De rol van lokale en regionale autoriteiten in de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESIF)
26.1.2016
Vraag met verzoek om mondeling antwoord O-000012/2016
aan de Commissie
Artikel 128 van het Reglement
Iskra Mihaylova, namens de Commissie regionale ontwikkeling
In het algemeen hebben regionale en lokale autoriteiten in lidstaten met een federale structuur, vanwege de aan hen toegekende bevoegdheden, meer invloed op de nationale beleidsvorming met een impact op regionaal en lokaal niveau, dan die in lidstaten zonder een dergelijke structuur. Op het gebied van het cohesiebeleid is de mate van inspraak van regionale en lokale autoriteiten, vanaf de onderhandelingsfase over verordeningen tot aan de vaststelling van operationele programma's, in de loop der tijd toegenomen. De mate van inspraak van regionale en lokale autoriteiten verschilt echter van lidstaat tot lidstaat.
Regionale en lokale autoriteiten staan dichtbij de burger en zijn beter op de hoogte van de plaatselijke behoeften en van beleidsmaatregelen en initiatieven ter verbetering van het leven van de burgers (op het gebied van banencreatie, innovatie, gezondheid, milieu, energie, vervoer, enz.). Daarentegen hebben regionale en lokale autoriteiten, gezien hun beperkte middelen, meer behoefte aan substantiële begrotingssteun en medefinanciering van projecten dan de autoriteiten op nationaal niveau.
Steden zijn motoren van economische groei en werkgelegenheid, broedplaatsen voor kunst, cultuur en creativiteit, en het volmaakte platform voor innovatie en startende bedrijven. De beleidsmakers hebben twee innovaties, slimme steden en strategieën voor slimme specialisatie, snel onderkend en in specifiek EU-beleid en specifieke EU-initiatieven vertaald. Voorts heeft het akkoord van de EU-ministers over de ministeriële verklaring van Riga 2015 de weg bereid voor een stedelijke agenda van de EU die naar verwachting zal leiden tot het "Pact van Amsterdam". Dit is een op de toekomst gericht programma waarin de deelname van Europese steden centraal staat en met behulp waarvan het Nederlandse voorzitterschap van de Raad in 2016 een bottom-up benadering beoogt tot stand te brengen.
De rol van regionale en lokale autoriteiten is ook van belang voor de ontwikkeling van grensoverschrijdende verbindingen en initiatieven, hetgeen als onderdeel van de Europese territoriale samenwerking versterkt kan worden.
In deze context wordt de Commissie verzocht op de volgende vragen antwoord te geven:
1. Welke concrete steun zal de Commissie aan de regionale en lokale overheden verlenen in verband met de versterking van hun rol in en hun invloed op het beheer van de Europese structuur- en investeringsfondsen in de periode 2014-2020, met inachtneming van hun respectieve bevoegdheden en de specifieke kenmerken van de verschillende lidstaten, met het oog op het creëren van economische groei en duurzame banen?
2. Is zij van plan een openbare raadpleging te organiseren, gevolgd door een eventueel initiatief van de Commissie betreffende de wijze waarop de rol van regionale en lokale overheden versterkt kan worden?