Gebruik van kwik

10.7.2008

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-4162/08
van Claude Turmes (Verts/ALE)
aan de Commissie

De EU heeft besloten om het gebruik van kwik drastisch te verminderen vanwege het grote gevaar ervan voor de volksgezondheid en het milieu. De Europese Commissie heeft echter beslist om het probleem van de tandheelkundige amalgamen afzonderlijk te behandelen en heeft het Wetenschappelijk Comité voor nieuwe gezondheidsrisico's (WCNG) verzocht om de eventuele risico's van tandheelkundig kwik voor de gezondheid te evalueren. Het verslag van het WCNG werd opgesteld door 4 interne deskundigen van het WCNG en het Wetenschappelijk Comité voor gezondheids- en milieurisico's (WCGM) en vier Europese vertegenwoordigers van de tandheelkundige beroepsgroep die voorstander zijn van het amalgaam.

1. Van de 190 genoemde publicaties waren er 90 afkomstig uit tandheelkundige vakbladen. Van de vele publicaties die de relatie tussen kwik in de tandheelkunde en de ziekte van Alzheimer onderzoeken, wordt slechts één klein tandheelkundig onderzoek genoemd, de studie van Saxe. Waarom is gekozen voor deze literatuuropgave die tamelijk eenzijdig lijkt?

2. Waarom heeft de Europese Commissie besloten om het geval van tandheelkundig kwik afzonderlijk te behandelen? Zou de mond van de Europese burgers niet de laatste plek moeten zijn waar we kwik, dat verder nergens meer voor mag worden gebruikt, opslaan?

3. Vereist de deontologie niet dat er een onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek verricht wordt door bevoegde deskundigen? Waarom is geen enkele epidemioloog, toxicoloog, immunoloog, endocrinoloog of toxicologisch chemicus, gespecialiseerd in de toxiciteit van kwik, hierover benaderd?

4. Het WCNG heeft duidelijk geen deskundigenonderzoek op tegenspraak verricht; waarom zijn er alleen maar vertegenwoordigers van de tandheelkundige beroepsgroep gevraagd die vóór de stof zijn die ze moesten beoordelen?

5. Zou de Commissie, gelet op het grote belang van de volksgezondheid en de legitieme verwachtingen van de Europese burgers ten aanzien van een democratische gezondheidszorg, een nieuwe deskundigengroep kunnen oprichten met bekwame wetenschappers die geen banden hebben met de tandartsen en de deontologieregels naleven (bevoegd, onafhankelijk, deskundigenonderzoek op tegenspraak)?

PB C 40 van 18/02/2009