Antwoord van mevrouw Johansson namens de Europese Commissie
3.8.2022
1. De bescherming van personen die staatloos zijn of staatloos dreigen te worden, is een punt van zorg voor de Commissie. In het besluit van de Raad van 4 maart 2022[1] tot invoering van tijdelijke bescherming uit hoofde van de richtlijn tijdelijke bescherming[2] zijn bepaalde groepen staatlozen opgenomen in de categorieën personen die in aanmerking komen voor tijdelijke bescherming of een andere passende vorm van bescherming op grond van de nationale wetgeving. De lidstaten kunnen de bescherming uitbreiden tot alle andere staatlozen. De lidstaten moesten de in de richtlijn tijdelijke bescherming vervatte minimumnormen en ‐rechten uiterlijk op 31 december 2002[3] of bij de toetreding tot de EU in hun nationale wetgeving omzetten. Deze bepalingen werden geactiveerd door het besluit van de Raad van 4 maart 2022. De Commissie heeft de lidstaten ertoe opgeroepen om via diverse middelen (operationele richtsnoeren, specifieke agendapunten, missies, enz.) en fora (solidariteitsplatformen, blauwdrukken, werkgroepen van de Raad, enz.) de minimumnormen een ‐rechten toe te passen op alle personen die onder de richtlijn vallen, onder wie staatlozen die met name specifieke problemen ondervinden met betrekking tot hun bewijsstukken en de vaststelling van hun status.
2. De operationele richtsnoeren[4]van de Commissie voor de uitvoering van het besluit van de Raad, waarin al hoofdstukken zijn opgenomen over bewijsstukken en de vaststelling van de status, zullen worden bijgewerkt in overeenstemming met de situatie ter plaatse en de veranderende behoeften.
3. De informatie die de Commissie via de EU-blauwdruk voor paraatheid en crisisbeheer in verband met migratie heeft verzameld, wordt regelmatig geactualiseerd en aangepast in het licht van de ontwikkelingen en de beschikbaarheid van gegevens. Staatloosheid is een bovendien een specifiek agendapunt voor het solidariteitsplatform dat is opgericht met het oog op de uitvoering van de tijdelijke bescherming.
- [1] Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van de Raad van 4 maart 2022 tot vaststelling van het bestaan van een massale toestroom van ontheemden uit Oekraïne in de zin van artikel 5 van Richtlijn 2001/55/EG, en tot invoering van tijdelijke bescherming naar aanleiding daarvan (PB L 71 van 4.3.2022, blz. 1).
- [2] Richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen (PB L 212 van 7.8.2001, blz. 12).
- [3] Artikel 32 van Richtlijn 2001/55/EG.
- [4] Mededeling (2022/C 126 I/01) van de Commissie over operationele richtsnoeren voor de uitvoering van Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van de Raad tot vaststelling van het bestaan van een massale toestroom van ontheemden uit Oekraïne in de zin van artikel 5 van Richtlijn 2001/55/EG, en tot invoering van tijdelijke bescherming naar aanleiding daarvan (PB C 126I van 21.3.2022, blz. 1).