Er worden momenteel 35 medewerkers van ngo’s door de Griekse autoriteiten vervolgd voor het faciliteren van mensenhandel. Enkelen van hen zijn buitenlandse onderdanen en de betrokken ngo’s zijn voornamelijk Europese opsporings- en reddingsorganisaties. Volgens de Griekse autoriteiten zijn deze humanitaire operaties echter niet meer dan een vermomming voor de ware activiteiten van de betrokken ngo’s. Een blik op het Griekse asielbeleid leert dat de levensreddende activiteiten van deze ngo’s en hun optreden als waakhond duidelijk in strijd zijn met de politieke doelstellingen van de Griekse autoriteiten. De criminalisering van ngo’s en andere niet-statelijke actoren die opsporings- en reddingsoperaties uitvoeren op zee en daarbij het toepasselijke rechtskader in acht nemen, vormt echter een inbreuk op het internationaal recht en is daarmee verboden uit hoofde van het EU-recht, zoals de Commissie onlangs in haar richtsnoeren over de richtlijn inzake hulpverlening heeft bevestigd.
1. De mensen die hulp verlenen door reddingsoperaties uit te voeren op zee mogen duidelijk niet in Griekenland worden vervolgd. Wat is de Commissie voornemens te doen om ervoor te zorgen dat in dit verband uitvoering wordt gegeven aan haar richtsnoeren?
2. Hoe is de Commissie van plan burgers van de Europese Unie te behoeden voor illegale vervolging door lidstaten?
3. De actieve vervolging van ngo’s staat de verlening van hoognodige humanitaire hulp en belangenbehartiging in de weg en kost daarmee elke dag levens. Op welke strategieën kan de Commissie zich beroepen om ervoor te zorgen dat Griekenland zijn verplichting om levens te redden op zee nakomt?