserend comité voor de Wereldtopconferentie over de informatiemaatschappij

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2931/03
van Marco Cappato (NI), Maurizio Turco (NI), Emma Bonino (NI), Marco Pannella (NI), Benedetto Della Vedova (NI), Gianfranco Dell'Alba (NI) en Olivier Dupuis (NI)
aan de Commissie

In de jaren 1984 tot 1987, de tijd dat generaal Habib Ammar opnieuw de functie van bevelhebber van de Nationale Garde vervuld heeft, is foltering een vaste praktijk geworden in de posten van de Tunesische gendarmerie.

 

Generaal Habib Ammar heeft in 1986 het Nationaal directoraat opsporingen en onderzoek opgericht ("abhaas wa taftiesj"), met als hoofdkwartier de kazerne van Awina, waar honderden gevangenen, voor het merendeel tegenstanders van het regiem-Bourguiba, stelselmatig en voortdurend gefolterd zijn.

 

Na de staatsgreep van generaal Ben Ali in november 1987 is generaal Habib Ammar tot minister van Binnenlandse Zaken in de Tunesische regering benoemd. In de tijd dat hij het departement geleid heeft, zijn de gebouwen van het Ministerie van Binnnenlandse Zaken omgevormd tot detentie- en foltercentrums.

 

Om de organisatie van de Wereldtopconferentie over de informatiemaatschappij (WSIS) in goede banen te leiden - de tweede fase van de werkzaamheden vindt van 16 tot 18 november 2005 in Tunesië plaats - heeft de Tunesische regering een nationaal organiserend comité opgericht, en aan het hoofd daarvan generaal Habib Ammar geplaatst.

 

De politieke tostand in Tunesië wordt bovendien gekenmerkt door gedurige en onophoudelijke schendingen van het recht van vrije meningsuiting, zowel op het computerscherm als in het dagelijks leven, en journalisten en gebruikers van het internet worden gearresteerd, gefolterd en tot zware gevangenisstraffen veroordeeld.

 

Acht de Commissie het daarom niet geboden om met alle middelen politieke, diplomatieke en economische druk uit te oefenen op de Tunesische regering zodat ze de benoeming van generaal Amman tot voorzitter van het Nationaal organiserend comité voor de WSIS ongedaan maakt?

 

Is het niet geboden om zich uit te spreken en in te zetten voor opheffing van het besluit om de tweede zitting van de Wereldtop over de informatiemaatschappij in 2005 in Tunesië te laten plaatsvinden zolang als de Tunesische regering niet de verzekering geeft dat volledige uitoefening van het recht van vrije meningsuiting door de Tunesische wet daadwerkelijk gewaarborgd wordt?

 

PB C 70 E van 20/03/2004