Gemeenschappelijk referentiekader (CFR) voor het Europees verbintenissenrecht
21.11.2007
MONDELINGE VRAAG MET DEBAT O-0073/07
ingediend overeenkomstig artikel 108 van het Reglement
van Giuseppe Gargani, namens de Commissie juridische zaken
aan de Commissie
- gezien zijn resoluties van 23 maart 2006 over het Europees verbintenissenrecht en de herziening van het acquis: verdere maatregelen (P6_TA(2006)0109), van 7 september 2006 over het Europees verbintenissenrecht (P6_TA(2006)0352) en van 4 september 2007 over de institutionele en juridische gevolgen van het gebruik van "soft law"-instrumenten (2007/2028(INI)) (P6_TA(2007/0366),
- gezien het verslag van de Commissie van 25 juli 2007: Tweede voortgangsverslag over het gemeenschappelijk referentiekader (COM(2007)0447),
- overwegende dat het niet de bedoeling is dat het gemeenschappelijk referentiekader, dat volgens de Commissie bedoeld is als "instrumentarium/handboek" voor de EU-wetgever bij het herzien van bestaande en het opstellen van nieuwe wetgeving op het gebied van het verbintenissenrecht, bindende juridische werking heeft en dat het derhalve een "soft law"-instrument blijft,
- overwegende dat het CFR indirect juridische en praktische gevolgen zal hebben en hoogstwaarschijnlijk in sterke mate bepalend zal zijn voor toekomstige wetgevingsmaatregelen op het gebied van het verbintenissenrecht;
- overwegende dat het besluit over de vraag welke onderdelen van het ontwerp-CFR in de uiteindelijke CFR moeten worden opgenomen en het besluit over de werkingssfeer van het CFR ten zeerste politiek van aard zijn,
- overwegende dat het van essentieel belang is ervoor te zorgen dat de onderdelen van het ontwerp-CFR die voor de CFR worden geselecteerd onderling coherent zijn en samenhang vertonen met de follow-up van het Groenboek van de Commissie van 7 februari 2007 en met andere communautaire wetgeving op het gebied van het verbintenissenrecht,
1. Hoe denkt de Commissie te werk te gaan nadat het ontwerp-CFR is gepresenteerd?
2. Hoe denkt de Commissie te werk te gaan bij de selectie van de onderdelen van het ontwerp-CFR die in het uiteindelijke CFR van de Commissie moeten worden opgenomen? Hoe denkt de Commissie het Parlement bij dit proces te betrekken?
3. Hoe denkt de Commissie te werk te gaan bij de besluitvorming over de werkingssfeer van het CFR en hoe denkt zij rekening te houden met het standpunt van het Parlement dat reeds in verschillende resoluties is verwoord?
4. Hoe denkt de Commissie te werk te gaan bij de follow-up van de werkzaamheden van de onderzoekers en van het resultaat van de geplande nieuwe CFR-workshops die moeten worden georganiseerd door DG JLS en DG MARKT?
5. Wat zijn de plannen van de Commissie met betrekking tot de coördinatie van de werkzaamheden i.v.m. het CFR in de verschillende DG's?
Ingediend: 21.11.2007
Doorgezonden: 23.11.2007
Uiterste datum beantwoording: 30.11.2007