Parlementaire vraag - E-002432/2022(ASW)Parlementaire vraag
E-002432/2022(ASW)

Antwoord van mevrouw Kyriakides namens de Europese Commissie

In de Verdragen[1] worden dieren erkend als wezens met gevoel en wordt vereist dat hiermee rekening wordt gehouden bij het formuleren van EU-beleid op het gebied van bijvoorbeeld landbouw of visserij[2].

Zoals vermeld in de „van boer tot bord”-strategie[3] zal de Commissie de wetgeving inzake dierenwelzijn herzien. In de bijbehorende aanvangseffectbeoordeling[4] werd geen verbod op het kweken van koppotigen als beoogde optie opgenomen. Een indicatieve routekaart voor de wetenschappelijke output van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid op het gebied van dierenwelzijn die in de periode 2023‐2030 moet worden geleverd, omvat evenwel koppotigen[5].

De Commissie is van mening dat het kweken van octopussen het risico met zich mee kan brengen dat de in het wild levende visbestanden onder extra druk komen te staan. Daarom is het wenselijk dat visvoeder voor octopussen kan worden  teruggetraceerd tot op duurzame wijze geëxploiteerde bestanden of dat passend onderzoek wordt verricht naar alternatieve voedingspatronen die geschikt zijn voor het kweken van octopussen. In de „strategische richtsnoeren voor een duurzamere en concurrerendere EU-aquacultuur voor de periode 2021 tot en met 2030”[6] wordt benadrukt dat voor duurzame voedersystemen moet worden gezorgd en wordt aanbevolen de diversificatie van de EU-aquacultuur naar soorten aquacultuur met betere milieuprestaties te ondersteunen.

Zoals aangegeven in het antwoord op schriftelijke vraag E‐001498/22[7], verbiedt de Commissie EU-financiering voor het kweken van octopussen niet.

Laatst bijgewerkt op: 12 september 2022
Juridische mededeling - Privacybeleid