Betreft: De massale afslachting van dolfijnen en walvissen op de Faeröer en de rol van de Deense autoriteiten
Elk jaar vindt op de Faeröer een massale afslachting van dolfijnen en walvissen plaats, de zogenaamde grindadráp. Op 12 september 2021 kwamen bij deze bijzonder wrede vorm van dierenmishandeling meer dan 1 400 witflankdolfijnen aan hun einde. Daarmee was het een van de grootste slachtpartijen van witflankdolfijnen in de geschiedenis van deze traditie op de eilanden.
De Faeröer vallen niet onder de EU-wetgeving of het Verdrag van Bern, maar beschikken wel over een aantal bilaterale overeenkomsten inzake visserij, handel en wetenschappelijke en technologische samenwerking. De jaarlijkse slacht wordt vergemakkelijkt en ondersteund door Deense ambtenaren en is onderworpen aan de relevante EU-wetgeving, waaronder de habitatrichtlijn, die alle vormen van opzettelijke verstoring, vangst of doding van walvisachtigen in de lidstaten verbiedt.
1. Beschouwt de Commissie de ondersteuning van de grindadráp door Denemarken als een inbreuk op de relevante milieuwetgeving ter bescherming van walvisachtigen?
2. Is de Commissie van plan passende maatregelen te nemen om deze massale slachting een halt toe te roepen met behulp van de economische instrumenten waarover zij beschikt?
3. Zal de Commissie met de lidstaten en internationale organisaties, zoals de Internationale Walvisvaartcommissie, samenwerken om witflankdolfijnen en grienden te beschermen?