Het chippen van honden die als huisdier worden gehouden
3.2.2011
Vraag met verzoek om schriftelijk antwoord E-001142/2011
aan de Commissie
Artikel 117 van het Reglement
Róża Gräfin von Thun und Hohenstein (PPE)
Volgens Verordening (EG) nr. 998/2003 moeten honden en katten een paspoort hebben met gedetailleerde gegevens over hun vaccinatie tegen rabiës. Daarbij wordt uitgegaan van een tweeledige doelstelling: de bescherming van de volksgezondheid enerzijds en van het dierenwelzijn anderzijds, waarbij de artikelen 43 en 168, lid 4, onder b) VWEU (voorheen de artikelen 37 en 152, lid 4, onder b) van het EG-Verdrag) als rechtsgrondslag dienen. In het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Malta moeten huisdieren die hun grondgebied binnenkomen bovendien een elektronische microchip (transponder) hebben om de identificatie te vergemakkelijken.
Artikel 13 VWEU, dat door het Verdrag van Lissabon is geïntroduceerd, verplicht de Unie om in al haar activiteiten ten volle rekening te houden met het welzijn van dieren.
In de EU-wetgeving inzake het welzijn van landbouwhuisdieren die sinds 1978 van kracht is, komen de vijf fundamentele vrijheden (vrijheid van gebrek aan adequaat comfort, van honger en dorst, van angst en stress, van pijn, verwondingen en ziekten en de vrijheid om natuurlijk gedrag te vertonen) tot uiting.
Zwerfhonden vormen een algemeen voorkomend probleem in de gehele EU. In de steek gelaten huisdieren worden in hondenasiels gehouden of afgemaakt, wat een ernstige schending betekent van hun welzijn. Zij vormen ook een bedreiging voor de volksgezondheid aangezien verwaarloosde honden ziekten kunnen verspreiden en antisociaal gedrag kunnen gaan vertonen.
Een systeem van verplicht chippen van honden die als huisdier worden gehouden in de EU op basis waarvan zij kunnen worden geïdentificeerd, zou ervoor zorgen dat de eigenaars worden verplicht om de volledige verantwoordelijkheid voor het welzijn van hun huisdier te dragen, en zou tegelijkertijd bescherming bieden tegen de gevaren voor de volksgezondheid door niet-gevaccineerde, agressieve zwerfhonden.
1. Is de Commissie bevoegd om wetgeving inzake deze kwestie voor te stellen op grond van artikel 13 VWEU?
2. Is de Commissie van mening dat dit probleem via Europese wetgeving zou kunnen worden verholpen?
3. Is de Commissie voornemens om ook huisdieren in aanmerking te nemen bij haar herziening van het EU-beleid inzake dierenwelzijn, die op dit moment plaatsvindt?
PB C 286 E van 30/09/2011