De misdaden van IS tegen religieuze minderheden in Irak en Syrië als genocide aanmerken

11.12.2015

Vraag met verzoek om mondeling antwoord O-000159/2015
aan de Commissie
Artikel 128 van het Reglement
Lars Adaktusson, namens de PPE-Fractie

Na tien jaar systematische vervolging is het aantal christenen in Irak gedaald van 1,5 miljoen naar ongeveer een derde hiervan. De meerderheid werd gedwongen naar het buitenland te vluchten of werd gedood door constant toenemend geweld en misbruik. De situatie is soortgelijk in Syrië; minstens een derde van de 600 000 christenen werd gedwongen het land te verlaten. Groepen zoals de jezidi's moesten ook soortgelijke misdaden ondergaan, net als andere minderheden. De motieven van de Islamitische Staat zijn duidelijk: een etnische en religieuze zuivering van al wat niet past in hun enge definitie van de salafistische soennitische Islam. In de conventie van de Verenigde Naties van 1948 tegen volkerenmoord wordt genocide gedefinieerd als "daden die worden gepleegd met het doel om een bepaalde nationale, etnische, raciale of godsdienstige groepering geheel of gedeeltelijk te vernietigen".

Is de Commissie het ermee eens dat de misdaden van IS tegen religieuze minderheden in Irak en Syrië als genocide moeten worden aangemerkt?