Parlementaire vraag - O-0065/2008Parlementaire vraag
O-0065/2008

Bosbranden in Zuid-Europa, versterking van het reactievermogen

28.5.2008

MONDELINGE VRAAG MET DEBAT O-0065/08
ingediend overeenkomstig artikel 108 van het Reglement
van Martin Schulz, Constanze Angela Krehl, Stavros Lambrinidis, Stavros Arnaoutakis en Anni Podimata, namens de PSE-Fractie
aan de Commissie

De enorme bosbranden in de zomer van 2007 in diverse gebieden van Zuid-Europa hebben duidelijk gemaakt hoe belangrijk het bij ongewone natuurrampen is voorbereid te zijn, goed gecoördineerd grensoverschrijdend op te treden, onderling samen te werken en maatregelen op EU-niveau te coördineren. In 2008 leidden een aantal vroeg in het voorjaar optredende bosbranden in een aantal EU-landen, nog verergerd door de uitdagingen waarvoor de klimaatverandering ons plaatst, tot het alarmerende besef dat zich ook in de komende zomer grootschalige branden zouden kunnen voordoen.

 

Wegens al deze incidenten en hun gevolgen voor het streven van de EU naar economische en sociale cohesie, bescherming van het milieu en het behoud van het cultureel erfgoed is de voorkoming van dergelijke natuurrampen een zaak van het allergrootste belang voor de lidstaten en de Europese Unie als geheel geworden.

 

De Commissie heeft onlangs een mededeling (COM(2008)0130 van 5.3.2008) aangenomen over de versterking van het reactievermogen van de Unie bij rampen, waarin een nieuw communautair mechanisme voor civiele bescherming wordt beschreven dat zal fungeren als operationeel centrum voor de coördinatie van de reactie op rampen. Dit is stellig een bemoedigende ontwikkeling als het om de opvang van de gevolgen van grote natuurrampen in de toekomst gaat, maar kan de Commissie zeggen of er op EU-niveau al een concrete en brede benadering van de voorkoming van rampen is? Welke concrete maatregelen van de lidstaten en de Commissie zijn er na de ervaringen van het afgelopen jaar genomen voor de coördinatie en een doeltreffend verloop van de communautaire programma's en acties ter voorkoming van rampen en het verlichten van hun gevolgen, in aanmerking nemend dat dergelijke rampen ernstige consequenties kunnen hebben voor zowel de bescherming van het natuurlijk en cultureel erfgoed als op de daaruit voorvloeiende toewijzing van communautaire fondsen ter verlichting van de gevolgen van rampen? Hoever is de Commissie gekomen bij het opzetten van een project tot instelling van een rampenpreventiemechanisme? Welke stappen heeft de Commissie genomen om de uitvoering daarvan te bespoedigen? Wat zijn de benuttingspercentages van de communautaire vastgelegde kredieten, in de eerste plaats in Zuid-Europese lidstaten, maar niet uitsluitend daar, voor de bescherming tegen bosbranden en andere grootschalige natuurrampen (bij voorbeeld overstromingen)? Zijn er speciale voorzieningen op de begroting getroffen voor spoedhulp in het komende zomerseizoen? Heeft de Commissie beoordeeld of de voorbereidings- en samenwerkingsmechanismen van de lidstaten bij het voorkomen en reageren op de onvoorziene bosbranden van de afgelopen zomer goed hebben gewerkt en welke spoedmaatregelen heeft zij genomen om een antwoord paraat te hebben op de grote behoeften in de komende zomer?

 

 

Ingediend: 28.05.2008

Doorgezonden: 30.05.2008

Uiterste datum beantwoording: 19.06.2008