Vervolgvraag: rechtmatigheid uitsluiting grensarbeiders bij toepassing Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo)
4.1.2021
Vraag met voorrang met verzoek om schriftelijk antwoord P-000009/2021
aan de Commissie
Artikel 138 van het Reglement
Jeroen Lenaers (PPE)
In aanvulling op mijn schriftelijke vragen van 8 juli 2020 over de toepassing van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) voor grensondernemers en het antwoord van de Europese Commissie van 17 augustus 2020 hierop stel ik graag de volgende vervolgvragen.
Uit het antwoord van de Europese Commissie van 17 augustus blijkt dat de Commissie van mening is dat in de Tozo-regeling voor levensonderhoud elementen van sociale zekerheid en sociale bijstand worden gecombineerd en dat de regeling daarom beschouwd kan worden als een bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestatie.
Uit de brief van het Nederlandse ministerie van Sociale Zaken aan de Eerste Kamer van 18 november 2020 blijkt echter dat de Europese Commissie na argumentatie van het ministerie nu van oordeel is dat de Tozo geen socialezekerheidsuitkering is in de zin van Verordening (EG) nr. 883/2004, maar een socialebijstandsuitkering.
- 1.Kunt u aangeven waarom de Commissie van mening veranderd is over de aard van de Tozo-regeling?
- 2.Kunt u aangeven of de Commissie verder onderzoek doet naar de belemmering van de export van de Tozo in verband met de vrijheid van vestiging?
- 3.Zo ja, kunt u aangeven wanneer de Commissie hierover uitsluitsel denkt te hebben?