Communautaire overnameovereenkomsten met derde landen
7.7.2010
Vraag met verzoek om mondeling antwoord O-0104/2010
aan de Commissie
Artikel 115 van het Reglement
Sylvie Guillaume, Claude Moraes
namens de S&D-Fractie
Hélène Flautre, Judith Sargentini
namens de Verts/ALE-Fractie
Cornelia Ernst, Rui Tavares, Marie-Christine Vergiat
namens de GUE/NGL-Fractie
Malika Benarab-Attou
De Europese Unie heeft tot dusver elf overnameovereenkomsten ondertekend. Zij heeft inmiddels onderhandelingen aangeknoopt over zeven andere overeenkomsten, waaronder er twee (met Pakistan en Georgië) praktisch zijn afgerond en één (met Turkije) zeer binnenkort zal worden ondertekend. Deze overeenkomsten zijn uitgegroeid tot het belangrijkste instrument van de EU om de toestroom van illegale immigranten in te dijken. Sedert de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon beschikt het Europees Parlement inmiddels over meer bevoegdheden ten aanzien van de instemming met internationale akkoorden. Kan de Commissie mededelen welke garanties zij in termen van transparantie en recht op informatie kan bieden met betrekking tot de stand van de onderhandelingen over deze overeenkomsten?
Welke garanties kan zij voorts bieden in gevallen waarbij de betrokken landen geen partij zijn bij het Verdrag van Genève of andere overeenkomsten met betrekking tot de bescherming van de grondrechten? Zou het niet verkieslijk zijn dat de ondertekening van deze overeenkomsten als voorwaarde wordt gehanteerd om voor sluiting van dergelijke akkoorden in aanmerking te komen? Een en ander lijkt onontbeerlijk, gezien het ontbreken van een uniform asielsysteem in Europa en het feit dat er altijd een uitwijzingsrisico blijft bestaan.
Hoe kan het Parlement als wetgevende macht redelijkerwijs met dergelijke akkoorden instemmen zonder dat het – ook al dateert het eerste akkoord van dit type al van 2004 – over een enigszins gedetailleerde beoordeling kan beschikken omtrent de effectiviteit van dergelijke instrumenten en het toezicht op de uitvoering daarvan?
Kan de lidstaten billijkerwijs worden toegestaan tot repatriëring over te gaan zolang het betrokken land niet binnen de toegestane termijn heeft gereageerd op een verzoek tot overname van een van zijn eigen onderdanen, van onderdanen van een derde land die over het grondgebied van dat land zijn gereisd of van staatlozen?
Zouden dergelijke akkoorden niet expliciet moeten voorzien in herintegratiebegeleiding van overgenomen personen?
Ingediend: 7.7.2010
Doorgezonden: 9.7.2010
Uiterste datum beantwoording: 16.7.2010