Antwoord van mevrouw Dalli namens de Europese Commissie
8.3.2021
Artikel 21 van het Handvest van de grondrechten van de EU verbiedt uitdrukkelijk discriminatie op grond van seksuele gerichtheid en geslacht. Het Handvest is echter uitsluitend op de lidstaten van toepassing wanneer zij het recht van de EU ten uitvoer brengen. Naast de tenuitvoerlegging van het EU-recht is het de taak van de lidstaten om ervoor te zorgen dat de grondrechten daadwerkelijk worden geëerbiedigd en beschermd volgens hun nationale wetgeving en hun internationale verplichtingen op het gebied van de mensenrechten.
De Commissie is altijd bereid om de Raad actuele informatie te verstrekken over ontwikkelingen in verband met de rechtsstaat die vallen onder de lopende procedures op grond van artikel 7, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie en om haar standpunt kenbaar te maken in het kader van formele hoorzittingen. Het is aan de Raad om te beslissen wanneer en hoe dergelijke formele hoorzittingen worden georganiseerd, en op welke onderwerpen daarbij met name moet worden ingegaan. De Commissie zal de Raad in dit verband blijven steunen.
Overeenkomstig de Richtlijnen 2000/43/EG[1], 2004/113/EG[2], 2006/54/EG[3] en 2010/41/EU[4], kunnen organen voor de bevordering van gelijke behandeling deel uitmaken van instanties die op nationaal vlak verantwoordelijk zijn voor de verdediging van de mensenrechten of de bescherming van de rechten van het individu. Alle lidstaten moeten er echter voor zorgen dat organen voor de bevordering van gelijke behandeling hun in bovengenoemde richtlijnen omschreven taken op onafhankelijke en doeltreffende wijze kunnen uitvoeren[5]. Bovendien worden de rol van onafhankelijke autoriteiten, zoals de ombudsman en andere nationale mensenrechteninstellingen, en de rol van maatschappelijke organisaties bij het waarborgen van de rechtsstaat geanalyseerd in het verslag over de rechtsstaat [6].
- [1] Richtlijn 2000/43/EG betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht ras of etnische afstamming (PB L 180 van 19.7.2000).
- [2] Richtlijn 2004/113/EG betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen bij de toegang tot en het aanbod van goederen en diensten (PB L 373 van 21.12.2004).
- [3] Richtlijn 2006/54/EG betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in werkgelegenheid en beroep (herschikking) (PB L 204 van 26.7.2006).
- [4] Richtlijn 2010/41/EU betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van zelfstandig werkzame mannen en vrouwen en tot intrekking van Richtlijn 86/613/EEG van de Raad (PB L 180 van 15.7.2010).
- [5] Aanbeveling (EU) 2018/951 van de Commissie betreffende normen voor gelijkheidsorganen (PB L 167 van 4.7.2018, blz. 28).
- [6] https://ec.europa.eu/info/publications/2020-rule-law-report-communication-and-country-chapters_nl