Parlementaire vraag - E-0802/2007Parlementaire vraag
E-0802/2007

Toepassing van het zeerecht door Turkije

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0802/07
van Dimitrios Papadimoulis (GUE/NGL)
aan de Commissie

In het voortgangsverslag 2006 van de Commissie betreffende Turkije (SEC(2006)1390 van 8.11.2006) wordt erop gewezen dat een van de voorwaarden voor toetreding van Turkije erin bestaat dat het land er op de korte termijn werk van maakt zich onherroepelijk te verbinden tot goede nabuurschapsbetrekkingen, om het even welke aanleiding tot wrijvingen met zijn buren weg te nemen en zich te onthouden van elke handeling die de procedure tot vreedzame regeling van grensgeschillen negatief zou kunnen beïnvloeden. Verder wordt benadrukt dat de houding ten aanzien van de casus belli inzake de vermoedelijke uitbreiding van de Griekse territoriale wateren, in een resolutie die het Turkse parlement in 1995 heeft goedgekeurd, onveranderd is gebleven.

De Cypriotische republiek heeft met Egypte en Libanon bilaterale overeenkomsten gesloten betreffende de wederzijdse regeling van hun exclusieve economische zones overeenkomstig de bepalingen van het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties (UNCLOS), dat tevens deel uitmaakt van het communautair acquis. Dit heeft tot verzet geleid van Turkije, dat het UNCLOS-verdrag niet heeft ondertekend, Cyprus, Libanon en Egypte via communiqués bedreigt en de gesloten overeenkomsten als ongeldig beschouwt. Via deze handelingen ondermijnt de Turkse regering de goede nabuurschapsbetrekkingen met lidstaten van de Europese Unie maar ook met derde landen.

Kan de Commissie in het licht van dit alles antwoorden op de volgende vragen:

Welke acties denkt zij te ondernemen om Turkije te laten verstaan dat het niet het recht heeft te twijfelen aan de soevereine rechten van lidstaten die voortvloeien uit internationale verdragen en het communautair acquis?

Hoe zal zij Turkije ervan overtuigen dat het onverwijld het zeerecht moet aanvaarden, dat deel uitmaakt van het communautair acquis en de basis vormt voor de regeling van alle geschillen betreffende de zee?

PB C 293 van 05/12/2007