Europees openbaar ministerie en Eurojust
20.6.2016
Vraag met verzoek om mondeling antwoord O-000093/2016
aan de Commissie
Artikel 128 van het Reglement
Claude Moraes, namens de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken
De Commissie heeft de volgende voorstellen ingediend: op 17 juli 2013, een voorstel voor een Verordening van de Raad tot instelling van het Europees Openbaar Ministerie (EPPO) (COM(2013)0534); op 11 juli 2012, een voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de strafrechtelijke bestrijding van fraude die de financiële belangen van de Unie schaadt (de "PIF-richtlijn") (COM(2012)0363); en op 17 juli 2013 een voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het EU-Agentschap voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust) (COM(2013)0535).
1. Kan de Commissie informatie geven over de huidige stand van zaken, de resterende knelpunten en het verwachte tijdpad voor de goedkeuring van deze voorstellen, met name omdat zij onderling verband houden?
2. Is de Commissie het eens met het Parlement dat de PIF-richtlijn vóór de EPPO-verordening moet worden vastgesteld, omdat deze richtlijn de strafbare feiten bepaalt waarvoor het EPPO bevoegd zou zijn?
3. Kan de Commissie het Parlement informatie verstrekken over de financiële en praktische gevolgen van het nieuwe EPPO (na de wijzigingen die de Raad in de Commissietekst heeft aangebracht), inclusief de impact ervan op de begroting van Eurojust?
4. Kan de Commissie de operationele, organisatorische en administratieve banden tussen beide organen preciseren, en aangeven in hoeverre nationale parlementen hierbij betrokken zijn?