Aanbeveling aan de Raad inzake de Commissie voor de Status van vrouwen (CSW)
28.3.2017
Vraag met verzoek om mondeling antwoord O-000027/2017
aan de Raad
Artikel 128 van het Reglement
Vilija Blinkevičiūtė, namens de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid
Op 14 februari 2017 heeft de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid (FEMM) van het Europees Parlement een aanbeveling aan de Raad aangenomen over de EU-prioriteiten voor de 61e vergadering van de Commissie van de VN inzake de positie van de vrouw, die de versterking van de economische positie van vrouwen als centraal thema had en in maart in New York heeft plaatsgehad. De prioriteiten van het Europees Parlement hadden betrekking op vijf belangrijke domeinen:
– algemene voorwaarden voor het versterken van de positie van vrouwen en meisjes,
– vergroting van de economische empowerment van vrouwen en het wegnemen van belemmeringen op de arbeidsmarkt,
– waarborging van de gelijke vertegenwoordiging van vrouwen op alle besluitvormingsniveaus,
– aanpak van de behoeften van de meest kansarme vrouwen,
– en omzetting van deze verbintenissen in uitgaven en verhoging van de zichtbaarheid daarvan.
Kan de Raad antwoorden op de volgende vragen:
1. Hoe zijn de prioriteiten in de aanbeveling van het Parlement in aanmerking genomen door de Raad bij de voorbereiding van het EU-standpunt en welke punten werden niet door de lidstaten ondersteund en waarom?
2. Wat waren de belangrijkste verwezenlijkingen van de EU tijdens de onderhandelingen over de conclusies van de CSW en in welke mate konden de EU-prioriteiten worden geïntegreerd in de overeengekomen tekst van de conclusies?
3. Heeft de EU resultaten geboekt inzake een wereldwijd engagement voor de gezondheid van vrouwen, en met name inzake maatregelen om de negatieve gevolgen van de 'global gag rule' voor vrouwen tegen te gaan?
4. De voorgestelde opstelling van een IAO-verdrag ter vaststelling van een internationale norm om op gender gebaseerd geweld op de werkplek aan te pakken, kreeg de steun van het Parlement. Zijn er voor de toekomst verdere initiatieven gepland inzake dit verdrag?