Antwoord van mevrouw Johansson namens de Europese Commissie
31.3.2022
De Commissie zet zich in voor de bescherming van de burgers in de EU tegen elke vorm van gewelddadig extremisme, zoals benadrukt in de EU -strategie voor de veiligheidsunie[1]en in de ter rorismebestrijdingsagenda van de EU[2]. De Commissie ondersteunt de lidstaten bij het vergemakkelijken van uitwisselingen over de preventie van radicalisering en gewelddadig extremisme. In dit kader hebben Griekenland en Italië eind 2020 een „projectgebaseerde samenwerking” opgezet om de uitdagingen in verband met gewelddadig links‐ en anarchistisch extremisme te onderzoeken. Duitsland, Frankrijk, Spanje, Zweden, Finland, Denemarken, Slovenië, Oostenrijk, Nederland en Litouwen hebben zich bij dit project aangesloten, evenals het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol).
De Commissie is op de hoogte van technieken om informatie over prominenten beschikbaar te stellen met de bedoeling aan te zetten tot geweld tegen hen. Verordening (EU) nr. 784/2021 inzake het tegengaan van de verspreiding van terroristische online-inhoud[3] stelt de lidstaten in staat dergelijke inhoud snel te verwijderen. Daaronder valt inhoud die aanzet tot het plegen van een terroristisch misdrijf of die instructies geeft voor het vervaardigen of gebruiken van explosieven om een terroristisch misdrijf te plegen of eraan bij te dragen. Samen met de technologiesector pakt de Commissie gewelddadige extremistische en terroristische inhoud en illegale haatuitingen ook rechtstreeks aan, in het kader van het EU-internetforum[4] en via de EU-gedragscode inzake illegale haatuitingen[5].
„Antifa” is geen organisatie, maar de collectieve naam die wordt gebruikt door verschillende autonome en vaak informele groepen die beweren antifascistisch te zijn. Richtlijn (EU) 2017/541 inzake terrorismebestrijding[6] bevat een definitie van „terroristische groepering” in artikel 2, punt 3. De lijst van groepen die betrokken zijn bij terroristische daden, als omschreven in artikel 1, lid 2, van Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/GBVB van de Raad, wordt opgesteld overeenkomstig artikel 1, lid 4, van dat gemeenschappelijk standpunt[7].
- [1] COM(2020) 605 final; https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:52020DC0605&from=EN
- [2] COM(2020) 795 final; https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:52020DC0795&from=EN
- [3] Verordening (EU) 2021/784 van het Europees Parlement en de Raad van donderdag 29 april 2021 inzake het tegengaan van de verspreiding van terroristische online-inhoud (PB L 172 van 17.5.2021, blz. 79).
- [4] https://ec.europa.eu/home-affairs/networks/european-union-internet-forum-euif_en
- [5] https://ec.europa.eu/info/policies/justice-and-fundamental-rights/combatting-discrimination/racism-and-xenophobia/eu-code-conduct-countering-illegal-hate-speech-online_en
- [6] Richtlijn (EU) 2017/541 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 inzake terrorismebestrijding en ter vervanging van Kaderbesluit 2002/475/JBZ van de Raad en tot wijziging van Besluit 2005/671/JBZ van de Raad (PB L 88 van 31.3.2017, blz. 6.).
- [7] Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/GBVB van de Raad van 27 december 2001 betreffende de toepassing van specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme (PB L 344 van 28.12.2001, blz. 93).