Parlementaire vraag - O-000031/2015Parlementaire vraag
O-000031/2015

De vernietiging van culturele sites door ISIS/Da'esh

Vraag met verzoek om mondeling antwoord O-000031/2015
aan de Raad
Artikel 128 van het Reglement
Silvia Costa, namens de Commissie cultuur en onderwijs

Procedure : 2015/2649(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
O-000031/2015
Ingediende teksten :
O-000031/2015 (B8-0115/2015)
Stemmingen :
Aangenomen teksten :

De recente aanvallen door ISIS/Da'esh op het Bardo-museum in Tunis en de opzettelijke vernietiging van het museum van Mosul in Irak en van historische sites in Syrië maken duidelijk dat het hierbij gaat om veel méér dan culturele rampen, en dat deze daden gekenmerkt zouden kunnen worden als culturele zuivering. Het doel van de terroristen is het gebruiken van de vernietiging van civiele en religieuze gebouwen en van archeologische sites die tot het gemeenschappelijk menselijk erfgoed behoren als een strategie om bevolkingen te destabiliseren en hun identiteit te vernietigen. De plundering van archeologische sites en de illegale handel in cultuurobjecten worden ook gebruikt als een oorlogsinstrument om terroristische activiteiten te financieren.

In het UNESCO-Verdrag inzake de bescherming en de bevordering van de diversiteit van cultuuruitingen, dat tien jaar geleden werd ondertekend, staat dat dit gemeenschappelijke menselijke erfgoed 'gekoesterd en bewaard moet worden ten bate van iedereen'. Op dit moment probeert een groot aantal Syrische archeologen met gevaar voor eigen leven cultuurgoederen die met vernietiging worden bedreigd, te catalogiseren, te verstoppen en te redden.

Gaat de Raad - in samenwerking met de VN, met het internationaal waarnemingscentrum voor de illegale handel in cultuurgoederen van ICOM, en met Europol en Interpol, in overeenstemming met resolutie 2199 van de VN-Veiligheidsraad van 12 februari 2015 waarin de vernietiging van cultureel erfgoed in Irak en Syrië wordt veroordeeld - de nodige stappen nemen om de handel in de EU van culturele goederen die illegaal uit de landen van herkomst zijn verwijderd, te stoppen zolang er in het betrokken gebied nog wordt gevochten, teneinde te voorkomen dat de opbrengsten van deze handel gebruikt worden om criminele activiteiten te financieren?

Onderkent de Raad de noodzaak van het tot stand brengen van een nieuwe vorm van samenwerking tussen de EU en UNESCO, specifiek gericht op het beschermen van cultureel erfgoed in conflictgebieden? Gaat de Raad nadenken over samenwerking met het European Space Agency (ESA) om satellieten te gebruiken voor het lokaliseren en documenteren van culturele sites in de conflictgebieden? Is de Raad bereid om - in samenwerking met de VN, met UNESCO en met het International Committee of the Blue Shield van ICOM (ICBS) - na te denken over de oprichting van een speciale eenheid die zich zou bezighouden met de bescherming van cultureel erfgoed dat het gevaar loopt te worden vernietigd en/of geplunderd? Deelt de Raad de opvatting dat de stelselmatige en opzettelijke vernietiging van het gemeenschappelijk menselijk erfgoed niet alleen een oorlogsmisdaad is, zoals bedoeld in het Statuut van Rome van het Internationaal Strafhof, maar ook een misdaad tegen de menselijkheid, en als zodanig moet worden vervolgd?