Antwoord van mevrouw Dalli namens de Europese Commissie
8.7.2021
1. Gelijkheid tussen vrouwen en mannen is een grondrecht en een van de fundamentele beginselen van de Europese Unie. Richtlijn 2004/113/EG[1](1) verbiedt directe en indirecte discriminatie tussen mannen en vrouwen bij de toegang tot en het aanbod van goederen en diensten. Indirecte discriminatie komt voor wanneer een ogenschijnlijk neutrale bepaling, maatstaf of handelwijze personen van een geslacht in vergelijking met personen van het andere geslacht bijzonder benadeelt, tenzij die bepaling, maatstaf of handelwijze objectief wordt gerechtvaardigd door een legitiem doel en de middelen voor het bereiken van dat doel passend en noodzakelijk zijn.
2. Aangezien in voornoemde wetgeving discriminatie bij de toegang tot goederen reeds wordt verboden, is de Commissie momenteel niet van plan aanvullende instrumenten op te stellen die specifiek verband houden met prijsdiscriminatie ten aanzien van vrouwen en meisjes. De Commissie houdt toezicht op de juiste toepassing en handhaving van de bestaande EU-wetgeving inzake gendergelijkheid in de lidstaten en ondersteunt deze bij de correcte toepassing van de bestaande regelgeving zoals de hierboven genoemde.
3. De Commissie blijft alle grondoorzaken van de loonkloof tussen mannen en vrouwen aanpakken volgens de in de Europese strategie voor gendergelijkheid (2020-2025) uitgezette krijtlijnen[2].