Parlementaire vraag - E-6744/2010(ASW)Parlementaire vraag
E-6744/2010(ASW)

Antwoord van de heer Dalli namens de Commissie

De afgelopen decennia heeft de Commissie ruime steun aan de lidstaten verleend om hun programma's ter uitroeiing van rabiës in het kader van Richtlijn 2009/470/EG van de Raad betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied[1] te financieren. Omdat rabiës vooral door wilde vossen in de EU wordt verspreid, verleent de Commissie steun aan de orale vaccinatie van vossen. De door de EU gesteunde programma's zijn erg succesvol geweest en de ziekte komt momenteel alleen nog in uiterst beperkte gebieden van de EU voor. De beheersing van de zwerfhondenpopulatie is nooit nodig geweest om rabiës in Europa uit te roeien en maakt geen deel uit van de EU-programma's.

Het ontbreekt aan geharmoniseerde EU-wetgeving om zwerfhonden te beschermen. Daarom valt het probleem volledig onder de verantwoordelijkheid van de lidstaten. De Commissie heeft echter actieve steun verleend aan de werkzaamheden van de Wereldorganisatie voor diergezondheid (OIE) om specifieke richtsnoeren voor de beheersing van zwerfhondenpopulaties te ontwikkelen en de uitvoering ervan te bevorderen.

De Commissie is er ook van overtuigd dat een aantal onaanvaardbare praktijken te wijten is aan een gebrek aan basiseducatie over het welzijn van dieren. Daarom zal de Commissie in oktober 2010 de eerste internationale conferentie over onderwijs en dierenwelzijn organiseren.

Bovendien werkt de Commissie met andere organisaties aan de ontwikkeling van de website „carodog”[2], een informatiesysteem voor het beheer van kennis over de hondenpopulatie dat ertoe moet leiden dat hondeneigenaars op een verantwoorde manier met hun huisdier omgaan.

PB C 216 E van 22/07/2011