Gerechtelijke immuniteit in Polen onder druk
22.12.2020
Vraag met verzoek om schriftelijk antwoord E-007020/2020
aan de Commissie
Artikel 138 van het Reglement
Sylwia Spurek (Verts/ALE), Patrick Breyer (Verts/ALE), Saskia Bricmont (Verts/ALE), Alviina Alametsä (Verts/ALE), Katrin Langensiepen (Verts/ALE), Magdalena Adamowicz (PPE), Giuliano Pisapia (S&D), Olivier Chastel (Renew), Konstantinos Arvanitis (GUE/NGL), Gwendoline Delbos-Corfield (Verts/ALE), Łukasz Kohut (S&D), Tineke Strik (Verts/ALE), Rosa D'Amato (Verts/ALE), Niklas Nienaß (Verts/ALE), Markéta Gregorová (Verts/ALE), Evin Incir (S&D), Michal Šimečka (Renew), Anna Júlia Donáth (Renew), Terry Reintke (Verts/ALE), Diana Riba i Giner (Verts/ALE), Marie Toussaint (Verts/ALE), Michael Bloss (Verts/ALE)
Op 18 november 2020 hebben de Poolse autoriteiten de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht wederom ernstig geschonden. De zogeheten tuchtkamer van het hooggerechtshof besloot de immuniteit van rechter Igor Tuleya op te heffen, hem voor onbepaalde tijd in zijn ambt te schorsen en zijn loon voor de duur van deze schorsing te verlagen. Dat betekent dat rechter Tuleya strafrechtelijk vervolgd zal worden voor plichtverzuim en overschrijding van zijn bevoegdheden.
- 1.Ondanks de beschikking van het HvJ-EU betreffende de tuchtkamer (C-791/19) en talloze oproepen van Poolse rechters, Europese rechters en zelfs de Poolse rechter van het HvJ-EU, blijft de tuchtkamer een gerechtelijke functie uitoefenen. Waarom dient de Commissie geen aanvullend verzoek in bij het HvJ-EU om een veroordeling tot betaling van een geldboete?
- 2.Ongeacht het arrest van het HvJ-EU betreffende de onafhankelijkheid van de tuchtkamer (C-585/18, C-624/18 en C-625/18), is de tuchtkamer zelf van oordeel dat het arrest van het HvJ-EU niet bindend is wanneer het om het nationale rechtsstelsel gaat. Welke maatregelen heeft de Commissie getroffen naar aanleiding van deze kwestie?
- 3.Waarom schrikt de Commissie terug voor het starten van inbreukprocedures met betrekking tot de situatie van gerechtelijke organen die onvoldoende onafhankelijk zijn, zoals de nationale raad voor de rechtspraak, het constitutioneel hof en de buitengewone kamer van het hooggerechtshof?