Werkgelegenheids- en sociale aspecten van de Europa 2020-strategie
5.11.2014
Vraag met verzoek om mondeling antwoord O-000076/2014
aan de Raad
Artikel 128 van het Reglement
Marita Ulvskog, namens de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken
Het aantal mensen in de EU dat werkloos is of met armoede en sociale uitsluiting wordt bedreigd is sinds 2010 gemiddeld gestegen. Momenteel zijn er 120 miljoen Europeanen die in armoede leven of het risico lopen tot armoede te vervallen. Om het in de Europa 2020-strategie genoemde streefcijfer van 75% arbeidsparticipatie te verwezenlijken moeten er, volgens prognoses van de Commissie, nog 16 miljoen burgers werk vinden. Bovendien worden de verschillen in werkgelegenheidscijfers tussen de lidstaten en de verschillende regio's steeds groter, waardoor een risico bestaat op meer sociale onevenwichtigheden op de lange termijn.
1. Is de Raad van mening dat de economische crisis en de begrotingsconsolidatie geleid hebben tot minder investeringen ten behoeve van de verwezenlijking van de werkgelegenheids- en sociale doelstellingen van de Europa 2020-strategie? Zo ja, is de Raad voornemens om het investeringspeil omhoog te brengen?
2. Is de Raad van mening dat het nieuwe scorebord van sociale en werkgelegenheidsindicatoren een uitvoeriger beeld van de vorderingen van de lidstaten zou schetsen wanneer hierin aanvullende indicatoren worden opgenomen? Zo ja, welke aanvullende indicatoren zouden dat moeten zijn?
3. Wat zou er bereikt kunnen worden als de doelstellingen inzake werkgelegenheid en armoedereductie even bindend zouden worden gemaakt als de begrotingsconsolidatiedoelstellingen, zodat maatschappelijke belangen even zwaar wegen als macro-economische belangen?
4. Is de Raad van mening dat met het oog op de verwezenlijking van de werkgelegenheidsdoelstellingen van de Europa 2020-strategie de obstakels voor groei en nieuwe werkgelegenheid moeten worden opgeruimd en dat dit zou moeten gebeuren door o.a. het versterken van de interne markt, het verminderen van de regeldruk ten gevolge van EU-wetgeving en het scheppen van gunstige voorwaarden voor ondernemingen om banen te creëren?
5. Hoe denkt de Raad de betrokkenheid van de sociale partners en het maatschappelijk middenveld, en met name sociale ngo's, op het niveau van de lidstaten te vergroten teneinde de tenuitvoerlegging van de Europa 2020-strategie te doen slagen?