Next Generation EU en artikel 311 VWEU
30.6.2020
Vraag met verzoek om mondeling antwoord O-000043/2020
aan de Commissie
Artikel 136 van het Reglement
Hélène Laporte
namens de ID-Fractie
Op 27 mei 2020 presenteerde de voorzitter van de Commissie, Ursula von der Leyen, het herstelinstrument voor de Europese Unie “Next Generation EU”, in het kader waarvan 750 miljard EUR wordt uitgetrokken om de lidstaten te helpen de economische gevolgen van de COVID-19-crisis te boven te komen. Voor dit herstelinstrument krijgt de Commissie toestemming om geld te lenen op de kapitaalmarkten en dat is voor het eerst in de geschiedenis. In artikel 311 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) is echter bepaald dat de begroting volledig uit eigen middelen gefinancierd moet worden, waaruit geconcludeerd kan worden dat het Commissievoorstel in strijd is met dit artikel. In haar antwoord op schriftelijke vraag E-001662/2015 stelde de Commissie expliciet dat het niet mogelijk is om een kloof tussen ontvangsten en uitgaven te dichten door middel van het uitgeven van obligaties, omdat dat in strijd is met de Verdragen. Uitgifte van schuldpapieren zou de financiële relaties binnen de EU aanzienlijk doen veranderen, omdat daarmee de koppeling tussen de verantwoordelijkheid voor het financieel en economisch beleid en de aansprakelijkheid voor de daarmee samenhangende risico’s wordt losgelaten. Hiervoor zou, zoals de Deutsche Bundesbank in haar Monatsbericht (maandelijks verslag) van april 2020 ook aangeeft, een Verdragswijziging moeten worden doorgevoerd.
- 1.Hoe wil de Commissie ervoor zorgen dat de herstelplannen in overeenstemming zijn met de artikelen 310 en 311 VWEU?
- 2.Hoe valt volgens de Commissie de uitgifte van schuldpapieren te rijmen met het fundamentele beginsel - dat zowel in de Verdragen als in nationale grondwetten is neergelegd - dat de lidstaten op nationaal niveau beschikken over budgettaire autonomie en dat dit zo moet blijven zolang de EU in het internationaal recht niet erkend wordt als staat?
- 3.Over hoeveel personeelsleden en hoeveel middelen denkt de Commissie te kunnen beschikken voor het schuldbeheer, in overweging nemende dat de meeste lidstaten dit uitbesteden aan een onafhankelijk agentschap voor het beheer van publieke schulden of aan particuliere fondsenbeheerders?
Ingediend: 30/06/2020
Vervalt: 01/10/2020