Beëindiging van de geheimhouding over de aard van de ramp met de vlucht van Malev op 30.9.1975 tussen Boedapest en Beiroet en de graven van 17 van de 60 slachtoffers
5.1.2009
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0015/09
van Erik Meijer (GUE/NGL)
aan de Commissie
1. Is het de Commissie bekend dat op dinsdagochtend 30 september 1975 een vliegtuig van de Hongaarse luchtvaartmaatschappij Malev op een vlucht van Boedapest naar de Libanese hoofdstad Beiroet vlak bij de luchthaven van Beiroet in zee is gestort, dat geen van de 50 passagiers en de 10 bemanningsleden die ramp heeft overleefd en dat Malev na een week aan nabestaanden desgevraagd mededeelde dat de oorzaak van deze ramp onbekend was, dat de zwarte doos en de stoffelijke overschotten van de slachtoffers op de zeebodem niet konden worden gevonden en dat geluidsopnamen van de verkeersleiding zoek zijn?
2. Is het de Commissie bekend dat het volstrekte gebrek aan informatie over de in vraag 1 bedoelde ramp ertoe heeft geleid dat nabestaanden van slachtoffers met verschillende Europese nationaliteiten (waaronder de Hongaar Laszlo Nemeth en de Nederlandse Francine van der Velde) ook nu nog steeds op zoek zijn naar tegenstrijdigheden in gegevens die pas later bekend zijn geworden, naar de mogelijke oorzaken van de ramp en vooral naar de plaats waar de omgekomen passagiers zouden kunnen zijn begraven?
3. Is het de Commissie bekend dat er foto’s bestaan waarop de zien is hoe Libanezen lijken uit zee halen, en dat er een geheim onderzoeksrapport uit 1975 bestaat van de International Civil Aviation Organisation (ICAO) waaruit blijkt dat meteen na het neerstorten 37 van de 60 lijken zijn geborgen, waarvan er 20 door Libanese nabestaanden konden worden geïdentificeerd terwijl de 17 overige lijken die niet konden worden geïdentificeerd op een onbekende plaats in Libanon zijn begraven?
4. Is het de Commissie bekend dat navraag in het voorjaar van 2007 op verzoek van nabestaanden door de Nederlandse ambassade in Libanon de informatie opleverde dat de 17 niet-geïdentificeerde lijken waarschijnlijk in massagraven liggen, maar dat de militaire autoriteiten daarover geen informatie willen verstrekken, terwijl de nabestaanden daarnaast hebben vernomen dat een Hongaars regeringsonderzoek naar de ramp in 2003 een document heeft opgeleverd dat tot nu toe geheim wordt gehouden?
5. Is de Commissie bereid te bevorderen dat deze nog steeds onopgeloste kwestie, die waarschijnlijk verband houdt met voorbije gebeurtenissen zoals de Koude Oorlog, de burgeroorlog in Libanon en de strijd tussen Israël en de PLO, niet langer opzichtig geheim wordt gehouden maar in het belang van alle nabestaanden en ter vermijding van onjuiste geruchten voor eens en altijd publiekelijk wordt opgehelderd?
Bron: Het Nederlandse dagblad „De Volkskrant” van 30.12.2008.
PB C 189 van 13/07/2010