vernieuwing van het EU-actieplan voor gendergelijkheid en empowerment van vrouwen in het kader van ontwikkeling
23.9.2015
Vraag met verzoek om mondeling antwoord O-000109/2015
aan de Raad
Artikel 128 van het Reglement
Linda McAvan, namens de Commissie ontwikkelingssamenwerking
Het EU-actieplan voor gendergelijkheid en empowerment van vrouwen in het kader van ontwikkeling (2010-2015) heeft een significante rol gespeeld voor meer en beter gecoördineerde inspanningen van de EU en haar lidstaten op het gebied van gendergelijkheid en de empowerment van vrouwen. In de beoordelingen van het actieplan wordt geconcludeerd dat een aantal belangrijke resultaten is gerealiseerd, maar dat er op het gebied van de tenuitvoerlegging tekortkomingen zijn. Het nieuwe actieplan voor de periode 2016-2020 is bedoeld om deze tekortkomingen aan te pakken, teneinde te voorzien in een solide basis voor actie op drie voorgestelde prioriteitsgebieden: garanderen van de lichamelijke en geestelijke integriteit van vrouwen en meisjes; bevorderen van de economische rechten van vrouwen; verlenen van een krachtigere stem aan vrouwen en meisjes en vergroting van hun participatie.
1. Deelt de Raad de bezorgdheid die in de beoordelingen van het lopende actieplan wordt uitgesproken met betrekking tot een ontoereikende tenuitvoerlegging en, zo ja, wat zijn de belangrijkste belemmeringen en de lessen die zijn getrokken om de tenuitvoerlegging van het nieuwe actieplan te verbeteren?
2. Is de Raad het eens met de prioriteitsgebieden in het nieuwe actieplan en wat zijn de grootste uitdagingen binnen deze gebieden?
3. Wat is het standpunt van de Raad over het garanderen van coherentie van het extern beleid door het actieplan toe te passen op alle maatregelen van het extern beleid, inclusief politieke dialogen met derde landen en handel?
4. Gelet op de tekortkomingen die zijn vastgesteld in de tenuitvoerlegging van het eerste actieplan, zal de Raad de tenuitvoerlegging van het tweede actieplan door de lidstaten controleren en zal hij er bij de lidstaten op aandringen te zorgen voor een toereikende hoeveelheid personeel en geld voor de tenuitvoerlegging, zowel in eigen land als in de ambassades? Wat zijn de beste praktijken voor een versterking van de transparantie en het afleggen van rekenschap met betrekking tot de garantie dat de programmering gendergevoelig is en dat de diepere oorzaken van de ongelijkheden ermee worden aangepakt?
5. Verplicht de Raad zich ertoe de tussentijdse evaluatie van het instrument voor ontwikkelingssamenwerking in 2017 en de prestatiebeoordeling van het 11e EOF te gebruiken om de impact van de met het instrument voor ontwikkelingssamenwerking en het EOF gefinancierde programma's op vrouwen en meisjes te beoordelen en de nodige kredieten opnieuw toe te wijzen, om de tekortkomingen in de tenuitvoerlegging van het actieplan te remediëren en ervoor te zorgen dat de doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling voor de periode na 2015 worden gehaald?
6. In hoeverre en hoe heeft de Commissie volgens de Raad de complementariteit en de coördinatie tussen haar acties en die van de lidstaten op het gebied van gendergelijkheid en de empowerment van vrouwen bevorderd?