Antwoord van de heer Breton namens de Europese Commissie
13.9.2021
De digitale transitie, waarbij ook artificiële intelligentie (AI) een rol speelt, brengt veranderingen op de werkvloer mee. Een van de hoofddoelstellingen van het recentelijk vastgestelde strategisch EU-kader voor gezondheid en veiligheid op het werk 2021-2027 betreft het anticiperen op en het beheren van die veranderingen. Deze doelstelling zal ook in aanmerking worden genomen bij de lopende herziening van de richtlijnen inzake de werkplek en beeldschermapparatuur (Richtlijn 89/654/EEG van de Raad en Richtlijn 90/270/EEG van de Raad).
Op 21 april 2021 heeft Commissie het allereerste rechtskader voor AI voorgesteld (de wet op artificiële intelligentie)[1], als opvolger van het witboek van 2020[2]. De voorgestelde regels volgen een risicogebaseerde aanpak voor het in de handel brengen en gebruiken van AI-systemen in de EU.
Het gebruik van AI op het werk, in het bijzonder in de vorm van programma's voor werving van werknemers en voor toezicht op hun gedrag, kan negatieve gevolgen hebben voor de mentale gezondheid van de werknemer, door een verhoogd risico op angstigheid en druk. Bovendien kunnen zulke systemen een negatieve invloed hebben op de grondrechten, als ze niet naar behoren worden ontwikkeld en gebruikt.
Daarom classificeert het wetsvoorstel inzake artificiële intelligentie bepaalde AI-systemen (bijv. voor het maken van beslissingen omtrent promoties of het toezicht houden op en evalueren van de prestaties en het gedrag van personen), als systemen met een hoog risico. Daartoe behoren ook systemen voor het herkennen van emoties op de werkplek. Krachtens het wetsvoorstel inzake artificiële intelligentie moeten zulke systemen met een hoog risico aan de vereisten voldoen en een conformiteitsbeoordeling ondergaan. Het wetsvoorstel bepaalt ook dat systemen voor emotieherkenning en biometrische categorisatie altijd onderworpen moeten zijn aan specifieke transparantieverplichtingen, zodat werknemers zich er altijd van bewust zijn wanneer zulke systemen gebruikt worden.
Het wetsvoorstel inzake artificiële intelligentie wordt momenteel besproken met het Europees Parlement en de Raad. De medewetgevers kunnen nog wijzigingen voorstellen.